Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Op dinsdag 12 maart 2019 konden we in De Standaard lezen dat de bouw van het nieuwe Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) uitgesteld wordt tot 2021. Hierdoor zal ook de geplande opening opschuiven van 2024 naar 2026.
Het M HKA, dat momenteel op de hoek van de Leuvensestraat en de Waalsekaai ligt, wil verhuizen naar het pand van het vroegere Hof van Beroep. Deze verhuizing zou een van de oorzaken zijn van de vertraging. Het Hof van Beroep kan pas verhuizen als het in het oude Gerechtshof kan intrekken, maar dit moet nog eerst gerenoveerd worden.
De vertraging die het M HKA oploopt, doet ons denken aan de uitgestelde heropening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Op 13 december 2018 stelde ik in de commissie hierover een vraag. Ik heb toen ook gepolst naar de situatie van het M HKA en ik wilde weten welke lessen u uit het renovatiedossier van het KMSKA trok voor andere projecten.
De opvallendste uitspraak die u toen deed, was wel de volgende. Ik citeer: “Ik ben wel, misschien te laat, tot de vaststelling gekomen – ik doe dat ook in naam van de bevoegde diensten – dat wij in feite niet uitgerust zijn om werven van deze omvang vanuit Cultuur te begeleiden. Concreet doet het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) zijn uiterste best, maar het is maar uitgerust om niet al te complexe werven te begeleiden tot 10 of 15 miljoen euro – als ik er een bedrag op zou mogen plakken. Dat is de kennis en de expertise die ze hebben, maar eenmaal het daar boven gaat, wordt het moeilijk.”
U gaf tegelijk ook aan dat het M HKA zich aankondigde als een dossier van dezelfde orde als het KMSKA en dat u samen met de Vlaamse Regering op zoek moest gaan naar oplossingen. Ook gaf u aan dat er bijkomende studies bezig waren voor het M HKA over de ondergrond.
Het KMSKA en het M HKA zijn twee belangrijke cultuurtempels in Vlaanderen. Het zou dan ook een jammere zaak zijn indien het bouwdossier van het M HKA op dezelfde moeizame weg belandt als het KMSKA. Daarom wil ik u graag de volgende vragen stellen.
Wie is verantwoordelijk voor de planning, de timing en de coördinatie van de dossiers van het oude Gerechtshof, het Hof van Beroep en het M HKA? Ik vermoed dat dat telkens een andere instantie is en dat afstemming nodig zal zijn.
Tijdens de commissie van 13 december 2018 gaf u aan dat u samen met de Vlaamse Regering op zoek ging naar oplossingen voor werven zoals deze. Hebt u dat ondertussen gedaan? Is er al een grondige evaluatie gebeurd van projecten zoals deze?
Wat hebben de studies uitgewezen over de ondergrond van de nieuwe locatie van het M HKA?
Zijn er, behalve de timingproblemen en de mogelijk problemen met de ondergrond, nog andere problemen die zich voordoen voor de bouw van het nieuwe M HKA?
Wat is het begrote budget voor de realisatie van het M HKA? Ziet het ernaar uit dat het oorspronkelijke budget zal kunnen aangehouden worden in het licht van de vertraging en van allicht nog andere factoren? Zo ja, hoeveel bedraagt de huidige raming?
Minister Gatz heeft het woord.
Op 20 juli 2018 gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring voor de locatie van het huidige Hof van Beroep als site voor het toekomstige Vlaamse Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, het huidige M HKA.
Tevens gaf de Vlaamse Regering haar goedkeuring voor de keuze van de Open Oproep voor de aanstelling van een ontwerpteam voor de bouw van dit nieuwe museum. In deze context gaf zij mij als bevoegd minister een mandaat om deze procedure te laten opstarten en hiervoor een definitief projectdossier en projectbudget te laten opmaken.
Aansluitend op deze beslissing werd een projectmanagementstructuur uitgewerkt tussen het departement dat optreedt als bouwheer, het Agentschap Facilitair Bedrijf dat werd ingeschakeld als mandataris van het departement, het M HKA als gebruiker en de Vlaamse Bouwmeester en zijn team als regisseur van de Open Oproep.
Belangrijk hierbij is de rol van de stuurgroep. Die is verantwoordelijk voor de sturing en het management van het project. De stuurgroep rapporteert ook periodiek over de voortgang van het project. De stuurgroep is bijgevolg verantwoordelijk voor het welslagen van het project en heeft in deze context onder meer als taak om de totale planning van het bouwproject mee te bewaken.
Wat de concrete timing van het bouwproject betreft, werd in februari van dit jaar de Open Oproep in het kader van de ontwerp- en studieopdracht voor het nieuwe museum gepubliceerd. Deze procedure bestaat uit twee fasen, namelijk een selectie- en een gunningsfase. Na de selectie van vijf kandidaat-ontwerpteams door een selectiecommissie, zullen deze ontwerpteams in juni van dit jaar van start gaan met de opmaak van hun ontwerp.
