Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het standpunt van de minister betreffende het capaciteitstarief
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, u pleitte onlangs in een interview met de krant De Tijd voor het uitstellen van de invoering van het capaciteitstarief. De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) kondigde vorig jaar aan dat het capaciteitstarief voor elektriciteit vanaf 2022 zou ingevoerd worden. Daardoor zal de elektriciteitsfactuur grotendeels berekend worden op basis van het piekverbruik in plaats van op de werkelijk afgenomen hoeveelheid stroom. Het nieuwe tarief zal ook het einde van het verschil tussen dag- en nachttarief betekenen.
U beargumenteert uw pleidooi om het capaciteitstarief uit te stellen als volgt: “Na alles wat we hebben meegemaakt met het arrest van het Grondwettelijk Hof over de zonnepanelen en de terugdraaiende teller denk ik niet dat we er klaar voor zijn”. U stelt eveneens dat u al duizenden e-mails ontvangen hebt “van mensen die terecht heel bezorgd zijn.” U besluit: “De mensen hebben het gehad.” Dat is het einde van het toch wel stevige citaat van u, minister. Met dat laatste gaan wij uiteraard volmondig akkoord. De mensen hebben het inderdaad gehad.
Het capaciteitstarief zal vooral de zwaksten treffen. Niet alleen tweedeverblijvers en kotstudenten zullen meer moeten betalen voor elektriciteit, maar ook alleenstaanden of koppels zonder kinderen zullen hun factuur aanzienlijk zien stijgen. De echte winnaars zullen de grootverbruikers zijn: mensen die heel veel elektriciteit verbruiken en ook de bedrijven. Vandaar mijn vragen:
Heeft de VREG al gereageerd op de uitspraken van de minister?
Zult u met de VREG rond de tafel gaan zitten om de geplande uitrol van het capaciteitstarief te bespreken?
Bent u nog altijd van mening dat het capaciteitstarief in de nabije toekomst – al dan niet met uitstel – desalniettemin ingevoerd moet worden? Zo ja, wanneer? Zo niet, bent u voorstander van een verzwaring van het net om het capaciteitstarief te vermijden?
Volgens u, minister, zou het “beter zijn om het capaciteitstarief eerst grondiger te laten simuleren door de VREG”. De VREG maakte nochtans al simulaties voor verschillende types gezinnen. Dat hebben we al een aantal keer via een aantal slides mogen vernemen. Vindt u de resultaten van die simulatie niet betrouwbaar of toereikend genoeg om over te gaan tot de invoering van het capaciteitstarief?
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, in de zomer van vorig jaar heeft de VREG een nieuwe tariefmethodologie aangekondigd voor de nettarieven. Vanaf 2022 zullen elektriciteitsconsumenten niet meer worden belast op basis van totaal aantal verbruikte kilowatturen, maar op basis van de gemiddelde maandpiek van het stroomverbruik. Dat verhaal is ons allemaal bekend.
U hebt daarover, minister, nogal tegenstrijdige uitspraken gedaan. U hebt in een antwoord op een schriftelijke in augustus vorig jaar gezegd dat u wel degelijk voorstander was van het capaciteitstarief zoals de VREG het op dat moment vorm had gegeven met een hele uitleg waarom dat voor de consument veel voordeliger zou zijn. Maar in een interview in De Standaard van 5 maart verklaart u dat u uitstel wilt van het capaciteitstarief. Want u zei toen dat het dossier niet rijp is. De VREG zou beter eerst simulaties doen om het effect na te gaan voor de verschillende groepen.
Ik vind het een beetje raar dat u op 5 maart plots uit de lucht valt, terwijl u zich in augustus van het jaar daarvoor een groot voorstander van het capaciteitstarief hebt getoond. Ik kan niet zo goed meer volgen. Bovendien – en dat heeft de vorige spreker ook gezegd – zijn de simulaties er al sinds mei vorig jaar. Ook daar is het een beetje raar dat u uit de lucht valt.
