Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, beste collega’s, het is een brandend actueel thema. Dat er al langer problemen zijn met de Vlaamse subsidiepolitiek, is voor het gros van de Vlamingen wel duidelijk. Maar de recente verdachtmakingen van corruptie en politieke inmenging door zogenaamde – ‘what’s in a name?’ – sociaal ondernemers zorgen ervoor dat er alleen maar meer rookgordijnen opduiken. Rookgordijnen die wij graag in samenwerking met u – u weet dat u daarin onze steun hebt – zouden doen verdwijnen. Maar de boel opkuisen, dat kan natuurlijk alleen met de kraan dicht.
Eind september, begin oktober 2020 erkende deze Vlaamse Regering 18 nieuwe socio-culturele organisaties binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Elke vijf jaar kunnen organisaties zich kandidaat stellen. Er waren 39 kandidaturen vorig jaar en daarvan werden er dus 18 geselecteerd. Ieder jaar is dat eigenlijk een verrassing, een zure verrassing. Er zijn er altijd wel nog bij te vinden en dat is ook nu weer het geval. De afgelopen legislatuur kon u dat nog wegsteken onder het mom van een ‘halflinkse’ minister van Cultuur, maar met u, minister-president Jan Jambon, de rechtse bakermat van de N-VA, verwacht men toch een ander beleid.
Ik zal u echter een korte opsomming geven van wat u nu juist subsidieert, zodanig dat het ook voor de burgers die dat gelag betalen, eigenlijk heel duidelijk is. Laat ons beginnen met BE Vegan. BE Vegan is een vereniging die in 2015 het eerste Belgian Vegan Event organiseerde en steun geeft aan de Belgian Vegan Awards. De kerntaak van de vereniging is ‘Belgium vegan-friendly maken’. Geen woord trouwens over Vlaanderen op de webstek. Ze gebruikt geen Vlaams logo, maar gebruikt uiteraard wel 150.000 euro van het Vlaamse belastinggeld. BlinkOut: dat versterkt de veerkracht van individuen en bedrijven door middel van workshops, persoonlijke begeleiding en het aanbod aan stille ruimtes en prikkelarme kantoren in de Gentse binnenstad. Ik weet niet goed wat ik mij daarbij moet voorstellen, maar ze gebruiken in ieder geval ook geen Vlaams logo, wel Vlaams belastinggeld. Die prikkelarme kantoren in Gent, daar zou de belastingbetaler dankzij u 165.000 euro aan bijdragen. CATAPA verzet zich uit een streven naar een rechtvaardige samenleving en het evenwicht tussen mens en natuur tegen aan mijnbouw gerelateerd onrecht en gaat op zoek naar alternatieven voor mijnbouw. Ik zie de link niet met Cultuur, u duidelijk wel. Zij gebruiken geen Vlaams logo, maar hebben wel recht op 150.000 euro Vlaams belastinggeld. De Landgenoten: zij kopen en beheren landbouwgrond en verhuren diezelfde grond dan weer aan bioboeren. Landbouwgrond kopen en verhuren: voor u goed voor 172.500 euro aan Vlaams belastinggeld. Furia, het vroegere Vrouwenoverlegcomité, een feministische denktank, ijvert voor een solidaire en meer gelijke samenleving. Op zich uiteraard niets mis mee, maar wie onderzoek doet, ziet dat de vereniging eigenlijk werk maakt van het promoten van abortus en de ecologische noodtoestand heeft uitgeroepen. Dat is voor mij plat politiek activisme. Dat mag uiteraard, maar niet bekostigd met Vlaams belastinggeld. U denkt daar anders over: 150.000 euro. KLIQ is het vormingscentrum van çavaria; çavaria krijgt jaarlijks al 296.750, 25 euro. U geeft daar nog eens 165.000 euro bij. Vrienden van Hart boven Hard behoeft, denk ik, geen uitleg. We kennen allemaal Hart boven Hard als een groepering van extreemlinkse organisaties. Ze gebruiken uiteraard geen Vlaams logo – stel u voor dat zij iets met Vlaanderen te maken zouden willen hebben – maar ze ontvangen wel 172.000 euro belastinggeld. En dan, onder het motto ‘bewaar het beste voor het laatste’: deze regering – u dus, minister-president – geeft 172.500 euro aan Refu Interim. Refu Interim wil de sociale en professionele zelfredzaamheid van nieuwkomers bevorderen door hen te steunen in hun traject naar werk. Wie verstaan zij onder nieuwkomers? Wel – zo staat er –: “asielzoekers, vluchtelingen en andere groepen met een recente migratie-ervaring”.
