Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de compensatie van abonnementen bij De Lijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, sinds de eerste commissievergadering na het begin van de coronacrisis hebben we het al meermaals gehad over compensaties voor de abonnementhouders van De Lijn voor de periode tijdens de lockdown gedurende welke ze hun abonnement niet hebben kunnen gebruiken. Ze hebben daar natuurlijk wel voor betaald.
Minister, u had hier oren naar, maar we hebben het antwoord gekregen dat De Lijn de standaardregels voor terugbetalingen zou blijven hanteren en daar niet van zou afwijken. Deze vraag om uitleg dateert van eind augustus 2020 en is deels gebaseerd op berichtgeving die midden augustus 2020 in de kranten is verschenen. De Lijn heeft toen nogmaals bevestigd er niet aan te denken compensaties voor het niet-gebruik van jaarabonnementen tijdens de lockdownperiode in te voeren. De Lijn heeft tevens gesteld op korte termijn geen flexibele formules te zullen lanceren indien scholieren of werknemers weer eens voor onbepaalde tijd thuis zouden moeten blijven. Dat zou in de toekomst realistisch kunnen zijn en daar is zeker een grote vraag naar. U hebt meermaals bij De Lijn op flexibiliteit aangedrongen. De weigering van De Lijn om hierop in te gaan, getuigt van een gebrek aan klantvriendelijkheid en ondergraaft het draagvlak voor de openbare vervoersmaatschappij.
Legt u zich als minister neer bij het antwoord van De Lijn of zult u zelf stappen zetten? Zo ja, om welke stappen gaat het dan? De Lijn heeft gesteld dat de Vlaamse Regering wijzigingen van abonnementsformules moet goedkeuren. Kunt u dan zelf een initiatief nemen en bent u dat ook van plan? Overweegt u een budget vrij te maken om De Lijn te compenseren indien De Lijn zou beslissen toch te voorzien in een compensatie voor het niet-gebruik van jaarabonnementen?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik heb deze problematiek al eens aangekaart in april, tijdens een gedachtewisseling in deze commissie. De vraag was om te kijken of er een mogelijkheid is, zeker voor studenten, maar ook voor mensen die met de bus of de tram naar hun werk of school gaan, om de abonnementen te compenseren of te verlengen met de duur van de lockdown. In den beginne was De Lijn erg weigerachtig om daar iets aan te veranderen. U hebt toen geantwoord dat De Lijn in principe bij zijn standpunt blijft om de standaardregelingen te handhaven, maar dat De Lijn wel open zou staan voor besprekingen over een specifieke coronaregeling, maar dan wel in overeenstemming met de andere openbaarvervoermaatschappijen in dit land.
Ik heb daar dan nog een schriftelijke vraag over gesteld, waar ik nu niet verder op zal ingaan. Intussen werd duidelijk wat de voorwaarden zijn om de geldigheidsdatum van het abonnement aan te passen en het abonnement dus toch te verlengen. De Lijn werkte namelijk een regeling uit waarbij enkel abonnementen voor één maand of voor drie maanden in aanmerking komen voor verlenging. Jaarabonnementen komen niet in aanmerking. Het moeten ook abonnementen zijn die gestart zijn na 6 maart. Abonnementen die daarvoor gestart zijn, komen niet in aanmerking.
Minister, kunt u wat meer zeggen over de motieven van De Lijn om enkel compensatie te voorzien voor die kortetermijnabonnementen van één maand of drie maanden, en niet voor een jaarabonnement? Is er daarover overleg geweest tussen u en De Lijn en de andere vervoermaatschappijen waar De Lijn het in uw eerste antwoord in april over had? Zo ja, wat was de uitkomst van dat overleg? Welke afspraken zijn daarbij gemaakt? Wat vindt u eigenlijk zelf van de beslissing van De Lijn? Staat u achter die beslissing? Of zult u nogmaals in overleg gaan om alsnog een compensatie of terugbetaling te verkrijgen voor de jaarabonnementen?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt, collega’s, om dit item weer op de agenda te plaatsen. Ik denk dat we allemaal wel vragen gekregen hebben, via e-mail of rechtstreeks, van burgers die een jaarabonnement of een abonnement van drie maanden hebben, maar het niet konden gebruiken. Ik kan deze vragen dus alleen maar mee onderschrijven. Ik heb zelf ook meermaals aan De Lijn gevraagd om hier verdere stappen in te ondernemen.
