Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, voorzitter, ik wil het hebben over de REO Veiling in Roeselare, uw beiden welbekend. De veiling kon 2019 afsluiten met een recordomzet van 208 miljoen euro, 12 procent meer dan in 2018, maar niet alle parameters voor de toekomst staan op groen. De REO Veiling maakt zich zorgen over de toekomstige ontwikkeling van een aantal teelten, vooral die van prei. Die is in Roeselare goed voor de zilveren medaille qua omzet, na de tomaten, maar de cijfers zijn wel dalende. Dat heeft vooral te maken met de strengere regelgeving omtrent het gebruik van meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen, die net voor de preiteelt belangrijk zijn. Vanuit de veiling weerklinkt dan ook een alarmsignaal en vindt men dat er dringend overleg met de overheid nodig is.
Gelukkig zit de veiling zelf ook niet stil. Zo test ze verschillende nieuwe technieken uit. Een daarvan is hydrocultuur, waarbij de prei in water gekweekt wordt waaraan voedingsstoffen worden toegevoegd. Men hoopt daarmee een oplossing te vinden voor als de regels zo streng blijven. Dat men in West-Vlaanderen in het algemeen niet bij de pakken blijft zitten, blijkt ook uit de hoopgevende signalen over de manier waarop men het hoofd heeft geboden aan de droogte en waterschaarste.
Bottomline is dat innovatie primordiaal is voor onze land- en tuinbouw. Hierin spelen ook de veilingen een belangrijke rol, niet in het minst omdat ze als producentenorganisaties de rechtstreekse vertegenwoordigers van hun leden zijn en van de overheid financiële steun ontvangen.
Minister, werd u reeds gecontacteerd door de REO Veiling met de vraag voor overleg omtrent de problematiek van de preiteelt?
Hebt u al initiatieven genomen richting de andere bevoegde ministers in de Vlaamse en Federale Regering? Hebben ook de andere Vlaamse veilingen het afgelopen jaar innovatief onderzoek opgezet of geparticipeerd aan dergelijk onderzoek? Zo ja, over welke thema’s ging dat dan? Op welke manier worden veilingen aangespoord tot het ontwikkelen van innovatie technologieën? Worden hiertoe samenwerkingen met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) opgezet?
Minister Crevits heeft het woord.
De moeilijkheden die onze telers voor prei en andere vollegrondgroenten ervaren op vlak van het federale plantengezondheidsbeleid, met name op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, en het Vlaamse omgevingsbeleid, met name door het zesde mestactieplan (MAP 6), zijn mij zeker bekend. Vanuit Landbouw ondersteunen we onderzoeks- of demonstratieprojecten die zich richten op de verduurzaming van de groententeelt.
Daarnaast worden ook de mogelijkheden voor innovatieve hydrocultuur van prei bekeken door de praktijkcentra Inagro in Rumbeke en het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt in Kruisem. Het voordeel van het telen van groenten in een recirculerend en gesloten hydrocultuursysteem is dat het verlies van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar de omgeving zo goed als volledig voorkomen kan worden. Uiteraard moeten zowel de voor- als nadelen in kaart worden gebracht en moet ook met andere aspecten zoals ruimtelijke ordening, consumentenvoorkeuren en rendabiliteit, rekening gehouden worden.
Het klopt dat ik zelf niet bevoegd ben voor de problemen die de groentetelers recent signaleerden. Een verdere verduurzaming van intensieve groententeelt is absoluut nodig, maar ik zal erover waken dat dit haalbaar en betaalbaar blijft voor onze boeren. Ongetwijfeld zijn de bezorgdheden van de sector hierover ook bekend bij minister Demir voor wat het mestbeleid betreft en bij minister Ducarme voor wat de gewasbescherming betreft.
Er wordt door de sector al heel wat geïnvesteerd in innovatief onderzoek. Zij zetten in op diverse steunmechanismen en trachten hun inspanningen en financiering te coördineren. Het Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen (VBT), dat de belangen behartigt van de Belgische afzetcoöperaties van groenten en fruit, is betrokken bij tal van onderzoeksprojecten die gesteund worden door het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Het VBT coördineert het formuleren van gezamenlijke onderzoekthema’s van de leden en staat ook in voor het opvolgen van de projecten en het valoriseren van de resultaten. Voor die projecten is er naast de VLAIO-financiering een sectorfinanciering nodig die voorzien wordt door het VBT of door de individuele producentenorganisaties.
Ook de Logistieke en Administratieve Veilingassociatie (LAVA) bepaalt jaarlijks een aantal thema’s voor toegepast en praktijkgericht onderzoek. Ze doet dat voor haar leden, namelijk Belorta, de REO veiling, de Limburgse Tuinbouw Veiling (LTV), de Belgische Fruitveiling (BFV) en Coöperatie Hoogstraten, in samenwerking met zowel binnenlandse als buitenlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen.
