Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de operationalisering van de trajectcontroles
Vraag om uitleg over de activering van de trajectcontroles
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, binnen deze commissie vinden we verkeersveiligheid allemaal belangrijk. Over sommige ingrepen verschillen we van mening, maar we zijn het er wel allemaal over eens dat we moeten inzetten op trajectcontroles en dat die belangrijk zijn voor de verkeersveiligheid. Dat is omdat ongeveer 30 procent van de dodelijke ongevallen op snelwegen te wijten is aan overdreven snelheid. Waar trajectcontroles operationeel zijn, zien we dat er tot 85 procent minder ernstige snelheidsovertredingen gebeuren.
De Vlaamse overheid zet daar terecht op in. U hebt aangekondigd dat u dit jaar wilt investeren in bijkomende systemen, maar we weten ook allemaal dat er van de 298 geplaatste trajectcontroles in Vlaanderen, momenteel slechts 86 operationeel zijn. Er waren een aantal praktische bezwaren die moesten worden uitgeklaard, tussen u en uw federale collega’s. Het was onder andere wachten op de ontwikkeling van het AMS-systeem (Automatic Number Plate Recognition (ANPR) Management System) om de overige trajectcontroles operationeel te maken. Volgens een gezamenlijk persbericht van federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden en uzelf is de nationale databank nu klaar en kunnen deze trajectcontroles geactiveerd worden. De Federale Politie activeerde eind 2020 de functionaliteit voor trajectcontrole op het AMS-systeem, zodat de regionaal bevoegde gewestelijke verwerkingscentra de verkeersovertredingen automatisch kunnen verwerken en omzetten in processen-verbaal.
Tijdens de commissievergadering van 14 januari hebt u naast die werking van het AMS-systeem ook nog een aantal bijkomende maatregelen aangekaart die nodig zijn voor de operationalisering van de trajectcontroles, maatregelen die vooral vanuit het federaal departement Justitie genomen moesten worden. U wees er bijvoorbeeld op dat er nood is aan een wijziging van de wet op het politieambt, aan een viertal richtlijnen die betrekking hebben op de wet op het politieambt, aan een IT-richtlijn die betrekking heeft op de koppeling van datasystemen en aan een richtlijn die betrekking heeft op de toegang tot databanken. Mijn eerste vraag is dan ook wat de stand van zaken is betreffende deze maatregelen.
Er zou bovendien extra personeel bij de politie nodig zijn voor het uitlezen van de data. U zei echter ook dat we niet hoeven te wachten op de extra capaciteit bij de politie om alvast steekproefsgewijs een aantal trajectcontroles te laten werken. In dat opzicht hebben we de laatste weken wat tegenstrijdige communicatie ontvangen: op 26 januari konden we lezen dat er alvast 140 extra trajectcontroles in werking zouden treden, maar dat werd dan op 6 februari tegengesproken door het bericht dat er voorlopig nog maar 2 extra trajectcontroles in werking gesteld zouden zijn – in Kortrijk en Oudenaarde, als ik me niet vergis. Dat zou te wijten zijn aan te weinig capaciteit bij de politie. Dat lijkt een beetje op een processie van Echternach. Hoe zit het nu met die steekproefsgewijze inwerkingstelling die al zou kunnen plaatsvinden? Kan dat niet sneller gaan?
Meer in het algemeen, welke timing voorziet u, gelet op alles wat ik daarnet heb verteld en alles wat er moet gebeuren, voor de operationalisering van de verschillende installaties? Wanneer zullen alle 298 trajectcontroles in Vlaanderen nu eindelijk operationeel zijn?
Ook lokale besturen hebben soms een belangrijke investering gedaan in het installeren van trajectcontroles. Stilaan wordt het toch wel tijd om een duidelijk overzicht te kunnen geven van welke trajectcontroles wanneer zullen kunnen functioneren. Mijn vraag vandaag is of u dat overzicht vandaag met de commissie kunt delen.
