Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Voorzitter, tijdens de coronalockdown in het voorjaar van 2020 konden heel wat burgers de verplichte autokeuring niet laten uitvoeren. Ze hebben van de overheid uitstel gekregen tot 4 november. Recent zijn er echter veel klachten gekomen van verontruste autobezitters die voor die uiterste datum geen afspraak meer kunnen maken. Die chauffeurs proberen al sinds september 2020 vruchteloos een afspraak binnen deze termijn te krijgen. Vaak moeten ze meer dan twee maanden wachten. Wie zonder afspraak komt, betaalt een toeslag van 8 euro, maar heeft geen zekerheid of hij aan de beurt komt. Daarenboven moet hij veel langer aanschuiven, waardoor hij zelfs een verlofdag moet inlassen.
In het programma De Inspecteur, op Radio 2, heeft de Vlaamse ombudsman, Bart Weekers, op 28 september 2020 de verzuchtingen van die vele autobezitters erkend, maar desondanks heeft hij het volgende verklaard: “Als je wat zoekt, vind je binnen de twee weken een afspraak. Alleen zal het deze keer misschien niet bij je vertrouwde keuringstation zijn. Wie bereid is om 50 kilometer om te rijden, vindt zeker nog een mogelijkheid om langs te gaan voor 4 november.”
In feite zitten deze autobezitters tussen hamer en aambeeld. Afgezien van het bijkomende tijdverlies en de verkeerslast, is het niet kosteloos pakweg 100 kilometer te rijden om een auto te laten keuren. Bovendien is er de verplichting een voertuig met een beperkte keuring, de zogenaamde rode kaart, in hetzelfde station te laten herkeuren. Wie een herkeuring nodig heeft, moet weer eens heel die afstand afleggen. Bovendien merken heel wat mensen terecht op dat een nieuw keuringsbewijs maar beperkt geldig is. Vaak moeten ze na zes maanden opnieuw naar de keuring. De volgende datum wordt immers berekend op basis van de oorspronkelijke datum waarop het voertuig moest worden aangeboden, niet op basis van de effectieve datum van aanbieding. De bedoeling hiervan is volgend jaar weer een normale regeling te krijgen.
Minister, hoe evalueert u de aanpak van deze problematiek in de diverse keuringscentra? We weten dat in Vlaanderen slechts vier bedrijven in opdracht van de overheid de keuring in diverse stations uitvoeren. Kan en moet de verplichting om voor een herkeuring naar hetzelfde station te gaan, al dan niet tijdelijk worden opgeheven? Kunnen de openingsuren en -dagen van de diverse stations niet tijdelijk worden aangepast om de vele autobezitters de kans te bieden om hun voertuig buiten de normale werkuren aan te bieden en zo te vermijden een vrije dag te moeten nemen? Hoe evalueert u het feit dat veel voertuigen al na zes maanden weer naar de keuring moeten? Een behoorlijke spreiding is volgend jaar ongetwijfeld noodzakelijk. In de meeste gevallen is een nieuwe keuring na een zo korte periode echter overbodig in functie van de staat en de veiligheid van het voertuig.
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, de erkende keuringsinstellingen hanteren diverse oplossingen om de wachttijden voor een afspraak binnen de perken te houden. Ze hebben duidelijk verklaard alles heel goed te monitoren en wekelijks op te volgen.
Mevrouw Ryheul, we hebben het nagevraagd, maar we hebben de door u aangehaalde gevallen van wachttijden van meer dan twee maanden niet kunnen detecteren. Geen enkel keuringsstation heeft ons verteld dat mensen langer dan twee maanden moeten wachten. Soms is er wel een wachttijd van een maand.
Het aantal voertuigen waarvan de geldigheidsduur van het keuringsbewijs tot en met 4 november 2020 is verlengd, bedraagt 597.588. Eind augustus 2020 was ruim 61 procent van de achterstand ingehaald. Tegen eind september 2020 was dit tot 75 procent opgelopen. Dit betekent de facto dat 25 procent van de voertuigen pas in de laatste maand ter keuring zal worden voorgereden. Dat had in principe eerder kunnen gebeuren. Op zich is dat jammer, maar als we het met de voorgaande periodes vergelijken, is het ook niet uitzonderlijk. Ook voor de COVID-19-pandemie was er met betrekking tot de autokeuring in een aanzienlijk aantal gevallen sprake van systematisch uitstelgedrag. In 2019, bijvoorbeeld, is bijna 20 procent van de voertuigen te laat in een keuringscentrum aangeboden.
Het wegwerken van bijna 600.000 voertuigen en de hygiënemaatregelen waaronder moet worden gewerkt, zorgen ervoor dat de zaken niet zoals in normale tijden kunnen verlopen. De aanpak van de zes erkende keuringsinstellingen in het Vlaamse Gewest en de flexibiliteit van het personeel, een punt dat ook onder de aandacht mag worden gebracht, zal ervoor zorgen dat de achterstand tegen 4 november 2020 bijna volledig zal worden weggewerkt.
