Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u dat u voor deze ene vraag afzakt naar de commissie. Dit is een vraag waar we geen maanden meer mee kunnen wachten.
We hebben het daarnet al onrechtstreeks gehad over de brexit, waarvan de deadline steeds dichterbij komt. Alles wordt met de dag onvoorspelbaarder. Er lopen op dit moment nog altijd gesprekken en we hopen dat er op een bepaald moment toch nog een onderhandelde oplossing uit de bus komt. Maar net als gevolg van die onvoorspelbaarheid kunnen we er beter voor zorgen dat we voorbereid zijn op het wat ons betreft minst positieve scenario. Het zou in elk geval beter zijn als dat met een deal kan gebeuren. Maar stel dat er een no-dealbrexit komt, dan zal die een grote impact hebben op heel wat sectoren maar ook op een sector waaraan we allebei veel belang hechten, namelijk de Vlaamse visserijsector.
Die impact zou van de ene dag op de andere gigantisch zijn, niet alleen voor de markt maar ook voor het vissen zelf. Onze markt zou immers kunnen worden afgesloten van de Britse wateren, die voor onze vloot onmisbaar zijn. Ze vormen niet enkel een groot aandeel in de totaliteit van onze visgronden, maar ze leveren vooral het leeuwendeel van de omzet op, aangezien de populairste vis op onze markt, de tong, voornamelijk daar gevangen wordt.
Niet enkel voor de eigenlijke vloot zou een no-dealbrexit rampzalig zijn, maar ook voor alles wat daarachter zit. De mensen in de sector hebben het dan vaak over het deel van de keten op land. Wij krijgen de laatste maanden signalen van de Vlaamse visveilingen zelf, die in dat scenario vrezen voor hun overlevingskansen. Het overgrote deel van de in Oostende en Zeebrugge verkochte vis wordt aangeland in het Verenigd Koninkrijk. Vis die gevangen wordt in die andere belangrijke visgronden ter hoogte van Denemarken, wordt meestal aangeboden op de Nederlandse veiling van Urk, en dat zou in de toekomst nog meer het geval kunnen zijn. Overleven op enkel de afzet van vis uit de Golf van Biskaje is voor onze veilingen onmogelijk. De werkingskosten zouden veel te hoog liggen. In het recente verleden hebben de visveilingen grote investeringen gedaan, ook met publieke steun, en het zou bijzonder jammer zijn als die die onder druk zouden komen te staan.
Binnen de Europese Unie is een batterij steunmaatregelen uitgewerkt om de gevolgen van een brexit op te vangen, maar deze zullen hoe dan ook slechts tijdelijk zijn. De sector vreest, en ik deel die vrees, dat ze onvoldoende zullen zijn om tijdig te kunnen omschakelen naar een duurzame herpositionering van de activiteiten, bijvoorbeeld richting aquacultuur.
En na de visveilingen volgen er natuurlijk nog schakels op het land die afhankelijk zijn van de beslissing over de brexit. Heel wat mensen zijn dan ook bezorgd over hun toekomst.
Ik las in het regeerakkoord met grote aandacht de volgende passage over de visserijsector: “Bij een eventuele harde Brexit bekijken we proactief de gevolgen voor reders en vissers.” Ik was al bezorgd omdat het dan enkel gaat over reders en vissers en niet over de rest van de keten. Bovendien zijn we intussen 16 oktober, en ga ik ervan uit dat proactief betekent dat uw voorgangers de voorbije maanden en jaren al hebben gewerkt aan een oplossing en dat we dus al iets verder staan.
Minister, ligt er een noodplan klaar voor onze visserijsector bij een no-dealbrexit? Hoe snel kan dit plan geactiveerd worden? Zijn daar de nodige budgetten voor beschikbaar? Biedt dit plan voldoende ademruimte, zowel financieel als in tijd, om het voortbestaan, zij het in een bijgestelde vorm, te verzekeren? Erkent u de bedreigde situatie van de Vlaamse visveilingen in het geval er een no-dealbrexit komt? Op welke steun kunnen zij rekenen? In welke mate wordt rekening gehouden met de volledige keten? Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank de vraagsteller voor zijn vraag en de voorzitter voor het organiseren van deze commissie. Dit thema over de toekomst van de visserijsector houdt ons ’s nachts, letterlijk en figuurlijk, wakker omdat het een van de meest prangende kwesties is voor de toekomst van de visserij in Vlaanderen.
