Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, naar aanleiding van een interview van de West-Vlaamse gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu, bevoegd voor Toerisme, noemde de CEO van Toerisme Vlaanderen op Twitter de gedeputeerde ‘dom en leugenachtig’. Die tweet was er een van meerdere aan het adres van de gedeputeerde.
Men heeft het recht om van mening te verschillen, zeker ook als CEO. Ik ben de eerste om dat te zeggen. Maar de vraag is of onze toeristische sector gebaat is bij dit soort gebrul op sociale media. Als er vanuit Toerisme Vlaanderen frustraties zijn ten aanzien van het provinciale niveau, dan worden die misschien toch beter in een goed gesprek geuit. Bovendien komt dit de werking van Toerisme Vlaanderen ook niet ten goede, als men de CEO in zulke bewoordingen hoort praten. We herinneren ons Angela Merkel, die zei: “Let op het taalgebruik, want taal is de voorloper van het handelen.”
Toerisme Vlaanderen stelt in zijn visietekst: “Onze waarden – passie, respect, verbinding en openheid – zijn onze wortels, die ons stevig verankeren en stabiliteit geven. Ze weerspiegelen waar we als agentschap voor staan. Ze geven ons een leidraad voor hoe we ons gedragen naar partners, klanten en betrokkenen.”
Het spreekt voor zich dat ik een paar vragen heb na die uitlatingen van de CEO, minister. Acht u de uitlatingen van de CEO ten aanzien van de gedeputeerde in West-Vlaanderen in lijn met de geschetste visietekst en de waarden die ik zojuist geciteerd heb? Hebt u als minister de CEO aangesproken op zijn uitlatingen en stijl? Hoe evalueert u de samenwerking tussen Toerisme Vlaanderen en de provincie West-Vlaanderen, toch een belangrijke partner inzake toerisme? Hebben de uitspraken van de CEO volgens u een impact op die samenwerking? Zult u inspanningen ondernemen om de vlotte samenwerking in de toekomst te verzekeren? Of hebt u dat al gedaan?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, ik dacht dat u mij ging vragen wat ik van de uitspraken van de gedeputeerde vind. Dát is de vraag die u moet stellen, en niet wat ik vind van de tweet van de CEO. Ik heb hem daar ook niet over aangesproken. Ik moet wel zeggen, in naam van alle medewerkers die bij Toerisme Vlaanderen werken, dat ik zeer verbouwereerd was toen ik het interview las, waarin de gedeputeerde zegt dat er te weinig voeling is vanuit Toerisme Vlaanderen met de sector en met het Vlaamse niveau. Excuseer, maar wij hebben niets anders gedaan, zowel ons kabinet als al die medewerkers, om iedereen in de sector zo goed mogelijk te informeren. Wij zijn het glijmiddel geweest om alle gedeputeerden allemaal richting de binnenlandse promotie, Vlaanderen Vakantieland enzovoort te brengen. Ik denk dus dat de vraag omgekeerd moet zijn en dat u eigenlijk moet vragen wat ik van de uitspraak van de gedeputeerde vind.
Ik heb vernomen dat er op de provincieraad van 22 april over gediscussieerd is en dat mevrouw Lahaye-Battheu aangaf dat zij hierover reeds contact heeft gehad met de heer De Wilde om de plooien glad te strijken. Ik ga ervan uit dat de zaak daarmee afgehandeld is. Wij werken door. Wij hebben ons te pletter gewerkt tijdens deze crisis. De medewerkers bij Toerisme Vlaanderen hebben non-stop gewerkt. Als er dan een gedeputeerde zoiets komt zeggen in de krant, sta mij toe te zeggen dat ik dat echt niet passend vind. Dat is zelfs beschamend.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik heb in mijn vraag geen kritiek gegeven op wat Toerisme Vlaanderen de laatste maanden en in coronatijden gedaan heeft. Daar gaat het niet om, minister. Ik schrik echt van uw antwoord, waarin u zich toch schaart achter de uitspraak van de CEO. Het is zelfs geen gedeputeerde van mijn partij, dus ik zit hier niet voor mezelf. Ik heb het over taal. Ik vind het niet kunnen dat de CEO van zo’n toporganisatie iemand ‘dom en leugenachtig’ noemt. Hij kan wel de telefoon nemen. Hij kan boos zijn om wat zij zegt. Dat is waar. Maar ik blijf erbij dat dat taal is die een CEO niet gebruikt.
En u zegt, minister, dat het voltallige personeel van Toerisme Vlaanderen daar niet mee akkoord ging, maar dan wil ik u toch op iets wijzen: het is niet de eerste keer dat we van die CEO horen dat hij op communicatief vlak niet de allerbeste is, en evenmin op andere vlakken. Bij de laatste tevredenheidsenquête over Toerisme Vlaanderen, over de werking van die administrateur-generaal, scoorde hij 48 procent op ‘vertrouwen van het personeel’ en 34 procent op ‘communicatie’. Ik vind dat ik dan het recht heb als parlementslid om mij vragen te stellen, als je bij enquêtes 34 procent haalt op ‘communicatie’ en op Twitter ook nog zulke beledigende uitspraken gaat doen naar een gedeputeerde toe. Of die gedeputeerde nu gelijk had of niet in dat interview, daar spreek ik me niet over uit. Ik heb het hier over de communicatiestijl van een organisme, Toerisme Vlaanderen – met het grootste respect voor de organisatie, want die doet zeer goed werk. Ik vind dat er aan het aura van Toerisme Vlaanderen tekort wordt gedaan, als de CEO dergelijke taal gebruikt. Ik blijf daarbij.
