Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, mijn vraag gaat over eerlijke concurrentie. Onze lokale winkels en ondernemers worden in deze tijden, maar eigenlijk ook al voordien, blootgesteld aan concurrentie die verder gaat dan de Dorpsstraat, maar die zich via de bestaande mogelijkheden over de hele wereld afspeelt.
Wij zijn natuurlijk een groot voorstander van online winkelen, van digitaal winkelen en alles wat daarbij hoort, maar de regels moeten wel eerlijk zijn voor iedereen. En op dat vlak scheelt er een en ander. Uit onderzoek is gebleken dat inzake veiligheid en aansprakelijkheid, er online steeds meer klachten zijn. Die hebben vaak te maken met wat men dropshippers noemt. Dropshippers – voor diegenen die daar nog niet van gehoord hebben – zijn mensen die geen voorraad aanhouden, maar producten verkopen op basis van vragen die online binnenkomen. Er is niets mis met die techniek op zich. Veel mensen gebruiken dit op een legitieme manier. Er zijn echter ook veel gevallen, die veelal verlopen via grote, buitenlandse – vaak Aziatische – platformen, waarbij mensen massaal brol importeren, onveilige brol zelfs, en die dan online dumpen met misleidende advertenties. Ze kunnen daar ook niet aansprakelijk voor gesteld worden. Er is geen adres te vinden, niemand te contacteren.
De vraag is wat we daaraan kunnen doen. Dat is meteen ook mijn vraag. Ik besef dat die bevoegdheden niet allemaal bij u liggen, minister, of vooralsnog niet. Maar ik vroeg me af u daar toch een prioriteit of een punt van kunt maken, al zal dat natuurlijk niet onmiddellijk kunnen. Hebt u hierover overleg met uw federale collega’s en op Europees niveau? Welke hefbomen zijn er op Vlaams niveau om daar iets aan te doen? Ik heb uiteraard zelf ook gezocht naar zaken die we op Vlaams niveau kunnen doen, zoals het informeren van consumenten.
Minister, in het licht van de beslissingen die gisteren genomen zijn, is het natuurlijk ook belangrijk dat we de eerlijke concurrentie bewaken. Kunt u daar al licht op laten schijnen? Een van de maatregelen van gisteren is dat er moet worden gewinkeld op afspraak. Die verplichting is strikter voor kleine winkels dan voor grotere winkels.
Ik heb daarbij twee vragen, waarvan ik het begrijp indien u ze niet onmiddellijk kunt beantwoorden. Zal erop toegezien worden dat kleinere winkels niet oneerlijk behandeld worden ten opzichte van grotere winkels die hetzelfde assortiment verkopen? We hebben dergelijke zaken gezien tijdens de eerste lockdown – herinner u de tuinproductsaga’s.
Op welke manier zullen we onze lokale winkels steunen tijdens deze lockdown, waarin ze niet volledig gesloten worden, maar wel veel omzetverlies zullen lijden door die afsprakenregeling? Zal het Vlaams beschermingsmechanisme daartoe aangepast worden?
Collega Vande Reyde, ik moet zeggen dat u creatief bent in uw vraagstelling. Ik begrijp uw bijkomende vragen wel.
Voorzitter, voor alle duidelijkheid: het is zeker niet mijn bedoeling om ‘sneaky’ te zijn. Als de minister op dit moment niet kan antwoorden, heb ik daar geen enkel probleem mee. Als ze al aanzetten heeft, kan ze die meedelen, maar het is uiteraard geen verplichting om op mijn bijkomende vragen te antwoorden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik heb een probleempje: ik ben uit de Zoomsessie gevlogen. Ik heb uw laatste bijkomende vragen gehoord, over wat we zullen doen inzake dat winkelen op afspraak. De vragen die u daarvoor nog stelde, heb ik evenwel niet gehoord, want ik heb een minuut gemist.
Collega Vande Reyde stelde u de vraag hoe we de winkels willen ondersteunen en of de nieuwe maatregelen niet leiden tot discriminatie tussen kleine en grotere winkels. Daarmee wijken we wel sterk af van het onderwerp van deze vraag om uitleg, namelijk dropshipping.
Ik wilde toch graag weten wat er precies gevraagd werd. Bedankt voor uw vraag, collega. U hebt uitgelegd wat er precies verstaan wordt onder ‘dropshipping’. Het gaat om een verkoopsysteem waarbij een verkoper verschillende producten te koop aanbiedt, via een online marktplaats of eigen webwinkel, die hij zelf niet in stock heeft. Op het moment dat een klant een bestelling plaatst, gaat de dropshipper elders dat product aankopen aan een lagere prijs, vaak bij buitenlandse leveranciers, fabrikanten of groothandelaars. Daarop laat hij het product rechtstreeks bij de klant leveren.