Een laatste vraag valt wat buiten die werking van de reeds geïnstalleerde systemen. Bij een aantal lokale besturen leeft ook de vraag om met trajectcontroles te werken op een traject met verschillende snelheidsregimes, bijvoorbeeld op een traject waar op een stuk 50 en op een ander stuk 70 kilometer per uur gereden mag worden. Technisch zou je dit perfect kunnen meten, maar er zou een aanpassing nodig zijn in de federale verkeerswetgeving om het begrip ‘maximaal toegelaten gemiddelde snelheid’ toe te voegen aan de wetgeving. Ondersteunt u deze vraag van lokale besturen en zult u dit tijdens overleg met uw federale collega aankaarten in de toekomst?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Begin januari 2021 kaartte ik in deze commissie de problematiek aan. Van de bijna 300 geplaatste trajectcontroles waren er op dat ogenblik maar 86 operationeel. Ondertussen hebben we inderdaad mogen vernemen dat er wordt overgegaan tot een gefaseerde inwerkingtreding van de overige controleposten, weliswaar parttime: sommige trajectcontroles zullen zo worden geprogrammeerd dat ze slechts enkele uren per dag werkzaam zijn. Er zouden bovendien – dan sluit ik aan bij de opmerkingen van mijn voorganger – problemen zijn bij de manuele verwerking van alle snelheidsovertredingen. Op dat vlak zou er nog meer gedigitaliseerd moeten worden.
Ik haalde toen ook aan dat de Federale Politie aangaf dat er voor de opstart van de overkoepelende databank nog een ministeriële richtlijn nodig zou zijn. U gaf daarop aan dat er op wetgevend vlak inderdaad nog een en ander aangepast diende te worden, onder andere een wijziging van de wet op het politieambt, een viertal richtlijnen die betrekking hebben op de wet op het politieambt, een IT-richtlijn die betrekking heeft op de koppeling van datasystemen en een richtlijn die betrekking heeft op de toegang tot databanken.
Op basis van welke factoren zal beslist worden welke trajectcontroles slechts deeltijds zullen werken?
Kunt u de gefaseerde uitrol nader toelichten? Hoelang mag deze suboptimale werking maximaal duren volgens u?
Hebt u reeds overleg gepleegd met uw federale collega over de volledige automatisering van het verwerkingsproces? Wat is uw standpunt in dezen?
Kunt u de actuele stand van zaken inzake de noodzakelijke aanpassingen op wetgevend vlak nader toelichten?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik vul een beetje aan. We hebben het in de commissie al een aantal keer gehad over de problemen met de activering van de trajectcontroles. Vlaanderen heeft er de voorbije jaren hard op ingezet, we hebben er veel geld aan gegeven, in de hoop dat de verkeersveiligheid vooruit kan, maar ze zijn inderdaad nog niet volledig operationeel door problemen met het uitleessysteem.
We vernamen allemaal dat er van de 298 trajectcontroles in Vlaanderen maar 86 werken. Een aantal weken geleden hoorden we dan het heugelijke nieuws dat de problemen met het AMS-systeem op federaal niveau bijna van de kaart waren. Er moesten nog een aantal richtlijnen met betrekking tot de wet op het politieambt, de koppeling van de datasystemen en de toegang tot de databank aangepast worden en klaar is kees.
Maar vorige week vernamen we dat deze problemen nu van de baan zijn en dat het AMS-systeem operationeel is. De trajectcontroles kunnen nu dus in werking treden. We zouden geneigd zijn ‘hoera!’ te roepen, maar we kunnen nog niet. Normaal gezien zouden de gewestelijke verwerkingscentra de overtredingen automatisch moeten kunnen verwerken en in een proces-verbaal omzetten, maar dat gebeurt niet. Er is helemaal geen duidelijkheid. En we hebben … (onverstaanbaar) … hopelijk niet vele commissies over die trajectcontroles hebben, maar er is nog altijd geen duidelijkheid over de precieze timing voor de activering van de trajectcontroles en hoeveel er geactiveerd kunnen worden. We menen gehoord te hebben van u, minister, dat u de installaties dit jaar geleidelijk wilt activeren.
In de media werd bericht dat er op zeer korte termijn 140 extra trajectcontroles in Vlaanderen aangesloten zullen worden op de nieuwe databank van de Federale Politie, maar collega Bex zei het al: er zijn er slechts 2 aangesloten op dit moment. De politie heeft blijkbaar niet de capaciteit om de bijkomende boetes te verwerken. We hebben allemaal het verhaal gehoord dat er 40 extra personeelsleden aangeworven moeten worden om de extra stroom aan verkeersboetes te kunnen verwerken. Tot dat extra personeel er is, zullen de trajectcontroles maar een paar uur per dag werken en zullen de trajectcontroles gefaseerd geactiveerd worden.