Ik heb begrepen dat het hier daarnet, toen onze Europese vertegenwoordiger hier was, ook even ging over de brexit en de mogelijke effecten, maar de komende dagen en ook vandaag zullen opnieuw cruciaal zijn voor het brexitdossier.
Wat visserij betreft, is Vlaanderen een van de regio’s die de allergrootste impact zal ondervinden van een harde brexit. De brexit is een Europees gegeven dat Europees gecoördineerd moet worden, met specifieke aandacht voor de lidstaten en sectoren die het sterkst aan deze impact zijn blootgesteld.
Gezien de zeer onzekere uitkomst van de onderhandelingen wordt er momenteel samen met de sector gewerkt aan een aantal maatregelen voor de Vlaamse visserijsector. Ongeveer de helft van de omzet van onze visserijsector is afhankelijk van visvangsten in Britse wateren, en dat is zeer veel. Het is dan ook cruciaal dat de wederzijdse toegang tot elkaars wateren verzekerd blijft. Men is echter niets met die wederzijdse toegang wanneer men geen vis mag vangen. Die toegang betekent dus ook het behoud van de vangstrechten van onze vissers. Dat wordt op elk overleg sterk benadrukt.
Wettelijk gezien zijn de nodige voorbereidingen getroffen op Europees niveau, maar de onvoorspelbaarheid langs de zijde van het Verenigd Koninkrijk is bijzonder groot. Als we die toegang en het behoud van de vangstrechten kunnen behouden, zal een specifiek noodplan niet nodig zijn, maar aangezien we daar niet zeker van zijn, moeten we eraan werken.
De maatregelen worden voor de sector in zijn geheel bekeken, het gaat met name over steun voor omschakeling naar andere activiteiten of een vergoeding voor het tijdelijk stopzetten van activiteiten. We doen dit dus niet alleen voor ongeveer zeventig vissersvaartuigen en bijna vierhonderd vissers, maar ook voor de visveilingen in Nieuwpoort en Oostende/Zeebrugge en voor de visverwerking. In totaal gaat het over ongeveer tweeduizend vijfhonderd rechtstreekse jobs in de visserijsector.
Ook op Europees niveau wordt er gewerkt aan een brede waaier van maatregelen die zeer snel kunnen worden geactiveerd in het geval van een harde brexit. Daarvoor is een groep van acht lidstaten, de zogenaamde G8 van lidstaten waarvan de visserijsector de impact het hardst zal voelen, voortdurend in overleg met de diensten van de Europese Commissie. Het gaat dan over België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Denemarken, Zweden en Spanje. Stel dat er geen toegang meer is tot de Britse wateren, dan zal de impact niet alleen voor de Vlaamse maar ook voor de Nederlandse en Franse vissers groot zijn en kunnen er ook onderlinge conflicten ontstaan.
Of het plan voldoende ademruimte biedt, is vandaag onzeker. Europa heeft een aanpassing van de mogelijkheden binnen het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) voorbereid die ingaat zodra een no-deal- of no-accessbrexit zich voordoet. Hierdoor kunnen lidstaten voorzien in een vergoeding aan reders en vissers voor tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten. Deze maatregel moet worden ingepast in het EFMZV-programma dat loopt van 2014 tot 2020. Voorlopig stelt Europa geen bijkomende budgettaire middelen ter beschikking voor deze maatregel. Het totale programmabudget daarvoor is niet groot, voor Vlaanderen gaat het over 60 miljoen euro: 36 miljoen euro EU-middelen voor de gehele periode en 23 miljoen euro Vlaamse cofinanciering. Een aantal van die budgetten zijn al bestemd en opgenomen.
Het spreekt ook voor zich dat die ondersteuning enkel de initiële effecten zal opvangen en nog geen oplossing vormt op lange termijn. Ook moeten we waakzaam zijn hoe andere lidstaten met deze maatregel omgaan: als onze reders tijdelijk zouden stilliggen maar andere vloten niet, dan zou dat tot een enorme concurrentieverstoring kunnen leiden omdat men vangstrechten heeft in elkaars water. We mogen dus niet zomaar beslissen de vloot stil te leggen en een vergoeding te geven wanneer geen afspraken zijn gemaakt met de andere lidstaten omdat dit op lange termijn weleens dramatische effecten zou kunnen hebben. Vandaar dat wij vanuit Vlaanderen op Europees niveau pleiten voor een uniforme tijdelijke stillegging van de vloot voor alle lidstaten, gefinancierd vanuit een Europees noodfonds.
