Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Voorzitter, midden november 2020 hebben ons de eerste berichten bereikt over een zwaar gewelddadig conflict in Tigray, de meest noordelijke regio van Ethiopië. De Ethiopische premier Ahmed beschouwt Tigray als een opstandige regio. Om die reden heeft de Ethiopische regering naar eigen zeggen een eindoffensief opgezet dat een definitief einde moet maken aan de afvalligheid van de regio.
Het Tigray People's Liberation Front (TPLF) heeft momenteel de leiding over Tigray. De spanningen liepen op nadat het TPLF een aanval had ondernomen op een militaire basis van de centrale overheid waarbij verschillende militairen om het leven kwamen. Dat de Ethiopische premier naar aanleiding van deze aanval geen gesprek wil aangaan met het TPLF om een vredesproces op te starten, is des te frappanter wanneer je weet dat premier Abiy Ahmed in 2019 nog de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.
De Hoorn van Afrika werd voor de escalatie van het conflict al massaal ontvlucht door extreme armoede, hongersnoden en politieke instabiliteit. Deze situatie dreigt nu nog erger te worden dan voorheen het geval was. De Verenigde Naties (VN) spreken van een aanstormende humanitaire crisis met duizenden vluchtelingen en doden. De Europese Commissie (EC) maakte als antwoord al 4 miljoen euro vrij om dringende hulp te voorzien in vluchtelingenkampen in Soedan, waar de vluchtende Ethiopiërs aankomen.
Hoe schat u de huidige situatie en de impact voor Tigray in? Hoe ernstig is deze situatie voor de regio en bij uitbreiding voor het Afrikaans continent?
Hoe evalueert u het antwoord van de Europese Unie (EU) en de VN op dit conflict? Is er vanuit de internationale organisaties voldoende ondernomen om dit conflict te ontmijnen of een escalatie tegen te houden?
Op welke manier kan en zal Vlaanderen de initiatieven binnen EU- en VN-verband steunen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De situatie in Tigray is zeer ernstig en baart de Vlaamse Regering zorgen. De vooruitgang die in Ethiopië geboekt werd na de verwoestende burgeroorlog begin jaren tachtig, wordt sinds 4 november 2020 opnieuw tenietgedaan. Journalisten worden niet toegelaten in het gebied, dus er is geen zicht op hoeveel doden er gevallen zijn bij de gevechten en bombardementen.
De gevechten hebben geleid tot een massale vluchtelingenstroom. Mensen trekken onder meer de grens over naar Soedan, wat de precaire stabiliteit daar op zijn beurt ook zou kunnen verstoren. Voor de omliggende landen, waaronder Soedan, bestaat er dus een reëel risico op een spill-over-effect. Ethiopië is het tweede grootste land van Afrika met 110 miljoen inwoners. Het grenst aan zes landen in de Hoorn Van Afrika, waar de situatie hoe dan ook al volatiel is. Tot nu toe werd Ethiopië beschouwd als een stabiele factor in de regio, maar nu is het land zelf in oorlog.
Er wordt door verschillende hulporganisaties gewaarschuwd voor een humanitaire ramp. Volgens de VN zouden 9 miljoen mensen afhankelijk kunnen worden van humanitaire hulp.
Volgens de laatste berichten zou het Ethiopisch leger Mek’ele, de hoofdstad van de provincie Tigray, opnieuw in handen hebben. Er is momenteel echter een groot tekort aan voedsel en medisch materiaal. Ethiopië heeft op 2 december een akkoord gesloten met de VN dat moet toelaten om humanitaire hulp naar Tigray te sturen. De gevechten hebben dus invloed op de vlotte doorstroom van humanitaire hulp tot het gebied.
De speech van de Hoge Vertegenwoordiger, Josep Borrell Fontelles, van 3 december toont aan dat de EU bezorgd is, en onderstreept heel duidelijk het belang van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten. De EU moedigt Ethiopië aan om een politieke oplossing te zoeken en moedigt dialoog aan, onder meer door het ondersteunen van de samenwerking tussen Ethiopië en de Afrikaanse Unie. Zoals gezegd, heeft de VN aangekondigd dat er een deal is bereikt met de Ethiopische regering. Dat zou onbelemmerde humanitaire toegang mogelijk moeten maken om mensen in nood te bereiken in gebieden die nu onder Ethiopische controle staan.
Vrede en veiligheid zijn thema’s waar Vlaanderen binnen EU- of VN- verband weinig rechtstreekse internationale invloed op kan uitoefenen. Vlaanderen erkent dat er humanitaire noden zijn in het gebied. Mijn diensten ontvingen echter nog geen aanvraag tot steun van erkende hulporganisaties. Wel biedt Vlaanderen steun via jaarlijkse bijdragen aan het Central Emergency Response Fund (CERF), het humanitaire systeem op VN-niveau. Zo wordt er gezorgd voor een snelle, internationaal gecoördineerde respons. In 2020 bedroeg onze CERF-bijdrage 1,2 miljoen euro, op 8 december was er een nieuwe ‘pledge’ voor 2021 en hebben we opnieuw 600.000 euro vrijgemaakt.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Dank u wel, minister-president.