U zult vast mensen op het terrein kennen. Ik ken die ook en ik ben daar mijn oor eens te luisteren gaan leggen. Dat zijn illegalen die geld krijgen, Vlaams belastinggeld. Met zo’n Vlaamse Regering hebben we helemaal geen socialisten meer nodig. Zeven van die organisaties gaan van start met een decretaal minimumbudget van 150.000 euro. De andere elf organisaties krijgen een subsidie van maximaal 172.500 euro. Voor het merendeel van de instromers is dat echter een lager bedrag dan de beoordelingscommissie geadviseerd had. Dat zou er nog moeten bijkomen, maar toch heb ik enkele prangende vragen aan u en ik vrees veel Vlamingen met mij.
Mijn eerste vraag: wat zijn de elementen die u aan de dag legt om te verantwoorden dat al die genoemde organisaties überhaupt een eurocent van ons Vlaams belastinggeld krijgen?
Een tweede vraag, misschien iets specifieker: Refu Interim zou werk bieden aan illegalen. Kunt u dat bevestigen? Verschillende onderzoeksjournalisten menen dat in uw plaats wel. Is dat niet in strijd met verschillende wetten en decreten in ons land? Er worden immers illegalen betaald met Vlaams belastinggeld. Laat dat goed doordringen. Of ziet u daar geen probleem in?
Vrienden van Hart boven Hard, die naam zegt natuurlijk genoeg, is een politieke beweging. Hoe verklaart u subsidies voor een politieke beweging? Hetzelfde geldt voor Furia.
KLIQ is het vormingscentrum van çavaria. Dat krijgt al jaarlijks subsidies. Is dat volgens u niet twee keer langs de kassa passeren voor dezelfde vereniging? Met andere woorden, een schunnige constructie.
Een voorlaatste vraag: zeventien van die achttien nieuw erkende verenigingen gebruiken niet het logo van de Vlaamse overheid. Nochtans ontvangen ze wel al subsidies. Dat mag niet. U weet dat. Dat is een overtreding. Welke maatregelen zult u nemen tegen die overtreding?
En tot slot: welke andere initiatieven plant u om eindelijk eens werk te maken van een stopzetting van dit gesubsidieerd politiek activisme?
Veel vragen, hopelijk veel antwoorden. Dank u wel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, zoals u van mij gewend bent, zult u inderdaad veel antwoorden krijgen op uw vragen. Ik moet op voorhand zeggen dat ik, voor ik partijpolitiek actief werd, politiek actief ben geweest in een gesubsidieerde socioculturele vereniging. Niet van de strekking die u daarnet heeft genoemd, maar van een andere strekking. Die werd toen ook door ministers van Cultuur gesubsidieerd omdat die vereniging een goede werking had. Dus ik hoop echt dat we nooit in een Vlaanderen terechtkomen waar het toekennen van subsidies aan organisaties afhankelijk is van de kleur van de minister of van het humeur, van de gezindheid of weet ik veel van wat van de minister. Trouwens, mijnheer Brusselmans, ik denk dat u, in uw geval, en de organisaties waar u voor staat misschien lang zouden kunnen wachten op een euro subsidie. Dat wil ik als intro zeggen. Ook als minister heb je de decreten en de uitvoeringsbesluiten toe te passen – decreten die een meerderheid halen in het Vlaams Parlement – welke kleur en welke gezindheid je ook hebt. Ik ben blij in het verleden dat we subsidies toegekend konden krijgen op een objectieve manier en niet op een manier die afhankelijk was van de kleur van de minister.