Ik heb twee concrete vragen. Ten eerste: kunt u duidelijkheid verschaffen over wat uw standpunt is over de invoering van het capaciteitstarief? Erkent u dat het interview in De Standaard nogal haaks staat op wat u geantwoord hebt op de schriftelijke vraag in 2020? Wilt u dat het capaciteitstarief uitgesteld wordt of dat het herwerkt wordt? Bent u voor of tegen? Het is voor mij onduidelijk wat uw visie over het capaciteitstarief is en hoe die past in uw bredere visie op het energiebeleid op langere termijn.
Ten tweede heeft dat natuurlijk een impact op de compensatiepremie voor de gedupeerden van de zonnepanelenaffaire. In het ministerieel besluit dat u daarover voorbereidt, staat dat de hoogte van de premie wordt berekend op de nieuwe capaciteitstarieven, die nu dus uitgesteld worden. Zult u de berekening van die premie dan aanpassen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Meester, als men het nettarief afhankelijk wil maken van een slim capaciteitstarief, in die zin dat degene die het net extra belast, daar ook iets meer voor zal moeten betalen, dan zou dat wel een goede vorm van tarifering zijn. Maar ik heb verschillende gesprekken gehad met de VREG. Die is me dat ook op verschillende manieren komen uitleggen aan de hand van vijf cases. Ik was niet overtuigd. Ik heb daarnaast dan ook nog een gesprek gehad en verschillende opinies gelezen, onder andere van het middenveld, dat terecht heel bezorgd is. Er is de open brief van het middenveld samen met de vakbonden, die heel wat opmerkingen hadden. Ik heb toen ook tegen de VREG gezegd dat ik het allemaal heel terechte vragen vind die worden gesteld; ik heb die vragen ook. De VREG heeft me nog niet overtuigd van het capaciteitstarief zoals hij dat wil invoeren. Ik heb gevraagd me dan ook een antwoord te geven op bijvoorbeeld de open brief die de vakorganisaties hebben geschreven. Ik heb zelfs aan de VREG gevraagd om een open brief terug te schrijven. Als hij overtuigd is van het capaciteitstarief, dan moet hij antwoorden met een open brief aan de vakorganisaties dat ze het ofwel hebben misverstaan of dat ze bepaalde nuances niet hebben gezien.
Ik heb gezegd dat ik op dit moment niet overtuigd ben. Want de VREG beweert dat het voor veel gezinnen een verlaging zal zijn, maar zoals het vandaag de dag voorligt en volgens de vele gesprekken die ik heb gehad, lijkt me dat geen slim, goed en effectief capaciteitstarief. Men wou dat in 2022 invoeren. Daarop heb ik gezegd – zeker na heel het debacle met het zonnepanelenarrest dat we proberen op een zo goed mogelijke manier recht te zetten –, ten eerste dat het capaciteitstarief op dit moment niet klaar is en ten tweede dat de verschillende opmerkingen die ik heb gegeven, niet opgenomen zijn. Er waren ook verschillende bezorgdheden in het parlement, maar men trekt zich daar niets van aan. Sta me dan toe om te zeggen dat het capaciteitstarief nog niet klaar is. Ik heb uitstel gevraagd. De VREG heeft nu gezegd dat hij het met zes maanden zal uitstellen. Ik heb gereageerd dat ik een simulator wil waar we niet alleen de situatie van vijf of tien gezinnen kunnen toetsen.
De VREG zegt dat het capaciteitstarief in het algemeen een verlaging zal betekenen, maar dan moet hij me overtuigen. Dat wil zeggen dat ik een simulator wil waarmee we ongeveer duizend doorsneegezinnen kunnen uittesten en aan de hand daarvan het capaciteitstarief kunnen evalueren. Als er daar inderdaad excessen zijn zoals het middenveld, de vakbonden, ik en het parlement aanbrengen, dan vind ik het niet meer dan normaal dat de VREG daar ook naar luistert en daaraan tegemoetkomt. Hij moet het capaciteitstarief daaraan aanpassen. Zoals het nu is, ben ik blijkbaar niet de enige die zegt dat het voor heel wat groepen niet goed zal zijn. Er zijn nog andere mensen die dat zeggen. Dan denk ik dat het capaciteitstarief nog niet klaar is. Ik ga de opdracht geven om dat ruim te testen, van die test ook een evaluatie te maken en te kijken waar er nog problemen zitten. Ik vind ook niet dat je onrechtvaardige situaties in de hand moet werken.
