Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Het tweedekansonderwijs (tko) in Vlaanderen ging in 1980 in Leuven van start met 41 leerlingen, vorig schooljaar volgden er ongeveer 11.000 cursisten een traject in een van de 32 centra voor volwassenenonderwijs.
Tijdens de academische zitting naar aanleiding van veertig jaar tko pleitte de secretaris-generaal van het departement Onderwijs onlangs voor meer samenwerking tussen het tko en de Examencommissie. Om meer jongeren te bereiken en om op die manier meer jongeren hun diploma secundair onderwijs te laten behalen, is het delen van expertise nodig.
Na jaren van daling steeg de afgelopen twee jaar het aantal jongeren dat het secundair onderwijs verlaat zonder diploma, voornamelijk door de krapte op de arbeidsmarkt en de bijhorende aantrekkingskracht. Daar zijn in het verleden wel al een aantal vragen over gesteld hier in de commissie, collega’s. Vooral jongens laten zich blijkbaar verleiden om vroegtijdig te stoppen met school en te gaan werken als ze een lucratief aanbod krijgen. Het tko en de Examencommissie kunnen voor hen nadien een uitweg bieden, indien ze alsnog een diploma willen behalen of als het nodig blijkt om voor een bepaalde functie een diploma te behalen.
De secretaris-generaal gaf verder ook aan dat het tko zich vanwege de evolutie van het leerlingenprofiel, de uiteenlopende leeftijden en de herkomst moet bezinnen over de vraag hoe het zijn werking hier beter op kan laten aansluiten.
Tijdens het bezoek dat we aan het begin van deze legislatuur aan de Examencommissie gebracht hebben, hebben we een nagebouwd examencentrum gezien voor een aantal opleidingen, onder andere Retail, maar ook Ontvangst en Onthaal. Minister, als u daar nog niet geweest bent, dan kan ik u dat alleen maar aanraden, want daar hadden ze een echte nagebouwde onthaalruimte, waar receptionisten deden alsof het allemaal echt was om zo de kwalificaties van de studenten te valideren. Het gaat dus niet meer om een oud stoffig lokaal waar een examen wordt afgenomen. Dat wilde ik toch nog meegeven.
Op welke manier kunnen het tko en de Examencommissie, zoals de secretaris-generaal naar voren brengt, beter samenwerken om én meer jongeren te bereiken én hun expertise te delen?
Welke initiatieven acht u nodig, minister, om, gelet op de veranderende instroom in beide organisaties, de werking van het tko te optimaliseren?
Minister Weyts heeft het woord.
Het tweedekansonderwijs is natuurlijk een belangrijk middel om jongeren en volwassenen weer aan boord te hijsen. Het publiek voor tweedekansonderwijs is niet alleen enorm gegroeid, maar de samenstelling ervan is ook meer divers geworden, zowel op het vlak van leeftijd als op het vlak van de culturele achtergrond, en dat vergt natuurlijk een specifieke aanpak.
Ten eerste is er het gegeven van de preventie: wij willen verhinderen dat leerlingen vroegtijdig uitstromen zonder diploma. Daarom willen we breder werken dan de samenwerking tussen het tko en de Examencommissie en willen we vooral naar het secundair onderwijs kijken. Zij hebben ervaring met vroegtijdige uitstroom, kennen de profielen van de leerlingen die vroegtijdig uitstromen en weten hoe ze dat kunnen verhinderen.
Als we echter louter kijken naar de specifieke samenwerking tussen het tweedekansonderwijs en de Examencommissie, dan wil ik drie belangrijke aspecten meegeven. Ten eerste zijn beide complementair inzake de expertise die ze hebben opgebouwd. De kennis van de Examencommissie ligt vooral op het vlak van toetsontwikkeling, ook voor praktijktoetsen. Ik ben daar inderdaad al geweest, ook tijdens examens. Ik denk dat de cijfers opgelopen zijn en dat er ondertussen op jaarbasis ongeveer 36.000 examens worden afgelegd. Dat groeit dus aanzienlijk. Het volwassenenonderwijs heeft dan weer heel wat ervaring op het vlak van contactonderwijs, het begeleiden van kandidaten, en afstandsonderwijs. Er zijn nog mogelijkheden op het vlak van expertisedeling.
Ten tweede zie ik ook het belang van een goede inhoudelijke afstemming tussen de Examencommissie en het tweedekansonderwijs. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het informeren van kandidaten over de verschillende mogelijke leerwegen, maar ook om concrete samenwerkingen. Als het bijvoorbeeld gaat om specifieke studierichtingen van de Examencommissie, zoals de opleiding tot farmaceutisch technisch assistent, kan het tko effectief suggesties doen over de praktische organisatie van het praktische gedeelte, zoals u zelf ook aangeeft.
