Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, gezinnen die voor corona al in armoede zaten, blijken volgens een studie van de Socialistische Mutualiteiten tijdens de pandemie veel harder getroffen te worden dan de modale bevolking. Over de oversterfte hadden we het vorige week al in de commissie. De afgelopen maanden kregen OCMW’s in onder andere Antwerpen, Gent en Kortrijk ook meer aanvragen voor een leefloon of steun. Daarenboven merken voedselbanken een forse stijging in het aantal bezoekers.
De lokale besturen kregen een extra budget van 15 miljoen euro om vrij te investeren in lokale armoedebestrijding. Gezien de inspanningen die een heel aantal lokale besturen deden om de armoede lokaal aan te pakken, is dat een zeer goede zaak. Maar de lijst van mogelijke bestedingen is lang.
Minister, hoe gaat u personen met een inkomen onder de armoededrempel ondersteunen? Worden daarvoor extra budgetten vrijgemaakt, bijvoorbeeld aan de lokale besturen? Voldoet het extra budget van 15 miljoen euro om vrij te investeren in lokale armoedebestrijding? Krijgt u feedback over hoe de lokale besturen die middelen besteden? Is er permanent overleg met armoedeorganisaties om de situatie van personen in armoede op te volgen? Welke signalen ontvangt u met betrekking tot het mentale welbevinden en gevallen van misbruik bij personen met een laag inkomen? Welke acties worden daaromtrent genomen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik wil er eerst en vooral op wijzen dat collega Anaf vorige week ook al een vraag om uitleg heeft gesteld over die studie. Misschien kunnen we dat in de toekomst beter in één commissievergadering proberen af te handelen.
De bezorgdheid over de situatie van mensen in armoede in deze coronacrisis is terecht. U wijst in uw vraagstelling terecht op enkele maatregelen die we hebben genomen om het inkomen van mensen in armoede te ondersteunen. Ik verwijs daarbij ook naar een interview dat armoede-expert Ive Marx daar twee weken geleden in Knack over heeft gegeven. Ik wil er ook op wijzen dat de Vlaamse Regering ook maatregelen heeft genomen die vermijden dat meer mensen in armoede terechtkomen, onder meer voor getroffen zelfstandigen en ondernemers. Dat neemt niet weg dat de bevoegdheden inzake inkomen grotendeels op het federale niveau liggen. En ook daar werden maatregelen getroffen om het inkomen te ondersteunen. Ook de federale overheid heeft extra budget beschikbaar gesteld voor de OCMW’s.
Ik heb op dit ogenblik nog geen signalen gekregen van lokale besturen dat de 15 miljoen euro vrij te investeren middelen voor lokale armoedebestrijding, samen met de federale middelen, te weinig zouden zijn om de eerste noden te lenigen. Ik stel ook vast dat die middelen een aantal lokale besturen hebben gestimuleerd om hun armoedebestrijdingsbeleid te herbekijken en om te onderzoeken hoe die extra financiële ondersteuning hen kan versterken in hun structurele armoedebestrijdingsbeleid. Ik kan die beweging uiteraard alleen maar toejuichen. Ik heb evenwel nog geen volledig concreet zicht op de besteding van de middelen door de lokale besturen.
Wij hebben regelmatig contact met het Netwerk tegen Armoede om de situatie op het terrein op te volgen. Maar ook met andere armoedeorganisaties houden wij contact. Zij zijn allemaal vertegenwoordigd in de Vlaamse taskforce kwetsbare gezinnen en staan ook telefonisch en via mail met ons in verbinding.
Daarnaast hebben we recent, op 28 september, een overleg gehad met het Netwerk tegen Armoede, in het kader van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA). Ik heb daar al naar verwezen in de commissie. We bespraken enkele maatregelen binnen mijn bevoegdheden uit het VAPA. Maar vooral namen zowel het netwerk als ikzelf het engagement op om bij de verdere concretisering, uitwerking, evaluatie en eventuele bijsturing van de acties participatief te werken. We zullen dossier per dossier in overleg gaan met het netwerk en bekijken of dat het best via een verticaal permanent armoedeoverleg, een armoedetoets, dan wel een andere vorm van overleg zal gebeuren.
Het is evident dat hierin rekening wordt gehouden met de effecten van de coronacrisis op mensen in armoede.
Gezinnen die in een kwetsbare positie leven, dreigen door COVID-19 zwaarder getroffen te worden. Verschillende problemen die samenhangen met hun situatie zoals armoede, eenzaamheid, isolement, een klein sociaal netwerk, beperkte financiële buffers, een zwakke positie op de arbeidsmarkt, taalachterstand, onderwijsachterstand, energiearmoede enzovoort worden versterkt door terechte overheidsmaatregelen om COVID-19 in te perken of door de toepassing hiervan door de samenleving. De link met misbruik en lage inkomens zou ik niet zomaar leggen. Jammer genoeg komen geweld en misbruik voor in alle lagen van de bevolking.
Een outreachende aanpak zal in deze tijden belangrijker worden naarmate de problemen zich gaan opstapelen in gezinnen die eerder nog niet in aanraking kwamen met de hulporganisaties en/of naarmate gezinnen die al binnen de hulpverlening gekend zijn nog dieper in de problemen raken.
In het actieplan Zorgen voor Morgen zijn verschillende maatregelen opgenomen die tot doel hebben om niet alleen de brede bevolking, maar ook specifieke doelgroepen zoals mensen met een sociaal-maatschappelijke kwetsbaarheid te ondersteunen en te versterken.