We volgen dat dossier hier al een tijd op in deze commissie en we zijn tevreden, minister, dat er schot in de zaak komt. Het zat namelijk muurvast en ooit komt het wel in orde, hopen we. Maar we zijn er nog niet volledig.
Minister, kunt u een exacte timing geven: wanneer zullen de trajectcontroles op het systeem zijn aangesloten, en wanneer zullen dan ook de pv’s kunnen worden uitgeschreven? We zijn immers natuurlijk niets met aangesloten trajectcontroles die geen pv’s opleveren.
Er zijn 298 trajectcontroles. Ik had ergens gelezen dat er 215 worden geactiveerd. Ik weet niet of dat cijfer klopt, maar hoe wordt eigenlijk beslist welke trajectcontroles worden geactiveerd en welke niet? Kunt een overzicht geven van welke trajectcontroles eerst zullen worden geactiveerd en welke later? Is er ook een volgorde per provincie beschikbaar?
Tegen wanneer zullen alle trajectcontroles actief zijn, zodat de snelheidsovertreders ook daadwerkelijk kunnen worden beboet? Wat is uw deadline? Is er een plan om de capaciteitsproblemen bij het verwerken van de boetes aan te pakken? Overlegt u daarover binnenkort opnieuw met de bevoegde federale minister?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel. Dat die handhaving optimaal kan verlopen, is inderdaad een belangrijk gegeven. Het is dus zeer goed dat men dat blijft opvolgen. Ik zal niet alles herhalen wat ik al in de commissievergadering van 14 januari heb meegedeeld, maar alleszins weten we dat dat AMS-systeem, dat is uitgerold door de federale overheid en onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken valt, op dit ogenblik functioneert. Dat is getest. Op dit ogenblik kunnen die data dus mee worden verwerkt. Zodoende kan men daar alle mogelijke trajectcontroles aan koppelen. Zoals u weet, want dat heb ik vorige keer ook al gezegd, hebben we in het verleden een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de federale overheid omdat we meer functionaliteiten willen halen uit dat AMS-systeem. Het goede nieuws is vandaag alleszins dat de functionaliteit van de trajectcontrole werkt, dat men kan overgaan tot het verwerken van de data die uit de trajectcontroles komen en zodoende desgevallend ook kan gaan verbaliseren.
Het in dienst nemen van het AMS-systeem is één zaak. De verdere uitrol heeft natuurlijk enerzijds te maken met de capaciteit van het AMS-systeem, maar anderzijds ook en vooral met de verwerkingscapaciteit van de gewestelijke verwerkingscentra en de parketten. Mijnheer Bex, u deed uitschijnen dat de gewesten daarvoor bevoegd zijn. Ik wil duidelijk stellen dat men ze weliswaar ‘gewestelijke verwerkingscentra’ noemt, maar dat ook die vallen onder de Federale Politie. Onze minister van Binnenlandse Zaken heeft laten weten dat men daar met personeelskrapte kampt en dat men daar in de loop van dit jaar nog extra personeelsleden zal aanwerven, een dertigtal, dacht ik, om de capaciteit en de mogelijkheden van die gewestelijke verwerkingscentra te kunnen optimaliseren en zodoende ook meer data richting processen-verbaal te kunnen verwerken.
Het is de politie, de federale overheid dus, die instaat voor de operationele uitbating en die ook de operationele keuzes zal maken inzake de activering. Wij wachten nu concreet op een tijdspad van de Federale Politie over het in dienst nemen van de nieuwe trajectcontroles. Ik hoor sommigen hier zeggen dat het er maar twee zijn, of alleszins te weinig. Ik kan u vandaag niet het exacte aantal geven. Alleszins hebben wij er wel op aangedrongen dat ze potentieel allemaal zouden moeten werken. Mevrouw Lambrecht, u zei dat sommige misschien maar een paar uur per dag actief zullen zijn. Inderdaad, dat heeft te maken met die verwerking bij de federale politie, bij die gewestelijke verwerkingscentra en/of bij de parketten. Voor de weggebruiker is er echter wel heel duidelijk het signaal dat ze potentieel allemaal werken, dus dat hij zich aan de snelheid moet houden als hij een mogelijke boete wil voorkomen. Dat is uiteindelijk nog altijd de opzet van dit alles: voorkomen dat men overdreven snelheden ontwikkelt.