De situatie voor de ondersteuning in de verdere keten of op langere termijn is ook onduidelijk, aangezien Europa nog niet definitief voorziet in bijkomende middelen. De meer generieke ondersteuningsmogelijkheden zoals het Solidariteitsfonds van de Europese Unie en het Europees Globaliseringsfonds zijn ook niet zo evident of vaak ook budgettair nog te beperkt. Er is echt een acute nood aan extra financiering. Vandaar dat we zeer doortastend pleiten, en we staan daar niet alleen, voor extra middelen op Europees niveau via een specifiek brexitfonds.
In geval van nood zal een combinatie van maatregelen ingezet moeten worden. De reguliere Vlaamse begroting voor visserij kan die initiatieven en steunmaatregelen uiteraard niet alleen dragen. En zelfs als men dat zou willen, moet men nog voorzichtig zijn aangezien er regels zijn inzake het verlenen van staatssteun. Dus zelfs wanneer er veel geld klaarligt, moet er een opening zijn om het te kunnen geven aan de sectoren die men wil steunen.
De problemen en mogelijke oplossingen zijn opgelijst, we zitten daar ook zeer intensief over samen.
Wat de bedreigde situatie van onze visveilingen betreft, heb ik net gezegd dat de impact op onze Vlaamse visveilingen mogelijk groot is, want de visproducten moeten eerst worden gevangen en daarna ook verkocht en dit traject begint op de vloeren van onze visveilingen.
In het voorstel dat we nu met onze sector bespreken voor de toepassing van de stilleg-regeling in Vlaanderen, zijn de visveilingen onrechtstreeks betrokken, want als voorwaarde is bepaald dat reders die gebruik maken van deze steunregeling, hun visproducten moeten aanleveren in onze veilingen. Dit is noodzakelijk wanneer we voldoende volume en aanbod willen blijven garanderen. Los daarvan zijn ook de pistes onderzocht om onder worstcasescenario’s de werking van de veilingen te blijven garanderen. Bij die tijdelijke stillegging doen zich een aantal regelgevende problemen voor. Bij het oplossen daarvan stuiten we op dit ogenblik op de combinatie van regels die nog moeten worden aangepast en financiële stimuli. Dit ligt ook op de Europese onderhandelingstafel.
De noden en knelpunten van de hele keten zijn dus in kaart gebracht in nauw overleg met de sector. Op dat vlak zijn we voorbereid maar een zeer groot stuk van de oplossing bevindt zich op Europees niveau. Het gaat dan om het behouden van visvergunningen in Britse, dus niet-Europese wateren, het verlenen van steun voor omschakeling van activiteiten, steun voor logistieke aanpassingen qua havens en transport, visserijcontrole, het principe van overmacht en dergelijke meer.
Deze namiddag vindt een overleg plaats tussen onze administratie Visserij en het federaal crisiscentrum om afspraken te maken om de veiligheid op zee te garanderen. Voor de vissers is de confrontatie met die onzekerheid stresserend. Ik hoop dan ook echt dat die regeling er snel zal komen en dat er blijvend gevist kan worden waarbij ook de veiligheid op zee moet worden gegarandeerd. Er is een draaiboek opgemaakt om problemen met het wegverkeer richting Zeebrugge en Calais op te lossen alsook de veiligheid op zee. Annie Cool, hier aan mijn rechterzijde, zal aan dat overleg deelnemen.
We zitten met een nieuwe regering en ik ben mij nog aan het inwerken. De Europese Commissie wordt ook opnieuw samengesteld. Maar omdat dit zo acuut is, heb ik een prioritair overleg gevraagd met de huidige nog zetelende Europees commissaris Vella. Wij hebben morgennamiddag afgesproken. Ik vind het echt belangrijk de commissaris te zien om alle knelpunten te bespreken. Dit is belangrijk voor Vlaanderen.
Het is volgens mij positief dat het antwoord dat we morgen kunnen samenzitten er heel snel is gekomen. Dat is een positief signaal: men wil echt wel erover spreken. Ik zal de boodschap brengen dat het behoud van de wederzijdse toegang tot de Britse wateren en van de vangstrechten de enige oplossing is voor onze vloot. Als je dat niet kunt realiseren, creëer je mogelijk heel grote problemen met de buren et cetera.
