Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dit is een vraag over een thema waarover het voorbije jaar natuurlijk al regelmatig is gesproken. Maar we vinden het toch belangrijk om een aantal dingen te blijven opvolgen, zeker als er nieuwe aankondigingen zijn vanuit de Vlaamse Regering, namelijk dat er extra coronasteun voorzien wordt voor de erkende jeugdverblijven en jeugdhostels. Door de verlenging van de coronamaatregelen hebben heel veel van die verblijven en hostels het ook in het lopende kalenderjaar financieel bijzonder moeilijk. Om dat verlies deels te compenseren, wordt er in totaal 5,175 miljoen euro uitgetrokken, waarbij er 808.000 euro wordt voorzien voor erkende jeugdhostels en 4,36 miljoen euro voor erkende jeugdverblijven.
Het is uiteraard een zeer goede zaak dat de noodkreet vanuit de sector nog steeds wordt gehoord. We willen dat ook beklemtonen. Maar tegelijk lijkt het totaalplaatje, wat ons betreft, een beetje mager. Vorig jaar kon de sector nog rekenen op een steunbedrag dat bijna drie keer hoger lag. Als je bovendien weet dat de koek onder een kleine zeshonderd verblijven moet worden verdeeld, is het gemiddelde steunbedrag relatief laag, zeker aangezien alles het voorbije half jaar zo goed als stil lag en er ook de komende maanden weinig perspectief is op grote verdienmodellen die rendabel zijn.
Bij jeugdverblijven denken we spontaan aan bezetting door jeugdbewegingen en ander georganiseerd jeugdwerk, maar jeugdverblijven draaien ook volop op meerdaagse schooluitstappen. De kans dat er de komende maanden, in de periode mei-juni, nog veel zee-, bos- of boerderijklassen of andere meerdaagse schooluitstappen zullen kunnen doorgaan, is miniem. En als het al zou mogen, dan nog zijn er nu al veel scholen die, om begrijpelijke redenen, alles definitief afgeblazen hebben. De jeugdverblijven vrezen dan ook dat de scholen ondertussen creatief proeven van goedkopere, gemakkelijker te organiseren eendaagse alternatieven, waardoor de traditie van meerdaagse klasuitstappen in de verdrukking dreigt te komen.
Er zal dus meer nodig zijn, ook na deze crisis, dan enkel een financiële injectie. In de provincie West-Vlaanderen loopt er alvast een subsidiereglement waarbij scholen, jeugdorganisaties, speelpleinwerkingen en armoedeverenigingen een duwtje in de rug krijgen voor overnachtingen in de eigen provincie, gekoppeld aan erfgoedkundige of bedrijfsbezoeken.
Minister, kunt u inschatten hoeveel financiële schade de jeugdverblijven en jeugdhostels intussen opliepen door de coronacrisis? Volstaat de Vlaamse steun om hen deze crisis te laten overleven? Hoe wordt de aangekondigde steun verdeeld over de sector? Volgens welke parameters wordt er gewerkt? Worden er bepaalde voorwaarden gekoppeld aan de steun? Worden de jeugdverblijven bijkomend ondersteund om coronaveilig te kunnen heropstarten zodra het kan? Ving u al signalen op dat meerdaagse uitstappen in veel scholen ter discussie staan? Hoe kijkt u daarnaar? Zou u dat een spijtige zaak vinden? En hoe wilt u overnachtingen in jeugdverblijven blijvend aantrekkelijk houden? Kan het West-Vlaamse voorbeeld van het subsidiereglement daarbij inspirerend werken?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, voor de jeugdverblijfcentra bedraagt het omzetverlies 11 miljoen euro voor de periode januari-april 2021 en 18 miljoen euro voor de periode januari-juni 2021. Voor de jeugdhostels bedraagt het omzetverlies 3 miljoen euro voor de periode januari-april 2021 en tussen de 4 en 5 miljoen euro voor de periode januari-juni 2021. Dat is het omzetverlies. De nettoschade ligt natuurlijk lager, maar nog altijd in de orde van 6,6 tot 10,5 miljoen euro. Dat is natuurlijk heel veel voor de draagkracht van deze sector. Voor de jeugdlogies was en is de steun uit het noodfonds daarom ook van levensbelang om te kunnen overleven. Zeker de grotere organisaties hebben daarnaast ook nog gebruik kunnen maken van andere Vlaamse steunmaatregelen.
