Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Op 11 januari 2021 kopte Het Nieuwsblad ‘De snelst groeiende sport ter wereld begint ook bij ons uit zijn voegen te barsten’. Padel is de snelst groeiende sport ter wereld en ook in Vlaanderen schieten padelcourts als paddenstoelen uit de grond. Tennis Vlaanderen spreekt over minimum 27.000 padelspelers in Vlaanderen. Dat is een evolutie die positief is voor de algemene gezondheid, maar ook voor het ledenaantal en de financiële situatie van Tennis Vlaanderen, want vaak is padel een aanvulling op het aanbod van tennisclubs.
Elke medaille heeft echter een keerzijde. Het is eveneens een opkomend fenomeen dat padel heel wat licht-, maar vooral geluidshinder met zich meebrengt. Dat is zeker zo bij de clubs die dicht tegen een woongebied gelegen zijn. De geluidsimpact van padel is van een andere aard dan van tennis. De slag- en geluidsintensiteit is hoger dan bij tennis. Je hebt een glazen constructie waartegen de bal botst, het spel wordt ook gespeeld met vier spelers en er is een hogere slagintensiteit. Er kunnen bovendien meer padelvelden geplaatst worden op de oppervlakte van één tennisplein. Padel is, in tegenstelling tot tennis, niet seizoensgebonden en kan gereserveerd worden van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Dat maakt dat dit een continue geluidsbelasting vormt en dus vaak als een rustverstorende activiteit gezien wordt. We zijn dus terug bij de keerzijde van de medaille. Buren die de komst van een padelterrein verhinderen of aanklagen door het geluid, zijn ook voorwerp van krantenkoppen. Tennispleinen zijn immers vaak dicht bij woongebieden gelegen. Het vervangen van een tennisveld door een of meerdere padelvelden is naar functie – als recreatieve activiteit – aanvaardbaar. Deze nieuwe inplanting moet echter ook inpasbaar zijn in het leefmilieu.
Hier knelt het schoentje een beetje. De concrete ruimtelijke planning houdt in een vroege ontwerpfase weinig of geen rekening met omgevingsgeluid. Er lijkt ook geen bovenlokale ondersteuning of regelgevend kader te bestaan dat men als lokaal bestuur kan raadplegen alvorens men beslist een padelcourt aan te leggen. Enkele aspecten die nochtans belangrijk zijn alvorens men tot de aanleg overgaat, zijn het betrekken van de dichtstbijzijnde bewoners, de inschatting van de geluidsimpact op basis van eerder onderzoek, de oriëntatie van de pleinen, de afstand tot de dichtstbijzijnde woningen, de mogelijkheid tot landschappelijke ingrepen zoals begroeiing, en de mogelijkheid tot geluidsdempende maatregelen zoals geluidsschermen en gedeeltelijke overkappingen.
Maar aangezien dat ondersteunend kader niet voorhanden is, worden padelvelden gretig ingeplant op bestaande tennispleinen. Dan krijg je beroepschriften, bezwaren en klachten van buren over geluidshinder die zich opstapelen. Het gevolg is dat lokale overheden en tennis- of padelclubs geval per geval de situatie moeten herbekijken. Verbetersuggesties – achteraf dan – zijn duur, maar nodig. Geluidshinder legt een tol op de gezondheid, dat is al aangetoond. Soms is voorkomen beter dan genezen, voor de sfeer in de buurt. We moeten dus voorkomen dat de groei van deze toch wel heel plezante sport – ook wat mij betreft – in Vlaanderen in een negatief daglicht komt te staan.
Vandaar mijn vragen, minister. Bent u zich bewust van de gesignaleerde geluidsproblematiek bij padel en de impact die dit heeft op de omgeving – toch als die gelegen is in een woonbuurt? Kunt u ons informeren over de huidige richtlijnen die gelden bij de aanleg van die terreinen? Welke rol ziet u weggelegd voor Tennis Vlaanderen? Bent u bereid tot het stimuleren van onderzoek met betrekking tot geluidsoverlast bij padel en het gebruik van geluidsdempende materialen bij de aanleg ervan? Kunnen goede praktijkvoorbeelden gedeeld worden, en kan Tennis Vlaanderen hier een faciliterende rol in spelen? Vindt u het nuttig om bij elk project vanaf de eerste ontwerpstappen aandacht te vragen voor het geluidsklimaat en niet enkel de milieueffecten te milderen nadat de belangrijkste beslissingen al genomen zijn?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft de problematiek rond het geluidsaspect bij padel: dat is nog niet eerder aangekaart bij mij op het kabinet. Ik heb mijn oor te luisteren gelegd bij Sport Vlaanderen. Ook daar had men geen meldingen van particulieren.
