Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Om de knelpuntberoepen sneller in te vullen, worden er voltijdse studies georganiseerd in dagonderwijs. Dat zijn de onderwijskwalificerende opleidingstrajecten (OKOT’s) met VDAB-opleidingscontract (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding).
Minister, hoe evalueert u het succes van de onderwijskwalificerende opleidingstrajecten van VDAB?
Op basis van welke criteria wordt de motivatie van kandidaten bepaald? Hoe verklaart u de hoge uitval van de kandidaten?
Bestaan kandidaten veelal uit personen geformuleerd in het huidige doelgroepenbeleid? Zo niet, wie schrijft zich daarvoor in?
Hoeveel langdurig werklozen maken gebruik van OKOT? Hebt u cijfers over de uitstroom naar werk na het volgen van de opleiding? Zo ja, hoeveel procent vindt door die opleiding de weg naar een job?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Malfroot, ik neem uw eerste drie vragen samen en ook uw laatste drie.
Opleiding is de kortste weg naar werk, maar voor heel wat knelpuntberoepen is een doorgedreven technische kennis nodig. Daarom is er soms een langdurend traject noodzakelijk om die kwalificatie te verwerven.
De onderwijskwalificerende opleidingstrajecten of OKOT’s zijn voor de tewerkstelling in vooral die beroepen en sectoren vaak een noodzakelijk traject om succesvol werkzoekenden naar de knelpuntberoepen in die sectoren toe te leiden.
Voor bepaalde knelpuntberoepen op de arbeidsmarkt is een OKOT-traject de meest aangewezen en noodzakelijke weg. Er zijn zeer goede uitstroomresultaten, ik beschouw die trajecten dan ook als zeer waardevol. Het is dankzij de heel grote inspanningen van VDAB dat de structurele krapte in die sectoren toch nog enigszins gelenigd wordt.
Niet iedereen kan zomaar starten aan een OKOT-traject. VDAB besteedt in de voorbereidende fase heel wat aandacht aan het vermijden van een vroegtijdige uitval tijdens zo’n OKOT-traject. Zo worden kandidaten eerst goed geïnformeerd over de opleiding die ze hebben aangevraagd, én over het beroep waar deze opleiding toe leidt.
VDAB geeft in zijn infobrochures uitdrukkelijk mee dat OKOT-trajecten zware trajecten zijn. De werkzoekende gaat een voltijds engagement aan dat tot veertig lesuren per week kan oplopen. Nadien wordt de werkzoekende uitgenodigd voor een gesprek bij de VDAB-bemiddelaar. Op dit gesprek komen een aantal thema’s aan bod, zoals het inzicht in de opleiding en het beroep, de motivatie om zich voor deze opleiding in te schrijven, randvoorwaarden zoals mobiliteit en kinderopvang, enzovoort. Daarnaast worden ook de competenties van de potentiële kandidaten in kaart gebracht. Bij de zorgopleidingen bijvoorbeeld wordt in het gesprek gepeild naar een aantal competenties als empathie en contactvaardigheid. Op basis van dat gesprek wordt er beslist. Als blijkt dat de opleiding niet het best passende traject is voor de werkzoekende, wordt een alternatief gezocht.
Van de 1167 werkzoekenden die hun OKOT-opleiding stopzetten in 2019 bleek dat 430 van hen niet geslaagd waren voor een deel van de opleiding. 16 procent van de stopzettingen hebben als reden langdurige ziekte en 11 procent van de stopzettingen is er omwille van een gevonden tewerkstelling.
We zien dus dat, zeker in de langdurige opleidingen, de combinatie tussen studie en gezinsleven niet evident is en dat dit een belangrijke oorzaak van uitval is. Dat wil niet zeggen dat dit een verloren investering is. De opgedane competenties worden meegenomen in het klantendossier, zodat die mee ingezet kunnen worden bij de verdere bemiddeling.
Van de werkzoekenden die in 2019 hun opleiding niet positief beëindigden was trouwens bijna de helft, 44 procent, binnen de drie maanden aan het werk. Men heeft dus wel skills opgedaan in die opleiding.
Wat betreft uw vraag over doelgroepen is het uiteraard logisch dat de OKOT-opleidingen op niveau van het tweedekansonderwijs net bedoeld zijn voor kortgeschoolde werkzoekenden. Zij kunnen door middel van deze OKOT-opleidingen competenties aanleren om in een knelpuntberoep tewerkgesteld te worden, maar daarnaast behalen ze ook hun diploma secundair onderwijs. Dat is een meerwaarde op langere termijn. Zulke OKOT-opleidingen zijn bijvoorbeeld slager, bakker of onderhoudsmecanicien. Over alle OKOT-opleidingen heen zien we dat 34 procent van de deelnemers behoort tot minstens een van de kansendoelgroepen.
Als we kijken naar het aantal geregistreerde opleidingen voor eerstejaars in 2019, zien we dat 77 procent van de werkzoekenden minder dan 1 jaar werkzoekend is. 13,59 procent was tussen 1 en 2 jaar werkzoekend, iets meer dan 9 procent was meer dan 2 jaar werkzoekend bij aanvang van het traject.
Van de werkzoekenden die hun opleiding positief beëindigden in 2019, waren acht op de tien binnen de drie maanden aan het werk. Dit toont duidelijk aan dat de inspanning van de werkzoekende én de investering van de overheid in het kader van de OKOT-opleidingen effectief een lonende zaak zijn.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik ben blij verrast dat er zoveel goede resultaten geboekt worden. Ik zou zeggen: doe zo voort! Dat is een belangrijke manier om de mensen in die knelpuntberoepen te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.