Ik ga nu in op de verschillende vragen. Wat zijn de elementen om te verantwoorden dat de organisaties die u noemt, subsidies krijgen?
Mijnheer Brusselmans, ik wil eerst en vooral stilstaan bij de kern van sociaal-cultureel volwassenenwerk, waar het gaat om in een open en solidaire samenleving, mensen en het middenveld te ondersteunen om onze samenleving dagelijks mee invulling te geven, dagelijks vorm te geven en mensen een stem te geven, en mensen te laten participeren. Democratie leeft bij gratie van meerstemmigheid en dialoog. Wat u bestempelt als activisme of links activisme, is een persoonlijke waardering die u geeft over bepaalde organisaties. Ik denk dat veel van die organisaties het zelfs met die stempel die u erop drukt, eens zullen zijn. Maar ik ga me daar hier niet aan bezondigen.
De toekenning van de structurele werkingssubsidies gebeurt op basis van het beoordelingskader dat is ingeschreven in het decreet van 7 juli 2017 houdende de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Op basis van het decretale beoordelingskader adviseerden de beoordelingscommissies in 2020 om achttien nieuwe organisaties tot het decreet toe te laten. De Vlaamse Regering volgde dat advies.
Een eerste evaluatie van de werking van die organisaties en van de wijze waarop deze werking aansluit bij het decretale beoordelingskader vindt plaats in 2023 door middel van de visitatieronde die in het decreet staat ingeschreven. Dat is het kader waarin dat gebeurt.
Dan uw specifieke vraag over specifieke organisaties, Refu Interim. Ik ben uiteraard tegen alle vormen van illegale tewerkstelling of van tewerkstelling van illegalen. Ik ontvang op geen enkele manier signalen van de administratie dat er in de cultuursector illegale tewerkstelling plaatsvindt. Als dat toch het geval zou zijn, dan is dat materie voor de bevoegde arbeids- of sociale inspectiediensten. Maar goed, ik zal dat laten onderzoeken want ik zou ook niet willen dat na verloop van jaren zou blijken dat we dergelijke praktijken gesubsidieerd zouden hebben. Ik zal aan mijn administratie vragen om specifiek daarnaar te kijken voor die organisatie.
Wat betreft Vrienden van Hart boven Hard en de subsidies voor een politiek vehikel, verwijs ik naar mijn antwoord op vraag een. Een van de doelstellingen van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk is het versterken van een duurzame democratische samenleving. In een gezonde en volwassen democratie kunnen civiele actoren samenlevingsvraagstukken op de politieke agenda plaatsen. Het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk subsidieert daarom organisaties die maatschappelijk activerend werken door het publiek maken van gedeelde samenlevingsvraagstukken, mits er een aantoonbare kwaliteitsvolle werking is die voldoet aan de decretale beoordelingscriteria. Dat geldt voor organisaties zowel van links als van rechts als van het centrum.
Voor Furia stelt u dezelfde vraag. Dus ik verwijs naar mijn antwoord op de vorige vraag.
KLIQ is het vormingscentrum van çavaria. U vraagt of dat niet twee keer langs de kassa gepasseerd is. De aanvragen voor structurele werkingssubsidies sociaal-cultureel volwassenenwerk worden volgens het decreet door de administratie getoetst aan de decretale ontvankelijkheidsvoorwaarden. Dat omvat een tijdige indiening, het niet-commercieel karakter van de rechtspersoonlijkheid van de aanvrager, een vestiging in het Nederlandse taalgebied of Brussel-Hoofdstad, het beschikken over een voltijds personeelslid, het gebruik van het Nederlands voor de subsidieaanvraag en het aantonen van een sociaal-culturele werking van minstens twee jaar.