De financiële resultaten van 2020 van de jeugdverblijfcentra laten wel alvast zien dat de sector financieel overeind is gebleven vorig jaar, ondanks die vele miljoenen schade, dankzij de steunmaatregelen, die toch wel hun vruchten hebben afgeworpen, in combinatie met het feit dat er vorig jaar, weliswaar volgens protocollen en regels, toch een geslaagde kampzomer was.
Het zal voor dit jaar ook afhangen van andere factoren. De paasvakantie is achter de rug, maar hoelang zal de crisis nog blijven aanslepen? Zullen er nog schoolreizen mogelijk zijn? Zullen de hostels tijdens de zomer hun slaapzalen weer mogen openstellen voor individuele reizigers? Dat zijn allemaal vragen waar we de komende weken en maanden, afhankelijk van de besmettingsgraad, toch wel een antwoord op zullen moeten krijgen.
Vlak voor het paasreces hebben we een nieuwe steun uitgewerkt, iets meer dan 5 miljoen euro, voor de periode nu tot april. Voor wat betreft de nieuwe steun gaan we ons in grote mate ook baseren op de drie steunrondes die we vorig jaar al hebben georganiseerd voor de jeugdlogies. De uitwerking wordt gedaan door het Agentschap Toerisme Vlaanderen en het departement Jeugd, zoals we dat ook de vorige steunrondes deden. Concreet wil dat zeggen dat de steun wordt berekend op basis van de misgelopen of niet gerealiseerde overnachtingen en inkomsten in de periode tussen 1 januari en 30 april 2021 en dit ten opzichte van het gemiddelde aantal overnachtingen dat het jeugdlogies wel realiseerde in dezelfde periode de afgelopen jaren. Die worden dus afgezet tegen dezelfde periode, tussen 2017 en 2019. Daar wordt dan een gemiddelde van genomen, en op basis daarvan wordt een uitbetaling gedaan.
Toerisme Vlaanderen en het departement Jeugd hebben de sector ondersteund bij het opstellen van protocollen die een veilige heropstart mogelijk maken. Dat is al heel goed. Via het departement Jeugd financieren we ook twee ondersteuningsstructuren: het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) en de Vlaamse Jeugherbergen (VJH). Zij zijn de eerstelijnsondersteuning voor de sector. Daarnaast voorzie ik vanuit Toerisme natuurlijk ook bijkomende investeringsondersteuningen.
Ik vang natuurlijk ook de verschillende signalen over de meerdaagse uitstappen in veel scholen op. Op dit moment is het voor ons departement koffiedik kijken of scholen nog praktisch iets kunnen organiseren de komende maanden. We weten allemaal dat een uitstap met een overnachting met de klas voor kinderen en jongeren van onschatbare waarde is, ook een unieke ervaring. Het zou heel jammer zijn als die traditie wat verloren zou gaan. We moeten er sowieso, eenmaal de epidemie hopelijk achter de rug is, weer volop op inzetten. Maar voor de komende maanden is het natuurlijk nog koffiedik kijken of dit zal kunnen. Minister Ben Weyts is daarmee bezig, maar het is niet zo evident op dit ogenblik.
De provincie West-Vlaanderen geeft inderdaad subsidies. Dat is natuurlijk haar bevoegdheid, zij mag dat doen. Het zou raar zijn als ze dat niet zou doen. Ik laat het aan de provincie over om hierover te oordelen of dat nodig is of niet. Elke provincie kan dat naargelang het nodig is binnen haar eigen provincie en budgetten doen.