De verplichting om voor een herkeuring terug te keren naar hetzelfde station waar de oorspronkelijke keuring heeft plaatsgevonden, wordt bewust behouden. Dit is vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat in het keuringsstation waar het voertuig is afgekeurd, duidelijk kan worden gedetecteerd of de tekortkomingen die bij de eerste keuring zijn vermeld, effectief zijn weggewerkt. Dat kan dan onmiddellijk worden geregistreerd. Daar is heel doelbewust voor gekozen, omdat we weten dat sommige mensen wel eens naar een ander keuringscentrum willen rijden in de hoop dat een aantal mankementen niet zullen worden gedetecteerd of dat ze gemakkelijk door een herkeuring zullen geraken.
Wat de openingsuren en -dag betreft, kan ik meedelen dat de keuringsinstellingen allemaal een laatavonddienst hebben gehanteerd. Op bepaalde weekdagen blijven ze immers sowieso tot 19 uur open. Tegelijkertijd hebben ze ons laten weten dat het personeel systematisch meer uren heeft gewerkt. Ten gevolge van het lange opleidingstraject is de tijdelijke aanwerving van bijkomend personeel geen optie.
Mevrouw Ryheul, uw laatste vraag betreft de periodes. Een vaste referentiedatum op het keuringsbewijs zorgt voor een spreiding van het aantal voor keuring aangeboden voertuigen doorheen het jaar. Als we hier te veel op interen, krijgen we een cascade-effect. Om te voorkomen dat dit de volgende jaren problemen zal geven, wordt de referentiedatum behouden die initieel op het keuringsattest stond.
Men kan dan zeggen dat men zich dan soms binnen een veel kortere termijn weer moet gaan aanbieden in de keuringscentra. Dat klopt, maar als we dat niet doen, dan krijg je achteraf een enorm potentieel aan mensen dat zich gaat aanbieden en dan krijgt men weer heel veel opstoppingen. Om het regulier te houden, heeft men ervoor geopteerd om de initiële referentiedatum aan te houden. Gekeurde auto's zorgen bijkomend voor veiligheid, en dat is uiteindelijk het doel. Wat dat betreft is er heel bewust voor gekozen om bij die referentiedatum te blijven.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, in hetzelfde radioprogramma riep de ombudsman de firma's ook op om beter samen te werken en te zorgen voor een vlottere dienstverlening. Er werd zelfs de idee geopperd van een centraal telefoonnummer waar men een afspraak zou kunnen maken in om het even welk keuringscentrum. Er werd ook gepleit voor een meer heldere communicatie op de website van de firma's. Is dat iets waarmee u aan de slag zou gaan, minister?
Tenslotte vraag ik mij af of de politiediensten wel goed op de hoogte zijn van het recht op uitstel tot en met 4 november. Ik sprak onlangs een dame die bij een boorddocumentencontrole het keuringsattest moest voorleggen. Het werd ingetrokken omdat het zogezegd niet meer geldig was. Na veel heen-en-weergeloop kreeg die persoon dan toch via een telefoontje te horen dat dit uiteindelijk niet had moeten gebeuren.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik fronste een beetje de wenkbrauwen toen ik u hoorde zeggen dat er vooral drukte is vanwege het uitstelgedrag van de mensen. Dat heb ik toch goed begrepen van u? Ik heb u hier ook al over ondervraagd. Ik herinner me dat de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA) in het begin de oproep lanceerde aan de mensen om niet meteen met de wagen naar de keuring te komen wanneer de keuringscentra weer open zouden gaan, maar om te wachten tot ze van hen een uitnodiging zouden krijgen omdat er anders te veel drukte zou zijn. Op dat moment was het ook een heel drukke periode. We schrijven juni van dit jaar. Als ik het goed begrijp, zegt men nu dat de drukte er is vanwege het uitstelgedrag van sommige mensen. Is er op dat vlak dan een verkeerde inschatting gemaakt vanuit GOCA?
Er is de opmerking van mevrouw Ryheul dat er politieagenten zijn die niet weten dat er een uitstel is tot 4 november. Dat kunnen we moeilijk als verantwoordelijkheid doorschuiven naar GOCA, dat lijkt me eerder een zaak van die politiediensten om daarover correct geïnformeerd te zijn, want dit is een generieke maatregel. Als men voertuigen controleert, zou men toch verwachten dat men minstens op de hoogte is van dit uitstel, want men komt toch niet zomaar bij één voertuig terecht. Ik denk dus niet dat men die verantwoordelijkheid bij u kan leggen.