De kwaliteit van de aanvragen werd in overeenstemming met het decreet door de beoordelingscommissies getoetst aan het decretale beoordelingskader. De nieuwe organisaties waarvan de aanvraag voldeed aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden en waarvan een kwaliteitsvolle werking werd aangetoond, werden toegelaten tot het decreet.
Zeventien van de achttien verenigingen gebruiken niet het logo van de Vlaamse overheid. Als die analyse klopt, en ik heb geen redenen om die in twijfel te trekken, is dat een ernstig probleem. Titel 6 “Algemene bepalingen”, artikel 53 van het decreet stipuleert immers dat gesubsidieerde sociaal-culturele volwassenenorganisaties in alle gedrukte en digitale communicatie, in het kader van hun sociaal-culturele werking de steun van de Vlaamse Gemeenschap vermelden door het logo van de Vlaamse overheid en het bijbehorende bijschrift te gebruiken, zoals is vastgesteld door de Vlaamse Regering. Ik zal de administratie de opdracht geven om dat strikt op te volgen.
Welke andere initiatieven plant de minister nog met betrekking tot dergelijk gesubsidieerd politiek activisme? Ik verwijs naar mijn antwoorden op vragen een en drie, die gecombineerd het antwoord op die vraag zijn.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord. Ik zal eerst beginnen met het positieve en dat is dat ik tevreden ben dat u bereid bent om Refu Interim op dat vlak te laten onderzoeken, alsook de kwestie met betrekking tot de Vlaamse logo’s. Maar tot daar het positieve natuurlijk.
Laten we duidelijk zijn: ik pleit hier niet voor een stopzetting van het subsidiëren van links politiek activisme en dan het rechts politiek activisme te blijven financieren. Neen, voor mij en voor mijn fractie, voor mijn partij, moet er geen enkele politiek activistische beweging gesubsidieerd worden. Om daar dan elke keer de Vlaamse Volksbeweging (VVB) of iets anders bij te halen, want ik hoor de rest al komen … Er is natuurlijk een groot verschil tussen een sociaal geëngageerde vereniging als de VVB en Vrienden van Hart boven Hard. Dat verschil is er ook op het vlak van politieke voorkeur, maar voornamelijk op het vlak van de criteria waaraan een vereniging moet voldoen.
U hebt daar blijkbaar een andere mening over. Dat mag. Dat is natuurlijk uw goed recht. Maar dan moeten we er wel van uitgaan, als we dat toch gaan doen, elke strekking subsidiëren, dat daar een level playing field moet zijn bij onder meer de commissies die daar adviezen over uitbrengen.
Maar wat stellen we vast? Dat is er niet. Laat ons bijvoorbeeld eens kijken naar beoordelingscommissie G. Beoordelingscommissie G fungeert als trechter en filter voor elke nieuwe vereniging die ooit hoopt te rekenen op subsidies van de Vlaamse overheid. Het spreekt dus voor zich, beste collega’s, dat die commissie strategisch cruciaal is en beslist welke organisatie of initiatief het verdient om subsidies te krijgen. Nu, ik heb niet alle tijd, zoals in mijn eerste vraagstelling, om alle namen in die commissie nog eens op te sommen, maar ik raad de burgers zelf aan, en u ook, collega’s, om eens een kijkje te gaan nemen. Want dat lijstje, dat gaat van ex-voorzitters van Amnesty International tot drijvende krachten van Hart boven Hard. Tiens, toch niet verwonderlijk, zeg, dat die laatste ondertussen ook nog zichzelf bediend heeft? Een eenvoudige ‘wie is wie’ van de leden van die beoordelingscommissie G illustreert dat je als vereniging in dit land maar beter de juiste politieke kleur hebt.