Zelf voorzie ik langs twee kanalen extra middelen voor jeugdverblijven. Enerzijds verhoog ik het jaarlijkse budget voor investeringssubsidies – dat is nu 1,5 miljoen euro per jaar – met 5 miljoen euro extra om het aanbod en de kwaliteit van de jeugdlogies in Vlaanderen te verbeteren. Zoals u weet werd tot nu toe alleen ingezet op het veiliger, toegankelijker en kindvriendelijker maken van de verblijven. Dat blijft natuurlijk wel, maar met dit extra bedrag van 5 miljoen euro willen we ook nieuwbouw- en vernieuwbouwwerken gefinancierd krijgen omdat er natuurlijk ook heel veel renovatiewerken moeten gebeuren. Anderzijds kunnen de jeugdlogies natuurlijk ook een aanvraag indienen bij Toerisme Vlaanderen in het kader van het Vlaams Stimulusprogramma voor toeristische ondernemingen. Er zijn immers veel aanvragen voor het stimulusprogramma. Op zich is dat heel goed, want dit is echt ongezien. We zullen natuurlijk proberen een zo goed mogelijke selectie te maken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw volledig antwoord. Er ligt veel op de tafel om mee aan de slag te gaan. We zullen permanent moeten opvolgen of de voorziene budgetten volstaan. Dat zal de komende tijd duidelijk worden. Indien nodig, kunnen we hier te gepasten tijde nog op terugkomen. Laat ons hopen dat het niet zo zal zijn.
Ik heb nog een aanvullende vraag. Er is het afgelopen jaar af en toe een debat over de erkende, gesubsidieerde en de niet-gesubsidieerde verblijven geweest. Ik neem aan dat ik niet de enige ben die hierover regelmatig correspondentie heeft ontvangen en die heeft overlegd met dat gedeelte van de sector dat een aantal jaren geleden de inschatting heeft gemaakt geen subsidies aan te vragen omdat hun model op een andere manier werkt. In covidtijden zijn zij natuurlijk meer in de problemen terechtgekomen. Door die beleidskeuze zijn ze ermee geconfronteerd dat voor hen in minder steun werd voorzien dan voor de gesubsidieerde sector. We hebben er uiteraard nooit voor gepleit de steun voor het gesubsidieerde gedeelte weg te nemen, maar we moeten aandachtig zijn dat het niet-gesubsidieerde gedeelte van de sector niet onnodig onder druk komt te staan.
Wordt dit geremedieerd met de middelen die nu vrijkomen? Wordt in iets meer voorzien? Zijn er bijkomende initiatieven? Is er overleg met dit gedeelte van de sector geweest? Dit lijkt me momenteel het belangrijkste, naast de net geschetste steun om een aantal zaken na de crisis of tijdens een volgende fase van de crisis te ondersteunen, zodat een aantal zaken zo goed mogelijk weer kunnen opstarten.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ook wij erkennen dat de bijkomende coronasteun voor de erkende jeugdverblijven een goede zaak is. Zoals u hebt aangegeven, lag het steunbedrag vorig jaar bijna driemaal hoger. Die penibele situatie is voor veel verblijven niet werkbaar. Ze zitten daar, zoals ook in de andere logiezen, op hun tandvlees. Ze hebben de reserves tijdens het afgelopen coronajaar zien wegslinken. U hebt geen bijkomende steun voor de jeugdverblijven zelf gevraagd.
Minister, hebt u rechtstreekse reacties vanuit de sector ontvangen? Ik verwijs in dit verband graag naar mijn eerdere vraag om uitleg over de buscapaciteit voor schooluitstappen. Verschillende busbedrijven hebben toen gemeld dat hun orderboekje tot de paasvakantie van 2021 leeg was. Mijn fractie blijft het belangrijk vinden dat het onderwijs en de jeugdverenigingen worden betrokken bij de relance van de jeugdverblijven. Een gecoördineerde aanpak over de beleidsdomeinen heen zal nodig zijn. Mijn vraag is of er ondertussen overleg met de minister van Onderwijs is geweest. Hij mag hierin niet ontbreken. Indien dat overleg heeft plaatsgevonden, horen we ook graag wat uit de bus is gekomen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik wil u vooreerst bedanken, want u hebt, samen met de minister van Jeugd, meer budgetten voor het jeugdtoerisme kunnen losweken. Het jeugtoerisme heeft het, naast het gewone toerisme, bijzonder moeilijk gehad. We staan hier uiteraard helemaal achter.
