Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het stopzetten van de ferryverbinding tussen Zeebrugge en Hull
Vraag om uitleg over het verdwijnen van de ferryverbinding Zeebrugge-Hull
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik ben gelukkig dat ik nog even aanwezig mag zijn in de commissie Toerisme, die ik vroeger altijd van nabij heb gevolgd en die ik nu nog altijd vanop afstand volg vanuit de provincie West-Vlaanderen. Ik zie trouwens veel West-Vlaamse gezichten op mijn scherm.
Minister, mijn vraag gaat inderdaad over de aangekondigde schrapping van de ferrylijn Zeebrugge-Hull. Ik heb u daar vorige week kort al over aangesproken naar aanleiding van een actuele vraag over de brexit en Zeebrugge.
De ferrylijn tussen Zeebrugge en Hull bestaat al een hele tijd. De afgelopen jaren werd de dienst verzekerd door de Pride of Bruges en de Pride of York, die sinds 2002 werden ingezet. Over een eventuele schrapping van de vrachtlijn is er nog geen duidelijkheid.
Ik heb u vorige week gezegd – en ik wil dat vandaag nog even herhalen – dat die ferrylijn jaarlijks door honderdduizenden mensen, vooral vanuit het noorden van Engeland maar ook vanuit Schotland waar ik zelf familie heb, werd gebruikt. Ook veel scholen maakten daar gebruik van, omdat het een goedkopere manier is om bijvoorbeeld naar Brugge of de Westhoek te komen. Ik denk dat het voor veel mensen uit noord-Engeland of Schotland geen pretje is om eerst met de wagen of het openbaar vervoer tot in Dover te rijden om dan via Calais naar Vlaanderen te komen.
Het schrappen van deze lijn is een zoveelste klap voor het toerisme, onder meer in Brugge. Ik woon zelf in het centrum van Brugge, minister, en ik kan u zeggen dat ‘Bruges la morte’ de afgelopen maanden helaas ook werkelijkheid is geworden. Het is niet alleen een klap voor het toerisme in Brugge, maar ook voor het oorlogstoerisme in de Westhoek. Ik heb de opstartfase van dit project onder minister Bourgeois samen met de voorzitter van deze commissie gevolgd, ik ben er altijd een heel grote voorstander van geweest en ik heb altijd gewezen op het gevaar van wat er zou komen na het project 2014-2018.
Door de coronacrisis maar ook voordien viel het aantal bezoekers aan de Westhoek al terug. Het wegvallen van die lijn heeft dus een impact op het toerisme in Brugge, het oorlogstoerisme in de Westhoek en het toerisme in Vlaanderen in het algemeen, omdat veel Engelsen en Schotten die Brugge en de Westhoek bezochten, van de gelegenheid gebruikmaakten om ook de rest van Vlaanderen en andere kunststeden te bezoeken.
Minister, ik weet dat uw mogelijkheden beperkt zijn, maar kunt of wilt u in overleg treden met P&O en andere rederijen? De burgemeester van Brugge en de provinciegouverneur van West-Vlaanderen zijn dat van plan.
Bent u in overleg met het havenbestuur? Want ook daar is er een impact.
Welke initiatieven worden momenteel ontplooid om het oorlogstoerisme te ondersteunen? Hebt u cijfers over de terugval?
De kunststeden, en in het bijzonder Brugge, zijn vragende partij om een nieuw soort actieplan uit te rollen. Hoe reageert u, minister?
Op welke wijze wordt de hotelsector, die echt grote klappen krijgt, in toeristische gebieden in Vlaanderen extra ondersteund? Op welke manier werkt u samen met de provinciale toeristische diensten?
Ik zal mij beperken tot die vraag rond de ferrylijn, want alle andere vragen hebben we hier al uitgebreid besproken in de commissievergaderingen, collega, maar u bent daar niet altijd op aanwezig.
De aankondiging van de mogelijke afschaffing – ik denk dat we dat ook wel moeten benadrukken – van de ferry tussen Zeebrugge en Hull komt inderdaad hard aan. Het komt natuurlijk ook op een heel slecht moment, boven op de coronacrisis en de nakende brexit. Vooral voor de Westhoek, die altijd heel wat Britten, ook groepen en scholen, als bezoekers telt, komt dat nu extra hard aan. Het is ook de enige veerdienst voor passagiers tussen ons land en het Verenigd Koninkrijk. Niet enkel bij onze Vlaamse toeristische ondernemers, maar ook vanuit Britse touroperators horen we toch een noodkreet. Zij geven aan dat zonder deze ferryverbinding reizen tussen Zeebrugge en Hull, of tussen Vlaanderen en Engeland of Schotland, een volle reisdag in beslag nemen. Voor veel bezoekers is dat uiteraard een bijkomend struikelblok.