Minister-president, als u bij uw standpunt blijft, dan moet er een ‘level playing field’ zijn. U bent als minister bevoegd om zelf de externe experten voor die beoordelingscommissies aan te duiden. Waarom bevinden die zich nog altijd unisono aan de linkerkant van het politieke spectrum, waarom grijpt u dan niet in? Het is het een of het ander. Aan u het antwoord.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Collega Brusselmans, er zal ik-weet-niet-wat moeten gebeuren vooraleer wij ideologisch ooit eens op één lijn zullen zitten. Ik ga er zelfs niet aan beginnen om te proberen u te overtuigen. Dus dan ga ik het misschien proberen op een theoretische manier. Hoe denkt u dat er subsidies uitgereikt moeten worden? Ik denk dat u het erover eens bent dat we sociaal-cultureel werk verder moeten subsidiëren. Als u daar al zegt dat het niet meer hoeft, dan denk ik dat de discussie daar stopt. Maar goed, dat betekent dan ook dat u bijvoorbeeld de Vlaamse Volksbeweging niet meer zou subsidiëren. Ik snap eigenlijk dat u zegt: ‘Ik ben pro subsidies.’ Goed. En dan heb je verschillende manieren waarop je dat kunt doen. Zoals de Romeinse keizers: duimpje omhoog en duimpje naar beneden. Dat kunnen we doen. Maar goed, de Romeinen, een fijn volkje, maar ik zou toch die gewoonte niet overnemen. Dan kun je het tweede doen. Je kunt gaan beoordelen puur op kwantiteit. We gaan vinkjes zetten. En vroeger gebeurde dat in het decreet Sociaal-cultureel werk. Toen werd er gekeken naar hoeveel leden je had, over hoeveel provincies en met hoeveel activiteiten. Check, check, check, check, en dan kreeg je subsidies. Dat is eigenlijk bijna een algoritme: ‘Computer says no.’ Ik denk dat u daarmee ook problemen gehad zou hebben. Want dan zouden die vermaledijde linkse activisten misschien ook gesubsidieerd kunnen worden, want ze hadden hun kwantiteit van checks gehaald.
En dan heb je de derde mogelijkheid. En de derde mogelijkheid is dat noch u, noch ik, noch de minister-president kunnen zeggen: het is goed of het is niet goed. Nee, we laten dat over aan objectieve commissies, een objectieve administratie, die gaat kijken of het beleidsplan dat is ingediend klopt, of de remediëring klopt die men in het verleden heeft gedaan en of de organisatie heeft gedaan wat ze beloofd heeft in haar beleidsplan. En op basis van een volledig, geïntegreerd advies gaat de minister dan een beslissing nemen. En ik denk, mijnheer Brusselmans, dat dat de best mogelijke, objectieve, juiste manier is. En niet de manier, waarbij bijvoorbeeld Refu Interim, omdat dat in uw ogen tot de linkse strekking behoort, niet zou mogen ondersteund worden omdat u niet van die strekking bent. Dat zou ik een heel kwalijke evolutie vinden. En dan nog specifiek Refu Interim. Ik vind het goed, minister-president, dat u dat onderzoek zult doen. Ik ken de organisatie persoonlijk zeer goed. En ik stel u voor, mijnheer Brusselmans – we wonen niet ver van elkaar –, kom eens een keer naar Gent, ik nodig u uit, en we gaan samen eens een bezoekje brengen aan Refu Interim. Misschien kan ik u op die manier toch wel overtuigen.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. En ik dank zelfs mijnheer Brusselmans om die vraag te stellen, want eigenlijk legt hij het bewijs op tafel dat ons decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk, zoals we het hier allemaal met heel veel kennis en enthousiasme gezamenlijk hebben goedgekeurd, gewoon goed werkt. Hier ligt het bewijs op tafel dat het functioneert, en dat we bovendien gelijk hadden toen we bij de aanvang van deze legislatuur heel kritisch waren over de eerste hervormingen die daar op tafel lagen. U herinnert zich nog wel de woelige tijden net voor Kerstmis, die we gelukkig hebben kunnen afwenden.
Kortom, bij dezen, het is precies suikertijd, nogmaals, minister-president, ik ben blij dat jullie die adviezen correct gevolgd hebben. Laat ons er vooral op toezien dat we het decreet, zoals het nu is uitgedacht en functioneert, zo houden. Dat wil niet zeggen dat we dat niet kritisch zullen bekijken, dat moeten we altijd blijven doen.