Ik ga in op de tweede vraag, een vraag van alle drie de vraagstellers: hoe zit het nu met de selectie van de operationele installaties? Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is daarover in overleg met de federale politie. Het heeft de prioriteiten doorgegeven aan de federale politie. Hierbij wordt eigenlijk vooral het FIFO-principe (first in, first out) gehanteerd: de trajectcontroles die er al het langst staan, wil men het liefst het eerst in gebruik genomen zien. Soms hangen daar ook nog wel bepaalde elementen aan vast, zoals ik vorige keer zei. Soms moet er nog een protocol worden ondertekend, of soms moet er nog een ijking gebeuren. Dat is echter alleszins het principe dat AWV heeft doorgegeven. In afwachting daarvan wordt dan de planning gemaakt, in functie van de capaciteit van het AMS-systeem, dus de vraag hoeveel data dat op dit ogenblik kan capteren, en van de verwerkingscapaciteit bij de gewestelijke verwerkingscentra.
Dan zijn er de vragen van mijnheer Bex en mevrouw Moors over de federale aanpassingen. Er moeten federaal inderdaad nog een aantal aanpassingen op wetgevend vlak gebeuren. De nodige richtlijnen inzake ANPR voor politie werden midden januari getekend door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Deze horde is dus al genomen. Op juridisch vlak kan het AMS-systeem op dit ogenblik dan ook volledig operationeel in dienst worden genomen. Juridisch is daar dus geen probleem meer dat een ingebruikname zou verhinderen.
Mijnheer Bex, u vroeg dan nog naar een mogelijke aanpassing inzake de federale verkeerswetgeving om de verschillende snelheidsregimes te handhaven via een trajectcontrole en om het begrip ‘maximaal toegelaten gemiddelde snelheid’ toe te voegen aan de wetgeving. We zijn op de hoogte van dergelijke vragen van lokale besturen en hebben daar uiteraard ook alle begrip voor. Er zijn inderdaad op bepaalde trajecten verschillende snelheidsregimes, en dat moet dan ook mee kunnen worden gecapteerd in die trajectcontroles. We hebben daaromtrent ook meerdere vragen gekregen tijdens onze digitale verkeersveiligheidstafels, zeker als het bijvoorbeeld gaat over een zone 30 die valt in een welbepaalde trajectcontrole. Die variabele snelheidsregimes moeten ook mee in rekening kunnen worden genomen. Een aanpassing van de federale verkeerswetgeving zou ter zake voor meer duidelijkheid kunnen zorgen, maar de terminologie in de huidige wetgeving en rechtspraak volstaat eigenlijk al, zo heeft men ons alleszins laten weten, om op dit ogenblik aan handhaving te doen op basis van de gemeten gemiddelde snelheid. Daarvoor kan worden verwezen naar onder andere een arrest van het Hof van Cassatie. Op grond daarvan kan men zeggen dat dit op dit ogenblik al bruikbaar is om de gemengde snelheidsregimes in welbepaalde trajectcontroles mee op te nemen.
Mevrouw Moors, u vroeg dan nog naar een volledige automatisering van het hele verwerkingsproces. Ook dat zit voor een groot stuk federaal. Ik kan u meegeven dat we elke evolutie naar een volledige digitalisering van het verwerkingsproces, zeker in verband met de betaling, om ze efficiënter te doen verlopen, uiteraard alleen maar kunnen toejuichen. Crossborder komt daar dan ook volledig aan tegemoet. Een groot deel van het proces is op dit ogenblik al volledig geautomatiseerd. Men heeft me te kennen gegeven dat men federaal voortgaat op die ingeslagen weg en dus nog meer zal inzetten op die automatisering. Die zorgt er enerzijds voor dat er meer capaciteit vrijkomt bij de politie, zodat zij haar aandacht kan richten op andere onveiligheidsfenomenen, zoals afleiding in het verkeer of rijden onder invloed. Anderzijds kunnen parketten en politierechters hun aandacht volop richten op verkeersovertreders die op een andere manier moeten worden benaderd. Kortom, die digitalisering, die automatisering, daar moet men inderdaad ten volle op inzetten.
