Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg heeft betrekking op de vele inspanningen die worden geleverd om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen aansluiting bij onze samenleving vinden. Voor mij is de beheersing van het Nederlands de sleutel daartoe, maar daarnaast is het hebben van een job natuurlijk erg belangrijk om aansluiting bij onze samenleving te vinden en er ook iets toe bij te dragen.
Minister, het is een goede zaak dat u hier werk van maakt en probeert zo veel mogelijk mensen te stimuleren om tot de arbeidsmarkt toe te treden, ook al is dat in het beleidsdomein Wonen niet zo eenvoudig. Ik merk aan uw beleidsnota dat de ambitie groot is.
Wie zijn juist de niet-beroepsactieve burgers met arbeidspotentieel? Is al bepaald wie tot die categorie behoort? Zijn hierover al concrete afspraken met VDAB gemaakt? Het zal, tot slot, natuurlijk niet evident zijn dat allemaal op te volgen en te controleren. Zijn op dat vlak al afspraken met de sociale verhuurders en met VDAB gemaakt?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Sminate, ik ben het er eerst en vooral mee eens dat de kennis van het Nederlands een belangrijke voorwaarde is. Dat hoeft u niet te verwonderen. Een job is dat zeker ook.
Ik kom tot uw eerste vraag. In het ontwerpdecreet is nu opgenomen dat de Vlaamse Regering zal bepalen wie wordt verstaan onder een niet-beroepsactieve burger met arbeidspotentieel en op welke manier de verhuurder die huurdersverplichting zal controleren. Ik vind het belangrijk om die groep zeer ruim te benaderen. Die huurdersverplichting heeft immers tot doel om bij te dragen aan de inspanningen van VDAB om meer personen te activeren. Concreet vind ik het daarom belangrijk dat we ons niet enkel richten tot huurders die bijvoorbeeld een leefloon of werkloosheidsvergoeding ontvangen, maar ook huurders die geen vergoeding of uitkering ontvangen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan personen die zelf ontslag nemen of schoolverlaters.
Ik wil ook nog eens beklemtonen dat dit initiatief in een breder kader moet worden bekeken. In het kader van het woonbeleid worden we vaak geconfronteerd met een bredere inkomensproblematiek die het woonbeleid overstijgt. Dit is een algemene uitdaging die ik vanuit Wonen niet alleen kan aanpakken. Samenwerking met andere actoren is hier cruciaal. Met die nieuwe huurdersverplichting willen we bijdragen aan het activeren van mensen. Het vinden en behouden van een stabiele job blijft voor mij immers de belangrijkste hefboom om deze inkomensproblematiek tegen te gaan.
U weet dat wij in het Vlaams regeerakkoord uitdrukkelijk hebben opgenomen dat we naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent willen gaan, wat door de crisis natuurlijk een nog grotere uitdaging is. Maar dat blijft wel degelijk onze bedoeling. En ik ben er zelf van overtuigd dat dat niet alleen voor de maatschappij in haar totaliteit van een gigantische waarde is, maar ook voor de persoon in kwestie zelf. Dat is wel mijn overtuiging. Maar dat is een ruimere discussie.
Zijn er al afspraken gemaakt met VDAB? We hebben reeds overleg gehad met VDAB in functie van het verder afbakenen van de te bereiken doelgroep en een verkenning van de mate waarin VDAB verschillende doelgroepen opvolgt en activeert. Bijkomend overleg over de concrete data-uitwisseling en afspraken hieromtrent moet nog worden gevoerd. Dat is een ‘work in progress’.
Ten derde hangt de manier en frequentie waarmee de verhuurder deze huurdersverplichting zal moeten controleren, nauw samen met de mogelijkheden van de data-uitwisseling. Dat zijn die afspraken met VDAB. Daarnaast zal de controle ook afhangen van de categorie waartoe de huurder behoort. Huurders die een leefloon, een invaliditeits- of werkloosheidsuitkering ontvangen moeten zich, ten behoeve van deze uitkering, sowieso inschrijven bij VDAB. Zij zullen dan ook nagenoeg automatisch voldoen aan de huurdersverplichting. De concrete uitwerking van de data-uitwisseling zal tijdens een volgend overleg met VDAB worden bepaald.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik begrijp uit uw antwoord dat de uitrol van deze maatregel in volle ontwikkeling is. Ik kan alleen maar benadrukken hoe belangrijk ik het vind voor zowel de huurder als onze hele samenleving, om ervoor te zorgen dat onze beroepsactieve bevolking zoveel mogelijk actief en effectief is, zoveel mogelijk kansen krijgt en die kansen ook grijpt. Ik ben het dus zeker met u eens als u zegt dat het belangrijk is om die groep zo ruim mogelijk te definiëren.
Uiteraard is dit een taak voor VDAB, maar als u vanuit uw beleidsdomein daar een steentje toe kunt bijdragen, moeten we dat op deze manier zeker doen. Ik zal mijn vraag binnen afzienbare tijd herhalen, wanneer u meer duidelijkheid kunt geven over de doelgroep en de manier van samenwerken met VDAB. Ik wens u alleszins veel succes om dit op korte termijn te realiseren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.