Collega’s, deze vraag komt op een zeer goed moment, omdat jullie insteek kan worden meegenomen. Ik wacht af of ik mijn boodschap kan brengen met de steun van het voltallige parlement.
Dank u, minister, voor dit bondige antwoord. De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat het antwoord niet zo bondig was, want deze thematiek is belangrijk genoeg om er voldoende ruimte voor te nemen.
Ik heb er begrip voor dat dit qua timing moeilijk valt. Na de installatie van de regering is het geen evidente opdracht om dit in de eerste weken als bevoegde minister op de boterham te krijgen en ermee aan de slag te gaan. Tegelijkertijd wil ik mijn verwondering uitdrukken – ook al zit ik hier nog ziet zo lang – dat er niet méér uitgewerkte plannen op tafel liggen. Zowel op Europees niveau als op Vlaams niveau vind ik het toch wat nalatig van de overheid dat er niet al eerder op werd gewerkt. Het risico van een no-dealbrexit is al een aantal jaren duidelijk. Het verwondert mij dat we nog geen beter uitgewerkt noodplan klaar hebben. Dat wil niet zeggen, minister, dat ik niet in uw antwoord de ernst onderken. Ik zie ook in de blik van mevrouw Cool de ernst waarmee zij deze namiddag naar het overleg zal gaan en de sérieux waarmee dit thema wordt aangepakt.
Ik wil nog eens benadrukken dat de klok hard voorttikt. Binnen twee weken kan het zover zijn. Het gaat over de structurele steun die we kunnen geven om een langere periode te overbruggen. De sector kan zich niet permitteren dat er de eerste maand – noch qua veiligheid noch qua economische rendabiliteit – heel veel onduidelijkheid blijft bestaan.
Wij horen in de sector suggesties dat andere landen misschien een gedoogbeleid zouden voeren: er zou, terwijl er officieel geen regeling is, toch worden toegelaten dat er op elkaars wateren wordt gevist, en dat andere landen die op Britse wateren vissen die vis als een soort van ‘illegale vis’ toch zouden laten binnenkomen om op de markt te verkopen, waarbij dan niet zou worden gediscussieerd over vanwaar die vis komt. Hoe bekijkt de Vlaamse Regering deze optie? Ik druk me er niet over uit of dat goed is of slecht. Maar ik vind het wel interessant. Ik hoor dat ze dat in Nederland overwegen. Kan dat volgens de Europese regelgeving?
Ik hoor dat er nog regels moeten worden aangepast. Ik begrijp uiteraard dat we de Europese regelgeving moeten respecteren. Wordt er bekeken om, in het kader van die regelgeving, op het Vlaamse niveau extra middelen vrij te maken om antwoorden te geven op de noden van de sector, al is het maar om de visveiling tijdelijk in een soort van minimumbezetting te houden? Als de visveiling volledig zou worden stopgezet, komt ook daar de rendabiliteit op de langere termijn in gevaar.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord en voor de inspanningen die u levert om de onzekerheid die er nu is, op te volgen en om de best mogelijke oplossingen te vinden voor de visserijsector, die misschien klein is maar toch niet onbelangrijk.
We moeten vooral kijken naar de UK, die deze situatie veroorzaakt. Daardoor is er geen duidelijkheid. Met de vorige en de huidige regering bereiden we ons zo goed mogelijk voor.
Ik hoor dat er onmiddellijk overleg zal zijn met de Europese commissaris. Inderdaad is het feit dat hij daar op zo korte termijn op ingaat, een positief signaal. Wij nemen hier het standpunt in dat er absoluut voor moet worden gezorgd dat de wederzijdse toegang tot elkaars wateren en de vangstrechten moeten worden behouden. Dat is cruciaal. In elk geval steunt mijn fractie deze boodschap en ik hoop dat alle parlementsleden ondersteunen dat u die boodschap mag en moet geven. Dat is cruciaal.
We moeten er natuurlijk voor zorgen dat bij een harde brexit de nodige maatregelen worden genomen. Ik hoor dat er nog regels zijn die op Europees niveau onder handen moeten worden genomen. We moeten op zoek gaan naar extra middelen en naar hoe we die middelen kunnen inzetten. Ik hoop dat u ook daarop antwoorden krijgt op die crisisoverlegmomenten. Ik heb er alle vertrouwen in dat u dat zeer terdege aanpakt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, uiteraard zal de Vlaamse visserij de gevolgen van de brexit voelen. We zijn daarvoor beducht. In onze provincie, West-Vlaanderen, zijn we voor de brexit nog beduchter dan in de rest van het land. De grote vraag is natuurlijk of het een zachte brexit wordt of een no-dealbrexit. Als het een no-dealbrexit wordt, zal dat de voorbode worden van nog meer onzekerheid.