Ik wil nog met een volgende bedenking eindigen. Ik denk dat jullie zich nog wel allemaal de heer Sus Verleyen herinneren, de legendarische hoofdredacteur van Knack. Hij schreef daar op 10 januari 1996 de volgende wijze woorden: “Een mens kan toch niet illegaal zijn? Ja, zij overtreden een wet, maar wie andere wetten overtreedt, is daarom al evenmin een illegaal.” Met het wijze besluit: “Mensen moeten toch niet ontmenselijkt worden.” Voordat we zware discussies over illegaliteit voeren, zou ik toch willen dat we deze bedenking even in ons achterhoofd meenemen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, dank u voor het antwoord, waarin ik mij volledig kan vinden. Collega Brusselmans, bedankt om hier deze vraag te stellen en om een en ander nog eens heel duidelijk en scherp te stellen. Wat u met uw vraagstelling duidelijk hebt gemaakt, is dat u het Vlaamse middenveld niet kent en dat u ook het leidende principe van het civiele perspectief niet kent, maar ook dat u de werking van de organisaties die u noemt niet kent. Ik zou kunnen doorgaan op çavaria, dat ik redelijk goed ken. U gooit alles op een hoop. Çavaria is de koepel van al die provinciale regenbooghuizen, die allemaal een heel goede werking hebben. Als gevolg van een aantal hervormingen in het verleden wordt de subsidie naar çavaria gestort en moeten zij dat verder doorstorten ... (onverstaanbaar). Maar dat klopt niet. Maar bon, we moeten niet in die details treden.
U spreekt hier over het politieke activisme van die organisaties. Ja, ongetwijfeld zit er wel wat politiek activisme bij een deel van die organisaties. Dat is ook een van de rollen die het middenveld moet en kan spelen: een stem geven aan mensen wier stem anders niet wordt gehoord. Maar is dat allemaal politiek activisme? Die vegan oproep om gezond te eten en daarrond te sensibiliseren: ik weet niet wat daar het politiek activisme van is. Maar bon, zelfs dan nog is dat geen probleem.
Dat brengt mij bij dat civiele perspectief. Dat houdt in dat middenveldorganisaties met hun werkzaamheden inspelen op noden in de samenleving waar de overheid misschien nog te weinig op inspeelt. Dat doen zij vanuit een inherente meerwaarde. Dan is het niet de bedoeling dat we ze als verlengstuk zien van deze overheid, met haar wisselende coalities, of als een verlengstuk van het overheidsbeleid, maar wel op basis van hiaten die er zijn. Daar kan inderdaad soms wat politiek bij komen kijken. Maar dat civiele perspectief hoort bij een democratie. Je moet stemmen uit de kritische oppositie ook subsidiëren. Anders glijd je af naar situaties zoals in Polen en Hongarije, waar enkel de gelijkgezinden worden gesubsidieerd. Pas dan, collega Brusselmans, doen we aan een politiek activisme dat problematisch kan zijn. Dan wordt maar één strekking, één stem, gehoord.
Minister-president, ik ben heel blij dat u heel duidelijk stelt dat het niet mag afhangen van de kleur van een minister of regering wie al of niet subsidies gaat krijgen. Collega D’Hose heeft dat heel juist geschetst: dat is de ... (onverstaanbaar). Dat gebeurt met visitaties en beoordelingen. Nadien komt er inderdaad een beslissing van de minister en de regering die de subsidies toewijst.
Het civiele perspectief is voor mij het leidende principe voor ons sociaal-culturele middenveld. Minister-president, hanteert u dat ook als uw leidende principe? Maar eigenlijk heeft u bij de inleiding van uw antwoord zonder de term ‘civiele perspectief’ in de mond te nemen heel duidelijk gemaakt dat u daar ook achter staat.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil om te beginnen de minister-president feliciteren voor zijn sterke en heldere antwoorden, zoals een echte staatsman betaamt. Het was klaar en duidelijk. Dat is goed, want het is cruciaal voor onze democratie dat beslissingen over subsidies aan ons rijke sociaal-culturele veld, aan het middenveld, niet afhangen van de kleur van de minister.
