Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
In verschillende Vlaamse provincies en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er Leerwinkels actief. Leerwinkels bieden met hun leerloopbaanbegeleiders, elk in hun eigen specifieke regio, belangrijke ondersteuning bij de wens van jongvolwassenen om levenslang te leren. Een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen is namelijk geïnformeerd worden over leer-, opleidings- en kwalificatiemogelijkheden die vervolgens afgestemd kunnen worden op de persoonlijke situatie van de jongvolwassene.
Eind januari stelde het lerend netwerk Leerwinkels een gemeenschappelijk rapport voor met heel wat mooi materiaal uit de voorbije jaren. De dienstverlening van Leerwinkels zet immers in op een niche in het dienstverleningsaanbod en vormt een belangrijke, aanvullende meerwaarde op de dienst- en/of hulpverlening in de regio. In mijn eigen provincie West-Vlaanderen bewezen de Leerwinkels ondertussen een onmisbare schakel te zijn binnen het netwerk aan partners rond volwasseneneducatie, levenslang leren en activering naar werk.
Eind vorig jaar werd het ESF-project (Europees Sociaal Fonds) Learning Inside Out (LIO), waarin leerloopbaanbegeleiding wordt voorzien voor personen binnen de detentie, uitgebreid naar alle gevangenissen in Vlaanderen. Ook hier betreft het projectmiddelen. Nochtans toont de uitbreiding de nood en niche van de dienstverlening aan.
In heel wat adviezen en conceptnota’s worden Leerwinkels trouwens ook aangehaald als belangrijke partner binnen het concept levenslang leren. In het Vlor-advies (Vlaamse Onderwijsraad) rond de conceptnota ‘Lerende samenleving’ van juli 2020 bijvoorbeeld wordt heel duidelijk verwezen naar de opdracht van de Leerwinkels bij het herkennen van de leernood, het formuleren van de juiste leervraag en het uitstippelen van een eigen leertraject als neutrale en netonafhankelijke partners, los van elke opleidingsinstelling.
Ook in zijn advies ‘Leercultuur in het volwassenenonderwijs’ van september 2020 vernoemt de Vlor de Leerwinkels en adviseert hij om zich te beroepen op de bevindingen uit het GOAL-rapport (Guidance and Orientation for Adult Learners) om het beleid rond Leerwinkels vorm te geven. Dit GOAL-project liep drie jaar, van februari 2015 tot januari 2018, en werd toen nog gecoördineerd door het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid. In het kader van dit project werden de beleidsexperimenten in Vlaanderen uitgevoerd door de bestaande begeleidingsdiensten Leerwinkel West-Vlaanderen en Leerwinkel De Stap in Oost-Vlaanderen.
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft in voorgaande adviezen reeds het belang van toeleiding naar onderwijs, opleiding en vorming, van studiekeuzebegeleiding en van leerloopbaanbegeleiding benadrukt, bijvoorbeeld in het advies ‘Levenslang leren en partnerschap’ van april 2020.
In het relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ is dan weer sprake van een begeleiding op maat via een eenloketfunctie. Daar lijken Leerwinkels de partner bij uitstek voor te zijn, op z’n minst vanwege de expertise die ze hebben met kwetsbare doelgroepen, zoals ongekwalificeerde jongeren, NEET’s (Not in Education, Employment or Training), al dan niet tijdelijk werklozen, psychisch kwetsbaren, gedetineerden en zo verder.
Erkent u het belang van Leerwinkels en hun cruciale rol in de grote uitdagingen rond levenslang leren waar Vlaanderen voor staat? Hoe ziet u de afstemming en nauwere samenwerking met de nieuwe opdracht en de ruimere beoogde doelgroep van VDAB?
Zult u de mogelijkheden onderzoeken om financiering te voorzien voor een basisdienstverlening door de Vlaamse overheid? Zo ja, op welke termijn acht u dit te realiseren? Gaat u daarvoor eventueel een samenwerking aan met bestaande Leerwinkels of andere partners? Zo ja, welke partners?
Welke rol ziet u weggelegd voor Leerwinkels in het hele Vlaamse relanceplan op korte termijn? Welke rol hebben de Leerwinkels volgens u op lange termijn, bijvoorbeeld binnen het Partnerschap Levenslang Leren?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een open deur intrappen: met het levenslang leren staan we inderdaad voor grote uitdagingen, zeker wat Vlaanderen betreft en zeker in het kader van de huidige crisis. Deze crisis toont aan dat het nu meer dan ooit belangrijk is dat iedereen de eigen competenties een leven lang versterkt, uitbreidt of vernieuwt. Heel wat mensen komen nu plots in de problemen inzake tewerkstelling en moeten nu op de arbeidsmarkt vaststellen dat ze niet meer zo goed geschoold zijn om in te stappen in andere functies of in nieuwere functies.