Op zich heb ik er geen probleem mee dat degenen die veel gebruiken van het net, iets meer betalen, maar het kan niet zijn dat het een algemene verhoging is. Daar ben ik het niet mee eens. Daarom de oefening en de evaluatie. Er moet een evaluatie komen, zodra de simulator er is en we een brede doorsnede van onze samenleving daarop hebben proefgedraaid. Dan zullen we opnieuw met de VREG aan tafel gaan. Dan is het ook nuttig dat het parlement, aan wie de VREG verantwoording moet geven, dat op een goede manier evalueert.
De tijd dat men dingen uitvond en dat men dat onmiddellijk in de praktijk omzette, met alle gevolgen van dien, is voorbij. Het was ook mijn vraag om dit even on hold te zetten en eerst te kijken wat het heel concreet betekent voor een individu. Ik heb ook aan de VREG gevraagd om opnieuw aan tafel te gaan met de vakorganisaties en het middenveld en te luisteren naar wat zij zeggen. Zij zeggen dat allemaal niet zomaar. Blijkbaar hebben wij het allemaal mis, maar denkt de VREG dat hij het allemaal juist heeft. Ik zal die opmerkingen ook aan de raad van bestuur van de VREG geven, want daarin zit een brede weerspiegeling van de samenleving. Zij moeten net duwen om iets goeds te maken van het capaciteitstarief.
De retroactieve investeringspremie houdt inderdaad rekening met het invoeren van een capaciteitstarief in 2022. Indien het capaciteitstarief later dan 1 januari 2022 ingaat, zal mede dankzij de retroactieve investeringspremie een gemiddeld rendement op een zonnepaneelinstallatie gehaald worden van iets meer dan 5 percent. Naast het capaciteitstarief zullen ook nog andere factoren dat rendement bepalen. Denk bijvoorbeeld aan de evolutie van de elektriciteitsprijs of van de federale tarieven.
Gezien de beperkte impact van het capaciteitstarief, in combinatie met andere mogelijk wijzigende parameters, verkies ik voorspelbaarheid en duidelijkheid ten aanzien van de prosument. Een aanpassing van de retroactieve investeringspremie lijkt me dan ook niet aan de orde.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, dank u voor uw vrij helder en vooral strijdbaar antwoord. Ik zie dat er in u veel energie zit om de VREG te blijven achtervolgen en ertoe te bewegen dit beter uit te werken.
U spreekt van een simulatie bij een duizendtal gezinnen om dit te evalueren. U zegt dat, als er excessen zijn, de VREG het capaciteitstarief dan moet aanpassen. U zegt ook dat u geen onrechtvaardige situaties wilt, maar u zegt tegelijkertijd dat wie het net meer belast – dat is een verwijzing naar de piekbelasting waarop het capaciteitstarief is gebaseerd –, meer moet betalen. In die zin ben ik toch zeer teleurgesteld in uw antwoord. U zegt eigenlijk dat u tegen het capaciteitstarief bent zoals het nu voorligt, maar als de VREG het aanpakt en met simulaties bij een duizendtal gezinnen laat zien dat er geen onrechtvaardige situaties zijn, dan bent u ervoor. Maar wat betekent dat concreet? Wij hebben nog altijd zowat de hoogste elektriciteitsfactuur in Europa. Ik hoor u op geen enkel moment zeggen dat het capaciteitstarief er op geen enkel moment mag toe leiden dat er verbruikers zijn die meer moeten betalen. Sterker nog, u zegt eigenlijk dat u vindt dat sommige gebruikers die een piekbelasting veroorzaken, meer moeten betalen. Uiteindelijk zegt u dus dat er van u altijd een groep mag zijn die met dit nieuwe capaciteitstarief meer zal moeten betalen, terwijl – ik blijf het herhalen – het juist de betrachting moet zijn om de elektriciteitsfactuur van zoveel mogelijk gebruikers te verlagen. Eigenlijk loopt u nog altijd mee in het verhaal dat er hoe dan ook een verhoging zal zijn van de elektriciteitsfactuur van X aantal gebruikers, omdat zij een te hoge piekbelasting veroorzaken.