De laatste cijfers tonen inderdaad aan dat er nu al een kleine 50.000 mensen op de vlucht zijn geslagen en dat er dagelijks 1800 mensen de grens met Soedan oversteken, met alle gevolgen van dien. Het is duidelijk dat ons daar een heel grote humanitaire crisis te wachten staat. Ik ben dan ook blij te vernemen dat u in het kader van onze participatie in de VN steun hebt bijgedragen.
Nog een bijkomende vraag, die uiteraard van ondergeschikt belang is, maar toch belangrijk is voor de economische ontwikkeling en de welvaart van de lokale bevolking: hebt u er zicht op of de handelsrelaties tussen Vlaanderen en Ethiopië, die toch vrij aanzienlijk zijn, op de een of andere manier getoucheerd worden door dit conflict?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik ben blij dat er aandacht wordt besteed aan dit conflict.
Mijnheer Nachtergaele, het wringt toch wel een beetje, want u weet dat ik hierover drie weken geleden een voorstel van resolutie heb neergelegd. Dat werd tot nu toe tegengehouden door uw partij. Ik ben blij dat we uiteindelijk toch zijn kunnen landen. Ik ben blij dat u en de minister-president hier erkennen dat er echt een humanitaire ramp aan het ontluiken is. We moeten in de toekomst altijd eerst dat humanitaire aspect voor ogen houden en we moeten geen politieke koppeling maken aan een ander voorstel. We moeten altijd naar de situatie kijken waarrond we willen werken.
Mijnheer Nachtergaele, u haalt een aantal cijfers aan en die zijn echt verontrustend. Het probleem is nog groter, want het gaat potentieel over een half miljoen mensen die in de hoofdstad Mek’ele wonen en een veelvoud daarvan in de hele regio. Het klopt dat er nu een akkoord is gesloten tussen de Ethiopische regering en de VN over internationale hulp, maar er zijn nog altijd problemen met de toegang. Ik hoop samen met u, minister-president, dat er in de praktijk ook effectief toegang zal worden verleend.
Tigray staat nu onder het bewind van de Ethiopische premier, de gevechten zijn nog altijd bezig en dat baart me toch wel zorgen. Er was al hongersnood door een zware sprinkhanenplaag die maanden geleden plaatsvond. De situatie is er dus enorm precair en ik hoop dat we met Vlaanderen een signaal kunnen geven en waar nodig een rol kunnen spelen in het belang van al de mensen daar.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u, mijnheer Nachtergaele, voor deze vraag over deze schrijnende toestand waarvan we alle gevolgen vandaag nog niet kunnen overzien.
Minister-president, u haalde zelf al aan dat journalisten of waarnemers ter plaatse niet worden toegelaten. Dat wil eigenlijk zeggen dat de communicatie volledig verstoord is en dat we geen overzicht hebben. De elektriciteit, het internet, de telefoon, de wegen en de voedselvoorziening zijn afgesloten, dus eigenlijk weten we bitter weinig. We baseren ons vooral op de informatie die we ontvangen van de professoren van de universiteit in Mek’ele in Tigray.
In Kigali hebben we een FIT-kantoor (Flanders Investment & Trade). Heb u met de heer Santkin, onze vertegenwoordiger daar, al contact gehad? Kan hij wat licht werpen op de humanitaire noden van de bevolking ter plaatste?
U wees erop dat de humanitaire organisaties het heel moeilijk hebben om toegang te verkrijgen. Ik weet dat er een aantal konvooien worden voorbereid. Kunt u met uw federale collega, minister Kitir, een gesprek aangaan om proactief al bepaalde stappen te zetten in plaats van vragen om steun af te wachten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik wil toch ook vermelden dat we op dit moment twee ontwikkelingsprojecten in de regio Tigray hebben lopen. Het ene is een WASH-project (water, sanitation, and hygiene) dat getrokken wordt door de Universiteit Gent (UGent), samen met het Rode Kruis en Ingenieurs Zonder Grenzen en gecofinancierd wordt in het kader van het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO). Dat project zou normaal op het einde van de volgende maand aflopen, maar op dit moment hebben we dus geen informatie over de toestand op het terrein. Het andere project van de vzw EthioTrees gaat over ecosystemen en watermanagement en loopt in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Plan Vivo Foundation, en wordt gecofinancierd door het Departement Omgeving. Dat project kadert in de internationale klimaatfinanciering en verkeerde in de opstartfase.
Via het FIT heb ik nog geen informatie gekregen. We zullen die misschien opvragen. Ethiopië is een immens land. In deze regio zijn we eerder aanwezig met ontwikkelingsprojecten, maar volgens mij heeft het conflict niet veel invloed op onze handelsrelaties met Ethiopië. Ik zal contact laten leggen met onze FIT-vertegenwoordiger om de situatie daar uit eerste hand te kunnen vernemen.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik ben blij dat de ongerustheid over het conflict in Afrika en Ethiopië breed gedragen wordt. Dat is de beste garantie om alles op de radar te houden en internationale acties te faciliteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.