De cijfers over de leercultuur in Vlaanderen lopen soms wat uiteen, maar met een gemiddelde participatie in 2019 van nog geen 9 procent tussen 25 en 64 jaar, is de vaststelling wel duidelijk dat er nog marge is voor verbetering,
Leerloopbaanbegeleiding is inderdaad belangrijk om het levenslang leren bij volwassenen te bevorderen. Vooral voor kwetsbare doelgroepen zoals laaggeletterden en werknemers die zich moeten om- of bijscholen vanwege de coronacrisis, is het belangrijk om objectief informatie te verstrekken over de mogelijkheden en randvoorwaarden om als volwassene te leren. Daar kom ik zo dadelijk op terug, maar er is wel een heel breed en gevarieerd aanbod, in dergelijke mate zelfs dat het soms moeilijk is om door de bomen het bos nog te zien.
Ik heb daar in mijn visienota Edusprong, dat gaat over het versterken van het volwassenenonderwijs in het kader van de relance, van Vlaamse Veerkracht, ook de nodige aandacht voor. Ik kan u meegeven dat een van de elementen in dat plan Edusprong de ontwikkeling is van een opleidingskompas, waarbij het de bedoeling is een tool te ontwikkelen met niet alleen het actuele opleidingsaanbod voor volwassenen, maar die ook kandidaat-cursisten de juiste richting wijst bij het bepalen van hun leernoden. Ik vind het cruciaal om daarbij alle doelgroepen te bereiken en hen te begeleiden bij hun leervraag. Daarom zal dit ook gekoppeld zijn aan een aanklampende of ‘outreachende’ aanpak. Er zal ook werk worden gemaakt van een sterke netoverschrijdende regionale samenwerking van de centra met lokale partners die deze functie ook opnemen zoals VDAB, het Agentschap Integratie en Inburgering, het OCMW, het Huis van het Nederlands en ook de Leerwinkel. Ik heb het dan nog niet gehad over SYNTRA en dergelijke, en andere initiatieven. We hebben daar dus echt wel nood aan een soort van bundeling van de informatie, van waar men heen kan om aan elke leernood te beantwoorden en ook een antwoord te bieden op de vraag of men wel een leernood heeft; ook dat moeten we kunnen duiden.
Daarnaast gaan we ook een Vlaanderenbrede mediacampagne uitrollen om van het aanbod van het volwassenenonderwijs een sterk merk te maken en dat breed op de markt te kunnen zetten, samen met dat opleidingskompas, als het even kan, zodat we ook proberen de mensen een spiegel voor te houden.
We zijn de visienota nu aan het vertalen in concrete maatregelen, waaronder dus ook de leerloopbaanbegeleiding. Ik heb begrepen dat jullie al hebben vastgelegd wanneer ik verwacht word om de visienota bij jullie te komen voorstellen. Eind april, dacht ik? Dan kunnen we daar nader op ingaan. Ik ben nu ook nog bezig met een compensatieregeling voor het volwassenenonderwijs. Daarom wil ik nog niet focussen op de Edusprong. Ik denk dat we eerst moeten proberen om de facturen en de noden die zijn ontstaan in het volwassenonderwijs, door de covidcrisis, een oplossing te geven, om vervolgens werk te maken van de relance. Ik denk dat dat de meest correcte volgorde is.
Op de eventuele rol van de Leerwinkels op langere termijn kan ik nog niet vooruitlopen. We gaan in het kader van Edusprong projecten opzetten rond het begeleiden van volwassenen naar en tijdens hun leertraject. Ik wil wel meegeven dat in de schoot van het partnerschap Levenslang Leren de komende maanden ook de focus gelegd wordt op onder meer leerloopbaanbegeleiding. Een van hun opdrachten focust op het herontwerpen van de verschillende vormen van begeleiding naar en in het leren. Leerloopbaanbegeleiding maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. De werkgroepen van het partnerschap zijn afgelopen maand opgestart, in februari dus. Een actieplan zal alle acties van de werkgroepen bevatten en zal voor het reces aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. Levenslang leren werd als prioriteit opgenomen in het regeerakkoord. We hebben ook in de beleidsnota gelezen dat het uw ambitie is – maar alvast ook de ambitie van onze fractie – om van Vlaanderen een lerende samenleving te maken tegen 2024. U had het al over het Partnerschap Levenslang Leren en de vier prioriteiten. U noemde de leerloopbaanbegeleiding. De eerste prioriteit is het leergretig worden, het goesting hebben in het leren, iets wat we allen zouden moeten blijven hebben. U benoemt ook in uw antwoord de nood aan samenwerking. Ik onderschrijf dat zeker, dat bundelen van de mogelijke antwoorden op de leervragen die er zijn, van volwassenen en jongvolwassenen. Ik vergelijk het graag met het maken van een sociale kaart, maar dan op het vlak van onderwijs, het soort aanbod dat er is. Ik hoor van heel veel sociaal werkers, bijvoorbeeld binnen het Sociaal Huis, dat het heel moeilijk is om zicht te krijgen op het aanbod dat er is. Ik erken dus zeker de nood aan het maken van een sociale onderwijskaart, bij wijze van spreken.