Uiteraard is dit geen nieuw gegeven. Mevrouw Schauvliege heeft in de vorige regering de zaken al nauwgezet opgevolgd. Als we er het jongste Visserijrapport (VIRA) 2018 bij nemen, zien we inderdaad, als we kijken naar de effectieve quota na ruil, dat de helft van de Belgische aanlanding uit Britse wateren komt.
Het scenario van een harde brexit leidt uiteraard tot een verminderde groei van de Belgische visproductie, stijgende visprijzen en een dalende visconsumptie. Uiteraard is het Verenigd Koninkrijk ook een belangrijke handelspartner. Een van de aanbevelingen van het VIRA is dat erop moet worden gelet dat we de visserij niet als pasmunt gebruiken bij eventuele onderhandelingen.
Minister, als er wordt gewaarschuwd dat het een pasmunt zou worden, hebben wij dan berekeningen over de verwachte schade? Zijn er verschillende scenario’s? Ik weet wel dat u niet kunt weten wat er komt, maar hebben wij de financiële impact van allerhande soorten scenario’s in kaart gebracht, zodat we weten dat als dit als pasmunt wordt gebruikt in die onderhandelingen, wat die pasmunt dan waard is? We vernamen deze week dat er weer een sprankeltje hoop is over een brexitakkoord. Het is vandaag bang afwachten. In welke mate zal de visserij als pasmunt worden genomen?
De brexit is niet de enige schaduw in de sector. Ik maak van de gelegenheid gebruik om dat nog eens te zeggen. De Vlaamse visserij kampt nog altijd met de implementatie van de aanlandingsplicht en het teruggooiverbod. Onze verouderde vloot is aan reconversie en vernieuwing toe. We zien verder een gestage afname van het aantal boten en een stijgende invloed van Nederlandse reders die zich via overnames inkopen in onze visserij. Als we dat samennemen met een no-dealbrexit, betekent dit een enorm risico op een lagere visaanvoer naar onze veilingen in Nieuwpoort en Oostende/Zeebrugge, zijnde de Vlaamse Visveiling, die op hun beurt niet langer een leefbaar volume dreigen te krijgen, met sluiting als gevolg. Hoe zien we dat samen? Minister, welke concrete verwachtingen koestert u in verband met het gemeenschappelijke visserijbeleid na 2020?
U mag mijn persoonlijke groeten overmaken aan commissaris Vella, die ik in de voorbije jaren regelmatig heb ontmoet.
De heer Sintobin heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, ik denk niet dat het onze taak is om de UK te veroordelen om de keuze die ze daar maken. Als we respect hebben voor de stem van het volk in Catalonië, moeten we dat ook hebben voor de stem van het volk in Groot-Brittannië.
Het blijft wel een feit dat die brexit, zeker een brexit zonder deal – wat niemand van ons wenst – een grote impact zal hebben, niet alleen op de visserijsector maar op de landbouwsector in het algemeen, zeker ook, zoals de heer Tommelein zegt, in West-Vlaanderen. Ik moet er wel bij vermelden dat het een kleine sector is. Toen ik hier in 2004 begon, hadden we nog een 125-tal boten. Ik denk dat we nu op een kleine 60 zitten. Maar het gaat nog altijd om een 2000-tal jobs. De vraagsteller zegt terecht dat er nog een aantal afgeleide jobs zijn. De impact van een brexit zonder deal voor de visserijsector is er niet alleen voor de vissers, de reders, de visveilingen, maar ook op toerisme en horeca. Het gaat natuurlijk verder dan dat.
Minister, ook mijn fractie steunt u. U zegt dat u een afspraak hebt met commissaris Vella. Uw voorganger, de heer Van den Heuvel, was daar een maand geleden ook, waarschijnlijk met dezelfde opmerkingen en vragen. U hebt in elk geval onze steun om te pleiten voor het openhouden van de visgronden en het behoud van de vangstrechten.