Wat is tot op heden altijd het standpunt van vervoersmaatschappij De Lijn geweest? Op het moment dat we in lockdown gingen, heeft De Lijn, in samenspraak met de andere mobiliteitsoperatoren – NMBS, TEC en MIVB – continu afspraken gemaakt over hoe ze verder zouden blijven rijden en onder welke voorwaarden. Ze hebben onderling een aantal afspraken gemaakt. Er is toen onderling, dus tussen de vier mobiliteitsoperatoren, ook heel specifiek afgesproken om geen kortingen toe te kennen, omdat men juist volledig operationeel bleef. Zij gaan dus uit van: onze bussen blijven allemaal rijden, we zetten onze capaciteit in waarover we kunnen beschikken, onze bussen blijven rijden, dus geen kortingen. Er werd onderling afgesproken om geen kortingen en compensaties toe te staan en om ook geen onderling opbod te creëren. Men wou ook geen domino-effect creëren. Dat is wat intern is afgesproken tussen de vier mobiliteitsoperatoren, en daar blijft men zich aan houden.
De reguliere terugbetalingen kent u. Die vindt u ook op de website. Dat gaat enerzijds over de standaardterugbetaling bij de jaarabonnementen, waarbij er een degressief verhaal is naargelang de periode dat men het abonnement nog zou kunnen gebruiken. Voor de driemaandelijkse abonnementen geldt hetzelfde. Voor de maandabonnementen is er in principe nooit een terugbetaling.
Dat is de standaardwerkwijze en daar heeft De Lijn altijd naar verwezen. We zijn van hieruit bij de vervoermaatschappij De Lijn toch blijven aandringen op wat meer flexibiliteit, zeker voor wat betreft de schoolabonnementen. We weten allemaal dat de scholen een aantal maanden dicht zijn geweest. We weten ook niet wat de toekomst brengt. Alleszins heeft De Lijn mij meegedeeld dat zij via verschillende kanalen ruim 1200 aanvragen ontvingen om een compensatie te krijgen voor de lopende abonnementen. Wanneer het ging om maandabonnementen en driemaandenabonnementen, werd er naast de standaardregeling telkens een individuele regeling uitgewerkt. Maar dat is geen antwoord op wat de toekomst brengt. Ik heb bij De Lijn aangedrongen om daar flexibiliteit aan de dag te leggen, om te voorzien in een regeling, wat de verkoop van abonnementen alleen maar zou aanmoedigen.
De Lijn heeft mij gezegd op dit moment te werken aan een soort pauzeknop, die de abonneehouder zou kunnen indienen wanneer hij door welbepaalde omstandigheden, door corona, geen gebruik zou kunnen maken van het openbaar vervoer. Dat is nog niet in detail uitgewerkt. Ik kan dus niet veel meer zeggen. Maar nogmaals, ik blijf erop hameren, ongeacht de afspraken die misschien zijn gemaakt door de andere mobiliteitsoperatoren, dat het niet te begrijpen is dat iemand met drie kinderen in het secundair onderwijs die voor een heel jaar een schoolabonnement hebben gekocht, daar maar 50 procent gebruik van kan maken. Daar moet een oplossing voor worden uitgewerkt. Ik hoop van De Lijn zo snel mogelijk zicht te krijgen op wat die pauzeknop specifiek gaat inhouden voor de jaarabonnementen, zodat we daar tegemoet kunnen komen aan alle verzuchtingen die we horen van heel wat burgers.
Ik kan dus nog geen pasklaar antwoord geven, wat ik zelf ook wel betreur. U weet dat het vaststellen van de tarieven wel een besluit is van de Vlaamse Regering. Maar de regeling van terugbetaling, van de standaardwerkwijze en dergelijke: dat is iets waarover De Lijn zelf als autonoom bedrijf beslist. Maar opnieuw, ik dring erop aan dat men daar toch snel werk maakt van een flexibele regeling, alleen al omdat De Lijn er zelf alle belang bij heeft, gelet op het feit dat daardoor meer mensen geneigd zullen zijn om een abonnement aan te kopen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik vind het eerlijk gezegd een beetje wereldvreemd van De Lijn. Oké dat men afspraken wil maken met anderen. Maar ondertussen zijn de bussen blijven rijden en werd er geen korting gegeven, terwijl iedereen weet dat de scholen en verschillende bedrijven gesloten waren en dat de mensen die bussen niet konden of moesten gebruiken. Als dat de standaard is waar men aan vasthoudt, getuigt dat niet echt van klantvriendelijkheid. Dat gaat inderdaad de interesse voor het openbaar vervoer niet doen toenemen.
