Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over het digitale kompas van de Europese Unie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ja, gekoppelde vragen zegt u, maar het zijn gewoon twee vragen van mij, dacht ik. Eerst de vraag van de economen?
U mag ze beide in één keer stellen. Ik denk dat het de bedoeling was om tot één antwoord te komen. Uiteindelijk gaat het over hetzelfde, vanuit twee verschillende invalshoeken.
Oké. Eerst dan over de vraag van de economen.
“Never waste a good crisis!”, klonk het bij Winston Churchill in de vorige eeuw. Ik denk dat dat een uitspraak is die we vandaag ook nog altijd goed kunnen gebruiken. Want hoewel we ons nu ook in het midden van een crisis bevinden, moeten we durven bestaande regelgeving en beleid in vraag te stellen. Dat is wat we het ‘destructief model’ noemen en het is exact wat elf economen onlangs gedaan hebben. In een opiniestuk haalden ze aan dat het belangrijk is om snel te beginnen met het economische relancebeleid en stevige hervormingen aan te vatten. Deze hervormingen moeten voor hen worden doorgevoerd in verschillende domeinen, waaronder ook onderzoek en ontwikkeling en digitalisering.
Ik citeer even hun aanbevelingen:
“[I]nnovatie en O&O zijn essentieel voor ons groeipotentieel, maar er moet veel meer aandacht gaan naar de verspreiding over de economie. Vandaag scoort Vlaanderen vrij goed op vlak van O&O, maar zit dat vooral geconcentreerd bij een aantal grote bedrijven in een aantal sectoren.”
Tweede aanbeveling: “De versnelde inspanningen op het vlak van digitalisering zijn een van de meest positieve gevolgen van deze crisis. Maar die lijn moet doorgetrokken worden met de snelle uitrol van 5G, aandacht voor vergunningsprocessen en stralingsnormen en een brede digitalisering waarbij de overheid een voorbeeldrol kan opnemen.”
En daarover heb ik inderdaad de vraag gesteld: wat is uw visie op bovenstaande aanbevelingen?
De Europese Commissie stelde op 8 maart het ‘Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium’ voor. In deze mededeling staan de digitale ambities van de EU voor 2030 vastgelegd met daaraan concrete doelstellingen verbonden, onderverdeeld in vier domeinen: digitaalvaardige burgers en hooggekwalificeerde digitale professionals, beveiligde, goed presterende en duurzame digitale infrastructuurvoorzieningen, digitale transformatie van bedrijven en digitalisering van overheidsdiensten.
Digitalisering is niet alleen een uitdaging voor de Europese Unie, maar natuurlijk ook voor Vlaanderen. Zo staat digitalisering centraal in het relanceplan Vlaamse Veerkracht en nam de Vlaamse Regering, soms met andere private partners, daarrond ook al verschillende initiatieven, zoals de digitale quick scan, een oproep voor gerichte steun voor digitale transformatieprojecten. In het licht van deze Europese aankondiging heb ik toch nog volgende vragen, minister: worden er vanuit Europa middelen vrijgemaakt die naar de lidstaten en regio’s vloeien, of betreft het hier louter Europese doelstellingen? Op welke manier zult u deze doelstellingen in Vlaanderen omzetten en realiseren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de vragen. Ik heb met veel interesse kennisgenomen van de vrije tribune van de elf economen. Met hun aanbeveling geven ze duidelijk aan hoe we in de relance maximale impact kunnen realiseren. Ik herken in hun aanbevelingen ook heel wat van de prioriteiten die ik zelf centraal stel in dit beleid, onder andere rond het aanmoedigen van ondernemerschap, de deregulering of de klimaattransitie. Maar in uw vraag legt u de focus op de twee aanbevelingen rond de verbreding van de innovatiebasis en de digitalisering.
Ik ben het in eerste instantie eens met de bevinding dat Vlaanderen vrij goed scoort op het vlak van Onderzoek en Ontwikkeling. We doen het goed, niet zomaar vrij goed. Dat blijkt ook duidelijk uit de laatste versie van de '3% nota' van het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM).
Maar voldoende centen investeren is één zaak, impact genereren is een andere zaak. We hebben het er daarjuist ook een beetje over gehad in het parlement naar aanleiding van uw actuele vraag. In die zin valt de opmerking van de experts over de concentratie van de inspanningen bij een aantal grote bedrijven in een beperkt aantal sectoren zeker niet in dovemansoren. Die opmerking is ook niet nieuw. Ook de Europese Commissie heeft ons hier al op gewezen in het kader van het Europees Semester. Die concentratie weegt immers op de productiviteitsgroei in de overige sectoren.