Minister, kunnen wij inschatten wat de impact is indien deze ferryverbinding inderdaad zou verdwijnen? Wat is de impact voor het toerisme, en in het bijzonder voor het toerisme in de Westhoek? Beschikken wij daar over cijfers, bijvoorbeeld over het aantal bezoekers die via die ferrylijn Vlaanderen bezoeken?
De beslissing is uiteraard een beslissing van een puur privaat commercieel bedrijf. Zijn er toch mogelijkheden om nog eens in overleg te gaan, samen met diverse stakeholders, om het belang voor Vlaanderen en voor het toerisme in Vlaanderen aan te tonen om toch een passagiersverbinding tussen het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen te behouden?
Zijn er, los van het overleg, eventueel flankerende maatregelen mogelijk om die passagiersverbinding te behouden? Of zijn er alternatieve mogelijkheden om passagiers in een tamelijk kort tijdsbestek vanuit het Verenigd Koninkrijk naar hier te halen?
Hebben wij in het verleden promotie gemaakt in het kader van die ferryverbinding als toeristische toegangspoort? Wat zijn de alternatieve mogelijkheden daarrond?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik heb een gelijkaardige vraag. Ik ben blij dat de collega’s in de bres springen en de bezorgdheden delen voor de Westhoek, die toch heel wat toeristen van Noord-Engeland en Schotland ontvangt.
Collega Sintobin, wij spreken van herdenkingstoerisme, en niet van oorlogstoerisme, dat wil ik toch even benadrukken.
Bij ons is de te verwachten impact inderdaad groot. Het gaat over ongeveer 25 procent van de Britse bezoekers die uit die regio komen. We hebben jaarlijks ook vijfduizend schoolkinderen die onze regio bezoeken. We kijken dus naar de gevolgen daarvan. Het is ook de enige rechtstreekse verbinding tussen ons land, en Vlaanderen, en Groot-Brittannië. Die oversteek had ook heel wat voordelen: de boot maakte de overtocht ’s nachts, dat was toch wel comfortabel, ook voor die schoolkinderen, die inderdaad vaak 24 uur onderweg zijn om tot bij ons te geraken.
Er zijn alternatieven. We hebben onze buurlanden: de ferry Hull-Rotterdam, die behouden zal worden, en ook Dover-Calais.
Natuurlijk, dat betekent dat we wel wat afhankelijk zijn van onze buurlanden en de regelgeving die daar geldt. Ik zal daarover ook nog een vraag stellen aan de minister-president, om de impact daarvan en mogelijke vertragingen in te schatten.
Minister, vorige week hebt u in de plenaire vergadering naar aanleiding van de actuele vraag van collega Coudyser gezegd dat u overlegt met de Nederlandse minister van Toerisme. Ik weet niet of u daar ook dat dossier hebt aangehaald.
Minister, mijn vragen zijn eigenlijk van eenzelfde aard als die van de collega’s. Hoe reageert u op het verdwijnen van die verbinding? Hoe schat u de impact op het toerisme in, ook gezien het profiel van de bezoekers die naar onze regio komen? Is er nog een overlegmoment met P&O mogelijk? De gouverneur van West-Vlaanderen zat reeds met hen rond de tafel. Dat is misschien ook iets dat u rechtstreeks kunt aankaarten.
Als de verbinding definitief wegvalt, dan moeten we die alternatieve routes in kaart brengen. Hoe zult u dat dan concreet doen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de zeer terechte vraag. Niet toevallig zijn het parlementsleden uit de streek, die waarschijnlijk ook terecht worden bevraagd.
Het nieuws over het verdwijnen van de ferryverbinding tussen Hull en Zeebrugge was een bijkomende klap, als ik het zo mag zeggen, voor de toeristische sector, vooral in West-Vlaanderen. Als u het goedvindt, wil ik eerst kort ingaan op de feiten en die wat kaderen, alvorens verder in te gaan op de impact en op de mitigerende maatregelen. Ik denk dat een van de collega’s al even heeft verwezen naar het feit dat de stopzetting nog niet officieel is gecommuniceerd door P&O Ferries. De berichten in de media zijn het gevolg van commentaren op de besprekingen met de vakbonden. Contacten van Toerisme Vlaanderen binnen P&O bevestigen het wel. Ook de haven van Zeebrugge wacht nog op een formele bevestiging van dit nieuws door P&O, maar ik denk wel dat we ervan mogen uitgaan dat de beslissing definitief is. Het ziet er niet naar uit dat P&O zal terugkomen op de beslissing. De lijn zou, afhankelijk van de bron, nog tot eind 2020 of tot april 2021 worden uitgebaat.