Ik herhaal, het is niet dat hij op tevredenheid of op communicatie zo hoog scoort. Ik wil dat hier toch wel herhalen. Ik vind het dan vreemd dat u zich als het ware kwaad maakt, omdat ik deze vraag durf te stellen. Ik zou dat bij elk organisme doen. Ik vind niet dat dergelijke taal gebruikt kan worden door onze hoofdbeleidsmakers.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik vind dit debat hier een beetje hallucinant. In die zin, we beleven hier voor de toeristische sector de grootste crisis in jaren. Het duurt al zo lang en het blijft aanslepen. We hebben van in het begin, zowel met Toerisme Vlaanderen als vanuit Westtoer alles op alles gezet – ik ga ervan uit dat dit ook geldt voor alle andere provinciale toeristische poten – om alle krachten te bundelen, samen de crisis aan te pakken en de toeristische ondernemers door die crisis te loodsen. Iedereen heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Toerisme Vlaanderen heeft de regierol op zich genomen om inderdaad na te gaan hoe we er in de crisis het beste van kunnen maken, welke financiële ondersteuning er nodig is, samen met de provinciale toeristische poten. Ik vond dat Westtoer en Toerisme Vlaanderen elkaar op dat vlak eindelijk gevonden hadden en goed samenwerkten. Dan heb ik het over de twee administraties.
En dan vond ik het inderdaad wel heel vreemd van de gedeputeerde om te gaan zeggen dat dit Vlaams Stimulusprogramma van Westtoer komt. Als ze haar dossiers een beetje volgt, dan weet ze dat het idee misschien wel vandaaruit kan komen, maar dat het wel uitgewerkt is op Vlaams niveau door Toerisme Vlaanderen en dat er 30 miljoen euro middelen vanuit Vlaanderen naar alle provincies vloeit om die toeristische ondernemers te ondersteunen. De provinciale toeristische poten mochten allemaal bijdragen, wat Westtoer ook gedaan heeft, met 2 miljoen euro extra. Maar om dan te gaan zeggen dat Toerisme Vlaanderen alle dingen verloren heeft … ik vond dat inderdaad hallucinant en politiek gezien toch echt geen slimme zet. Dat de CEO van Toerisme Vlaanderen dan ook even zijn frustraties kwijt wil, ik begrijp dat. Maar goed, die case is nu ‘closed’.
Ik stel mij inderdaad wel vragen als ze zegt dat het dossier-IKWV (Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen) niet opgelost is. Dan denk ik, dan ken je je dossiers niet, want het is deze minister die extra middelen heeft vrijgemaakt, al twee jaar op rij, voor Toerisme Vlaanderen en die nu volop werkt aan een structurele oplossing. Om dan te zeggen dat het dossier-IKWV niet opgelost raakt en dat Vlaanderen niets doet … Ik vond het inhoudelijk, los van de stijl, zeer opmerkelijk.
U bent begonnen, mevrouw Lambrecht, met te zeggen dat een CEO dit, dat of dat moet doen. Ik vind dat een politicus in de media zaken ook wel netjes op een rijtje moet zetten en niet zulke zaken moet gaan zeggen. Dat is ook een plicht van een gedeputeerde. Maar goed, die case is nu ‘closed’. Ik hoop dat de samenwerking tussen Westtoer en Toerisme Vlaanderen, in het belang van onze ondernemers, daar niet meer onder lijdt.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb mijn mening over dat krantenartikel per e-mail gegeven aan de député. Voor het overige kan ik zeggen dat we daar verder aan aan het werken zijn, tijdens de crisis maar ook daarbuiten. Het probleem met de reddingsdiensten in Blankenberge heb ik goed opgelost. Ik luister goed naar wat er leeft op het terrein. We hebben goede contacten met alle toeristische ondernemers en we werken voort.
Voor de rest zal ik me niet te veel uitlaten, mevrouw Lambrecht. Ik heb daar geen tijd voor. Ik heb een mailtje gestuurd aan de gedeputeerde. Alles wat ik doe, doe ik niet voor de députés, maar vooral voor het toeristische beleid van Vlaanderen, dat voldoende sterk moet zijn. De strijd om de toerist zal internationaal erg genoeg zijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal gaan voor die toerist in Vlaanderen en dat er niemand is die wil dat dat niet goed wordt gedaan. Minister, het is goed dat u een e-mail hebt verzonden. Dat is de normale manier, maar telefoneren kan ook.
Ik blijf erbij dat de CEO van een organisatie als Toerisme Vlaanderen niet moet zorgen voor verdeeldheid. Ik heb me niet uitgesproken over de vraag of de gedeputeerde wel of niet fout was. Dat is een andere zaak die hier niet aan de orde is.
Minister, u bent bevoegd voor Toerisme Vlaanderen en daarom heb ik de vraag om uitleg aan u gesteld, in de hoop dat in de toekomst de betreffende heer misschien twee keer nadenkt vooraleer hij dergelijke tweets verzendt in zo'n functie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.