Wat de inhoudelijke afstemming betreft, biedt de aanpassing van de eindtermen van de derde graad een opportuniteit. Die hebben immers een impact op zowel de examens van de Examencommissie als op de aso-opleidingen (algemeen secundair onderwijs). Een en ander zal dus sowieso moeten worden herzien. En dan kunnen we bekijken hoe we nog meer kunnen samenwerken en op elkaar kunnen afstemmen. Want het resultaat voor die eindtermen zal dus ook in die materie zijn weerslag vinden, omdat we de behaalde resultaten via een van deze leerwegen ook maximaal kunnen valideren in een andere leerweg. Ik geloof dat het vooral de cursist is die daarvan de vruchten zal plukken.
De EVC-procedures (elders verworven competentie) moeten het mogelijk maken om ongekwalificeerde volwassenen en jongeren op een snellere en toch kwaliteitsvolle manier een kwalificatie te laten behalen. Daarvoor kijken we naar de ervaring in het kader van het Europese VISKA-project (Visible Skills for Adults). Dat betreft het erkennen van eerder verworven competenties in een ruimer perspectief. In Vlaanderen hebben we dat VISKA-project gefocust op de erkenning van eerder verworven competenties in de opleiding Aanvullende Algemene Vorming. Daarbij willen we er wel voor zorgen dat de EVC-procedures dezelfde kwaliteit garanderen. Want snel een kwalificatie halen is heel goed, zeker voor die kwetsbare doelgroep, maar we moeten er echt voor zorgen dat de kwaliteitsnorm op een goede hoogte ligt, want anders gaat men naar een devaluatie van dat attest, waarbij de arbeidsmarkt daaraan zal voorbijgaan.
Tot slot geloof ik dat het tweedekansonderwijs ook kan profiteren van de algemene maatregelen die in het volwassenenonderwijs worden genomen. Ook het tko profiteert van het actief promoten van het brede aanbod in het volwassenenonderwijs. Dat we inzetten op kwetsbare doelgroepen was en is een van de grote doelstellingen van het nieuwe financieringssysteem volwassenenonderwijs, dat ook de totale doelgroep ten goede moet komen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, u raakt verschillende elementen aan. Het is een belangrijk middel en de samenwerking kan versterkend zijn, zeker wat de praktische vaardigheden betreft.
Ik wil wat dieper ingaan op twee punten. U verwijst naar de EVC’s . Volgens mij ligt daar nog de grote marge om mensen te kwalificeren. Op die manier geven we werken en langs die weg dingen leren, ook waarde. Dat gebeurt vandaag weinig. En dat geeft dan ook kansen om in andere sectoren aan de slag te gaan of stappen te zetten op de arbeidsmarkt.
Die preventie: uiteraard. Het lijkt mij ook zinvol om aan jongeren aan te geven dat het niet zo evident is om via de Examencommissie een examen af te leggen en een diploma te halen. Vroeger hoorde ik in mijn school vaak zeggen: ‘Ja, maar ik ga Examencommissie doen.’ Precies zo van: ik rijd met de trein naar Brussel, ik stap daar binnen, vul iets in en stap weer buiten met een diploma. We moeten de jongeren het signaal geven dat dat toch niet zo evident is.
Een laatste punt betreft het praktische luik in die opleiding. Want heel wat van die jongeren in het tweedekansonderwijs of jongeren die uitstromen, stromen niet noodzakelijk alleen in aso uit, maar zeker in bso en tso, waar stage een heel belangrijk component is. Maar die Examencommissie kan voor x-aantal opleidingen geen stage organiseren, dat is niet zo evident. Maar dat kunnen we misschien opvangen via een samenwerking met tweedekansonderwijs of met andere sectoren. Want voor de theoretische vakken kunnen ze dan terecht bij de Examencommissie, maar hun stages moeten toch wel ergens worden begeleid. Wij kunnen die dan organiseren. Dat zal ons in elk geval minder kosten dan wanneer ze in het gewone voltijdse onderwijs zitten – als ik het puur budgettair bekijk. Maar we kunnen hen dan wel nog oppikken en een volwaardig diploma geven. Want het is wel raar dat je een diploma zou kunnen verwerven via de Examencommissie. Maar een beroepsopleiding waarbij je het beroepsgedeelte in theorie al dan niet hebt gedaan, lijkt niet zinvol te zijn. Minister, u wees er al op. We moeten de samenwerking daar verder uitbouwen, hetzij met tweedekansonderwijs, hetzij met andere partners. Op die manier kunnen de opleidingen uit onze matrix zo ruim mogelijk aan bod komen.
Minister, de geschetste cijfers zijn zeer cruciaal en verdienen de nodige aandacht. Ik wil benadrukken dat mijn fractie het tweesporenbeleid steunt. Langs het preventieve spoor doen we er alles aan om de ongekwalificeerde uitstroom zo beperkt mogelijk te maken. Ik denk dan vooral aan de hervorming van het secundair onderwijs. We moeten het op die manier verder aanpakken. Langs het curatieve spoor moeten we aandacht hebben voor de mensen die de eindmeet niet halen en hen heropvissen.