Collega Vaneeckhout zegt dat er nog geen uitgewerkte maatregelen zijn, zowel op Vlaams als op Europees niveau. Ik had veeleer begrepen dat de maatregelen er wel zijn, maar dat de budgetten er niet zijn. Dat verbaast mij enorm. We weten toch al langer dan vandaag dat dit op ons afkomt, deal of no deal. Het verbaast mij enorm dat die budgetten nog niet bekend zijn.
Op een ander niveau pleit ik voor het soepeler toepassen van de mogelijke overheidssteunmaatregelen in de sector. Ik weet dat we gebonden zijn aan de Europese regelgeving, maar ik dacht dat de mogelijkheid bestond om daar iets soepeler mee om te gaan.
Minister, ik vrees ten slotte samen met u en met de collega’s dat een stillegging van de vloot om diverse redenen absoluut geen goede zaak is. Het zou ook het einde van onze vloot kunnen betekenen.
Collega’s, dank u wel voor de geëngageerde opmerkingen.
Het zou overdreven zijn om te zeggen dat ik mijn ongenoegen wil uitspreken, maar ik ben het totaal oneens, mijnheer Vaneeckhout, met het woord ‘nalatigheid’ dat u uitsprak. Zowel Koen Van den Heuvel als collega Schauvliege heeft enorm veel inspanningen gedaan om te bereiken wat we nodig hebben. En dat is dat je gewoon in elkaars water moet kunnen blijven vissen. Dat is de prioritaire maatregel die er moet zijn. Als dat niet kan, moet je bekijken op welke manier je de effecten daarvan moet opvangen. Wij zijn volop aan het werken aan een oplossing, of het nu al dan niet tot een deal komt. We zorgen ervoor dat de toegang tot elkaars wateren erbij blijft.
Mijnheer Sintobin, u hebt gelijk: of mensen nu stemmen voor een brexit of niet, voor de vis maakt dat geen verschil uit. Voor de cohesie tussen alle landen rond de Noordzee is het van belang dat je elkaars evenwichten probeert te respecteren. Het is voor iedereen vervelend. Een vis kiest niet altijd in welk water hij zwemt. Het zou goed zijn dat daar het evenwicht wordt gerespecteerd.
Uiteraard volgt Vlaanderen de budgetten op. Het is sowieso onmogelijk om in steun te voorzien als dat op Europees niveau nog niet geregeld is. Dat betreft de regelgeving inzake afwijking van staatssteunregels. Voor mij mag dat nog wat verder gaan, en dat ligt ook allemaal op tafel. Maar dat moet natuurlijk mee in een mogelijk pakket. Idem voor de budgetten. Met de acht die erbij betrokken zijn, en dus niet alleen Vlaanderen, dringen we erop aan dat die budgetten er komen. Ze zijn er misschien virtueel wel, maar ze zijn er nog niet echt. Daarom is het van belang dat we blijven aandringen, want we willen wel kunnen blijven vissen. Dat is de prioriteit nummer één, het hoofddoel dat ik wil bereiken.
Mijnheer Vaneeckhout, u had het over de ‘illegale vis’. Dat kan natuurlijk niet. Het was een beetje grappig om dat vanuit uw fractie te horen. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
De douane is ook een federale instelling. We proberen zo goed mogelijk te overleggen met de acht getroffen lidstaten van de EU. We moeten hier zo goed mogelijk mee omgaan.
Ik weet dat de voormalige ministers Schauvliege en Van den Heuvel met de Europese commissaris hebben overlegd. Dit blijft echter zeer acuut. Ik zou het erg hebben gevonden van mezelf indien ik geen afspraak zou hebben gevraagd. Als er een nieuwe Europese commissaris is, zal ik dat opnieuw doen. We moeten de vinger nu echt aan de pols houden. Ik doe daarmee totaal geen afbreuk aan de inspanningen van de vorige ministers, maar ik wil dit hernieuwen. We willen in het belang van onze vloot echt dat dit opgelost geraakt.
Er is een opmerking gemaakt over de grootte van de vloot. Als we de onrechtstreekse tewerkstelling erbij tellen, gaat het om ongeveer 2500 mensen. Die vloot is in de loop der jaren kleiner geworden, maar mevrouw Cool, ook een West-Vlaamse, heeft me net ingefluisterd dat de laatste overname door een coöperatie van Vlaamse vissers is gebeurd. Het gaat niet allemaal om overnames door buitenlandse groepen. Op zich is dat een goede zaak. Het is een kleine sector, maar volgens mij moeten we die sector fel koesteren. We willen niet afhankelijk zijn van anderen om onze vis te vangen.