Het is wel zo dat de padelsport een enorme boost gekregen heeft de laatste jaren, en zeker ook het afgelopen jaar, met de coronapandemie. Dat meer mensen hun weg vonden naar deze sport of naar sport tout court, kan ik alleen maar toejuichen.
Er bestaat geen specifieke regelgeving of specifieke richtlijnen voor de aanleg van sportterreinen, en dus ook niet van padelterreinen. In de VLAREM-wetgeving (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) – want we zitten vanzelfsprekend buiten de sportregelgeving, we zitten op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu – zijn dergelijke terreinen niet ingedeeld. Ook in deel 6 van VLAREM II, dat van toepassing is op niet-ingedeelde inrichtingen, zijn geen bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op padel. Ik hoop ook dat die er niet gaan komen, dat we geen nieuwe regeltjes gaan uitvaardigen die uiteindelijk sportinfrastructuur gaan bemoeilijken. Ik wil meer sport, en dus ook meer sportinfrastructuur. Ik denk dat nieuwe regeltjes allerhande daarbij in de weg zouden kunnen staan.
Bij eender welk project moet altijd gestreefd worden naar het beperken van hinder van welke aard dan ook. Ook voor padelterreinen is het belangrijk om bij elk project vooraf goed in te schatten welke impact een en ander teweeg zal brengen. Het lijkt me van belang om dat ook steeds te bespreken met het betrokken gemeentebestuur. Dat is trouwens ook de gangbare filosofie bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Bij het ingeven van de aanvraag in het omgevingsloket moet de initiatiefnemer altijd een screening van potentiële milieueffecten uitvoeren. Mogelijke geluidshinder is dan een van die aspecten die voorafgaandelijk aan elk project mee gescreend moeten worden.
Ik kan u wel meedelen dat Tennis Vlaanderen deze faciliterende en ondersteunende taak vandaag al op zich neemt. Er is een ‘manager Padel’ aangesteld die initiatiefnemers informeert, ondersteunt en begeleidt bij de realisatie van padelvelden, waarbij natuurlijk ook het geluidsaspect wordt meegenomen. Daarnaast heeft Tennis Vlaanderen een online inspiratieplatform met heel wat nuttige tips en tricks, informatie over alles wat komt kijken bij de aanleg van padelterreinen, waaronder dus ook het geluidsaspect. Ze organiseren ook inspiratiedagen voor potentiële initiatiefnemers. Ik denk dus dat we al wat geanticipeerd hebben, samen met de goede diensten van Tennis Vlaanderen.
Naast de rol van Tennis Vlaanderen bij de opstart van nieuwe padelprojecten, is er ook de cel Omgeving van Sport Vlaanderen die initiatiefnemers van padelprojecten ondersteunt door hen te informeren over alles wat te maken heeft met ruimtelijke planning, leefmilieu en vergunningen. Samen met Tennis Vlaanderen zal Sport Vlaanderen ook een infomoment verzorgen, georganiseerd door het Departement Omgeving voor gemeentelijke mandatarissen en omgevingsambtenaren, net vanuit de wetenschap dat zij ongetwijfeld in toenemende mate met vragen daaromtrent geconfronteerd worden.
Dank u wel, minister. Ik ben heel blij om te horen dat er door Tennis Vlaanderen blijkbaar toch al een aantal initiatieven zijn, dat die padelmanager er is, dat het inspiratieplatform er is. Ik denk dat dit inderdaad zaken zijn die nodig zijn, en die misschien ook nog wat meer bekendgemaakt moeten worden. Want er zijn toch wel wat voorbeelden te vinden die het nieuws gehaald hebben. U zegt dat er nog niet veel klachten zijn binnengekomen, of dat u daar nog niet echt iets van opgevangen hebt, maar ik heb hier een lijstje van buurtcomités, van lokale persartikels, over verzet dat in bepaalde buurten op gang komt. In Zottegem zijn er problemen. In Tessenderlo hebben buurtbewoners na klachten een advocaat onder de arm genomen. Hetzelfde bij padel Schilde: buurtbewoners houden de padel tegen en nemen een advocaat onder de arm. In Tienen heeft men een overkapping gerealiseerd. Dat was een serieuze investering, van 150.000 euro. Dat is voor clubs natuurlijk helemaal niet evident. Misschien zijn er andere maatregelen mogelijk, zoals bermen, die wat kostenefficiënter zijn. Ik heb hier ook nog padel Sint-Kruis, daar waren ook klachten van de buurtbewoners. We zien hetzelfde in Ternat en Bornem.