De producentenorganisaties participeren in onderzoeksprojecten over de beheersing van de preimineervlieg. Daarvan heb ik geen foto bij. Andere bestaande projecten over openluchtgroenten zijn bijvoorbeeld de ‘Beheersing van plantenparasitaire nematoden met groenbedekkers in de openluchtgroenten’ en ‘Innovatie en praktijkimplementatie van waarnemings- en waarschuwingssystemen voor insectenplagen ter verduurzaming en internationalisering van de Vlaamse fruit- en groenteteelt’. De voorzitter laat me weten dat die nematoden aaltjes zijn.
De producentenorganisaties zijn ook in verschillende Europese projecten actief, een maatregel binnen het derde Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO III).
Producentenorganisaties investeren ook samen in de ontwikkeling en uitvoering van waarnemings- en waarschuwingsdiensten, onder meer voor prei, spruitkool, bloemkool en sluitkolen.
De producentenorganisaties nemen ook deel aan de projectgroepen van een aantal demonstratieprojecten die uitgevoerd worden door de praktijkcentra. Een aantal voorbeelden van projectgroepen waarbij zij betrokken zijn, zijn 'Druppelirrigatie in groenten en fruit', een project rond het hergebruik van drainwater, een demonstratieproject rond bemesting van groenten en innovatieve spuittechnieken, meer bepaald rond precisiebespuiting en driftreductie, en de ontwikkeling van een app voor advisering van telers over onder andere gewasbescherming en -bemesting, met het oog op data-uitwisseling met de veilingen. Collega, dat zijn veel woorden om u ervan te proberen te overtuigen dat er heel wat onderzoek lopende is. Een mens leert er ook nog wat van bij.
Hoe kunnen we de veilingen aansporen om innovatieve technologieën te ontwikkelen? Om in aanmerking te komen voor ondersteuning via de Europese gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor groenten en fruit zijn de producentenorganisaties verplicht een evenwichtig jaarprogramma op te stellen, ook wat het onderzoeksluik betreft. Voor het werkjaar 2019 was voorzien dat er om en bij 4 miljoen euro geïnvesteerd werd in onderzoek en innovatie in de sector.
Er zijn ook operationele groepen van Europese innovatiepartnerschappen (EIP’s), die werken via een bottom-upaanpak. Alle actoren die noodzakelijk zijn om een innovatieve en in de praktijk haalbare oplossing te ontwikkelen, moeten daar dan bij betrokken zijn. Voor heel veel onderwerpen zijn de veilingen betrokken partij en participeren ze dus ook in de projecten.
Tot slot nog wat over ILVO. Uiteraard is ILVO een partner. Ik zou het erg vinden, mocht dat niet zo zijn. Het is een partner in heel wat VLAIO-trajecten, EIP-projecten, demonstratieprojecten en ook in de ontwikkeling van waarnemings- en waarschuwingssystemen. Voor een consortium in het kader van een of ander onderzoeksonderwerp wordt altijd nagegaan welke partners elkaar kunnen versterken. ILVO heeft onder andere grote expertise in detectietechnieken rond ziekten en plagen.
De REO veiling investeert ook al enkele jaren in doctoraatsonderzoek van ILVO dat inzet op de ontwikkeling van innovatieve veredelingstechnieken bij groentegewassen, onder andere voor selder en prei.
Mijn excuses voor het soms wat technische antwoord, zeker als het ging over de lopende onderzoeksprogramma’s. Er is effectief wel een probleem en we proberen daar vanuit onze bevoegdheden aan te verhelpen.
Minister, ik kan me niet ontdoen van de indruk dat u nog steeds onder de indruk bent van de wondere wereld van de land- en tuinbouw, die nu voor u opengaat. We zijn daar blij om.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik ben – om in dezelfde terminologie te blijven – blij met uw antwoord. Er is nood aan wat diepteonderzoek om te analyseren wat al die technieken in verband met prei, zoals de bestrijding van aaltjes en driftreductie, concreet betekenen. Het is belangrijk dat u hebt aangegeven dat heel wat onderzoek lopende is en dat heel wat mensen deze problematiek onder handen nemen.
Hydrocultuur speelt een belangrijke rol in de innovatie. Ik vind het belangrijk dat de veilingen hiermee verder aan de slag gaan, maar ik denk dat we dit ook zelf mee moeten ondersteunen. De veilingen vragen de overheid mee aan de kar te trekken, maar ik heb de indruk dat u daar op voluntaristische wijze voor openstaat.
