Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we zijn nog niet in vakantiestemming, maar ik ga toch mijn vraag stellen.
Ik heb in mijn duiding een beetje een overzicht gegeven van de modaliteiten zoals we die kennen in de openbare sector. We hebben de keuze tussen twee regelingen, zelfs binnen dezelfde besturen kunnen beide worden toegepast. De juiste criteria moeten natuurlijk worden meegenomen. Ik heb ook een overzicht gegeven van hoe het er bij de Vlaamse overheid en de lokale besturen aan toegaat, ik ga dat niet allemaal voorlezen. De collega’s zullen ook wel beseffen dat de coronacrisis heel veel gevraagd heeft van onze ambtenaren, zowel op het Vlaamse als op het lokale niveau. De crisis heeft er ook voor gezorgd dat medewerkers hun vakantiedagen nog niet hebben kunnen opnemen door het vele werk dat zich opstapelde.
Veel collega’s, net zoals de burgers die in de privésector werken, kiezen er dan ook nog eens voor om die vakantiedagen niet op te nemen wegens een aantal reisrestricties. Die zijn deze week weer wat versoepeld, dus dat zal nu wel uitdeinen naar een normale gang van zaken. Tot op heden kon men niet reizen, als men dat al wou.
We zullen deels later deze zomer en tegen het einde van het jaar en ook zelfs volgend jaar met een personeelstekort zitten, zowel op het Vlaamse als op het lokale niveau vanwege niet opgenomen dagen en de restricties en omstandigheden.
Minister, gaat u maatregelen nemen om de problematiek bij de Vlaamse overheidsdiensten op te vangen? Zo ja, welke?
We hebben al een exitplan voor de Vlaamse overheidsdiensten, met een breed kader. Alle advies en hulp is daar welkom. Welk advies hebt u voor de lokale besturen hieromtrent, zowel over de regeling van het overdragen van vakantiedagen in dit uitzonderlijke jaar, gelet op de verschillende stelsels, als over het opvangen van mogelijk personeelstekort?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, vakantie is een recht, maar de opname ervan mag de goede werking van de organisatie niet in het gedrang brengen. Ter bevordering van hun eigen welzijn is het aangewezen dat personeelsleden zich af en toe kunnen loskoppelen van het werk en tijd nemen voor zichzelf en hun naasten. Dat is niet alleen goed voor het personeelslid, maar ook voor de kwaliteit van het werk. Dat is waarschijnlijk nog meer het geval als we heel veel aan het thuiswerken zijn, waardoor werk en privé meer door elkaar lopen. Dat zijn voorafgaande beschouwingen die we, denk ik, delen.
Uit de informatie waarover wij beschikken, krijgen we geen signalen van lokale besturen waar zich zware problemen zouden voordoen.
Het is vooral de lokale autonomie die hier speelt, natuurlijk. Zowel het overdragen als de organisatie van vakantie behoort tot de lokale verantwoordelijkheid. Wat wij gaan doen, is in de geest waarin we de voorbije maanden al heel hard hebben samengewerkt, blijven goede praktijken delen via de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) en de andere normale kanalen waarmee we werken met de lokale besturen. We gaan alle mogelijkheden en arbeidsrechtelijke aspecten goed meegeven en de lokale besturen behoorlijk informeren.
Ik denk dat dat de belangrijkste elementen zijn. Besturen – dat hoop ik toch – herinneren hun personeelsleden er regelmatig en tijdig aan dat ze hun vakantiedagen moeten opnemen. U zei daarnet zelf dat er nu toch weer wat meer mogelijkheden zijn om op reis te gaan in de zomer en dat de grenzen geopend zijn. Mijn goede collega, minister Demir, moedigt Vlamingen terecht aan om opnieuw de pracht van onze eigen regio te leren kennen en vaker op vakantie te gaan in eigen land. Wel, ik denk dat er daardoor vandaag de dag opnieuw wat meer spanning komt in die zoektocht naar hoe en wanneer de vakantiedagen opgenomen worden.
Mijnheer Van Miert, ik denk dat dat de belangrijkste elementen van antwoord zijn op uw heel concrete vraag, toegespitst op de lokale besturen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben vooral verheugd dat u kunt melden dat er geen grote signalen komen vanuit de lokale overheden dat er problemen zijn met het toekennen van vakantie of met mensen die plots een aantal dingen willen organiseren voor zichzelf en hun gezin. Laten we hopen dat die signalen ook wegblijven.
Ik stelde u vooral deze vraag, minister, omdat veel van die lokale besturen nu aan het bekijken zijn hoe ze de exitstrategie zullen uitvoeren. Ze contacteren hun managers en diensthoofden om te bekijken waar ze staan, om een update op te maken en om na te gaan hoe ze een dienstrooster kunnen beginnen te maken voor de zomermaanden en de maanden erna. Dat was mijn vraag. Ik hoop dat we door de gebruikelijke kanalen van het ABB blijvend worden voorgelicht, zodat we zeker geen arbeidsrechtelijke fouten maken en ons goed organiseren. Want we merken dagelijks, en ik spreek niet alleen uit eigen ervaring, dat de rek er toch een beetje uit is bij onze mensen. We hebben hen heel zwaar op de proef gesteld met nieuwe taken, waarop niemand voorzien was, wijzelf op beleidsniveau ook niet. Ze zijn meer dan ooit toe aan vakantie en moeten die ook maximaal kunnen nemen, het liefst binnen een goed uitgesproken kader, zowel lokaal als binnen de Vlaamse overheid.
Ik heb geen extra vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.