Minister, ik ben het met u eens dat u blijft aandringen op die compensatie. Als dat 1200 aanvragen zijn, wil dat veel zeggen. Ik hoor u zeggen dat naast de standaardregeling individuele afspraken werden gemaakt. Wat moet ik daaronder verstaan? Is dat à la tête du client? Dat blijkt ook niet de beste manier van werken, want dan krijgt de ene wel compensatie en de andere niet.
Die pauzeknop lijkt me een manier om de mensen voor een jaarabonnement te kunnen compenseren. De Lijn geeft aan dat de wijzigingen in abonnementformules moeten worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Minister, u zegt dat de Vlaamse Regering niet bevoegd is voor die terugbetalingen. Is dat juist? Die vraag wil ik dus graag nog eens herhalen.
Is het misschien een optie dat de Vlaamse Regering zou overwegen om een budget vrij te maken voor die compensatie, om die op die manier te bespoedigen of toch te kunnen verwezenlijken?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is een problematiek waar ik al maanden op hamer en ik ben blij dat u doorzet richting De Lijn en echt aandringt op een oplossing omdat ik geloof dat het past in een bredere opzet voor De Lijn om de reizigers aan zich te binden. Dat zal nodig zijn de komende maanden en jaren. We hebben het er al vaak over gehad dat de uitdaging voor het openbaar vervoer in de eerste plaats zal zijn de mensen opnieuw op dat openbaar vervoer te krijgen, in veilige omstandigheden. Wanneer de reiziger de pauzeknop zou kunnen indrukken en zijn abonnement zou kunnen verlengen met de duur van die pauzeperiode, dan is dat een soort van getrouwheidskorting. Op die manier beloont De Lijn de loyauteit van de reiziger ten aanzien van de openbaarvervoermaatschappij.
Die pauzeknop is nog niet in detail uitgewerkt. Hebt u een zicht op wanneer het systeem klaar zou zijn? Zal men daar met terugwerkende kracht werken en terugkeren naar de maand maart toen corona uitbrak, de scholen werden gesloten en mensen niet meer naar het werk konden met hun jaarabonnement? Dat lijkt me het overwegen waard, precies om die loyale reizigers te belonen, te bedanken en in de toekomst verder aan zich te binden.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, goede collega's, dit is zo’n problematiek die aan de keukentafel leeft. Dat heeft niets meer met ideologie te maken maar gewoon met hoe mensen in het leven staan. Niemand heeft om miserie gevraagd, De Lijn niet maar zeker ook de reizigers niet. Mensen verwachten in alles eigenlijk redelijkheid. Als er iets gebeurt, een vertraging of iets waar niemand iets kan aan doen, dan laat de Vlaming doorgaans de kerk in het midden. Hier heeft men het gevoel dat De Lijn niet serieus omspringt met haar reizigers. De Lijn is een overheidsdienst en heeft een kerntaak, namelijk dienstverlener zijn en service bieden aan haar klanten. En als de klanten door omstandigheden, in dit geval een pandemie, hun abonnement niet volledig kunnen benutten, dan moeten zij gecompenseerd worden. Ik heb heel goed en aandachtig geluisterd, minister. U gaf vanuit de universiteit van het leven het voorbeeld van een alleenstaande vader of moeder met twee of drie kinderen. Voor die mensen scheelt 50, 60 of 70 euro per maand letterlijk een slok op de borrel. De Lijn is daar ongevoelig voor. Het verschil is dat die mensen vanuit hun eigen portemonnee betalen en dat De Lijn als overheidsorganisatie finaal de Vlaamse belastingbetaler als terugvalbasis heeft. En dus moet men, meer dan ooit in tijden waarin het openbaar vervoer voor tal van problemen en maatschappelijke uitdagingen een oplossing is, alles doen om die klanten aan zich te binden.
Minister, ik zou ook eens vragen dat De Lijn u voorbeelden geeft over hoe men dat in de buurlanden en buurregio’s oplost. Ik zou ook eventueel, minister, consumentenorganisaties als Test Aankoop onder de arm nemen. Dit is meer dan louter een geldkwestie, voor de betrokken gezinnen is het uiteraard in de eerste plaats een kwestie van geld, maar het heeft ook te maken met de houding van en de manier waarop een dienstverlener zich in de markt zet.
Minister, ik herinner u eraan dat er tot een stuk in de maand augustus, voor De Lijn geen enkel probleem was voor de opstart van het nieuwe schooljaar. Het zou allemaal wel zo’n vaart niet lopen.
Mijnheer Keulen, mag ik u vragen af te ronden?