In elk geval staat de landbouw door de strengere regels voor het gebruik van meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen voor grote uitdagingen. Het is positief dat de veilingen mee willen nadenken over de vraag hoe we hieraan tegemoet kunnen komen. Zij zien de problemen sneller en kunnen nieuwe technieken ook met heel wat kennis uitrollen, wat in verband met innovaties heel belangrijk is.
Ik heb nog een slotbedenking. De vraag is of wat uit innovatief onderzoek komt, ook werkelijk naar onze boeren zelf doorstroomt. We moeten er zeker over waken dat dit breed kan worden verspreid en dat hierover wordt gecommuniceerd.
De heer Coel heeft het woord.
Voorzitter, ik wil vanuit mijn fractie kort benadrukken dat we het belang van innovatie ondersteunen. We zitten met het spanningsveld tussen klimaat en landbouw. Sommigen proberen dat als een tegenstelling op de spits te drijven, maar ik denk dat we het meer als een partnerschap moeten zien. We moeten de landbouwsector zo veel mogelijk ondersteunen om de shift te maken en hydrocultuur kan daar een belangrijk onderdeel van zijn. Economisch gezien, blijkt uit een onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) dat hydrocultuur economisch gezien met de teelt in volle grond vergelijkbaar is. Het grote probleem is dat de investeringen voor de overschakeling naar waterteelt een enorme kostenpost vormen. Voor de mensen die in de sector actief zijn, is dat een drempel om die stap te zetten.
Minister, ik heb nog een korte vraag. Biedt ILVO nu al investeringssteun aan preitelers die aangeven te willen overschakelen? Zo ja, is hiervoor in budgetten voorzien en zal hier bijkomend op worden ingezet?
Ik wil me hierbij aansluiten. Ik vind het een interessante vraag om uitleg die in de communicatie van de REO Veiling is opgepikt. Op 7 februari 2020 brengen we een werkbezoek aan ILVO. Het zou interessant zijn feedback van de sector te krijgen met betrekking tot de technieken die we daar zullen zien. Het gaat dan om de inzichten van de sector met betrekking tot de bedreigingen en de kansen die ze zien voor de evolutie van de groentesector in de brede zin. Ik zal de planning van de agenda straks met de ondervoorzitters bespreken. Indien de commissie het goedvindt, zullen we nagaan of we een moment kunnen inlassen waarop we de mensen die in de praktijk staan hier even kunnen horen. Op die manier kunnen we toetsen wat we in ILVO zullen hebben gezien.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, ik vind dat een interessante suggestie. De commissie kan hier uiteraard autonoom over beslissen, maar ik steun dit voorstel.
Mijnheer Coel, er is uiteraard steun voor wie wil overschakelen naar duurzame technieken. Hij moet een dossier indienen en nakijken of dit op de lijst staat, maar die lijst wordt ook geüpdatet. Dit is dus absoluut mogelijk.
Mevrouw Talpe, u hebt nog een aantal opmerkingen gemaakt. Ik vind dat we nog iets meer moeten durven inzetten op het in de kijker zetten van wat we aan innovatie al kunnen. Ik was gisteren op de nieuwjaarsreceptie van VLAIO, waar een panel was samengesteld. Dit heeft niets met prei te maken, maar een zeilfabrikant had een compostzeil gemaakt waar met hulp van de praktijkcentra planten in werden gestopt. Dat zeil wordt aan de muren bevestigd om meer groen in de stad te brengen. Dit zou een heel positieve impact op de temperatuur in de stad kunnen hebben en voor afkoelende effecten kunnen zorgen. Ik vind dat er op dit ogenblik over de sectoren heen veel beweegt om tot oplossingen voor de klimaatproblemen te komen.
Het zou dus heel goed zijn als we niet alleen de vinger aan de pols houden, maar ook blijven investeren in die mogelijkheden en stimuleren dat men over de muren kijkt om problemen op te lossen. Maar daarmee zijn de problemen rond prei en gewasbescherming natuurlijk nog niet opgelost.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik vond het een heel positief antwoord. Ik denk dat we op één lijn zitten.
Er kwam een noodsignaal vanuit de veilingen. Ze pakken het zelf aan, maar wij als overheid kunnen mee stimuleren.
Het belang van innovatie is hier ook aangehaald, over de partijgrenzen heen. Ik ga zeker in op het voorstel van de voorzitter om wat dieper in te gaan op een aantal technieken. Ik denk dat we op die manier beter kunnen begrijpen wat er speelt in de sector. Minister, ik ben blij dat u innovatie een warm hart toedraagt, zeker voor de stadslandbouw. U hebt dat gisteren gezien. Wij koesteren het allemaal.
De vraag om uitleg is afgehandeld.