Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
We hebben afgesproken om in deze commissie regelmatig een gedachtewisseling te houden over de Brexit. We hebben deze vraag om uitleg toegelaten. In de regeling van de werkzaamheden kunnen we, afhankelijk van het antwoord van de minister, afspreken hoe we dit onderwerp verder zullen behandelen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, minister en collega’s, ik wist zelf inderdaad niet zo goed op welke manier ik dit het beste zou aankaarten in deze commissie. We hebben het er in de plenaire vergadering ook al over gehad net voor het paasreces. Er zijn ook al wat gedachtewisselingen geweest. Het leek me toch interessant om een aantal dingen te blijven opvolgen. Het evolueert ook snel en niet snel, dat is natuurlijk het dubbele in deze context. Het gaat snel omdat ik een aantal initiatieven in Frankrijk zie die me tot enige bezorgdheid nopen. Ik denk dat iedereen die deze commissie volgt wel weet wat de jarenlange onzekerheid over de Brexit voor onze visserijsector betekent op structureel gebied. Er was een akkoord gesloten dat liep van eind december tot eind maart. Op 24 maart kwam dan het nieuws over de verlenging met vier maanden, tot eind juli. Deze tijdelijke verlenging is natuurlijk een goede zaak. Ondertussen blijft deze sector wel snakken naar structurele vooruitzichten en afspraken, om niet telkens opnieuw een aantal dingen te moeten herdenken. Ook door de sluiting van de horeca beleeft de visserijsector in Vlaanderen moeilijke tijden. Daarom vinden we het belangrijk om dit thema te blijven aankaarten.
Er wordt ook nog altijd gezocht naar de beste manier om die 60 miljoen euro uit het Brexitfonds in te zetten, bijvoorbeeld in de visserijsector. Zoals u in de plenaire vergadering al zei, minister, kunnen die middelen worden ingezet voor ruimere plannen inzake een duurzame ontwikkeling van de visserijsector.
Minister, zoals u weet, werd er de voorbije dagen in Frankrijk actie gevoerd door Franse vissers rond een aantal problemen die zij ervaren op het terrein. Er is grote frustratie in de sector omdat een aantal dingen die gebeuren de doodsteek voor de sector zouden kunnen betekenen. Hoe zit het in Vlaanderen op dat vlak? In welke mate bent u daarover in overleg met de sector? Wat zijn de laatste evoluties?
U gaf al uitleg bij het tijdelijk akkoord. Zijn er nog evoluties op dat vlak? Wanneer komt er een definitief akkoord? Zal het lukken om dit tegen eind juli af te ronden? Hoe lang kan de sector nog van tijdelijk akkoord naar tijdelijk akkoord huppelen? Ik weet dat u dit niet helemaal in de hand hebt, maar het is wel iets dat zoveel mogelijk vermeden moet worden.
Is er al meer zicht op de manier waarop die 60 miljoen euro ingezet zal worden? Wilt u die oormerken voor de visserij of bestaat het risico dat die elders ingezet zal worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, collega. Het is de eerste keer dit jaar dat we zulke onderhandelingen voeren met het VK sinds het ruimere akkoord van 24 december. Tijdens de ministerraad van december was er nog geen Brexitakkoord en werden de eerste voorlopige vangstmogelijkheden vastgelegd tot eind maart. Op mijn vraag is de commissie toen tegemoetgekomen aan de Vlaamse nood in het kader van seizoensgebonden visserij voor een hoger percentage voor tong in het oostelijk deel van het Kanaal en voor schol in het Kanaal.