Als reden voor het opheffen van de passagiersverbinding wordt verwezen naar de impact van de brexit en COVID-19, maar, voor alle duidelijkheid, de lijn is al jarenlang verlieslatend door de zeer hoge kostprijs van het uitbaten van een lange ferryverbinding, namelijk 13 uur. Brexit en corona waren dan ook de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. De lijn voor vrachtschepen blijft wel bestaan.
P&O Ferries vervoert jaarlijks ongeveer 290.000 passagiers via de Hull-Zeebruggeroute. Het verdwijnen van de passagierslijn is vooral heel slecht nieuws voor de Westhoek en Brugge zelf. De ferryverbinding vormt de toegangspoort naar de Westhoek voor groepen en schoolgroepen uit het centrum en het noorden van Groot-Brittannië. Het is slecht nieuws voor de Britse ‘inboundsector’. Deze verbinding via Hull lokte ook veel Europese toeristen naar Britse toeristische attracties, zoals York of het Peak District. We horen dat er gesprekken zijn tussen P&O, Britse ‘incomings’ en touroperators en de stad Brugge.
Het belang van de Britse reizigers is groot, zeker voor de Westhoek en voor Brugge. De herdenking van de Grote Oorlog blijft een sterk thema, dat zowel individuele reizigers als groepen en schoolgroepen uit Groot-Brittannië aantrekt. Tijdens de vijf jaar van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog mocht Vlaanderen een stijgend aantal Britse bezoekers ontvangen. In 2019 zagen we vervolgens een lichte daling, die ongetwijfeld ook te maken had met het einde van de grote evenementen in het kader van de herdenking, maar ook met de onzekerheid over de brexit. Ook in 2019 lag het aantal bezoekers echter boven het aantal voor de herdenkingsperiode.
2020 begon goed. Er was een akkoord over de visumvrijstelling voor toeristen postbrexit, waardoor de onzekerheid ook wegviel. Maar toen sloeg covid toe, met alle gevolgen van dien. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de verplichte quarantaine voor mensen die van het vasteland naar het Verenigd Koninkrijk reizen. De vooruitzichten voor 2020 zijn dan ook niet goed. Toerisme Vlaanderen ziet dit ook in de hotelboekingsdata. In de maand juli was er voor de Britse markt geen herstel zichtbaar, dit in tegenstelling tot de andere buurlanden, waar we toch een klein aantal boekingen noteerden.
Gegevens van het Britse bureau voor nationale statistieken (ONS) leren ons dat Britten massaal voor Vlaanderen, inclusief Brussel, kiezen wanneer ze naar België reizen. De Britse oostkusthavens, waaronder Hull, zorgen voor ongeveer 8 procent van de Britse bezoekers, Dover voor 21 procent en het vliegtuig voor 12 procent. 60 procent komt via de Channel Tunnel, hetzij met de eigen wagen, hetzij met de Eurostar. Het aandeel van Hull is dus eerder beperkt in het totaal aantal reizigers. Maar toch, het gaat om 8 procent, wat nog altijd voor meer dan 65.000 bezoekers per jaar staat. En het overgrote deel van deze 8 procent komt wel specifiek naar de Westhoek en naar Brugge. De impact in West-Vlaanderen is dus groot. Het gaat hier vooral over twee specifieke segmenten: de schoolreizen en de groepsreizen per bus. Voor deze doelgroepen uit het centrum en noorden van Groot-Brittannië zijn er bovendien weinig alternatieven.
De Westhoek en Brugge, net als alle andere toeristische bestemmingen, hebben af te rekenen met de crisis veroorzaakt door COVID-19. Het is koffiedik kijken wanneer de huidige reisbeperkingen worden opgeheven. Reizigers uit grote delen van het VK moeten in quarantaine en moeten een test ondergaan bij aankomst in België. Het Verenigd Koninkrijk verbiedt ook alle niet-essentiële reizen naar België en legt een quarantaine van veertien dagen op bij terugkeer. Normaal reizen tussen beide landen is dus voor onvoorzienbare tijd niet mogelijk.