Minister, wat ik van u zou willen horen, is dat u het capaciteitstarief op een dergelijke manier zult laten construeren dat de elektriciteitsfactuur van iedereen verlaagt en van niemand verhoogt. Dat moet de uitkomst hiervan zijn, en niets anders.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, in het debat over het capaciteitstarief staat het als een paal boven water dat voor veel mensen dat nieuwe capaciteitstarief een verhoging van de factuur zal betekenen. Dat is onweerlegbaar. Dat zit ingebakken in heel dat systeem van dat nieuwe capaciteitstarief. U mag zoveel simulaties laten doen als u wilt, door de VREG of door andere diensten, maar in de globale inschatting van de VREG van mei vorig jaar stond heel duidelijk dat zeker 40 percent van de gezinnen met het nieuwe capaciteitstarief meer zal betalen. Dat stond in de studie en de toelichting van de VREG in mei vorig jaar, en toch hebt u toen gezegd dat u het principe steunde. Ik denk dat u het principe nog altijd steunt, maar dat u dat alleen niet meer met zoveel woorden durft zeggen, omdat er te veel publieke commotie is over de stijging van de energieprijzen. Ik denk dat dit voor veel mensen de prijsstijging te veel is. Als u nu voor 40 percent van de gezinnen nog eens de energiefactuur laat stijgen, dan voorspel ik dat er heel veel woede zal losbarsten.
U hebt daarnet gezegd dat u opdracht hebt gegeven om dat verder uit te zoeken via simulaties. Aan wie hebt u die opdracht gegeven? Hebt u die opdracht gegeven aan de VREG? Hebt u die opdracht gegeven aan uw eigen diensten? Of zegt u hier eigenlijk zomaar wat en is er helemaal geen concrete opdracht met een concrete deadline voor een concrete simulatie gegeven? Ik had dus graag van u gehoord hoe het met die opdracht precies zit.
U zegt dat u de retroactieve investeringspremie niet zult aanpassen, omdat de impact van het uitstel van het capaciteitstarief te beperkt is. U hebt net gezegd dat u vreest voor een grote impact van de capaciteitstarieven op de factuur van de mensen en dat u de precieze impact eigenlijk niet kent en dat u simulaties wilt. Maar u weet eigenlijk al dat de impact zeer beperkt zal zijn op de retroactieve investeringspremie. Minister, hoe dan ook, er is een impact, of die nu groot of klein is. Er is een impact. Ik vind het bijzonder raar dat u dat niet aanpast. De retroactieve investeringspremie is bedoeld als schadevergoeding voor de schade die mensen hebben geleden door het wanbeleid van de Vlaamse Regering. Het lijkt mij toch evident dat de schadevergoeding zo correct mogelijk wordt berekend en dat de berekening nu in die zin moet worden aangepast.
De heer Danen heeft het woord.
Er is gevraagd om niet te veel beschouwingen te maken. Ik ga dat ook niet doen. Ik zou dat wel graag willen doen, maar dat is voor een andere keer.
Het capaciteitstarief zal ooit worden ingevoerd. Ik denk dat we ons daar geen illusies over moeten maken. Dat zal allicht ooit gebeuren. Ik heb ook begrepen dat de meeste partijen in het parlement achter het principe staan. Maar ik denk dat het interessant kan zijn om te onderzoeken of we de eerste jaren na invoering het niet-meer-dan-vroegerprincipe kunnen hanteren, dus dat de mensen sowieso nooit meer dan voordien kunnen betalen voor dat deel van de capaciteit. Het gaat om een vijfde van de factuur. Ik denk dat dat zonder al te zware consequenties mogelijk moet zijn, zeker in de geest van het capaciteitstarief, namelijk het ontlasten van het net. We gaan niet binnen vier of vijf jaar met een miljoen elektrische wagens rondrijden. Dat zal niet het geval zijn. Ik denk dat daar wel ruimte voor is. Minister, wilt u dat principe laten onderzoeken?