Toen bleek dat er tegen eind maart nog altijd geen akkoord zou zijn met het VK over de vangstmogelijkheden voor 2021, boog Agrifish zich, zoals u weet, over een verlenging. Die is er nu ook. Ik ben dan akkoord gegaan met het voorstel van de commissie, maar heb wel enkele aandachtspunten meegegeven, zoals het belang van een gelijk speelveld tussen Britse vissers en EU-vissers en het belang van een goed en snel akkoord, zodat we quotaruilen kunnen organiseren met het VK. Tot slot werd ook de problematiek van de microquota aangekaart. Die zeer lage quota kunnen een verstikkingseffect hebben bij de implementatie van de aanlandplicht: vanaf de volledige benutting van het heel kleine quotum voor die soort moet het hele gebied de rest van het jaar gesloten worden voor alle visserij. Dat is voor ons iets heel tricky.
Waarom? Dat is de vraag van 1 miljoen, collega Vaneeckhout.
Een akkoord voor de definitieve vangstmogelijkheden in 2021 bleek niet mogelijk, onder meer omdat de discussie met het VK hierbij ruimer is dan enkel de niveaus van de total allowable catch (TAC) en quota. Het VK stelde ook allerhande voorwaarden in vraag die al jarenlang onderdeel zijn van het gemeenschappelijk visserijbeleid en die gekoppeld zijn aan deze TAC en quota, zoals de flexibiliteit van een vissoort tussen verschillende zeegebieden. Er staan geen muren in de zee. Een vis zwemt waar hij of zij meent te moeten zwemmen.
Tot slot zijn ook de niet-quota soorten zoals inktvis, kreeft en sint-jakobsschelpen, een belangrijk discussiepunt. Daarnaast vroeg het VK ook om voor zes commerciële soorten in aparte vangstplafonds te voorzien, wat volgens de EU ingaat tegen het handels- en samenwerkingsakkoord. Er zijn dus heel veel stoornissen.
Momenteel blijft er vooral discussie over de interzonale flexibiliteit. Over de andere punten is er wel een akkoord mogelijk, of wordt voor de discussie verwezen naar een gespecialiseerd visserijcomité. Dat comité wordt opgericht na de ratificatie van het handels- en samenwerkingsakkoord. Dit gespecialiseerd visserijcomité moet zich onder meer buigen over de aanlandplicht en technische maatregelen. Ik heb dus goede hoop dat een akkoord voor 2021 in de volgende weken mogelijk is. En dan kunnen eindelijk ook die ruilen die voor de Vlaamse visserij zo belangrijk zijn, worden geïmplementeerd.
Door deze tijdelijke akkoorden kan de sector verder zijn activiteiten uitoefenen. Het is nodig dat er binnen een paar weken een akkoord is. We hopen dat de situatie zich na verloop van tijd wat normaliseert. De EU heeft met heel wat andere derde landen een lange traditie van duurzame akkoorden.
Maar het is moeilijk werken, dat kan ik echt niet ontkennen, collega Vaneeckhout. Ik heb echter niet zo veel impact, ik maak daar voor slechts een klein stukje deel van uit. Het is voor de visserijsector moeilijk omdat hij geen visplan voor een heel jaar kan opmaken, wat voor de sector cruciaal is. Tegelijkertijd geloof ik dat de Vlaamse sector de nodige veerkracht kan blijven opbrengen mits de EU eendrachtig en krachtdadig blijft optreden, en mits de adequate inzet van middelen uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR).
Zodra de middelen uit het Brexitfonds beschikbaar zijn, zullen deze worden ingezet om de gevolgen van de Brexit voor de visserijsector op te vangen en daaraan te remediëren.
De 60 miljoen euro die in het commissievoorstel gelinkt wordt aan de situatie van de visserijsector in België staat nog ter discussie. Intra-Belgisch is overeengekomen dat Vlaanderen de volledige middelen ontvangt voor de ondersteuning van de visserijsector. Als we het commissievoorstel doorrekenen, betekent dit voor Vlaanderen zowat 60 miljoen euro, maar Frankrijk is daar absoluut niet tevreden mee.