We verwachten weinig tot geen impact – laat ik het op ‘weinig’ houden – van de brexit op het personenverkeer tussen het VK en België, omdat er reeds een akkoord is tussen het VK en de EU over een wederzijdse visumvrijstelling voor toeristische bezoeken tot negentig dagen. Bezoekers zullen dus zoals voorheen kunnen blijven reizen tussen het VK en het vasteland. Grenscontroles kunnen strenger worden, maar de transportverbindingen zullen blijven functioneren. De transportbedrijven hebben zich ook al voorbereid om de continuïteit zoveel mogelijk te verzekeren.
Wat de samenwerking betreft tussen Toerisme Vlaanderen en P&O Ferries: Toerisme Vlaanderen en P&O Ferries werken elk jaar samen voor de promotie van de Westhoek en Brugge. We zetten elk jaar de twee lijnen in de kijker die een vlotte verbinding met de Westhoek vormen. Zowel Toerisme Vlaanderen als P&O doen hiervoor een substantiële inbreng. Toerisme Vlaanderen betrekt ook partners zoals Visit Bruges in deze samenwerking. Toerisme Vlaanderen zal blijven samenwerken op de Dover-Calaisroute en we onderzoeken of het zin heeft om op de Hull-Rotterdamroute te werken. Dat is dus een piste die we nu onderzoeken: kunnen we daar een meerwaarde uit halen voor onze regio? Ook in 2020 waren er gezamenlijke campagnes gepland, maar die staan on hold door de huidige situatie.
Wat kan Toerisme Vlaanderen nog doen? Gezien de coronacrisis en de onmogelijkheid om binnen afzienbare tijd reizigers naar Vlaanderen te brengen, concentreert Toerisme Vlaanderen zich sinds half maart op het brengen van positieve verhalen over de troeven van Vlaanderen. Deze acties worden verspreid via globale kanalen en ook specifiek via kanalen die de juiste doelgroepen aanspreken: Stay at Home Museums, virtual Tour of Flanders, de Ensorcampagne op TikTok enzovoort.
Specifiek voor de Westhoek en de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog heeft Toerisme Vlaanderen een virtuele actie georganiseerd voor Anzac Day, met onder andere een livestream van een beiaardconcert. Via sociale media worden specifiek Britse, Canadese, Australische geïnteresseerden aangesproken.
We bereiden ook het moment voor dat het internationale toerisme vanuit het Verenigd Koninkrijk naar de Westhoek opnieuw op gang komt. Hiervoor worden verschillende acties uitgewerkt. Een aantal daarvan zijn specifiek op schoolreizen gericht. We zijn momenteel ook bezig met de ontwikkeling van een Flanders pass waarmee men kortingen krijgt op allerlei bezoeken. Er zijn ook een aantal mediadeals afgesloten voor de postcovidperiode, vooral wat het herdenkingstoerisme betreft. Dat staat allemaal in de steigers.
Het Verenigd Koninkrijk zal op dat moment echter niet de enige markt zijn die bewerkt wordt. Door covid ligt op dit moment het volledige internationale toerisme plat. De uitdaging zal erin bestaan de verschillende herkomstmarkten op het juiste moment op de juiste manier aan te spreken. We waren van plan om eind september ook in de buurlanden promotie te maken en we hadden daarvoor redelijk wat budgetten vrijgemaakt, maar aangezien die landen rood kleuren, heeft dat heel weinig zin. We zetten alles dan ook opnieuw in op het binnenlands toerisme. In september was bijna 69 procent van de boekingen binnenlands, de buitenlandse overnachtingen zijn met 72 procent gekelderd. We maken dat niet zomaar goed, de schade voor de toeristische sector is enorm – maar dat geldt voor vele landen. Ik heb morgen nog een gesprek met de Nederlandse minister die bevoegd is voor het toerisme, met wie ik eerder al een algemeen gesprek had.
Uit de bevraging van Toerisme Vlaanderen blijkt dat 50 procent van de mensen niet op vakantie gaat tijdens het najaar, de andere helft is wel geïnteresseerd maar kijkt vooral naar binnenlandse bestemmingen. Mensen kiezen vooral voor veiligheid en gaan dus niet te ver en brengen de herfstvakantie en de kerstvakantie vooral in eigen land door. Gezien de crisis is dat nog een opsteker, maar de schade is wel immens.
We hebben 150 miljoen euro vrijgemaakt en samen met Toerisme Vlaanderen en verschillende stakeholders bekijken we hoe dat bedrag zo goed mogelijk kan worden geïnvesteerd. We moeten nu de voorbereidingen treffen, want eenmaal de coronacrisis voorbij is, moeten we er staan met onze deals en promoties om de bezienswaardigheden in Vlaanderen internationaal uit te spelen. Maar volgens verschillende onderzoeken zou een volledig herstel pas voor 2024 zijn. Het lijkt me dan ook heel belangrijk dat we deze periode gebruiken om te investeren in de sector zodat Vlaanderen post covid een aantrekkelijke bestemming is en blijft.