Dan was er nog de vraag van mevrouw Lambrecht en mijnheer Bex over de nood aan bijkomend personeel. Het is ons inderdaad gesignaleerd door de minister van Binnenlandse Zaken dat men een veertigtal extra personeelsleden nodig heeft om de verwerkingscapaciteit van die gewestelijke verwerkingscentra optimaal te maken. Daar zou men nu zo snel mogelijk op inzetten. Dat is alleszins wat men ons op 6 januari heeft meegedeeld. Daar is men volop mee bezig. Hoe sneller men die heeft, hoe sneller men de capaciteit van de verwerking van de gegevens kan opkrikken. Daar kijken we uiteraard allemaal naar.
Vanuit Vlaamse zijde hebben wij al onze engagementen die in de samenwerkingsovereenkomst waren opgenomen, vervuld. We zijn tevreden dat er serieus wat beweging is gekomen langs federale zijde. Uiteraard moet ook worden ingezet op de capaciteit inzake AMS-systeem en inzake de gewestelijke verwerkingscentra zodat alle mogelijke trajectcontroles zo snel mogelijk werken. Wij blijven intussen investeren in bijkomende trajectcontroles. Ik kan u vandaag niet zeggen welke wel werkt en welke niet, maar ik hoop dat ze zo snel mogelijk allemaal werken. Zo zijn ze een signaal naar de weggebruiker om zich aan de snelheidslimieten te houden, want men kan potentieel continu worden beboet, toch alleszins op die wegvakken waar er een trajectcontrole voorzien is.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik wil u in eerste instantie danken voor uw antwoord. Om met mijn laatste vraag te beginnen: ik ben heel blij dat u bevestigt dat het vandaag al perfect mogelijk is om op een traject met verschillende snelheidsregimes toch met een trajectcontrole te werken. Heel wat lokale besturen zullen daar blij mee zijn. U hebt zelf het voorbeeld gegeven van een traject dat voor een kort stuk door een zone 30 gaat. Ook daar moet gecontroleerd worden. U verwijst naar een arrest van het Hof van Cassatie. Plant u ook een soort omzendbrief of iets anders om deze regel kenbaar te maken bij de lokale besturen? We mogen er niet van uitgaan dat ze allemaal het verslag van onze zittingen hier lezen. Hoe wilt u dat kenbaar maken? Hoe wilt u duidelijk aan de lokale besturen laten weten wat het regelgevend kader is voor een variabele snelheidscontrole?
Dan over het bredere onderwerp van de trajectcontroles die vandaag niet werken. Het is goed dat Vlaanderen zijn engagementen is nagekomen. Het is een beetje zuur dat dat bericht van die 140 trajectcontroles die de eerstkomende dagen en weken in werking zouden treden, blijkbaar toch niet klopt. We hebben daar toch een beetje het gevoel dat we aan een processie van Echternach bezig zijn: drie stapjes vooruit en een stapje achteruit. Alleszins deel ik de ambitie om zo snel mogelijk al die trajectcontroles te laten werken. Vanuit alle politieke fracties moeten we druk blijven uitoefenen op het federale niveau om zo snel mogelijk die aanwervingen te doen die de verwerking mogelijk moeten maken.