Onze uitdaging bestaat er dan ook in het aantal innoverende bedrijven in Vlaanderen op te trekken. In het Vlaamse regeerakkoord is die uitdaging echt verwoord als het verbreden van het O&O-instrumentarium naar de kleine bedrijven. Daarom zijn we gestart met de stapsgewijze bijsturing van een deel van onze innovatie-instrumenten. De voorbije maanden is er al heel wat gebeurd. Ik heb dat eigenlijk al toegelicht naar aanleiding van een aantal andere vragen in de commissie. We gaan de komende maanden nog een aantal bijkomende initiatieven nemen, zoals Flipped Technology Transfer Offices (Flipped TTO’s) aan de Vlaamse universiteiten om de kennistransfer en de samenwerking tussen kennisinstellingen en ondernemingen te optimaliseren.
De tweede aanbeveling, het belang van digitalisering, kan ik ook alleen maar onderschrijven. Onze investeringen in imec (Interuniversitair Micro-elektronicacentrum), artificiële intelligentie (AI) en cybersecurity zijn jullie bekend. We willen ook een snelle uitrol van 5G, maar daarvoor is het definitief toekennen van de frequenties natuurlijk van belang. De veiling moet voorbereid worden door onze federale vrienden.
Daarnaast heb ik in een recent antwoord op een vraag van onze voorzitter Robrecht Bothuyne uitgelegd dat we momenteel de modaliteiten onderzoeken om in Vlaanderen, samen met de nutsbedrijven en de operatoren, een 'tower company' op te richten om via infrastructuurdeling de uitrol in heel Vlaanderen te versnellen. Ik denk dat een dergelijk opzet ook kan helpen voor de vergunningen, aangezien we het aantal vergunningsaanvragen hiermee kunnen beperken. Vergunningen en stralingsnormen zijn de bevoegdheid van collega Demir, maar we gaan daar binnen de Vlaamse Regering uiteraard ook de nodige aandacht voor hebben.
Wat het digitaal kompas betreft – u maakt trouwens een interessant bruggetje –, zijn er voor digitalisering twee Europese kaderprogramma’s: Horizon Europe en het Digital Europe Programme (DIGITAL). Kort door de bocht is Horizon Europe gericht op onderzoek en innovatie, terwijl DIGITAL gericht is op de uitrol van digitale technologieën. Het digitaal kompas waarvan sprake zal geen nieuwe middelen vrijmaken, maar wel een sturende factor of een kompas zijn in het besteden van de Europese middelen voor digitalisering.
Kan dat helpen om onze doelstellingen te realiseren? Ik wil eerst melden dat dit nog ter discussie staat. De tekst die nu de ronde doet, is een voorstel van de Europese Commissie dat nog besproken moet worden in de Europese Raad en het Europees Parlement. Ik zal proberen om op dat debat te wegen.
Ik ben het eens met het algemene opzet van de tekst dat er meer op deze vier verschillende doelstellingen moet worden ingezet, maar er kan nog wat meer nuance toegevoegd worden. Voor mij ontbreekt er nog een belangrijke subgroep in domein 1 over digitale competenties, namelijk die tussen een basiskennis inzake digitale technologieën en mensen die als ‘ICT-specialisten’ bestempeld kunnen worden. Het is voor mij even belangrijk om experten in een bepaalde sector een geavanceerde kennis inzake digitalisering mee te geven. Denk bijvoorbeeld aan taalwetenschappers die artificiële intelligentie kunnen toepassen in hun onderzoek of mensen die kritieke infrastructuur beheren en op de hoogte zijn van de nieuwste cybersecuritytechnologieën. Dat is ook net de reden waarom we vorig jaar de Vlaamse AI Academy opgezet hebben. Dat zou ik dus nog in dat plan willen krijgen.
Omtrent veilige infrastructuur – domein 2 – wil ik graag toevoegen dat er zeker naar synergieën moet worden gezocht met het Vlaams Onderzoeksprogramma Cybersecurity. Op die manier verzekeren we dat de uitrol van digitale infrastructuur ook futureproof is. Ik ben wel blij met de nadruk die het digitaal kompas bij infrastructuur legt op Edge-AI. Deze technologie zorgt ervoor dat AI-berekeningen ter plaatse kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een smartphone, en data dus niet centraal moeten worden opgehaald en verwerkt. Dat heeft een positief effect op zowel het verbruik als op privacy-aspecten inzake dataverwerking. Edge-AI maakt niet toevallig ook een centraal onderdeel uit van het Vlaams Onderzoeksprogramma AI.