Ik heb in september nog een projectoproep gelanceerd voor projecten die mensen in armoede proactief en outreachend opzoeken, opnieuw contact uitbouwen en onderhouden, hun netwerken opnieuw versterken, hen connecteren met de samenleving en ervoor zorgen dat ze, waar nodig, psychosociale bijstand krijgen. 129 organisaties hebben uiterlijk tegen 10 oktober een aanvraag ingediend. Momenteel verwerkt mijn administratie deze aanvragen. Ik heb voor de subsidiëring van deze projecten 3,2 miljoen euro uitgetrokken.
Minister, het gaat inderdaad over dezelfde studie van de Socialistische Mutualiteiten, maar ik denk dat de insteek van de vraag toch anders was. Ik zie het niet onmiddellijk zitten om een aparte vergadering te organiseren over een onderzoek van de Socialistische Mutualiteiten.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik dank voor uw uitgebreide antwoord. Ik wil nog een andere kwetsbare groep in de kijker zetten. De ingevoerde nachtklok heeft namelijk een grote impact op daklozen. De toeleiding naar nachtopvangvoorzieningen legt een grote druk op de schouders van de betrokken organisaties, mede door een tekort aan slaapplaatsen in sommige steden. Minister, welke actoren staat u financieel bij om daklozen 's avonds naar een nachtopvang te brengen en ervoor te zorgen dat er voldoende daklozenopvang beschikbaar is? Vangt u signalen op over een tekort aan daklozenvoorzieningen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Wouters, ik dank u om dit thema hier opnieuw aan te kaarten. Dit thema is ook uitvoerig aan bod gekomen tijdens de hoorzittingen in de coronacommissie. We hebben toen van verschillende sprekers gehoord wat corona betekent voor mensen in armoede en mensen met een armoederisico, en we hebben ook hun voorstellen gehoord. Verschillende daarvan zijn ook opgenomen in de 119 aanbevelingen die gisteren in de coronacommissie zijn goedgekeurd. Een daarvan is de ontsluiting voor lokale overheden van zoveel mogelijk informatie, rekening houdend met de privacy, zodat zij ook kwetsbare gezinnen kunnen bereiken. Vanzelfsprekend is automatische rechtentoekenning daar een belangrijk onderdeel van.
Minister, ik wil ook nog even verwijzen naar het beleidsdomein Werk. Het is zeer belangrijk om mensen in armoede of met een armoederisico er mee bovenop te helpen. Er zijn nu specifiek initiatieven en ik verwijs naar ‘Help in de zorg’, waarbij u samen met minister Crevits een platform hebt opgestart waar mensen die tijdelijk werkloos zijn, vanuit een andere sector, bijvoorbeeld de eventsector, ondersteuning kunnen bieden in de zorgsector. Op die manier kan hun inkomensverlies worden vermeden of beperkt.
Er is ook het voorstel dat mijn collega Bothuyne heeft gedaan om mensen die tijdelijk werkloos zijn veel sneller van de nodige vorming te kunnen laten genieten.
Minister, wij hebben al die aanbevelingen gedaan. Mijn vraag is dat u ze mee ter harte zou nemen. Ik ga ze u niet een voor een opsommen of u erover bevragen. Ik neem aan dat u, net zoals we gisteren uw engagement hebben gehoord, de verschillende aanbevelingen ter harte zult nemen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, gezien de uitzonderlijke situatie heb ik een bijkomende vraag. Die kwestie wint op dit moment wel aan belang en krijgt een andere inhoud door de huidige situatie. We zitten met een bijna verticale curve. Het is bijna onafwendbaar en zeker hoognodig dat er bijkomende maatregelen worden getroffen. U hebt terecht geschetst dat mensen in armoede meer worden getroffen zowel door het virus als door de maatregelen die worden genomen. Het platform voor uitwisseling van mensen met technische werkloosheid is heel fijn, maar op heel korte termijn, zeker als de maatregelen strikter worden, zal het voor heel veel mensen geen uitkomst bieden. Kunt u aangeven welke bijkomende maatregelen u op dit moment overweegt of voorziet als de maatregelen veel strikter zouden worden, specifiek voor die mensen, enerzijds om de impact van het virus op te vangen, anderzijds om de impact van eventuele maatregelen waarover vandaag wordt onderhandeld, als ik het goed begrijp, op te vangen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, wij ondersteunen vanuit Vlaanderen de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) voor de begeleiding van de dak- en thuislozen. Het voorzien van voldoende opvangplaatsen is een bevoegdheid van de lokale besturen. Vaak is de uitbating in handen van een CAW door middel van lokale convenanten. De voorbije maanden hebben de CAW’s grote inspanningen gedaan om de opvang coronaveilig te organiseren. Heel wat lokale besturen hebben dat gedaan. We hebben dat samen gedaan. Dat is gebeurd met groot succes, want het aantal besmettingen in deze collectiviteiten is zeer beperkt gebleven.
Collega Schryvers, wij zullen uiteraard ook deze aanbevelingen ter harte nemen, en meer dan ter harte nemen. Wat nu onmiddellijk belangrijk is, is dat de hulpverlening open moet blijven. We weten dat dat in maart niet altijd en niet overal het geval was, maar dat is wel absoluut de bedoeling. Ook armoedeorganisaties en ontmoetingsplekken blijven open.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb geen bijkomende vragen meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.