Binnen de investeringsmiddelen die we voor de relance voorzien, zullen ook verschillende projecten voor West-Vlaanderen weggelegd worden. Het herdenkingstoerisme zal daar wel een belangrijk onderdeel van uitmaken.
Wat kan ik nog doen? Dat is ook een vraag die ik van verschillende collega’s gekregen heb. Collega Coudyser verwees ernaar dat het natuurlijk een private onderneming is. Men kan daar inderdaad heel weinig invloed op uitoefenen. Zowel Toerisme Vlaanderen als de haven van Zeebrugge hebben contact gezocht met P&O Ferries, maar we hebben nog geen formeel antwoord gekregen. We blijven proberen om daar het gesprek aan te gaan.
Ik heb ook vernomen dat verschillende ondernemingen en organisaties, zowel in Vlaanderen als in het Verenigd Koninkrijk als internationaal, bekijken of en hoe zij de beslissing van P&O Ferries nog kunnen omkeren. Het gaat onder andere over de haven van Zeebrugge, maar ook over Mercat Tours International, een Britse touroperator in Edinburgh. Die is zwaar aan het lobbyen voor het behoud van deze verbinding. Ze hebben daar ook stakeholders uit de Westhoek bij betrokken. Ook de European Tour Operators Association (ETOA) is het nodige lobbywerk aan het doen, naast Toerisme Vlaanderen en de haven van Zeebrugge.
Voor het overige volgen we dat natuurlijk vanuit Vlaanderen verder op. We bekijken ook welke initiatieven er komen die we kunnen ondersteunen of desbetreffend versterken.
Ik hoop dat ik een omstandig antwoord gegeven heb op al jullie vragen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, een omstandig antwoord, waar ik mij natuurlijk in terug kan vinden. Het toerisme ligt natuurlijk volledig plat, zowel in Brugge en de Westhoek als overal elders, en dat heeft niet alleen te maken met de schrapping van de ferrylijn Zeebrugge-Hull. Ik kan u bijvoorbeeld zeggen dat voor de eindejaarsperiode de hotelbezetting in Brugge op 6 procent ligt. Er gaan echte drama’s gebeuren in steden zoals Brugge en in de Westhoek. U zegt: ‘150 miljoen euro, wat kan ik nog meer doen?’ Ik zou zeggen: ervoor zorgen dat het meer wordt dan 150 miljoen euro. Ik denk dat aan sommigen de urgentie ervan nog ontsnapt. Er wordt altijd gedacht dat het maar om toerisme gaat. Maar om een voorbeeld te geven: het gaat ook om jobs natuurlijk. Als we dat in Brugge en in de Westhoek allemaal samennemen, gaat het om tienduizenden jobs, in de hotelsector, de horecasector, in de sector van de musea, in van alles en nog wat.
Ik weet dat u uw best doet, maar met 150 miljoen euro zullen we er niet geraken. Een stad zoals Brugge, een regio zoals de Westhoek, een regio zoals Vlaanderen, kunnen toeristisch niet overleven wanneer we het enkel doen met binnenlandse toeristen. Daar kunt u natuurlijk niets aan doen. Zolang die coronatoestand aanhoudt, zal het moeilijk zijn. Dat worden drama’s, er zullen ontelbare zaken moeten sluiten. Als ik u hoor zeggen dat het toerisme zich volgens de experts pas zal herpakken in 2024 – het is nu 2020. Nu al gaan zaken failliet en gebeuren er echt persoonlijke drama’s. Met alle respect, maar met 150 miljoen euro gaan we er niet geraken, denk ik. Ik zou dus vragen om nog even aan te kloppen bij uw collega van Financiën of bij de Vlaamse Regering, en probeer hen duidelijk te maken dat er bovenop dat bedrag nog een en ander zal moeten gebeuren.
Ik wil u ook vragen om als minister van Toerisme dit dossier te blijven opvolgen. U zegt dat het maar om 8 procent gaat. Maar het gaat wel om tienduizenden bezoekers aan onze regio, dat is een heel pak, en dat is natuurlijk een van de druppels die de emmer doen overlopen. Ik volg dit dossier op, minister, en ik hoop van u hetzelfde.