Ik heb in juni gevraagd of er nog eens duidelijk kan worden gecommuniceerd of er een keuring nodig is vooraleer men naar het buitenland vertrekt. U hebt toen gezegd dat u daarover nog een initiatief zou nemen. Mijn vraag is of u er weet van hebt of er veel problemen zijn geweest met wagens die nog niet gekeurd waren en die in het buitenland verbleven, want daar is de situatie anders natuurlijk.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Zonder dat het ten koste mag gaan van de veiligheid, zouden wij toch willen pleiten voor redelijkheid en de nodige soepelheid. Minister, wij zouden u willen vragen om in overleg te gaan met GOCA om een aangepaste regeling uit te werken.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Ryheul, u vraagt een grotere dienstverlening van GOCA en misschien vraagt mevrouw Moors iets in dezelfde zin. Wij zijn heel vaak in overleg met GOCA. Een en ander wordt wel degelijk opgevolgd. De heer Weekers gaf in het radioprogramma ook wel aan dat men eigenlijk niet heel veel klachten ontvangt. Er zijn altijd wel bepaalde casussen waarbij vragen kunnen worden gesteld, ook het verhaal dat u geeft over die politieagent die klaarblijkelijk zelf niet 100 procent wist hoe het in elkaar zat. Iedereen wordt geacht de wet te kennen. We hebben een regeling uitgevaardigd in het kader van de covidmaatregelen. We gaan er dan ook van uit dat iedereen geacht is die te kennen en dat er ook geen discussie mag ontstaan over iemand die zich op de weg begeeft met een verlengd keuringsattest.
Ik kom tot het uitstelgedrag waar de heer Ceyssens naar verwijst. Toen de centra weer opengingen, heeft GOCA inderdaad opgeroepen om niet allemaal massaal te komen. Toen stond de vakantie voor de deur en mensen die met de auto op vakantie gaan, gaan voor hun vertrek nog gauw naar het keuringscentrum. Om lange wachtrijen te voorkomen, is toen inderdaad opgeroepen om dat wat meer in de tijd te spreiden. Anderzijds moet ik ook verwijzen naar een perscommunicatie die wij zelf nog hebben gedaan ergens in augustus, waar we heel duidelijk hebben gevraagd om ook niet te wachten tot het allerlaatste moment, omdat men dan wel eens in aanraking zou kunnen komen met lange wachttijden. ‘Het kan dat je niet meteen binnen de week kunt gaan maar een wachttijd hebt van een maand.’ We hebben daar communicatief wel op ingezet.
Zoals ik daarstraks heb gezegd, zijn er altijd mensen die tot op het allerlaatste moment wachten. Dat was ook zo in 2019. We zien dat toen al 20 procent zich te laat heeft aangemeld om een keuring te laten doen. Nu zitten we op een percentage van 25 procent. Dat is eigenlijk niet veel verschil. Maar het is aan iedereen om zich tijdig in regel te stellen en zich tijdig aan te bieden in het keuringscentrum om te zorgen dat het voertuig kan worden gekeurd.
Men kan zeggen dat het niet kan dat men binnen een periode van acht of negen maanden opnieuw moet gaan. Ik denk dat we vandaag toch alle redelijkheid aan de dag moeten leggen om te voorkomen dat we straks weer een slechte spreiding hebben. We houden vast aan de data die op de keuringsattesten staan, om te voorkomen dat er nu een verstoring zou zijn die dan jaar na jaar zal blijven meegaan. We houden vast aan die referentiedatum om een goede spreiding te hebben in de periodieke keuringen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, toeval of niet, maar deze middag moest mijn wagen ook gekeurd worden in het keuringscentrum van Deerlijk. Gelukkig kon ik daarvoor op de goodwill van mijn man rekenen. Net voor ik mijn vraag aan u had gesteld, kreeg ik van hem een frustrerend berichtje dat hij om 12 uur de wagen moest aanbieden en pas een uur na de afspraak, om 13.15 uur, aan de beurt kwam. Wij probeerden intussen het keuringscentrum telefonisch te contacteren, maar daar nam niemand de telefoon op. Er werd aangemaand via borden die langs de lange wachtrij stonden om zeker de wagen niet te verlaten, wat hij ook niet heeft gedaan. Om 13.15 uur was het uiteindelijk zijn beurt. Hij sprak er de werknemer uit het keuringscentrum over aan. Die man beaamde, weliswaar vloekend, dat het elke dag opnieuw “zo’n zever” is en dat hij elke dag heel lang moet werken en overuren moet kloppen. Uiteraard is mijn echtgenoot te laat op zijn werk aangekomen.
Indien hij er niet voor had gekozen om aan te schuiven maar om weg te rijden, dan had hij sowieso een nieuwe afspraak moeten maken en had hij die 8 euro boete moeten betalen en aan zijn werkgever opnieuw de vraag moeten stellen om zich op de middag vrij te maken, helemaal niet met zekerheid dat de volgende keer alles volgens afspraak zou verlopen.
Minister, De Lijn werkt met een soort pauzeknop voor abonnees in bepaalde omstandigheden zoals corona, wanneer mensen geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en dus ook niet van hun abonnement. Ik roep op om ook hier die pauzeknop in te voeren, zodat elke chauffeur binnen een aanvaardbare termijn zijn voertuig zonder die pesttoeslag kan laten keuren en de werkdruk in de keuringscentra afneemt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.