Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
De Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) lanceerde eind september de oproep ‘recht op ondernemen’, waarbij ze het volgende vragen. Het recht op ondernemen is een fundamenteel recht, dat ten volle gerespecteerd moet worden. Ze eisen een degelijke coronabestrijding, met testing en tracing, en maatregelen die bewezen doeltreffend zijn. De overheid moet ondernemers laten ondernemen op een veilige maar ook rendabele manier. Ze vragen aandacht voor ondernemers, want ook in 2021 wordt het vechten en hebben ze steun nodig. Ondertussen tekenden al meer dan 3500 ondernemers de petitie van UNIZO.
Nu de cijfers opnieuw de negatieve kant op gaan, is het uitermate belangrijk dat er opnieuw maatregelen worden genomen om de veiligheid van iedere burger te bewaren. Daar is volgens mij iedereen het over eens en het is ook goed dat onze Federale Regering snel de teugels in handen heeft genomen. Deze maatregelen mogen echter niet een extra duw richting afgrond zijn voor onze lokale ondernemingen. De eerste lockdown is nog niet verwerkt of de vrees voor nieuwe verregaande maatregelen is al ontzettend groot. Zo is de eventsector nog steeds niet ten volle kunnen heropstarten en zullen zij nog heel lang de gevolgen moeten dragen.
Na de eerdere maatregelen die u al nam, minister, waarvoor – ik hoor het van verschillende lokale ondernemers – grote dankbaarheid is, mogen we nu zeker deze dierbare groep niet uit het oog verliezen. Zo haalde minister-president Jan Jambon in De Ochtend op Radio 1 op woensdag 7 oktober al aan dat hij slechts beperkte ruimte ziet voor extra financiële steun, maar meer gelooft in begeleiding.
Het is daarnaast uiteraard logisch dat er op verschillende plaatsen waar de grootste broeihaarden van nieuwe besmettingen werden waargenomen, nieuwe maatregelen voor ondernemingen worden genomen. De vraag is alleen of dat nog steeds op nationaal niveau moet gebeuren en of er niet kan worden gekeken naar provinciale verschillen, zoals collega Van Rompuy ook aanhaalde in de plenaire vergadering van vorige week. Op die manier wordt niet een volledige sector in één keer getroffen.
Daarnaast lijkt het ons ook van belang om de lokale besturen nog meer te betrekken in de volledige besluitvorming. Vaak weten zij beter dan wie ook wat er plaatsvindt in hun gemeente en hoe maatregelen zullen kunnen helpen om de nieuwe besmettingen lokaal in te dijken.
Minister, zal de Vlaamse Regering er op het Overlegcomité blijvend voor ijveren om zo weinig mogelijk maatregelen te nemen die de Vlaamse ondernemers sterk zullen raken? Wat begrijpt de Vlaamse Regering onder ‘begeleiding voor onze ondernemingen’, zoals minister-president Jan Jambon aanhaalde? Zullen er ondanks de beperkte financiële ruimte extra maatregelen getroffen worden voor de opnieuw getroffen ondernemingen? Of zullen bepaalde maatregelen verlengd kunnen worden? Zal er extra begeleiding zijn voor de eventsector, die nog steeds niet opnieuw is kunnen opstarten en die de gevolgen helaas nog zeer lang zal voelen? Zult u bij uw federale collega’s ijveren voor het sterker betrekken van de lokale besturen bij het nemen van verdere maatregelen? Zal de Vlaamse Regering het pad van de provinciale maatregelen volgen of staat ze achter het feit dat de maatregelen op nationaal niveau gelden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik geef eerst wat algemene duiding. We zitten op dit ogenblik wereldwijd in een ongeziene gezondheidscrisis. Het virus heeft in ons land al meer dan tienduizend mensenlevens geëist. Het aantal coronabesmettingen neemt opnieuw zienderogen toe. De snelle verspreiding van het virus vormt opnieuw een bijzondere bedreiging voor ons gezondheidssysteem. De situatie is vandaag zeer ernstig. We moeten er dus over waken dat we de juiste maatregelen nemen en ondersteunen om de curve naar beneden te krijgen.
Collega, we kunnen een aantal lessen trekken uit de lockdown en het uitgerolde beleid. Ik ben het met u eens dat niet-proportionele en praktisch onwerkbare maatregelen geen goed idee zijn. Je moet een evenwicht vinden tussen een rigoureuze toepassing van hygiëne- en gezondheidsmaatregelen en het economische en maatschappelijke verkeer. En dat kan maar lukken als iedereen ook zijn verantwoordelijkheid neemt en ook als er controle en handhaving is.
Voor ons als Vlaamse Regering is het echt prioritair dat de zorg breed openblijft, dat de scholen openblijven en dat de economie kan blijven draaien. Als dat tot gevolg heeft dat er op andere vlakken een stukje moet worden ingeboet, dan moet dat proportioneel gebeuren, maar dat zijn drie prioriteiten die we absoluut hoog in het vaandel moeten dragen.
We hebben al 1,5 miljard euro besteed aan directe crisismaatregelen via premies van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Die inspanningen hebben geloond. Er is een arsenaal van financieringsinstrumenten, maar natuurlijk is goede begeleiding ook nodig, niet alleen door de overheid, maar ook door ondernemersorganisaties, banken, boekhouders, om de weg naar steun te wijzen.
Morgen is er opnieuw een vergadering van het Overlegcomité, waar wij ons, gelet op de maatregelen die zijn genomen in Nederland en de maatregelen die zijn aangekondigd in Frankrijk, opnieuw zullen buigen over de eventuele nood aan extra maatregelen. Dat wordt dus een heel belangrijke vergadering. Ik begrijp absoluut de zorg om proportioneel te zijn in maatregelen. Als je de curves nu snel de hoogte in ziet schieten, zeker in Wallonië en Brussel, maar eigenlijk ook in Vlaanderen, denk ik dat het momentum om het allemaal lokaal te laten beslissen, nu niet echt aan de orde is. Maar er komt een ogenblik waarop dat wel weer aan de orde zal zijn. Ik neem uw zorgen en suggesties dus zeker mee naar de vergadering van het Overlegcomité morgen. En we zullen ons met de Vlaamse Regering ook grondig beraden over wat al of niet proportionele maatregelen zijn.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik deel uiteraard de bezorgdheid. De gezondheidsproblematiek blijft de hoogste prioriteit, maar ik hoop toch dat de maatregelen die morgen zullen worden genomen, maximaal rekening zullen houden met het zoveel mogelijk sparen van onze economie. Veel ondernemers staan immers op de rand van de afgrond. Dat is iets wat we absoluut moeten vermijden en niet willen meemaken. Ik deel uw bezorgdheid en ik hoop dat u dat zult meenemen tijdens het overleg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.