Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, asbestverwerking is een van de thema’s die we hier al een aantal keren behandeld hebben, en terecht. Op 12 oktober kwam er protest tegen de verwerking van asbest in Harelbeke, in de omgeving van een bedrijf waar er veel stofhinder was voor de buurt. Bij het bekijken van de problematiek werd naar de droogte en de bijhorende waterbevoorrading verwezen. Het bedrijf erkende in een persbericht dat de buurt te lijden had onder stofhinder. Het liet een aantal opmerkelijke zaken optekenen in zijn persbericht, namelijk dat het door de waterschaarste niet genoeg had kunnen besproeien, dat de waterbevoorrading niet kon worden gegarandeerd en dat dus de stofbeheersing niet efficiënter werd aangepakt.
Ik vind het persoonlijk onbegrijpelijk dat een probleem in de waterbevoorrading wordt aangehaald om het probleem niet aan te pakken. Zeker voor een bedrijf dat asbest zou willen verwerken, zijn er oplossingen nodig voordat men met dat soort zaken begint. Ik heb naar aanleiding van dat incident een aantal vragen, minister.
Werd er elders in Vlaanderen ook extra stofhinder gemeten bij asbestverwerkers afgelopen zomer? Werden er deze zomer metingen gedaan naar de stofhinder door dit bedrijf of de bevoegde autoriteiten? Werd de hogere stofoverlast in die metingen vastgesteld? En wat werd er toen gedaan?
Er wordt gesproken over stofbeheersende maatregelen vanwege de overheid. Welke zaken werden daar precies afgesproken? Wie doet wat? Hoe wordt opvolging voorzien? En is tot slot geweten of de stofhinder schadelijke componenten bevatte en een risico kan vormen voor de gezondheid van de omwonenden die stofhinder ondervinden?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Perdaens, dit is een terechte vraag. Stofhinder kan op zich niet gemeten worden. Om een juiste inschatting te kunnen maken van de hinder, voeren toezichthouders van de afdeling Handhaving, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten, inspecties uit en controleren ze of het bedrijf de algemene en bijzondere voorwaarden van de vergunning naleeft. Controles door de afdeling Handhaving bij asbestverwerking en stortplaatsen zijn meestal gericht op de effectieve uitvoering van maatregelen die genomen worden om vezelverspreiding te voorkomen.
Het gebrek aan water gedurende een droogteperiode geldt niet als excuus om geen reducerende maatregelen te nemen om stofhinder te voorkomen. Met stofimmissiemetingen monitort de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de milieukwaliteitsnormen voor lucht. Er zijn geen aanwijzingen van abnormale overschrijdingen in het gebied waar dit bedrijf is gelegen.
Stofhinder wordt op zich dus niet gemeten. Er werden deze zomer geen metingen uitgevoerd door het bedrijf, noch door de afdeling Handhaving of andere instanties. Toezichthouders van de afdeling Handhaving hebben in het jaar 2020 vier inspecties uitgevoerd in en rond het bedrijf om de klachten in verband met stofhinder te beoordelen en na te gaan of er abnormale hinder was. Op het ogenblik van de inspecties kon er geen abnormale hinder worden vastgesteld. Tijdens een van de inspecties heeft het bedrijf aan de toezichthouder gemeld dat het bedrijf problemen heeft om voldoende water ter beschikking te hebben om de hopen grond en puin te besproeien om stofhinder te voorkomen. Het bedrijf beschikt niet over een grondwaterwinning en krijgt geen captatievergunning meer van de Dienst der Waterwegen om water op te pompen uit het kanaal Kortrijk-Bossuit. Ondertussen is door het bedrijf wel, op aangeven van de toezichthouder, een project gestart om het effluent van een nabijgelegen bedrijf te kunnen gebruiken. Het bedrijf hoopt tegen de zomer van 2021 gezuiverd afvalwater van dat bedrijf te kunnen gebruiken om de hopen te besproeien en vochtig te houden.