Recent werd met het oog op een compromis door het Portugees voorzitterschap een derde component in de methodiek toegevoegd, namelijk de maritieme grensregio’s. Aangezien onze kustlijn kort is, is dit voorstel wellicht niet echt in ons voordeel. Het is dus nog even afwachten wat het finale compromis brengt. Eens de finale enveloppe gekend is, zullen we bekijken welk bedrag voor onze visserijsector zal worden ingezet.
Collega Vaneeckhout, op de twee fronten is het dus nog wat nagelbijten.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, wat ik nu ga zeggen, is geen kritiek op u individueel, want u bent hier inderdaad maar een klein deel van het debat, maar ik ben wel bezorgd over de dynamiek die nu ontstaat. Eigenlijk is er een breed Brexitakkoord en we hebben altijd gezegd dat de toekomst van de visserij daar niet los van bekeken kan worden maar een integraal deel moet zijn van die onderhandelingen. We moeten sterk genoeg staan om het VK te dwingen om ook daar tot een akkoord te komen. We dreigen nu immers in een situatie terecht te komen waarbij al de rest afgerond is. Het grootste deel is in december goedgekeurd maar specifiek hierover zijn we fundamenteel opnieuw denkoefeningen aan het maken. Dat dreigt een gigantische impact op de sector te hebben.
Minister, welke hefbomen hebben wij nog richting het VK om hen te dwingen om op een aantal zaken zoals de zonale flexibiliteit toe te geven? Ik verwacht geen volledige onderhandelingsstrategie maar het lijkt me toch belangrijk dat we voldoende handvaten hebben om het in onze richting te laten kantelen.
U wijst op het belang van een eendrachtige onderhandelingspositie binnen de Europese Unie. Nu, dan maak ik me zorgen over wat er op dit moment in Frankrijk gebeurt. Waarschijnlijk zijn het zeer begrijpelijke acties vanuit de visserijsector. Ziet u ook een dergelijke beweging in Vlaanderen? Bestaat het risico niet dat Frankrijk op een bepaald moment beslist voor eigen rekening te rijden en voor een stukje los te komen van die Europese strategie, waardoor de Vlaamse visserij strategisch gedeeltelijk in de problemen komt, zowel wat de onderhandelingen met het VK betreft als wat de verdeling van die 60 miljoen euro betreft? Die middelen zouden in het gedrang komen omdat Frankrijk het daar niet mee eens is. Dat zijn twee grote bezorgdheden.
Ik sluit me aan bij uw algemene strategie. U kent de sector goed genoeg om een duidelijke lijn vanuit de Vlaamse visserijsector uit te dragen in die onderhandelingen. Maar hebben wij vooral op onderhandelingstechnisch-strategisch vlak voldoende hefbomen om zowel de intern-Europese onderhandelingen als de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk tot een goed einde te brengen, en op welke termijn?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal dezelfde bezorgdheid hebben als collega Vaneeckhout en de minister. Vanuit Vlaanderen proberen we binnen onze mogelijkheden tot een akkoord te komen. Een definitief akkoord is echt wel belangrijk, zodat we onze visserijsector die zekerheid kunnen bieden. Het is belangrijk om die ruil mogelijk te maken. Ik hoop echt samen met u dat er de komende weken een doorbraak komt. Maar voorlopig zijn er blijkbaar nog wat stoornissen met die interzonale flexibiliteit. Ik hoop dat het akkoord er komt, maar ik hoop ook dat er stilaan duidelijkheid komt over dat definitieve bedrag van het Brexitfonds, zodat de middelen die intra-Belgisch volledig naar Vlaanderen gaan, zo goed mogelijk kunnen worden ingezet. Ook dat wordt voorbereid.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag over de aanlandplicht. Dat is ook nog altijd een probleem, omdat er nog veel onduidelijkheid is over de administratieve formaliteiten die moeten worden vervuld. Is dat vandaag nog altijd een probleem of is daar intussen al meer duidelijkheid over?
Om die administratieve rompslomp zo goed mogelijk te regisseren was er een proefproject van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), de Rederscentrale en het departement. Hoever staat dat proefproject? Is dat nog altijd lopende of kunnen we daar al, al zijn het maar voorlopige, resultaten of conclusies uit trekken?