De stopzetting is inderdaad nog niet officieel, maar ik ben er wel heel tevreden over dat er toch vanuit diverse hoeken wordt gelobbyd om het belang van die ferrylijn voor zowel het Verenigd Koninkrijk als Vlaanderen, en dan heel specifiek voor de Westhoek en Brugge, aan te tonen. We doen dat gezamenlijk. Ook Toerisme Vlaanderen doet inspanningen, net als de haven van Zeebrugge, de touroperators en onze ondernemers, in elk geval toch de West-Vlaamse. Ook vanuit de kant van het Verenigd Koninkrijk gebeurt dat.
Ik denk dus dat het goed is dat we het signaal geven aan P&O dat, los van het verlieslatende van de lijn en los van de vrijheid die het heeft om beslissingen te nemen, het belang voor Vlaanderen toch echt wel heel groot is.
Ik begrijp ook uit de cijfers die u hebt aangehaald dat die ferry de toegangspoort is naar Vlaanderen, maar dat van de 290.000 bezoekers die jaarlijks naar Vlaanderen komen, 30 procent dat doet via de Chunnel. Het aandeel van Hull is veeleer beperkt, namelijk 8 procent, maar het gaat inderdaad over 65.000 bezoekers, en al die bezoekers komen nu specifiek naar de Westhoek en naar Brugge. Dat zijn dan vooral groepen en scholen uit het centrum of het zuiden van het Verenigd Koninkrijk, en die hebben weinig alternatieven. Ik denk dus dat het van het allergrootste belang is om te blijven lobbyen. Mocht P&O toch bij de beslissing blijven die het eigenlijk mentaal al heeft genomen, dan moeten we op zoek naar alternatieven om specifiek die twee segmenten, de groepen en de scholen, naar Vlaanderen te halen. Ik denk dat het ook goed is om met uw collega, de Nederlandse minister van Toerisme, verder te bekijken of er op de lijn Hull-Rotterdam mogelijkheden zijn. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat u beseft hoe belangrijk dit is voor West-Vlaanderen. Als er een alternatief mogelijk is, dan moeten we dat grijpen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide antwoord en uw medebezorgdheid over de impact die het wegvallen van deze enige verbinding tussen Groot-Brittannië en ons land zal hebben op het toerisme. In Brugge is er inderdaad een heel zware impact, en ook op de Westhoek. Ik verwijs naar de inspanningen die Westtoer deze zomer heeft geleverd om vakantie in eigen land te doen bloeien. In de Westhoek is dat heel goed gevallen. Daar had men niet zulke dramatische cijfers zoals we die in Brugge zien. Ik wil u hartelijk danken omdat men daarop heeft ingezet en daarop zal blijven inzetten.
Voor onze regio is dit natuurlijk wel veel groter dan die 8 procent. Ik heb het daarnet al gezegd: 25 procent van onze Britse bezoekers komt uit die regio. Die impact zal dus potentieel sterk voelbaar zijn, zeker wat de schoolgaande jeugd betreft. Daar heeft collega Coudyser ook al op gewezen. We hebben heel wat logiezen die voor honderd procent gericht zijn op die schoolgaande jeugd, op die Britse jongeren die naar ons land komen. Voor hen is het nu echt een bijzonder pijnlijke situatie. U zei ook dat het nog een lange tijd zal duren voor alles opnieuw genormaliseerd is, en ook de brexit zal natuurlijk gevolgen hebben voor het toerisme uit Groot-Brittannië. Dan zinkt de moed hen natuurlijk in de schoenen.
Wat de andere verbinding met Rotterdam betreft: dat duurt twee uur langer dan vanuit Zeebrugge naar de Westhoek gaan. Jongeren zitten dan al 24 uur op die verbinding. Het is een alternatief, maar een minder aantrekkelijk alternatief. Dan denk ik dat Dover-Calais wel iets aantrekkelijker zal zijn. Dat is blijkbaar ook iets minder duur voor hen. Zeker voor die schoolgroepen speelt de prijs immers natuurlijk ook mee: wat is de totale kostprijs die men moet betalen?
Overleg is belangrijk. Het lobbywerk is ook al aangehaald. Ik hoop dat er inderdaad ook nog eens wordt gepusht om te bekijken of er geen alternatieven mogelijk zijn, of er geen andere private, commerciële partners zijn die interesse hebben om in een degelijke verbinding te voorzien. Ik weet het, het is misschien wat dromen, maar ik hoop dat er ter zake misschien toch nog iets uit de bus kan komen.