In de milieuwetgeving zijn er algemene voorwaarden opgenomen om stofhinder en stofverspreiding te voorkomen bij bedrijven die gebruikmaken van stuifgevoelige producten. Inrichtingen met een opslagcapaciteit voor stuivende stoffen van meer dan 50.000 vierkante meter grondoppervlakte, zoals dit bedrijf, zijn verplicht om een stofrapport op te stellen. In 2014 liet het bedrijf een stofrapport opstellen. De milieuvergunning van het bedrijf uit Harelbeke vervalt op 15 februari 2021, waardoor het bedrijf verplicht was om tijdig een volledig nieuwe vergunningsaanvraag in te dienen. Het bedrijf heeft deze zomer een nieuwe aanvraag ingediend. Gezien de vele bezwaren tijdens het openbaar onderzoek, werd de nieuwe omgevingsvergunning door de deputatie in oktober 2020 slechts voor een jaar op proef verleend. In dat besluit werden ook heel wat bijzondere voorwaarden opgelegd, onder andere om stofhinder te voorkomen. Zo moet er een update worden gemaakt van het stofrapport uit 2014 door een erkende deskundige. In het kader van die proefvergunning zal de afdeling Handhaving, na afloop van de proefperiode, een evaluatieverslag opstellen. In dat verslag zal worden opgenomen of de bijgestelde bijzondere voorwaarden voldoende zijn om de stofhinder voor de omgeving tot een minimum te beperken.
Het bedrijf heeft, gezien de vele bezwaren, de aanvraag voor de behandeling van gronden en/of puin met asbest weer ingetrokken. De toezichthouders van de afdeling Handhaving blijven het bedrijf, net als omliggende bedrijven die ook stofhinder kunnen veroorzaken, op de voet volgen met onaangekondigde inspecties.
Bij de afdeling Handhaving werden geen meldingen ontvangen van overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen in de buurt van het bedrijf. Er worden door de Onpartijdige Instelling voor de Controle van de Bouwproducten (COPRO) en door de afdeling Handhaving geregeld staalnames gedaan van het zeefzand. En daarin worden de asbestnormen niet overschreden.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat ook dit dossier heel ernstig wordt genomen en heel nauwkeurig wordt opgevolgd. Mijn voornaamste bezorgdheid was dat het gebrek aan water door de droogte werd ingeroepen als reden om stofhinder niet te kunnen voorkomen. Ik ben heel erg blij dat u aangeeft dat dat geen excuus is, en terecht. En ik ben nog blijer dat het bedrijf, ook op aangeven van de toezichthouder, een project gestart is om het effluent van een nabijgelegen bedrijf te kunnen gebruiken. Dat is heel positief. Het zal nog positiever zijn als het ook effectief wordt waargemaakt, want we zijn daar natuurlijk nog niet.
Belangrijk voor de buurt en het milieu is dat na de nieuwe proefvergunning van een jaar een evaluatieverslag volgt, waarin de bijgestelde bijzondere voorwaarden voldoende moeten zijn om de stofhinder voor de omgeving tot een absoluut minimum te beperken.
U sprak ook nog over onaangekondigde controles door de dienst Handhaving. Dat is een van de weinige manieren om effectief controle te kunnen gaan uitvoeren op de dagdagelijkse werking. Hebt u er als minister zicht op hoeveel controles er sinds de nieuwe proefvergunning al plaatsvonden? De proefvergunning is maar voor een jaar. Ik neem aan dat er verschillende onaangekondigde controlemomenten ingepland worden.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, het is niet het eerste dossiertje rond asbest dat in de commissie aan bod komt of in de media verschijnt. Blijkbaar zijn er toch heel wat problemen met bedrijven die met asbest werken, maar ook vaak met stortplaatsen. Minister, ik wil u vragen om voldoende te handhaven. Hebt u plannen in die richting, om dat nog meer en beter te doen?
Dat soort flutargumenten, dat er onvoldoende water is om stofhinder te vermijden, kan er bij mij echt niet in. Dat is echt de mensen als kleuters behandelen. En zoals collega Tobback al zei, is het hier geen kleuterklas, maar een parlement. Als burgers terechte klachten hebben, moet men die ook echt au sérieux nemen. Anders haalt dat het draagvlak voor dat soort bedrijven helemaal onderuit.
Er zijn bedrijven die werken met een soort rode knop of een meldknop voor als er een probleem is. Ik wil u vragen om ook rond asbestdelicten of -incidenten een soort meldingssysteem op te zetten. Ik denk dat heel veel mensen daar echt mee geholpen zouden zijn. Hopelijk is het vaak loos alarm, maar in de gevallen dat dat niet zo is, kan het voor mensen een groot verschil betekenen.
De heer Pieters heeft het woord.