Mijnheer Vaneeckhout, ik vermoed dat de vraag die u tijdens de tweede ronde hebt gesteld, niet in uw oorspronkelijke vraag om uitleg zat. Ik heb namelijk net dezelfde vraag. Ik heb die vraag vroeger ook al gesteld. Tijdens de vorige rondes heeft zich een probleem voorgedaan met betrekking tot de erkende, gesubsidieerde jeugdhostels en de niet-gesubsidieerde jeugdhostels. Is dat eigenlijk opgelost?
Als zij op de gewone maatregelen van minister Crevits van Economie een beroep doen, dan wordt niet het volledige plaatje gedekt. Zij zouden ook het best onder de maatregelen voor het jeugdtoerisme vallen, maar het is mij niet duidelijk of dat op dit moment ook zo is. Hebt u hierover met die specifieke jeugdhostels nog overleg gehad?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega’s. Ik denk dat het vanzelfsprekend is dat we voor jeugdtoerisme heel veel geld hebben uitgetrokken. Ik wil u er toch aan herinneren dat dat vorig jaar ongeveer 13 miljoen euro was. Dat was ook broodnodig. Ik zal dat ook samen met mijn collega, minister Dalle, blijven doen. We hebben ook heel vaak overlegd over dit dossier. De niet-erkende jeugdhostels worden door minister Dalle getrokken. Zij kunnen natuurlijk, en vooral, een beroep doen op het steunmechanisme dat ook voor andere economische sectoren geldt. Vooral minister Dalle trekt dat. Voor het paasreces hebben we dit jaar dan nog die 5,1 miljoen euro voorzien. Binnen de regering was de afspraak dat dat tot eind april is voorzien. Men wil nog niet vooruitlopen op mei en juni, zeker ook met de verlengde weekends. We overleggen echter heel goed met de sector en we volgen het ook echt wel heel nauwkeurig op. Ik denk dat niemand – noch ik, noch de minister van Jeugd, noch de Vlaamse Regering – de bedoeling heeft om deze sector kopje onder te laten gaan als er financiële problemen zijn. De bedoeling van de Vlaamse Regering is echt wel om hen door de crisis te sleuren, bij wijze van spreken. We zullen daar ook alles voor doen. Die 5 miljoen euro loopt tot eind april. Als het nodig is, zal ik dan ook vanuit Toerisme opnieuw in de bres springen. Ik denk dat dat niet meer dan normaal is. Voor de rest werken we goed samen met minister Dalle. Dat gaat prima.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik wil nog heel kort twee dingen zeggen. Die groep van niet-gesubsidieerde verblijven kunnen inderdaad op een aantal reguliere steunmechanismen een beroep doen. Ik wil toch nogmaals de vraag stellen om specifiek naar de situatie op het terrein te kijken. Hoeveel komen er in de problemen? Het is natuurlijk een specifieke sector met een aantal specifieke kosten, waardoor het toch belangrijk is dat die ondersteund worden met specifieke mechanismen.
Ten tweede is het inderdaad zo dat de middelen onmogelijk kunnen volstaan om de kosten te dekken, maar je ziet wel dat het financieel iets uitmaakt. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling. Dat betekent dat die organisaties structureel hun reserves moeten aanspreken. Als ze dat al een tijd aan het doen zijn, maar nu nog meer dan vorig jaar, dan is er toch wel de vraag om ook na de zomer oplettend te blijven. We mogen op dat moment ook niet te veel verwachten van die sector en ook niet dat ze nog verder uit hun reserves putten om een nieuwe vibe te creëren. Die reserves zijn vaak al opgebruikt om te overleven. Ook dan moeten we klaarstaan om een aantal inspanningen te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.