We hebben gezien dat vooral mensen met warmtepompen maar ook met elektrische accumulatoren, zeker in combinatie met zonnepanelen, de grote dupe zijn. Dat heeft ook de onrust aangewakkerd rond het hele zonnepanelendebacle. Het gaat om een heel brede groep. Mensen met elektrische accumulatoren zijn vaak kwetsbare, oudere mensen in kleine appartementjes. Warmtepompen vindt men vaak bij de andere groep. Het kan interessant zijn om vooral die eerste groep te ontzien. Het capaciteitstarief zou zo ontworpen moeten worden waardoor zij in het bijzonder er gunstig uitkomen, want zij zijn de echte gedupeerden van het zonnepanelendebacle. Het lijkt mij ook logisch, want als zij hun devices goed gebruiken, gaan ze ook een relatief lage piek gebruiken, veel minder dan nu het geval is. Voor die groep wil ik echt aandacht vragen. Vindt u dat ook, minister?
En dan drie, wij hebben met onze partij tijdens de hoorzittingen ook al een paar keer gevraagd om wat meer simulaties te maken. Ik begrijp dat de VREG daarmee bezig is. Wel, ik zou willen vragen om de simulaties ook te laten uitvoeren – zoals mijn collega net zei – door een universiteit of een wetenschappelijk onderzoeksinstituut, en hen ook in het parlement te vragen – begin juli, of misschien in september – om het resultaat van die simulaties toe te lichten. Steunt u die vraag, minister?
Dat waren drie korte bijkomende vragen.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega Danen, ook voor de goede suggesties. Zoals u weet, houd ik van tussenkomsten waar ook nuttige suggesties uit komen. Ik ben het daar eigenlijk wel grotendeels mee eens. Ik denk dat het zeer nuttig zal zijn.
U weet dat de VREG een autonome regulator is, dus ik heb daar niets over te zeggen. Ze zijn misschien aan het parlement nog enigszins verantwoording verschuldigd. Maar bon, ik geef het niet op. Ik blijf inderdaad met hen spreken. Ik heb aan de VREG tot op heden mondeling gevraagd om die simulator – tegen juni of juli, denk ik – publiekelijk open te stellen. Ik vind het inderdaad heel nuttig om daar een universiteit voor aan te stellen, los van de VREG, ook al is heel die tarifering volledig de bevoegdheid van de VREG; daar hebben wij helaas niets over te zeggen. We kunnen er alleen maar voor zorgen dat dat op een correcte manier wordt gedaan. Als dat niet in orde is, dan denk ik ook wel dat de VREG dat niet tegen de wil van de hele samenleving, abrupt, kan doen. Ik ben zelf ook van mening dat dat geleidelijk moet. Dat heb ik ook zo’n beetje gehoord in de tussenkomst van collega Danen, dat men dat niet abrupt moet gaan invoeren.
Dus alle punten die ik hier heb gehoord van de collega’s, zeker van collega Danen in het bijzonder, die ga ik in een formele opdracht gieten en dat dan aan een universiteit toewijzen, zodat zij ook de evaluatie kunnen maken. Ik ben dan ook bereid om, als we die evaluatie hebben – dat zal wel tegen het einde van het jaar zijn, misschien eerder, in oktober, november – om daar dan een grondig debat over te hebben. Het capaciteitstarief is ongeveer een vijfde, 20 procent, van de factuur, en komt in de plaats van de nettarieven zoals we die vandaag kennen. In die zin denk ik dat het nuttig is om dat eens door een universiteit van naderbij te laten bekijken. Ik zal de vragen die hier aan bod zijn gekomen, ook meenemen in die opdracht.