Collega’s, we hebben het daar in de hoorzitting uitgebreid over gehad, en dit is nu weer zo’n fenomeen. Als een bedrijf een vergunning heeft, dan moet het aan die vergunningsvoorwaarden kunnen voldoen. Alle andere redenen waarom het misgaat en mis kan gaan, dat zijn flutargumenten, zoals collega’s hier al zeiden. Het gaat echter niet alleen over Vlaamse, maar ook over internationale bedrijven, want meestal worden er ook internationale aanbestedingen gedaan. Als er ergens afbraakwerken zijn, worden ook die buitenlandse firma’s daarop geattendeerd, of wordt onderzocht of zij de voorwaarden ook allemaal naleven? In welke mate kan dat bij hen worden beoordeeld of kunnen eventueel de vergunningen worden ingetrokken? Nogmaals, zoals ook de collega al zei, de handhaving is in dezen zeer voornaam. Er worden immers heel snel, ongezien bijna, overtredingen begaan. Dit is er pas als hier of daar iemand toevallig daarop zicht krijgt en reclameert, en dikwijls krijg je die reclamatie dan nog van vergunde bedrijven. Als een bedrijf wordt vergund, dan zijn de prijzen ook navenant: ook gezien die prijzen moeten ze dus een inspanning doen om aan die voorwaarden te voldoen, om die vergunning terecht te maken.
Minister, de collega’s hebben er al naar verwezen: we hebben vorige week een enorm interessante hoorzitting gehad in deze commissie met betrekking tot asbest. Dat ging heel breed. U hebt allicht al vernomen van uw kabinet dat er heel veel goede suggesties werden gegeven. Sommige collega’s hebben er vandaag enkele uitgelicht, maar uiteraard raad ik u als voorzitter aan om alle suggesties die werden meegegeven, grondig onder de loep te nemen, want er zaten heel wat interessante zaken bij voor een goed beleid en een goede Vlaamse aanpak.
Minister Demir heeft het woord.
Ons kabinet heeft dat inderdaad ook gevolgd, via onze medewerker. Hij is ook door de suggesties aan het gaan. We zullen dat dus uiteraard bekijken. We hebben dat bijvoorbeeld ook gedaan naar aanleiding van de hoorzitting die jullie hebben gehouden over water. Ik denk dat ik wat dat betreft ook heel veel van jullie suggesties heb meegenomen in het beleid. In dezen zullen we dat dus ook doen.
Collega Perdaens, de gegevens waarnaar u verwees, heb ik niet. Ik zal die dus moeten opvragen. De OVAM zal ons alle info hierover aanleveren, en dan kunnen we dat ook aan u overmaken.
Voor alle duidelijkheid, asbest meten en handhaven is uiteraard van groot belang. We zullen daar ook op blijven inzetten. Wel is het zo dat de aanwezigheid van stofhinder niet altijd wil zeggen dat er meteen ook een probleem inzake asbest zou zijn. Ik denk dat we dat ook wel voor ogen moeten houden. Uit metingen bij veel andere bedrijven en inrichtingen blijkt dat de asbestnormen zelden of nooit worden overschreden. Ik denk dat we die metingen bij bedrijven en andere inrichtingen moeten blijven doen, dat we dat goed moeten monitoren. Dat zullen we dus doen. Ook de VMM houdt dit in het oog, voor alle duidelijkheid. Zij monitoren dat ook mee.
Voor de rest neem ik de suggesties mee die jullie in de commissie hebben gedaan. We zijn dat aan het bekijken, en we zullen daar ook nog op terugkomen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, dank u, zeker ook voor het opvragen van die data. De collega’s verwezen er al naar: tijdens de asbesthoorzitting is er heel wat gepasseerd. Een van de elementen was dat we een extra golf van ziektes zouden moeten trachten te voorkomen, of dat was toch de waarschuwing, dat we daarop risico liepen bij de verwerking. We hebben dat gehad bij het plaatsen van dat asbest, dan bij het aftakelen, en dan moeten we er nu aandacht voor hebben dat die inzameling en die verwerking van asbest correct verlopen.
Die nauwgezette opvolging van die verwerkingsbedrijven, zowel bij het inzamelen en het transporteren als bij de naverwerking, zal dus ongelooflijk belangrijk zijn. Ik denk dus dat het heel terecht is dat u zo inzet op die handhaving. Dit is iets om te blijven monitoren. We moeten ons hiervan bewust zijn als we ervoor willen zorgen dat we dat asbest opnieuw veilig uit onze kring halen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.