Dan mag u finaal op de blaren zitten en het uitleggen. Hier moet u De Lijn en het management uitdagen om met een klantvriendelijke compensatie op de proppen te komen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik ben het helemaal eens met de vorige sprekers: die klantvriendelijke compensatie mag er wel komen, zoals u zelf ook vindt, minister, maar De Lijn beweegt niet.
Ik wil even terugkomen op de bespreking van vorige week rond de conceptnota die wij vanuit CD&V ingediend over het openbaar vervoer tijdens pandemieën en de uitlopers ervan – een welluidende titel. We haddden een heel interessante discussie met de collega’s en we gaan aan de strategische adviesraad, de Mobilitetsraad van Vlaanderen (MORA), vragen om daar zijn licht over te laten schijnen. Een van de voorstellen waarrond er over de partijgrenzen heen steun voor was, was de idee om De Lijn, net zoals bij de NMBS, met halftijdse abonnementen te laten werken, specifiek om telewerkers tegemoet te komen. Mijn vraag is om dat in de gesprekken met De Lijn ook alvast op tafel te leggen. Wilt u dat doen?
In het kader van de beheersovereenkomst die in de loop van vorig jaar wordt voorbereid, zullen we, denk ik, toch het een en ander moeten finetunen om De Lijn bij de les te houden.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ik wil heel kort aansluiten. Ik denk dat er een grote eensgezindheid is dat een terugbetaling van de abonnementskosten in het kader van de klantvriendelijkheid op zijn plaats zou zijn. Ik heb daar twee vragen over, minister.
Er was al overleg tussen de vervoersmaatschappijen. U legt nu wat meer druk op De Lijn. Vraagt u daarbij ook om het contact met de andere vervoersmaatschappijen te onderhouden? Het lijkt me toch een goed uitgangspunt om een opbod tussen die maatschappijen te vermijden.
Daarnaast weten we allemaal dat, als De Lijn alles doet wat we hier nu vragen, daar een kost tegenover staat. Wat vindt u van die kost, minister? Hoe wordt die gecompenseerd?
Minister Peeters, toch wel een aantal bijkomende vragen. U hebt het woord.
Inderdaad, ik hoop dat ik alle vragen goed genoteerd heb, maar wat ik van alle collega’s hoor, is dat we ten volle moeten inzetten op die klantvriendelijkheid, op die klantenbinding. Dat is essentieel en De Lijn heeft de belangrijke taak om daar nog meer op in te zetten.
Ik ga eerst even naar de vraag van mevrouw Robeyns. Er waren inderdaad een 1200-tal rechtstreekse aanvragen bij De Lijn om minstens een compensatie te krijgen. De Lijn zegt daarvan dat er voor heel wat gevallen een individuele regeling is uitgewerkt. Hoe die individuele regeling er heel concreet uitziet, dat weet ik niet, maar men geeft mij aan dat men voor een maandabonnement, waarvoor geen terugbetaling mogelijk was, een verlenging heeft aangekondigd. De ingangsdatum ervan werd dus opgeschoven. Hetzelfde geldt voor digitale vervoersbewijzen: voor alle m-cards die vervielen tussen 14 maart en 31 mei, werd de ingangsdatum verlengd tot 31 augustus. Daarvoor heeft men dus in een aantal tegemoetkomingen of compensaties voorzien, maar er is geen reguliere tegemoetkoming. En dan zeg ik opnieuw: voor kinderen die een schoolabonnement hebben voor een jaar, zitten we, zoals collega Keulen zegt, met het verhaal van vaak schrijnende situaties. Elke euro telt. Wat dat betreft, blijf ik er wel op hameren dat er een regeling moet worden uitgewerkt.
Nu, pacta sunt servanda – en wat dat betreft heeft collega Bex wel een punt –: als men afspraken maakt met de MIVB en met TEC en als men wil vermijden dat er een opbod komt voor het beste compensatievoorstel, dan moet men afspraken honoreren, maar dat wil niet zeggen dat men helemaal niets hoeft te doen. In maart en april wisten we nog niet hoelang de gevolgen van de pandemie zouden blijven aanslepen en hoelang we met de problematiek geconfronteerd zouden blijven, maar als er veel klachten of vragen komen, dan vind ik het zaak dat De Lijn contact opneemt met de MIVB en TEC om na te gaan of er iets gezamenlijk kan worden uitgewerkt.
Dan kom ik weer bij de vraag van mevrouw Robeyns. Zoals ik daarstraks gezegd heb, is De Lijn als autonoom overheidsbedrijf zelf bevoegd om een compensatie- of tegemoetkomingsregeling uit te werken. Dat kan De Lijn autonoom beslissen. Alleen tariefwijzigingen – u weet dat dat jaarlijks op de regeringstafel komt – of indexatie-aanpassingen zijn altijd gedekt door een besluit van de Vlaamse Regering. Een tegemoetkoming in welbepaalde abonnementen is door De Lijn zelf te beslissen. Natuurlijk doet ze dat het best in overleg met andere mobiliteitsoperatoren.