Ik ben het met u eens als u zegt dat u ervoor kiest om de snelheidscontroles in werking te laten treden volgens het ritme waarin ze geplaatst zijn. Dat lijkt logisch aangezien er toen grondig is nagedacht over waar we die snelheidscontroles vooral nodig hebben. Op het eerste gezicht lijkt dat een logische keuze. Ik ben het niet eens wanneer u zegt dat het al goed is als op een bepaald traject gedurende een aantal uren die snelheidscontroles functioneren. Ik vind dat een zeer belangrijk aspect om snelheidsovertredingen te voorkomen, maar ik denk ook dat het een kwestie van rechtvaardigheid is dat degenen die zich niet aan de regels houden en overtredingen blijven begaan en daarmee andere mensen in gevaar brengen, ook een grote pakkans hebben. Ik zie niet goed in waarom we tevreden zouden zijn met een slechts gedeeltelijke ingebruikname van die trajectcontroles. Ik denk dat we moeten inzetten op een systeem waarbij al die trajectcontroles werken en waarbij de mensen weten dat ze de hele tijd werken.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik heb een antwoord gekregen op al mijn gestelde vragen. Ik noteer met genoegen dat het dossier goed wordt opgevolgd vanuit Vlaanderen. Wat er federaal allemaal gebeurd is, kan ik alleen maar toejuichen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik wil u danken voor het zeer uitgebreide antwoord en het feit dat er schot in de zaak komt. Ik wil toch benadrukken dat het activeren uiteraard heel belangrijk is, maar als we willen dat mensen effectief trager gaan rijden, moeten de boetes ook volgen. Met het activeren alleen zijn we niets. Het is geen sympathieke uitspraak voor een politicus, maar de berisping en de boetes moeten volgen.
Minister kunt u zeggen tegen wanneer, 2022 of zo, we hier in de commissie niet meer over gaan praten, want dan is het in orde? Hebt u voor uzelf een deadline waarop het voor uzelf welletjes is geweest dat wij in Vlaanderen zorgen dat alles in orde is en de federale overheid maar blijft niet meegaan?
Hebt u geregeld overleg met de federale minister van Binnenlandse Zaken hierover? Is dat om de zes maanden, of wat moet ik mij daarover voorstellen? Of is dat tot de minister van Binnenlandse Zaken u roept en zegt dat ze weer wat nieuws heeft?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb gehoord in uw antwoord dat ANPR-camera’s voorlopig alleen maar voor snelheid kunnen worden gebruikt, want voor Vlaanderen zijn die gepseudonimiseerde data, zoals dat heet, heel erg belangrijk, maar ik denk dat op federaal niveau een wetswijziging moet gebeuren om die ter beschikking te stellen. Ik heb alleszins aan mijn collega's gevraagd om een initiatief ter zake te nemen in het federaal parlement.
Collega's, de manier waarop gewerkt is bij die trajectcontroles moeten we toch eens even aan de kaak durven stellen. We hebben decretaal vastgelegd dat de gemeenten zelf GAS-boetes kunnen gaan innen via trajectcontroles. Dat is een goede zaak. Minister, ik kan u meegeven dat in mijn gemeente, net zoals in vele andere gemeenten, we eigenlijk al klaar zijn met ons huiswerk en weten waar we die trajectcontroles willen invoeren. Maar daar houdt het verhaal natuurlijk niet op. Ik zie dat de trajectcontroles nu vervroegd kunnen worden ingevoerd. Dat is meer dan gewoon zeggen dat we trajectcontroles gaan plaatsen. Dat betekent ook software voor de verwerking van de trajectcontroles. Dat betekent ook afspraken maken, in het geval van GAS-boetes bijvoorbeeld, over hoe mensen worden gehoord, hoe de vaststellingen gebeuren en wie wat doorstuurt naar waar. Het gaat zelfs tot wie de aanmaningen gaat doen voor de boetes die niet betaald worden. Wij doen als gemeenten niet aan aankondigingspolitiek – ik heb nog geen gemeenten dat horen doen – over waar we trajectcontroles gaan zetten en dat we daarna alles wat dan nodig is, eens gaan uitvissen. Ik denk dat dat in Vlaanderen wel gebeurd is. Er is veel getoeterd over waar men overal trajectcontroles ging zetten. Maar nu staan ze er en nu gaat men eens kijken waar men ze operationeel gaat maken. Ik denk dat dat een les moet zijn voor de toekomst dat als we dergelijke zaken doen, er best vanaf het begin overleg gepleegd wordt en vanaf het begin oplossingen worden uitgezet. Ik denk dat zo de trajectcontroles ondertussen al lang hadden kunnen werken.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik ga beginnen met het einde. Mijnheer Ceyssens, u zegt dat men van in het begin een duidelijk tijdspad moet uitzetten en dat zo al die trajectcontroles die er nu staan, al lang hadden kunnen werken. Ja. Maar u weet ook dat daaromtrent al afspraken zijn gemaakt. Ik denk dat in 2017 de eerste afspraken zijn gemaakt en in 2018 is er de samenwerkingsovereenkomst gekomen. Er is toen ook gezegd dat de federale overheid het AMS-systeem ging uitrollen. Dat dat AMS-systeem finaal maar echt operationeel is en functioneel is, daarover heb ik vorige commissievergadering al gezegd dat ik meerdere overlegvergaderingen heb gehad met de vorige minister van Binnenlandse Zaken. Ik heb de huidige minister van Binnenlandse Zaken op het einde van vorig jaar meermaals aangeschreven met de vraag om hier alstublieft over samen te zitten, want dit wordt op den duur zeer vervelend. Wij plaatsen overal hardware, maar de software werkt niet wegens het ANPR-managementsysteem. Ik heb zelfs op een gegeven moment bij ons aan de administratie gevraagd of we niet in een noodscenario moeten gaan denken en zelf met een eigen datamanagementsysteem moeten afkomen, want als men in gebreke blijft, dan kunnen wij niet verder.