Mijnheer Brusselmans, de heer Van de Wauwer zei het al, u geeft hier echt aan dat middenveld niet te kennen. Dat is zeer problematisch als u er uitspraken over wilt doen. Vooral toont uw perspectief aan dat het goed is dat geen enkele partij met uw partij wil besturen. Dat zou de doodsteek zijn voor ons rijke kleurrijke en diverse middenveld, en dus ook voor onze democratie. Het is zeer goed dat u hier zo 'outspoken' bent.
Ik treed de heer Pelckmans bij. Precies dat u hier die vraagt stelt, toont dat ons sociaal-cultureel werk werkt. Ik zou eigenlijk de collega’s van de meerderheid en de minister-president willen oproepen om dat te erkennen en geen tweede poging te doen om een nieuw decreet neer te leggen. Ons huidige decreet is immers zeer zeer goed.
Mijnheer Van de Wauwer, dat civiele perspectief is inderdaad cruciaal voor dat middenveld. Zij zijn de motor van sociale verandering. Zonder dat middenveld, zonder die verenigingen hadden we nooit zover gestaan inzake vrouwenrechten, inzake rechten voor lgbtq’s. Ook zaken als autodelen en ecologie zijn zo gegroeid. Het borrelt en komt op de duur in het beleid terecht. Zij zijn daar vitaal.
Dat is de reactie voor mijn fractie, vanuit een behoorlijke verontwaardiging.
Mijnheer Brusselmans, iedereen is blij met uw vraag. Wel, ik ook. Ik sluit me aan omdat we vaak het verwijt krijgen – deze eenvoudige dienaar ook – dat het onze bedoeling is om dwars door de instellingen heen alleen nog maar dat te willen doen waarvoor we gelijkgezinden vinden. Het antwoord van de minister-president toont juist aan dat dit verre, verre van onze bedoeling is.
De wijzigingen rond het sociaal-cultureel volwassenenwerk staan in het regeerakkoord en die gaan we uitvoeren, net niet om bepaalde voorstellen van de heer Brusselmans teniet te doen, maar om het decreet beter te maken. Dit is inderdaad essentieel voor onze democratie.
Wat zou er gebeurd zijn met de holebibeweging als zij niet gesubsidieerd noch ondersteund werd? Wat zou er gebeurd zijn met de vrouwenbeweging indien zij niet ondersteund was? Zo is er een hele reeks van sociaal-culturele organisaties. Sommige zie ik graag, sommige zie ik minder graag, sommige zien mij graag, en sommige zien mij helemaal niet graag. Dat is niet de essentie.
We gaan toch geen lijstjes opstellen van wie we wel en wie we niet willen? Het middenveld is de kern van een democratie. Er zijn golven, bewegingen, ideeën die borrelen in onze maatschappij. Sommige zullen misschien goed zijn, sommige vind ik niet goed, maar dat is van geen belang. Ze moeten de kans krijgen, dat civiele perspectief, om zich te ontplooien. Sommige ideeën borrelen verder door, andere niet. We moeten ze wel de kans geven.
We willen niet verglijden in een maatschappij waarin wij gaan bepalen wie mag en wie niet mag. Daarvoor zijn er commissies. Als er elementen zijn die echt niet kunnen, die niet conform het decreet of de wet zijn, dan moeten die worden aangepakt. Laat ons alstublieft niet gaan bepalen wie mag en wie niet mag volgens onze eigen voorkeuren. Dat is gewoon niet de-mo-cra-tisch. Dan vervalt men snel in enge, enge toestanden.