Voor wat ik doe binnen Vlaanderen om de digitale transformatie van bedrijven – domein 3 – een boost te geven, verwijs ik naar het uitgebreide portfolio van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Voor het digitaliseren van overheidsdiensten – domein 4 – nemen we met het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) een aantal initiatieven. We hebben bijvoorbeeld Smart Cities en het Programma Innovatieve Overheidsopdrachten, waarmee op dit domein goed afgestemd wordt en waarvoor wordt samengewerkt met de collega’s Jambon en Somers.
Over dat derde domein is er deze namiddag trouwens een hoorzitting. Ik denk dat dit een ideale appetizer is voor deze namiddag.
Het is nog niet het uur voor een aperitief, maar het is alleszins een mooie aanzet.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord.
Ik heb een bijkomende vraag over het digitaal kompas. Als u hiervoor doelstellingen vastlegt, zonder dat daar middelen tegenover staan, riskeren we dan niet in een administratieve rompslomp terecht te komen, in de plaats van onze regio vooruit te helpen? Tenzij dat natuurlijk bedoeld is voor heel Europa en dat bepaalde regels eventueel zouden achterblijven, wat dan nadelig kan zijn voor Vlaanderen. Ik zie momenteel het nut daarvan niet echt in. Europa kan wel met van alles bezig zijn, maar de vraag is of we Europa hiervoor nodig hebben.
In het eerste deel van de tekst van de elf economen wordt de vraag gesteld – we hebben het er gisteren ook over gehad – of uw O&O missiegedreven moet zijn of bottom-up moet zijn. Hoe vinden die twee elkaar? Bottom-up heeft het voordeel van de focus te kunnen leggen op die dingen waarvan we denken er sterk in te zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de speerpuntclusters. Als het missiegedreven is, wordt er gewerkt rond een aantal containerbegrippen, zoals duurzaamheid, digitaal, zorg, die in iedere speerpuntcluster ingevoerd kunnen worden, waardoor we transversaal tussen de verschillende speerpuntclusters zouden kunnen gaan werken. Dat is uiteraard zeer interessant voor het bevorderen van uw wenselijk netwerk. Het is ook een beetje te vergelijken met wat er soms gebeurt bij de digitalisering van de overheidsdiensten. Iedere overheidsdienst is een silo op zich. Hoe ga je die verschillende silo’s met elkaar verbinden? Via een horizontale schijf waaraan iedere silo zich kan verbinden, waardoor je uiteindelijk een systeem hebt.
Minister, ik heb daarover een vraag voor u. Wat betreft het luik rond die elf economen, is de belangrijkste boodschap voor mij: hoe zullen we de verschillende silo’s die we ondertussen hebben opgebouwd, horizontaal connecteren met het invoeren van de missiegedreven containerbegrippen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gryffroy, er zijn, zoals toegelicht, ook middelen: Horizon Europe en het Digital Europe Programme. Wij zijn zeer succesvol in projecten rond het digitale in Horizon Europe. We denken dat we dus ook veel uit DIGITAL kunnen halen.
Wat de missies betreft, geeft de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) net aan dat je naar een duidelijke concretisering moet gaan. Die missies mogen niet vrijblijvend zijn. Dat is wat we proberen te doen.
Ik heb er gisteren niets over gezegd – ik had er de tijd ook niet voor –, maar ook het samenwerken tussen clusters is van belang. Ik voorzie daar ook effectief middelen voor. In bijvoorbeeld Moonshot zijn alle clusters betrokken. Zo hebben we de horizontale verwevenheid. Ik denk dat u daar gisteren iets over hebt gezegd, maar ik had het niet meegenomen in mijn antwoord. Daarom wil ik benadrukken dat dit ook voor mij belangrijk is.
De heer Gryffoy heeft het woord.
Minister, ik had begrepen dat er tegenover het digitaal kompas geen middelen stonden. Of heb ik dat verkeerd begrepen? Het was in verband met dat digitaal kompas dat ik mij afvroeg: wat is het nu voor Vlaanderen?
Ja, maar je kunt de middelen halen uit Horizon Europa.
Ach zo.
Daarom is het een kompas, om uw middelen gericht te halen. En daarom is het ook van belang dat ik probeer om erop te wegen
Maar het is dus geen conditio sine qua non?
Nee, het is geen conditio sine qua non. Dat is waar.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.