Nu, soit, het heeft geen zin om oude koeien uit de sloot te halen. Ik ben zeer blij dat na ons overleg van 6 januari de boodschap kwam dat het AMS-systeem werkt en geïnstalleerd is, en dat we nu, gefaseerd, heel wat van onze trajectcontroles kunnen laten uitlezen via dat datamanagementsysteem. Ik denk dat dat het belangrijkste is. De gefaseerde uitrol heeft enerzijds te maken met de onderbemanning van de gewestelijke verwerkingscentra, waarover men bij Binnenlandse Zaken aangeeft dat men daar 40 fulltime-equivalenten extra gaat aanwerven om meer capaciteit te geven voor het uitlezen van de data. Anderzijds zal het AMS-systeem zelf ook gefaseerd uitgerold worden rond de diverse trajectcontroles.
Wat het wetgevend initiatief betreft dat de federale overheid nog moet nemen over de data, hebben wij van hieruit al meermaals aan het kabinet van minister Verlinden gevraagd om ons daar een tijdspad voor te geven. Dat hebben we vandaag niet, maar als dat via een parlementair initiatief kan gaan, dan ga ik daar zeker mee akkoord. We hopen alleszins dat we daar zo snel mogelijk mee verder kunnen, zodat alle facetten die in de samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen, ook daadwerkelijk uitgerold kunnen worden.
Dan het specifieke verhaal van trajectcontroles in de zone 30 en zone 50, en de depenalisering daarvan, richting lokale besturen: dit was specifiek een vraag van de lokale besturen. Het is officieel in voege per 1 februari 2020. Ik denk dat we ook dat hier in deze commissie al behandeld hebben: we zullen dat evalueren wanneer de tijd rijp is. Dat zal eerder in het najaar of het einde van dit jaar zijn, denk ik. Het is dus officieel in voege sinds 1 februari 2020, maar er is bij mijn weten nog geen enkel lokaal bestuur dat er op dit ogenblik werk van maakt, ook omdat daar nog wel een en ander moet gaan gebeuren.
Mevrouw Lambrechts, u vraagt wanneer ik tevreden zal zijn. U weet dat wij tegelijkertijd ook blijven investeren in trajectcontroles, enerzijds conform de prioriteitenlijst van het Agentschap Wegen en Verkeer, maar anderzijds ook op basis van de vragen die we krijgen van lokale besturen om daar nog meer op in te zetten. We blijven ook de hardware – zal ik maar zeggen – installeren, omdat ik denk dat het een belangrijke tool is inzake handhaving en inzake verkeersveiligheid. Nu, ik was in januari al tevreden om te horen dat het AMS-systeem eindelijk werkte, dat we eindelijk vooruitgang konden boeken en alle op dit ogenblik niet-operationele trajectcontroles straks officieel kunnen laten uitlezen en er al dan niet pv’s aan kunnen koppelen. Ik heb het liefst van al dat zo snel mogelijk al onze trajectcontroles operationeel zijn. Het is niet zo dat ik vragende partij ben om ze maar enkele uren per dag operationeel te laten zijn, maar ik denk wel dat het signaal naar de weggebruiker belangrijk is. Men kan er zelf geen staat op maken of de trajectcontrole, die op een bepaald wegdeel staat, werkt of niet, maar potentieel werken ze allemaal. Ik denk dat dat een belangrijk signaal is naar de weggebruiker: hou u aan de snelheid, want anders hebt u het risico van een boete. Natuurlijk, voor diegenen die hardleers zijn, en die toch het risico nemen en overdreven snelheden halen, heb ik liefst van al dat we hun een pv kunnen geven. Dus wil ik het liefst van al een zo ruim mogelijke operationalisering van het hele aanbod aan trajectcontroles dat we hebben. Daar effectief een jaar opplakken ... 2022? Ik hoop dat we dan tevreden zijn. Maar dat kan ik u nu uiteraard moeilijk zeggen, omdat ik daar ook afhankelijk ben van anderen.