Er is me een vraag gesteld over de mogelijke effecten en de berekeningen. Er is berekend wat het zou kosten om de vloot tijdelijk stil te leggen en wat de effecten op de visveilingen zouden zijn. Indien we enkel de reders stilleggen, zou dit op ongeveer 1 miljoen euro per maand neerkomen. Dat zijn dus grote bedragen.
Iemand heeft echter opgemerkt dat we moeten opletten. Ik heb dat zelf ook in mijn antwoord vermeld. We moeten rekening houden met de effecten van wat de anderen in de groep van acht lidstaten doen. Indien zij blijven vissen terwijl wij alles tijdelijk stilleggen, zou dat de dood van onze visserij kunnen betekenen. Dat willen we ook niet. We willen absoluut een akkoord tussen die acht lidstaten.
Het is geen pasmunt in de onderhandelingen. Mijn doel blijft duidelijk. We willen blijven vissen. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Als dat niet zou lukken, moeten we in financiering voorzien en moet de EU haar engagementen ook nakomen.
Mijnheer Sintobin, u hebt om meer budgetten en meer flexibiliteit gevraagd. Ik heb een aantal voorbeelden gegeven van de budgetten die nodig zijn en van de flexibiliteit die handig zou zijn. Daarover is al onderhandeld. Iedereen weet welk kader op tafel ligt, maar alles hangt natuurlijk af van onze eerste prioriteit en dat is te kunnen blijven vissen. Dat is ook waartoe ik me deze namiddag en de komende dagen absoluut wil engageren. Ik zal de commissie op de hoogte houden van de evolutie van de gesprekken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, als ik u met mijn woordgebruik heb laten schrikken, was dat niet de bedoeling. Ik bedoel vooral dat we het allemaal eens zijn. We zouden liefst een deal hebben op het einde van deze maand. Als er geen deal zou zijn, zijn we het er allemaal over eens dat er een Europees gecoördineerde oplossing moet komen, hoofdzakelijk voor de acht lidstaten die het meest worden geïmpacteerd.
Als die twee situaties niet ontstaan, verwacht ik wel van de Vlaamse overheid dat er een noodscenario op tafel ligt en dat we niet dan moeten nadenken over waar we dat geld kunnen vinden, hoe we aan de slag kunnen gaan of wat al dan niet mogelijk is. We zijn nu twee weken voor die datum. Ik verwacht stilaan heel concrete zaken. Ik hoop dat deze namiddag meer inzicht zal bieden, maar ik wil toch de bezorgdheid uiten dat we niet tot de dag voor 31 oktober 2019 enkel onze meest wenselijke scenario’s mogen uitwerken. We moeten met concrete middelen ook een noodscenario uitwerken.
Opdat er geen misverstand over onze fractie zou ontstaan, wil ik nog even verduidelijken wat ik over de illegale vis heb gezegd. We houden daar geen pleidooi voor, maar we hebben het hier al over het level playing field in de landbouw gehad. Het zou natuurlijk problematisch zijn indien andere lidstaten dit op hun territorium wel zouden toelaten. Ik weet niet hoe een dergelijk gedoogbeleid wettelijk kan. Ik denk dat het niet kan, maar ze zouden kunnen toestaan dat er parallelle markten ontstaan waar die vis toch aan land wordt gebracht en op de markt komt.
Mijnheer Tommelein, ik ben het ermee eens dat er veel problemen zijn. Dit is echter het probleem dat we de komende vier weken moeten oplossen. We hebben geen tijd om een gefundeerd, diepgaand plan uit te werken. We moeten op korte termijn echt zeer flexibel en daadkrachtig handelen.
Minister, ik deel uw oproep. Ik heb de bezorgdheid en het engagement in uw antwoord gevoeld. We mogen hier geen politiek spel van maken. Er staan 2500 jobs op het spel. Ik denk dat het Vlaams Parlement de sector en de EU het unaniem signaal moet geven dat we hier samen mee aan de slag gaan.
Voorzitter, ik hoop dat we de Vlaamse attaché voor Landbouw en Visserij hier op korte termijn kunnen ontvangen. Ik denk niet dat het zinvol zou zijn die pas na 31 oktober 2019 te zien.
Mijnheer Vaneeckhout, dat is een element voor de regeling van de werkzaamheden, waar we straks aan beginnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.