Er is de vraag van de heer Maertens om dat met terugwerkende kracht te doen. De scholen zijn zeker drie maanden gesloten gebleven. Het kan zijn dat in de toekomst ook weer een aantal scholen zullen moeten sluiten. Laat ons hopen dat dat niet het geval zal zijn, maar wij hebben geen glazen bol. Ik vind dat die terugwerkende kracht zeker onder de loep moet worden genomen. Ik zal aan De Lijn meegeven dat het een vraag is uit de commissie. We moeten inderdaad binnen de vervoermaatschappij De Lijn zorgen voor klantenbinding. Dat betekent: klantvriendelijk zijn, een goede dienstverlening geven en de reizigers effectief aan zich binden. Dat kan men doen door hiervoor ook een tegemoetkoming te voorzien.
Men kan dan wel de vraag stellen wat het gaat kosten aan De Lijn en het zal door iemand moeten worden betaald. Maar ik zie in de recente cijfers die ik heb gekregen van De Lijn dat het aantal abonnementen dat wordt gekocht, met ruim 22 procent is gedaald. Dat is ook geen goede zaak voor De Lijn, want dat betekent minder klantenbinding, dat betekent dat het moeilijker is in te schatten hoeveel reizigers op welke lijnen zullen zitten en dat betekent de facto ook een nefaste consequentie voor de planning van De Lijn. Ik denk dat De Lijn, ongeacht wat die compensatie eventueel zou kosten, er alleen maar belang bij heeft om klantvriendelijk te zijn, om te zorgen voor klantenbinding en om zodoende ook in deze situatie van pandemie, waar niemand om gevraagd heeft, een hoffelijk standpunt in te nemen ten aanzien van de reizigers die De Lijn gebruiken.
Dan is er nog de suggestie van mevrouw Brouwers. We hebben nu de verlenging van de bestaande beheersovereenkomst, maar in de toekomst moeten we zeker werken aan een nieuwe beheersovereenkomst. Het is zeker een goede zaak om zowel uw voorstel van deeltijdse abonnementen maar ook het verhaal van tegemoetkomingen mee op de onderhandelingstafel te leggen wanneer we straks met De Lijn een nieuwe beheersovereenkomst afsluiten.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik denk dat het overduidelijk is dat er in de commissie en bij de minister unanimiteit is dat een modern bedrijf een compensatie moet voorzien voor een geleden verlies dat niemand heeft kunnen voorzien. Niemand heeft gevraagd om corona. Ieder bedrijf, iedere ondernemer, iedere overheid heeft zich de afgelopen maanden flexibel moeten opstellen, inspanningen moeten doen, extra service moeten leveren, moeten zorgen voor klantvriendelijkheid. Daar zijn altijd extra kosten aan verbonden. Ik denk dat zeker De Lijn die inspanningen meer dan ooit zou moeten doen. Nog eens, zes maanden geleden kon niemand corona voorzien. Ondertussen weten we wel dat het morgen niet weg is en dat we ons moeten voorbereiden op de lange termijn. Laten we hopen van niet, maar de kans bestaat dat we nog eens in periodes komen dat scholieren en werknemers het openbaar vervoer niet zullen kunnen gebruiken, en dus moet die compensatie er zijn met terugwerkende kracht maar ook in de toekomst.
Zoals collega Brouwers zegt, moeten we ook inspelen op die flexibele formules. Het is nu eenmaal de realiteit. Minister, ik wil u vragen om te blijven aandringen bij De Lijn dat die compensatie er komt. Wij zullen er in deze commissie ook op blijven aandringen.
De heer Maertens heeft het woord.
We weten allemaal dat COVID-19 uitzonderlijke omstandigheden met zich meebrengt. Uitzonderlijke omstandigheden vergen soms uitzonderlijke maatregelen. Ik denk dat een pandemie als deze een maatregel rechtvaardigt waarbij een abonnement voor het openbaar vervoer verlengd wordt voor de tijd dat de houders het niet hebben kunnen gebruiken omdat men niet naar school of werk kon gaan. Een systeem zoals een pauzeknop vind ik in dergelijke omstandigheden een zeer goed idee. Ik pleit er ook voor om dat met terugwerkende kracht in te voeren. Ik ben blij, minister, dat u mij daarin volgt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.