U vraagt ook hoe frequent het overleg is met het kabinet van minister Verlinden. We hebben met de federale overheid inzake mobiliteit – dat is dan niet minister Verlinden maar minister Gilkinet – om de twee maanden overleg, samen met de andere gewestelijke ministers. Ik moet zeggen dat dat overleg zeer vlot verloopt. Met minister Verlinden hebben wij uiteraard ook regelmatig contact. Er is nu niet onmiddellijk een vervolgvergadering ingepland, maar er is frequent contact, zowel tussen de administraties onderling, als tussen ons kabinet en het kabinet van minister Verlinden. Er is daaromtrent al meer dan eens contact geweest om te zorgen voor een vlottere uitwisseling van informatie.
Mijnheer Bex, u vraagt of we voor de lokale besturen een omzendbrief of dergelijke gaan opmaken rond die gemengde of niet-uniforme snelheidsregimes op welbepaalde trajectcontroles. We willen eerst – en dat is duidelijk aan bod gekomen tijdens die verkeersveiligheidstafels – even in kaart brengen op hoeveel locaties er op dit moment al een gemengd snelheidsregime geldt. Als zij het snelheidsregime op welbepaalde wegvakken aanpassen, dan moeten we dat natuurlijk ook weten. U weet dat een trajectcontrole maar goed werkt op een traject van minstens 500 meter. Als er veel trajecten zijn met een gemengd of niet-uniform snelheidsregime, dan brengen we dat best eerst in kaart, alvorens daarover een globale omzendbrief te maken. Maar ook dat wordt verder geëvalueerd en ik neem aan dat we het daar te gepasten tijde over zullen hebben.
Maar first things first, ik ben alleszins heel tevreden dat we onze trajectcontroles op het AMS kunnen enten en ik hoop dat we die gewestelijke verwerkingscentra het liefst zo snel mogelijk met voldoende personeel volledig operationeel krijgen, zodat er boetes kunnen volgen voor diegenen die de snelheidsregimes niet respecteren.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik waardeer uw inspanningen ten zeerste, maar ik denk dat we er ons allemaal van bewust zijn dat mensen die wakker liggen van verkeersveiligheid, niet tevreden kunnen zijn met een AMS dat werkt of niet werkt; zij willen een concrete uitrol van trajectcontroles zien op het terrein. Wat mij betreft is dat 24 op 24 uur en niet gedeeltelijk omdat er onvoldoende mensen zijn die de gegevens kunnen verwerken.
Ik wil u dus zeker aanmoedigen en ook ondersteunen om bij uw federale collega te blijven aandringen op voldoende personeel om dat op te volgen. Ik denk dat dat iets is wat zichzelf terugbetaalt en iets met een ongelooflijk maatschappelijk nut en een ongelooflijk groot draagvlak. Dat is een investering die de overheid moet maken, maar die zichzelf terugverdient. Dat zijn goede investeringen en die moeten we gewoon zo snel mogelijk doen en daar dringen wij toch op aan.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Ik heb aandachtig geluisterd en ik ben heel wat wijzer geworden. Dank u wel.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord. Hopelijk moeten we hier niet om de zes maand nieuwe vragen over stellen om daar dan een uur over bezig te zijn. Ik treed collega Bex bij: investeringen in verkeersveiligheid, die betalen zich helemaal terug, en zelfs meer.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.