Laat ons eerlijk zijn: we hebben het al vaak moeten opnemen voor onze westerse democratie. Dit is nu werkelijk een pijler daarvan.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik wil nog twee elementen duidelijk stellen. Ik denk dat de heer Brusselmans wel gelijk heeft op één vlak: heel dat systeem van pluralisme en brede democratische spanwijdte staat en valt inderdaad met de pluralistische en evenwichtige samenstelling van de commissies. Ik denk dat dat een permanent aandachtspunt moet zijn. Dat is ook een aandachtspunt voor mij, en ik denk voor iedere minister van Cultuur. Die commissies moeten evenwichtig samengesteld zijn. Dat moet niet op een apothekersweegschaaltje afgewogen worden of via een cultuurpact bepaald worden, maar we moeten wel zien dat het brede spectrum daarin aan bod komt. Dat moet permanent bewaakt worden.
Over een tweede element wil ik ook heel duidelijk zijn, mijnheer Pelckmans en mevrouw Segers: we gaan wel degelijk door met de aanpassingen die in het regeerakkoord staan inzake het decreet sociaal-cultureel werk. Jullie hebben dat vorige keer via een ‘truc met de duif’ kunnen uitstellen, maar ik geef u op een blaadje: van uitstel komt geen afstel. Wij gaan wel degelijk die wijzigingen doorvoeren, zoals contractueel tussen de drie partijen werd overeengekomen in het regeerakkoord.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega’s, jullie hebben me allemaal bedankt voor de vraag. Ik zal jullie allemaal bedanken voor de tussenkomsten. Als ik de afgelopen twintig minuten uitknip, dan heb ik eigenlijk al mijn hele campagne om in 2024 te voeren. Hoe jullie hier samenklitten als een bende palingen in een emmer snot om het heilige huisje van de culturele subsidies te beschermen, dat is eigenlijk fantastisch om te zien. Minister-president, u hebt nog nooit zoveel bloemen toegegooid gekregen van de linkerzijde. En waarom? Het zijn natuurlijk hun verenigingen die zij hier lippendienst moeten bewijzen. Het is maar al te gemakkelijk om de hele tijd te doen alsof mijn partij of ikzelf zelf zouden willen beslissen wie wat krijgt en wat niet. Neen, dat is niet zo. En ik ben blij dat u dat wel hebt begrepen, minister-president, blijkbaar in tegenstelling tot alle andere collega’s hier. Wij zijn van oordeel dat die beoordelings- en adviescommissies objectief moeten worden samengesteld, en dat is niet het geval de dag van vandaag. Dat kan iedereen voor zichzelf gewoon uitvissen.
De Vlaamse subsidiepolitiek is rot tot op het bot. Dat staat vandaag perfect beschreven in ‘tScheldt: je richt een vzw op, je zorgt ervoor dat die extreem gesubsidieerd wordt, daar trek je dan de kaart van bijvoorbeeld Biafraanse kinderen, en je bent vertrokken. En naast die vzw maak je allemaal kleine vennootschappen aan, je factureert hevig, het liefst van al laat je die vennootschappen nog oprichten door een stroman – bijvoorbeeld de ‘vrienden van …’ – maar in het slechtste geval doe je het zelf en dan loop je vroeg of laat wel eens tegen de 'urban' lamp. Maar wie is daar natuurlijk het slachtoffer van? Dat is heel de sector die wel goede bedoelingen heeft, dat is deze regering – maar daar zit ik minder mee in – maar het grootste slachtoffer is de Vlaming met wiens belastinggeld dat allemaal betaald wordt.
Ik sluit af: aanstaande zondag organiseren wij met onze partij een digitale studiedag waar een voormalig kabinetsmedewerker van blauwe stempel, een eigenaar van een theaterschool en nog interessante gasten hun hart zullen uitstorten over de wantoestanden van het beleid die zich al decennialang voordoen en waar nog meer vriendjespolitiek met naam en toenaam genoemd zal worden. Ik raad iedereen dus aan – en ik wil jullie ook de link bezorgen, collega’s – om zondag om 11 uur digitaal mee te volgen. Misschien zullen dan jullie ogen opengaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.