Op zich is dat een manier voor starters om zonder al te veel kapitaal een bedrijf op te richten. Er rijst natuurlijk wel een probleem als er vooral winst gemaakt wordt doordat regels die reguliere handelaars wel volgen, niet gerespecteerd worden, bijvoorbeeld op het vlak van consumentenrechten. Dat leidt tot grote problemen. Ook konden in het verleden sommige goedkope producten, geleverd vanuit China, een voordeelregime genieten op het vlak van btw en van uitzonderlijk voordelige transportkosten.
Over dropshipping zijn geen aparte cijfers beschikbaar. Wouter Dewulf en Roel Gevaers van de Antwerp Management School hebben zich vorig jaar al over de problematiek gebogen. Ze stelden de rentabiliteit van het dropshippingmodel in vraag door het samenvallen van vier fenomenen.
Ten eerste heeft de impact van de corona op de luchtvaart tot gevolg dat er niet langer spotgoedkope vrachtruimte in de buik van passagiersvliegtuigen beschikbaar is voor snelle leveringen. Die ‘bellyspace’ was goed voor de helft van de wereldwijde vrachtcapaciteit. Tariefverhogingen voor vrachttransport zijn dus het gevolg.
Daarnaast is ook de EU niet blind gebleven voor het dropshippingfenomeen en het feit dat sommige importeurs het niet al te nauw nemen met de btw-regels. De btw-vrijstelling voor ingevoerde goederen met een waarde van minder dan 22 euro is afgeschaft.
Ten derde geniet de Chinese post niet langer van de voorkeurstarieven die voor ontwikkelingslanden werden afgesproken binnen de Universal Postal Union (UPU). Intercontinentale leveringen kunnen daardoor niet langer quasi gratis. Ik leer echt bij, hoor. Dat is zo’n zaak waarvan je zegt: ‘Amai, was dat zo?’
Tenslotte vormen ook de lokale last-mileleveranciers, zoals GLS en UPS, geen alternatief voor de vroegere goedkope leveringen van de UPU-postbedrijven: de sterke toename van e-commerce maakt dat deze koerierbedrijven geen extra volume nodig hebben, en al helemaal niet aan bodemprijzen.
Dat zijn factoren die ervoor zorgen dat de experten inschatten dat de problematiek van dropshipping veeleer zal afnemen dan toenemen.
Wat de hefbomen betreft, is het zo dat de regelgevingen inzake btw, douane en accijnzen, consumentenbescherming, productaansprakelijkheid, normen en standaarden, allemaal ressorteren onder de federale bevoegdheden. Het is wel zo, collega’s, dat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en de dienstverleners in het VLAIO-netwerk de starters objectief informeren over de risico’s van dropshipping, als dergelijke business cases zich aandienen.
Wat uw derde vraag betreft: er waren tot vandaag bij VLAIO nog geen klachten.
Uw vierde vraag is wel heel interessant, omdat ik zie dat deze problematiek ook goed op de radar staat bij collega Dermagne. Als antwoord op een vraag van een federaal parlementslid geeft hij aan dat dropshopping als techniek niet onwettig is, maar dat het soms gepaard gaat met economische inbreuken, zoals misleiding, of zelfs frauduleuze praktijken, en dat hij dat ook wil aanpakken. In het geval van zware inbreuken kan een website worden afgesloten. Collega Dermagne zegt dat hij geen reden ziet om de wet te verstrengen, omdat de Belgische wetgeving al voorziet in de verplichte online vermelding van de contactgegevens – het e-mailadres, het geografisch adres en het ondernemingsnummer of btw-nummer –, waardoor burgers ook kunnen bekijken waar de verantwoordelijke van de webshop gevestigd is. De federale Economische Inspectie houdt ook toezicht op de naleving van die verplichte infobepaling.
Ik vind dat er, naast controles, ook blijvend ingezet moet worden op sensibilisering van de consument. En ik heb begrepen, collega’s, dat er ook in de gezamenlijke resolutie over kernversterking een passage opgenomen is die heel specifiek op die praktijken impact heeft. Vandaag vindt u ook in een artikel – in De Tijd, denk ik – wat informatie over de acties die federaal genomen worden in dit verband.
Wat uw bijkomende vragen betreft, collega Vande Reyde: morgen bespreken we in de ministerraad het een en ander. Sowieso zijn er de bestaande steunmechanismen, maar ik bereid eigenlijk een nota voor de regering voor, om te kijken hoe we in het Vlaams beschermingsmechanisme zullen omgaan met het element ‘kopen op afspraak’. Ik kan nu dus nog niet te veel voorafnames doen, omdat ik dat morgen nog in de schoot van de regering moet bespreken. Maar ik ben zeker niet ongevoelig voor de zorgen die geuit werden en worden in mijn mailbox, ongetwijfeld door jullie, maar ook in globo.