U legt zelf de link met Edusprong. Daarin wordt ook verwezen naar de ‘outreachende’ aanpak voor kwetsbare groepen. In een SERV-advies en een Vlor-advies wordt er ook gesproken over de eenloketfunctie die nodig zou zijn, dus niet alleen het samenbrengen van het aanbod, maar ook één loket waar men zou kunnen aankloppen. Ik vraag dan toch met aandrang om ook in een fysiek loket te voorzien, want het zijn net die kwetsbare groepen die nood hebben aan een fysiek loket, aan iemand die ze kunnen aanspreken. Dat zou ik dus toch graag behouden zien, dat men niet alles in een digitale tool zou gieten. Ik hoor ook graag uw visie daaromtrent.
Ik denk dat we met zijn allen uitkeken naar de compensatie voor het volwassenenonderwijs. We willen een lerende samenleving zijn. Dan denk ik dat we er alles aan moeten doen om het waardevolle dat is opgebouwd binnen ons volwassenenonderwijs, in stand te houden. De relance die hierna komt, kan alleen maar door ons allen in leergretigheid te blijven ondersteunen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, collega’s, we weten allemaal dat er in Vlaanderen nog heel wat werk aan de winkel is om tot die echte leercultuur te komen, met een reflex qua scholing, omscholing en bijscholing gedurende de hele loopbaan. Dat is eigenlijk dubbel welgekomen, gezien de huidige crisis waarin we ons bevinden. Minister, onze fractie vindt het dan ook een uitstekende zaak dat u een echte omwenteling inzake levenslang leren wilt realiseren, en daarvoor in het kader van de relance ook extra middelen uittrekt.
Voor onze fractie is het bij levenslang leren heel belangrijk dat er voldoende aandacht gaat naar die moeilijker te bereiken doelgroepen, met name de laag- en middengeschoolden. Via levenslang leren kunnen individuen binnen die kwetsbare doelgroepen de eigen arbeidskwalificaties optimaliseren, en zo kan de neerwaartse spiraal van armoede eigenlijk worden doorbroken. Wij denken dat de Leerwinkels in dat kader zeker doen wat ze moeten doen, met name de mensen objectief informeren en begeleiden naar de juiste opleiding, zodat zij zich beter kunnen kwalificeren en hun loopbaan kunnen versterken.
Minister, in uw uitleg hebt u naast die Leerwinkels ook enkele andere initiatieven aangehaald die u zult nemen, in het kader van de Edusprong, om volwassenen te begeleiden naar en tijdens hun leertraject. Onze fractie is heel blij dat u de hand aan de ploeg slaat. We kijken ook uit naar de gedachtewisseling die we in de commissie zullen hebben over deze visienota, maar ik wil u alvast vragen of u ook zult samenzitten met uw collega bevoegd voor Werk, minister Crevits, om meer concreet te bekijken welke initiatieven er kunnen worden genomen om laag- en middengeschoolden naar een knelpuntberoep te leiden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik begrijp vooral de gedeelde bezorgdheid met betrekking tot de bomen en het bos, en die relatie, en hoe we er ook voor kunnen zorgen dat, wanneer we naar één loket of één portaal gaan, we dan ook laagdrempelig kunnen blijven, dus niet alleen via digitale weg, maar ook nog eens fysiek. Het is zeker in samenspraak met mijn collega van Werk dat ik dat moet bekijken, want dat valt misschien toch al buiten de scope. Als je dat volledig wilt realiseren, dan moet je natuurlijk ook bekijken op welke schaal je dat gaat aanpakken. Dat is geen eenvoudig geval, en dat gaat toch wel wat ruimer dan de scope van het onderwijs. Het lijkt me net daarom ook heel goed dat we dit in het kader van verschillende initiatieven, zoals bijvoorbeeld ook dat Partnerschap Levenslang Leren, samen aanpakken op het kruispunt van Onderwijs en Werk.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor die laatste tussenkomst. Aanvullend nog, wat voor ons wel belangrijk is, is dat de dienstverlening dan ook nabij is. Dat kan door samenwerking met heel wat verschillende diensten, met lokale overheden, met initiatieven die per provincie worden georganiseerd. U haalde het pas aan. Zeker die nabijheid is voor ons echter ook belangrijk.
Ik wil er tot slot op wijzen dat Leerwinkels zich inzetten voor het terugdringen van de ongekwalificeerde uitstroom. Zo worden heel wat mooie transitietrajecten gelopen, onder meer in Gent en in Genk. Zij tonen aan dat ze, doordat zij letterlijk op stap gaan met die leerlingen, ervoor zorgen dat ze toch gekwalificeerd kunnen uitstromen. Ze hebben al heel wat expertise opgebouwd tijdens de voorbije jaren. Ik hoop dat ze ook worden erkend in die expertise en dat ze een vaste stek krijgen zodat iedereen kan springen. U haalt het graag aan, minister, maar die ene sprong bespreken we later nog. Maar ik hoop in elk geval dat ook wie kortgeschoold en kwetsbaar is, de kans krijgt om de sprong te maken in zijn leven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.