Mijnheer Daniëls, ik heb met een aantal mensen uit het tko gesproken en zij vragen uitdrukkelijk om die samenwerking. U zult het niet graag horen, maar ze zijn bezig met het opstellen van concordantietabellen om de gelijkvormigheid in het tko vorm te geven, want blijkbaar is dat niet zo evident. Het is een afspiegeling van het leerplichtonderwijs, maar ten opzichte van het secundair volwassenenonderwijs is dat niet meer hetzelfde. We moeten nagaan hoe we dat op elkaar afstemmen.
Verder is het belangrijk wie die mensen zijn die naar het tko of de Examencommissie secundair onderwijs stappen. Het gaat meestal om mensen die een rugzakje meedragen en die de nodige begeleiding nodig hebben. Zoals daarnet is vermeld, denken sommigen dat ze even naar de Examencommissie secundair onderwijs kunnen stappen om even naar een examen af te leggen en dan met een pak extra bullen op het hoofd terug te komen. Ze komen dan terug met een aantal ontgoochelingen meer.
Minister, ik denk dat schoolmoeheid vaak leermoeheid met zich meebrengt. U hebt het gehad over de complementariteit met de stage. Misschien kan er een samenwerking komen tussen tko en de mensen die een opleiding willen volgen of bij de Examencommissie secundair onderwijs een examen willen afleggen. De nood aan begeleiding kan een samenwerking zijn.
Ik merk dat sommige leerlingen of cursisten die voor een traject in het tko kiezen, niet enkel kijken naar de finaliteit, maar ook naar de duur van de opleiding. Misschien moeten we hier ook eens naar kijken.
Afstemming is noodzakelijk en kwaliteit is daar voor ons cruciaal bij. Misschien is het wel nodig eens na te gaan welke afstudeerrichtingen er in het volwassenenonderwijs en in het secundair onderwijs zijn. Daar is nog wel wat discrepantie. Ziet u de mogelijkheid om eventueel nog bijkomende opleidingen in het volwassenenonderwijs te organiseren om voor de afstemming met het secundair onderwijs te zorgen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben misschien vergeten mee te delen dat de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) in dit verband een denkoefening maakt. De Vlor vraagt zich af hoe we met betrekking tot het secundair onderwijs, het tweedekansonderwijs en de Examencommissie secundair onderwijs voor meer integratie en samenwerking kunnen zorgen. Volgende week vindt hierover trouwens nog een seminarie plaats.
Mevrouw Vandromme, ik dank u voor uw suggesties in verband met de stages. Dit was onderbelicht in mijn antwoord. Daar liggen nog opportuniteiten.
Tot slot hebben we het nog niet gehad over het duaal leren en over de mogelijkheden die het duaal leren biedt om die schoolse loopbaan preventief wat te kunnen doorbreken met een kwalitatief toch hoogstaande praktische invulling. Dat is alleszins de doelstelling. We zien een gestage vooruitgang en groei. We zitten met ongeveer 1800 studenten en we moeten in alle doorgevoerde programmaties opletten dat er een goede match is tussen het lokaal aanbod en de lokale vraag. Het is nog een fragiel concept, maar ik geloof dat dit een sterk merk kan zijn en een bijdrage kan leveren om de vroegtijdige uitval tegen te gaan.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, mijn fractie ondersteunt het Vlaams regeerakkoord en uw beleid. De kern van de zaak is dat de preventie uiteraard maximaal via het regulier onderwijs moet verlopen en tot een diploma of kwalificatie moet leiden. Dat is absoluut waar.
We moeten goed kijken op welke vlakken de samenwerking kan verlopen. Het kan gaan om praktische vakken en stages. Maar onze fractie roept toch wel op om daar geen structuur boven te bouwen, iets van ‘tkoecs’: het ‘tko-examencommissiesamenwerkingsoverkoepelingsorgaan’, iets van die aard. Men moet heel hands-on, op de vloer, rechtstreeks kijken: ‘wij doen dit, jullie zijn daar bedreven in, jullie doen dat stuk, en we brengen die info samen’. Dat is belangrijk.
Dat het niveau via EVC of via de examencommissie verworven wordt, wil niet zeggen dat het dan minder kwaliteitsvol mag zijn of minderwaardig is. Dan doen we de jongeren of de mensen die langs die weg gaan immers echt geen goed. Men kijkt dan naar het diploma, en als er dan bovenaan ‘examencommissie’ staat, zeggen de mensen: ‘oké, het is dat niveau, dat willen we niet’. Dan heb je die toegangstickets tot de arbeidsmarkt eigenlijk gedevalueerd, en dat willen we absoluut voorkomen. Wij gaan dit met u verder opvolgen.
Collega Vandromme, dat men een concordantietabel maakt in dit gegeven, vind ik niet zo erg, zolang er maar geen concordantietabellen gemaakt worden bij eindtermen, maar dat men daar open, bloot en transparant werkt. We zijn daar allicht bondgenoten in, in dat aan die kar sleuren.
Ik zie hier iemand goed noteren. Die zijn waarschijnlijk al volop bezig om de eindtermen letterlijk in de leerplannen te zetten, zonder nog concordantietabellen op te nemen, waarvoor dank aan iedereen hier aanwezig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.