Nogmaals, het is de VREG die daar tot op heden mee bezig is geweest. Maar ik denk dat het van groot belang is dat wij allemaal – ik ook natuurlijk – goed weten wat en hoe. Het principe van geleidelijk aan invoeren, correct invoeren, de simulator, al die punten zal ik meenemen, en ik zal aan een universiteit vragen om de nodige oefening te doen. En dan komen we daar in het parlement op terug.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ja, ik ga hier natuurlijk weer teleurgesteld naar huis – zou ik zeggen in normale niet-coronaomstandigheden –, want hier komt weer maar eens naar voren wat het essentiële probleem is. Het essentiële probleem is die elektrificatiewoede, die fanatieke elektrificatiewoede die nu in gang wordt gezet door overheden, in heel Europa, door de Europese Unie, natuurlijk als gevolg van de klimaatwaanzin, de klimaatreligie, waardoor wij binnen x aantal jaren zullen ten onder gaan als we niet heel snel afgaan van koolstof en als we niet heel snel alles elektrificeren. Om die reden is ons elektriciteitsnet niet zwaar genoeg om dat aan te kunnen. Er is natuurlijk ook decennialang te weinig in geïnvesteerd. En omdat het elektriciteitsnet niet zwaar genoeg is om die elektrificatiewoede – als gevolg van die klimaatwaanzin – aan te kunnen, moet er een capaciteitstarief worden ingevoerd.
De PVDA heeft daar natuurlijk gelijk in: in dat capaciteitstarief zit ingebakken dat het voor een bepaald deel – een significant deel zelfs, een groot deel van de gezinnen – zal leiden tot een verhoging, tenzij ze hun gedrag op een dergelijke wijze aanpassen, dat ze hun elektriciteitsverbruik zodanig verspreid gebruiken, dat ze geen piekverbruik meer hebben. Maar er is geen enkele simulatie die dat op voorhand met een grote zekerheid zal kunnen voorspellen.
Daar zullen wij ons tegen blijven verzetten. Ik heb het al eerder ‘het rekeningrijden voor elektriciteitsverbruikers’ genoemd – ik rond af, voorzitter – we hebben ons daar met succes tegen verzet voor wat mobiliteit betreft. We zullen dat nu opnieuw blijven doen, tegen welk capaciteitstarief dan ook. De linkse partijen mogen eens diep in zichzelf kijken, want het is uiteindelijk hun ideologie van klimaatwaanzin die nu leidt tot dit capaciteitstarief, waar ze zich nu tegen lijken te verzetten. Ze beseffen nu natuurlijk dat de elektriciteitsfactuur zal stijgen en dat is natuurlijk hopeloos hypocriet. Wie dit capaciteitstarief niet wil, moet stoppen met die elektrificatiewoede en klimaatwaanzin.
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, ik heb nog twee punten.
Ten eerste, minister, begrijp ik dus dat u nog helemaal geen opdracht aan iemand hebt gegeven, alleen even een mondeling babbeltje met de VREG. Maar collega Danen neemt me de woorden uit de mond: het is een zeer terechte suggestie om dan zelf het heft in handen te nemen, minister, en een eigen studie te bestellen over de impact van die capaciteitstarieven op verschillende groepen in de bevolking, én op het energiebeleid dat u probeert te voeren in het algemeen. Ik denk dat dit een zeer nuttige suggestie is en ik kijk al uit naar de resultaten, en naar de discussie over de resultaten in het parlement.
Ten tweede, ook deels een antwoord op mijn collega van het Vlaams Belang, dit is natuurlijk geen technologisch probleem. Dit is een maatschappelijk probleem over hoe we de kosten van onze stroomvoorziening precies betalen, en in welke mate wij dat al dan niet door de sterkste schouders laten betalen, of door de gewone gezinnen. In die zin volg ik het protest van het Vlaams Belang tegen de fanatieke zogenaamde elektrificatiewoede niet. Die is in mijn herinnering toch al een dikke honderd jaar bezig. Misschien wil het Vlaams Belang terug naar de steenkool en de olielampen, maar ik vind elektriciteit nogal handig dezer dagen. Ik stel voor dat we dat gewoon zo houden, en dat we het debat gewoon houden over hoe we die kosten maatschappelijk verrekenen. Dat is het echte debat. Het is vanuit die optiek, collega Van Rooy, dat ik mij verzet tegen dat capaciteitstarief, niet omdat het over elektriciteit gaat, maar omdat het over de elektriciteitsfactuur van de mensen gaat. Die moeten we naar beneden krijgen, en het is daar dat de Vlaamse Regering blijft falen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.