Ook al kunnen we nu geen internationale toeristen tot bij ons krijgen, ik wil toch vragen om ons land, om Vlaanderen zeker in de kijker te blijven zetten, ook al is het virtueel, ook al is het digitaal, zodat men ons niet vergeet en zodat men, zodra dat kan, opnieuw hierheen wil komen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Collega’s, er is al heel veel gezegd in dit interessante debat. We kunnen hier allemaal niet meteen iets aan doen. Ik heb ook overleg gehad met het stadsbestuur van Brugge, dat ook zeer bezorgd is over deze problematiek. Die verbinding bleek wel erg succesvol tijdens de drukke zomermaanden bij iedereen die met de auto, motor of camper naar Noord-Engeland of Schotland wou reizen, en uiteraard ook in de andere richting. De wintermaanden vormden wat het probleem qua bezetting. Samen met Toerisme Vlaanderen en P&O Ferries werd werk gemaakt van een jaarlijkse gezamenlijke en succesvolle wintercampagne, met focus op reizen in januari, februari en maart. Met het coronavirus waren er echter natuurlijk de strengere quarantainemaatregelen voor de reizigers uit Engeland en Schotland die uit België terugkwamen, namelijk veertien dagen quarantaine. Daar heeft men het al veel over gehad in de diverse tussenkomsten daarnet. Dat maakt dat het personenverkeer vanaf het voorjaar van 2020 zeer sterk is teruggevallen en de schepen uit de vaart werden genomen. Dat is natuurlijk het probleem. Door het uitblijven van perspectief op een redelijke termijn heeft het bedrijf hiertoe beslist. Ik denk dat het daar niet meer op zal terugkomen. Ik denk dat we elkaar daarover hier in de commissie niets mogen wijsmaken. In elk geval is het bijzonder jammer. Het zal ook heel grote gevolgen hebben voor het toerisme, in Brugge, maar ook in het algemeen.
Minister, daarom wil ik de volgende concrete vragen stellen. Die zijn eigenlijk al gesteld, maar ik wil ze toch nog eens stellen. Ik had dat ook beloofd aan de collega’s van Brugge. In welke mate kunnen we ter zake een vinger aan de pols houden? Welke alternatieven kunnen wij nog vooropstellen? Kan er gezamenlijke druk van diverse participanten komen om te lobbyen, om het bedrijf er toch nog van te overtuigen om een aantal zaken terug te schroeven? Ik maak me echter zeer weinig illusies wat dat betreft. College Talpe zei dat ze een beetje wou dromen. Ik had beloofd aan de collega’s van Brugge om deze vraag toch nog eens aan u te stellen, ook al ken ik het antwoord al een beetje na die vele tussenkomsten van daarnet.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de diverse tussenkomsten. Voor alle duidelijkheid, er zal een impact zijn: 8 procent, dat zijn 65.000 bezoekers. Dat is dus heel wat voor de regio, voor de Westhoek en Brugge alleen. Op dit moment – en dat is ook een antwoord op de vraag van collega Vandenberghe – hebben zowel wij als de zeehaven van Brugge een gesprek gevraagd. We hebben nog geen formeel antwoord gehad van P&O Ferries zelf.
Maar de druk wordt natuurlijk overal verhoogd. Ik heb het daarnet ook gehad over de European Tour Operators Association, waarbij we vaststellen dat Tours International, die Britse touroperator in Edinburgh, zwaar aan het lobbyen is voor het behoud van de verbinding. P&O is echter een private onderneming en we weten dat in de privésector vooral naar de cijfers wordt gekeken, wat niet wegneemt dat wij de druk blijven verhogen, samen met heel wat andere belanghebbenden. Parallel daarmee willen we ook allerlei op maat gemaakte schoolpakketten aanbieden en sluiten we mediadeals af om de toeristen na de coronacrisis naar Vlaanderen te krijgen.
Wat de middelen betreft, mogen we niet vergeten dat de toeristische sector vanuit Vlaanderen wordt bekeken als een onderneming. Zij hebben dan ook een beroep kunnen doen op de hinderpremie, de compensatiepremie, het Vlaams beschermingsmechanisme dat vandaag nog hanteerbaar is. Daarnaast waren er ook technische werkloosheid en het belastinguitstel. De schade voor de toeristische sector wordt vandaag begroot op 11 miljard euro. Dat is immens, dat kan men niet zomaar goedmaken. Het enige wat we kunnen doen, is investeren in de relance. Dat moeten we nu doen, we moeten daar niet mee wachten, maar zorgen dat we er na de coronacrisis staan met de investeringen die we hebben gedaan. Intussen blijven we investeren in onze buitenlandse partners, waarmee Vlaanderen een goed gestructureerd contact heeft. Die contacten blijven we onderhouden, ook via allerlei virtuele en digitale tools.