Er zijn ook echt wel goede voorbeelden, waarbij gemeentebesturen echt heel vroeg in het proces wel met buurtbewoners zijn gaan praten, waarbij op voorhand oplossingen gezocht zijn. Dat is meestal kostenefficiënter, en het vermijdt problemen op voorhand. Ik pleit ook niet voor nieuwe regeltjes, ik pleit er zeker ook niet voor om padel op een of andere manier aan banden te leggen. Ik pleit er wel voor om op voorhand te proberen problemen te voorkomen om die sport verder te laten groeien, want het is een superpopulaire sport.
Ik zou u dus willen vragen, minister, om toch nog te werken aan de bekendheid van dat platform en zeker om de managers webinars te laten geven voor steden en gemeenten, om die bewustwording nog groter te maken. Ik denk dat bijna elke stad of gemeente daarmee te maken heeft omdat er voor padel overal terreinen komen. Het percentage dat problemen geeft zal inderdaad misschien relatief klein zijn, maar ik denk dat we toch moeten vermijden dat die er zijn.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik begrijp uw vraag, mevrouw Meuleman. Het antwoord van de minister is wat mij betreft ook heel duidelijk. Ik denk dat dit ook een element is waar je lokaal in dialoog moet gaan. Ik heb al discussies gehad over een skateterrein, over een petanqueveld, want die ballen botsen tegen elkaar, nog los van het feit dat mensen die samen aan het sporten zijn praten met elkaar. Ik zou hier ook pleiten om geen strikte regelgeving te gaan hanteren. Lokale besturen kunnen er enkel op gewezen worden dat, wanneer het over inplantingen gaat, dit dient te gebeuren op basis van dialoog, en dat men de juiste locatie moet kiezen. Maar geen bijkomende regelgeving alstublieft.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. De sport kent natuurlijk een toenemende populariteit. Om u een idee te geven van de explosie: de eerste club is nog maar acht jaar geleden gestart in Gentbrugge en ondertussen zijn er meer dan 27.000 leden en 123 clubs, dus op 8 jaar tijd van 1 naar 123. Er zijn 400 terreinen. Ja, en soms zorgt dat wel voor lokale discussies en klachten. Niet elke klacht is terecht. Men moet ook vaststellen dat de verdraagzaamheid wat dat betreft ook niet toegenomen is in de loop der jaren. Daar speelt inderdaad het lokale overleg, de lokale autonomie, maar ook vooral de lokale verantwoordelijkheid in het kader van de omgevingsvergunning. We begeleiden al goed de clubs zelf, waarbij we ook hen trachten diets te maken dat men wel een lokaal draagvlak moet hebben en dus moet letten op geluidsoverlast. Nu proberen we ook de gemeentelijke mandatarissen, de omgevingsambtenaren, meer te informeren, zodat ze daar meer oog voor hebben en weten wat er op hen afkomt wanneer ze toestemming gaan geven om padelterreinen aan te leggen, zodat ze daarop anticiperen en lokaal een beetje draagvlak zoeken vooraleer ze verdere stappen ter zake zetten.
Dank u wel, minister. Net omdat die sport inderdaad zo nieuw is, zo snel uit haar voegen aan het barsten is – en dat is positief bedoeld – en er voor die uitbreidingen geen nieuwe omgevingsvergunning nodig is, kan het zijn dat er onvoldoende doordacht tewerk wordt gegaan, ook al is er wel veel informatie. Het is inderdaad een zaak van die lokale besturen om overleg te houden en om op voorhand maatregelen voor te stellen, maar u weet ook dat niet iedereen de kennis, capaciteit of mankracht heeft om dat allemaal uit te zoeken. Ik denk dat verder inzetten op het delen van informatie van die lokale besturen en van de clubs zeker een goede zaak zal zijn, in het belang van de padelsport. U hebt gezegd dat u dat zult doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.