De heer Tommelein heeft het woord.
Ook mijn fractie is uiteraard vragende partij voor een definitieve regeling met de Britten, zodat onze vissers weten waar ze aan toe zijn. Dat is ook van belang voor de nieuwe vloot, omdat een aantal orders voor nieuwbouw zijn gegeven. Het zou bijzonder triest zijn te investeren in nieuwe schepen die, zodra ze klaar zijn, onvoldoende toekomstperspectief zouden hebben. Minister, hebt u zicht op de geplande nieuwbouwprojecten? Er was sprake van een vijftal orders voor nieuwe schepen. Worden die alsnog uitgevoerd of worden die on hold gezet?
Ik wilde ook graag mijn bezorgdheid uiten over die 60 miljoen euro, maar u hebt daar al uitstekend op geantwoord naar aanleiding van de vraag van collega Vaneeckhout.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de interesse en de aanvullende vragen.
Collega Vaneeckhout, uiteraard is die Franse positie een heel grote bezorgdheid. Vandaar dat ik ook expliciet heb gezegd dat het oké is zolang Europa aan één zeel trekt. We moeten dit goed monitoren. Het heeft weinig zin dat we nu een Vlaams front maken, ik wil net dat Europese front behouden. Dat is echt extreem belangrijk.
Wat de verdeling van de middelen uit het Brexitfonds betreft, denk ik dat we de komende dagen en weken tot een akkoord zullen komen. Ik vermoed dat dit dus opgelost zal geraken.
Wat zijn onze hefbomen in de onderhandelingen? Jaarlijks moeten wij een aantal zaken in verband met de toekenning van de vangstmogelijkheden voor dat jaar uitklaren. Dat is ook het geval voor de andere EU-lidstaten.
Collega Coudyser, het klopt dat er nog onduidelijkheden zijn over de administratieve rompslomp. Mijn diensten zetten hun schouders onder het proefproject van de Rederscentrale. Ze doen dat in samenwerking met de douane en het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Het doel is om in eerste instantie in de eerste helft van mei al een testreis te organiseren met een transit doorheen het Verenigd Koninkrijk en via Dover naar Calais. Daar wordt volop aan gewerkt.
Collega Tommelein, ik deel absoluut uw bezorgdheid over een rechtszekere toekomst voor onze visserij. Het woord rechtszeker is deze voormiddag al heel vaak gebruikt. Voor het eerst sinds lang wordt geïnvesteerd in nieuwe vaartuigen. Ik krijg regelmatig foto’s en updates waar die nieuwe vaartuigen zich bevinden, waar ze zullen aankomen. Ik doe er samen met onze reders alles aan om die rechtszekerheid te bewaren. Voorlopig zit alles op schema.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de aanvullende antwoorden. De oorspronkelijke deadline voor dit akkoord was 1 april. Dat is een maand geleden maar uiteraard hebben we er alle begrip voor dat u maximaal uw rol probeert te spelen in dit complexe dossier. We hopen dat we het perspectief dat u schetst van de volgende weken, kunnen waarmaken en dat er nog dit voorjaar een definitief akkoord wordt gesloten. Dat is van heel groot belang. We zullen u ook steunen in uw strategie om dat Europees aan te pakken en niet te proberen daar een aparte Vlaamse strategie voor te bepalen. We hopen dat onze buurlanden zich daar ook aan houden en zich daar mee inschakelen. Dat is heel belangrijk.
Het aantal hefbomen waarover we beschikken, lijkt me relatief beperkt maar we mogen ook niet vergeten dat we toch een aantal mogelijkheden hebben om te proberen het Verenigd Koninkrijk hier structureel in mee te trekken. Zoals de voorzitter in de inleiding al zei, moeten we bekijken hoe we dit de komende maanden nauw kunnen blijven opvolgen vanuit deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.