Voor het overige ben ik heel benieuwd hoeveel middelen er van Europa zullen komen. Dat is momenteel nog koffiedik kijken, die Europese middelen zijn nog niet definitief. Mijn kabinet heeft wel al een call gehad met Buitenlandse Zaken en met de ambtenaar van de Europese Commissie over de verwachtingen inzake herstel en veerkracht van onze sector. We zijn nu in gesprek om na te gaan hoe we een beroep kunnen doen op de Europese middelen, maar het beste middel voor Vlaanderen, na covid, is er staan en intussen Vlaanderen blijven promoten.
Die 150 miljoen euro zal in eerste instantie worden geïnvesteerd in de kunststeden, dat lijkt me ook normaal. Brugge en Antwerpen zijn zeer zwaar getroffen en zijn ook heel erg afhankelijk van de buitenlandse toeristen. Ik ben dan ook bereid dat geld te investeren in die kunststeden die het hardst zijn getroffen. Uit de cijfers blijkt dat de B&B’s en de verblijfplaatsen in de groene regio's en in de plattelandsgebieden redelijk vol zaten. De aandacht zal de volgende maanden en volgend jaar dan ook in de eerste plaats naar de kunststeden gaan.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik had mij graag nog eens tot u gericht, voorzitter. U weet dat ik vorige week een vraag om uitleg ingediend had in verband met extra steun aan de toeristische sector. Mijn vraag werd toen onontvankelijk verklaard. Tot mijn grote verbazing hebt u de dag erop in de plenaire vergadering wel een actuele vraag gesteld. Ik heb u daarvoor gebeld. U zei dat de reden voor het onontvankelijk verklaren van mijn vraag was dat ze niet leidde tot debat, dat het eerder een schriftelijke vraag moest zijn. Nochtans had ik ook vragen gesteld in verband met initiatieven en budget. Ik blijf dus nog altijd een beetje met een wrang gevoel zitten waarom mijn vraag om uitleg onontvankelijk verklaard werd en u de dag erop een actuele vraag gesteld hebt.
Nu, dit terzijde. Mijn vraag was eigenlijk gebaseerd op een tweet van u, minister, naar aanleiding van de Septemberverklaring. In mijn vraag had ik ook verwezen naar de problemen die Westtoer aangekaart had in verband met corona. Ik begrijp ook dat de stopzetting van die ferry Zeebrugge-Hull nog extra zwaar aankomt voor Westtoer, voor het toerisme in West-Vlaanderen, en zeker ook voor het toerisme in de Westhoek.
Ik had graag nog bijkomende vragen gesteld, maar die zijn nu bijna allemaal al gesteld. Ik ga mij dus gewoon maar aansluiten bij de bezorgdheden van de collega’s over de stopzetting van die ferry, en ik hoop, minister, dat u die 150 miljoen euro extra budget heel goed gaat spenderen en ook rekening gaat houden met de bezorgdheden van het toerisme in de Westhoek. Dank u wel.
Mijnheer Sintobin, een slotbemerking? Maar ik zou dat willen beperken tot één, maximum twee zinnen, want het is niet normaal dat wij meer dan een half uur bezig zijn met één vraag om uitleg, die weliswaar gekoppeld is. Ik zou dat toch willen opmerken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik zal het videoverslag erop nakijken om te weten hoe lang ik aan het woord geweest ben. Ik vind het wel een belangrijk onderwerp om over te debatteren. Misschien kon u dan beter zelf geen vraag gesteld hebben, dan was het wat korter geweest.
Minister, ik ben tevreden dat u bereid bent om een groot deel van die 150 miljoen euro naar de kunststeden te laten gaan. We zullen in de eerste plaats daar moeten zorgen voor wat extra inspanningen. Ik denk dat we onze promotie naar de buurlanden en dergelijke in de toekomst zullen moeten herdenken en kijken wat we het best promoten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, bedankt om onze bezorgdheid te delen. De Westhoek heeft bewezen dat hij heel veerkrachtig is, maar natuurlijk corona, de brexit en nu het wegvallen van die verbinding: er zijn grenzen aan wat we aankunnen. Maar we gaan onze vingers kruisen voor het lobbywerk dat op til staat. Ik wil toch wel positief eindigen en zeggen dat we een bijzonder goede band met de Britten hebben. Het zal ook wel hoopvol zijn dat het herdenkingstoerisme voor hen enorm belangrijk is, zij zullen dat niet zomaar laten vallen. We zullen ook vanuit onze lokale bestuursopties heel hard inzetten om die band aan te houden en te zorgen dat ze zo snel mogelijk weer bij ons komen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.