Ik ben wel een hevige voorstander van het toelaten van het kopen met twee, ook als het op afspraak is. Ik zal nog eens zeggen waarom, dan blijft er hier ook een spoor van achter. Op dit ogenblik is het zo dat we de essentiële winkels openlaten, ook als ze niet-essentiële producten aanbieden. Ik geef het voorbeeld van speelgoed: een warenhuis dat speelgoed verkoopt, blijft open, maar je moet natuurlijk alleen winkelen. We hebben gezegd dat als je een afspraak maakt in een gespecialiseerde winkel, je daar dan met je bubbel naartoe kunt. Je kunt dus met twee gaan, om het net iets aantrekkelijker te maken en zo misschien de weg naar die verkoop of afspraak beter te maken.
En collega's, om toch de link met dropshipping te maken, een van de redenen waarom we die verkoop op afspraak absoluut mogelijk wilden houden, is natuurlijk de hele onlineverkoop. Die willen we niet nog meer stimuleren, zodat de mensen de gespecialiseerde, niet-essentiële winkels zouden bezoeken. We hebben daar positieve reacties op gekregen, al is de ontreddering eens te meer bijzonder groot.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb geen verdere vragen.
Het is goed geweest om uw punten duidelijk te maken op het Overlegcomité. U hebt dat zeer goed gedaan.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dropshipping kan een heel legitieme manier zijn om een onderneming te runnen. Het kan een laagdrempelige start zijn of een testfase of uitbreiding. Een ondernemer wil misschien testen of een uitbreiding van zijn aanbod gesmaakt zou worden bij de klanten, of zelfs een nieuwe klantenbasis kan aanboren. Op deze manier hoeft hij geen voorafname te doen op een bepaalde stock. Denk maar aan iemand die juwelen verkoopt en wil testen of zijn/haar klanten ook geïnteresseerd zijn in sjaals, of iemand die een uitbreiding wil doen met producten, maar geen stockruimte heeft door de omvang van het product.
Het is ook zo dat marges bij dropshipping heel vaak heel klein zijn. Men verkoopt immers iets wat elders ook online verkrijgbaar is, met die kleine marge moet men ook nog alle klantenservice, reclame enzovoort rond krijgen. Men loopt het risico op slechte leveringen, waar men wel degelijk voor aansprakelijk is. Als de producten slecht zijn, is de eerste consequentie economisch van aard. De mensen gaan uw producten niet meer kopen. Men krijgt slechte reviews enzovoort. Dat is niet zo anders dan met een fysieke winkel. Verder is er een juridisch feit. Naast het feit dat men contractueel verplicht is om te leveren wat afgesproken is, zit er nog een federale verantwoordelijkheid aan voor consumentenbescherming en productnormering. Ik zie niet goed wat Vlaanderen hierrond kan doen.
Er zijn ook wel websites en YouTubefilmpjes die de hemel op aarde beloven via dropshipping, alsof het een gemakkelijke manier zou zijn om heel veel en snel geld te verdienen. Dat is nu eenmaal eigen aan internet. Als je spam opent, kom je ook partijen tegen die niet met de werkelijkheid overeenkomen. Dat hoeft natuurlijk nog niet te betekenen dat veel mensen daarop ingaan.
De grotere spelers geven bovendien een genuanceerder beeld met de pro’s en contra’s, zoals shopify. Daar wordt gewaarschuwd voor de lage marges in combinatie met de stock van de leveranciers die kunnen mislopen, voor aansprakelijkheid enzovoort. Hetzelfde geldt voor shopit. In de e-commercetoolbox van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) staat dropshipping gewoon waar het hoort: bij de logistiek, wederom met een aantal voor- en nadelen, waarbij het aan de ondernemer is om te kiezen of het binnen zijn/haar businessmodel past of niet.
Ik zou het fenomeen niet dramatiseren en er vooral voor zorgen dat onze ondernemers de voordelen van dropshipping op een legitieme manier kunnen gebruiken. Dat lijkt me vooral zaak van onze middenveldorganisaties.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vanryckeghem, u hebt dat goed geschetst. De techniek is op zich niet verwerpelijk, maar er moet een gelijk speelveld zijn.
Mijnheer Vande Reyde, u had geen bijkomende vragen. Het is goed dat de problematiek hier aan bod komt, en ook federaal wordt besproken. We zullen de zaken heel goed opvolgen. Het is momenteel zeer zeer lastig voor onze ondernemers. Wat we kunnen doen om fenomenen die de consument ook niet gelukkig maken, te bannen, dat moeten we zeker doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.