Na het doorlopen van de gunningsfase zal de nieuwe Vlaamse Regering volgens de huidige planning in februari 2020 het gunningsvoorstel voor het winnende wedstrijdontwerp goedkeuren.
Aansluitend zal het winnende ontwerpbureau van start gaan met zijn studieopdracht. Gelet op de omvang van de opdracht, wordt verwacht dat de studiefase tot maart 2022 zal lopen. Vervolgens zal in april 2022 de aanbestedingsprocedure van de bouwwerken worden opgestart, waarna begin 2023 zal worden overgegaan tot de gunning van de betreffende opdracht.
Wat de opstart van de eigenlijke bouwwerken betreft, is er inderdaad een link met de verhuis van het hof van beroep naar het oude gerechtsgebouw op de Britselei. Het klopt dat het oude gerechtsgebouw nog verder dient te worden gerenoveerd voordat de verhuizing kan plaatsvinden. In augustus 2018 vernam het departement van de federale overheidsdienst Regie der Gebouwen, die bevoegd is voor de coördinatie en de planning van dit bouwdossier, dat de renovatiewerken gepland stonden voor begin 2019 en dat ze tot 2022 zouden duren, waarna het hof van beroep eind 2022, begin 2023 zou verhuizen.
Recent was er de communicatie dat de bouwwerken dit najaar zouden starten. Rekening houdend met de vooropgestelde duurtijd van de bouwwerken, zou een verhuizing van het hof van beroep vervolgens in de eerste helft van 2023 kunnen plaatsvinden. Die indicatieve timing werd bevestigd door de Regie der Gebouwen. Indien de Regie der Gebouwen haar planning aanhoudt, zullen de bouwwerken voor het nieuwe museum in het najaar van 2023 van start kunnen gaan. Momenteel wordt verwacht dat de uitvoering van de eigenlijke bouwwerken in totaal drie jaar in beslag zal nemen, waarna aansluitend de werken met betrekking tot de scenografie en de verhuizing van het museum zullen plaatsvinden. Het museum zal dan, als men al die termijnen optelt, in de tweede helft van 2027 kunnen openen. Die timing, met 2027 als openingsjaar, is tot op heden steeds naar voren geschoven door het Agentschap Facilitair Bedrijf, in samenspraak met ons departement. Wat dat betreft, is er dus vanuit de beide administraties nooit een vroegere openingsdatum vooropgesteld.
Vervolgens vroeg u naar een grondige evaluatie met betrekking tot de grote projecten die wij als administratie en als Vlaamse overheid al dan niet aankunnen. Ik heb daarvoor nog niet samengezeten met de Vlaamse Regering, wel heb ik teruggekoppeld met het departement, omdat mij dat de eerste gerede partij leek. Daarin is, zoals u weet, het Fonds Culturele Infrastructuur ingebed. Het ging meer bepaald over de mogelijkheid tot het aanstellen van een externe consultant om de grote culturele projecten museaal te begeleiden en de werven te coördineren. Vanuit de kant van de gebruiker lijkt het zeker interessant om externe begeleiding in te schakelen om van bij de voorbereiding de noden en het plan van eisen zo goed mogelijk te definiëren. Het is immers voor elk project essentieel te vertrekken vanuit een heldere probleemstelling. Concreet wordt het programma van eisen van het M HKA momenteel bijgestaan door Maarten Van Den Driessche van UGent.
Ook tijdens de uitvoering van het project zelf is het essentieel dat de gebruiker de initieel gedefinieerde noden optimaal bewaakt vanuit zijn specifieke standpunt als gebruiker. Indien de nodige interne expertise bij de gebruiker niet of onvoldoende aanwezig is, kan de gebruiker overwegen die expertise te werven. Een andere mogelijkheid is de keuze voor een externe begeleider, ook tijdens de uitvoering van het project.
In het overleg dat ik met het departement had, heeft het departement toegelicht dat het, in samenwerking met het Agentschap Facilitair Bedrijf, wel degelijk beschikt over voldoende kennis en ervaring voor de opvolging van dergelijke grote infrastructuurwerken. Het departement bevestigt uitdrukkelijk de ambitie om een voortrekkersrol op te nemen om nieuwe culturele infrastructuurprojecten, zoals het M HKA of de Opera van Gent, te begeleiden en tot een goed einde te brengen.
Dan kom ik bij de vraag over de ondergrond van de nieuwe locatie. Uit grondmechanisch onderzoek dat plaatsvond in het kader van de bouw van het huidige hof van beroep begin jaren ‘70 en dat werd opgenomen in de Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV), is gebleken dat er op de site een draagkrachtige grondlaag aanwezig is op een diepte van circa 10 à 12 meter. Om dat te verifiëren, werd door het Agentschap Facilitair Bedrijf aan een studiebureau gevraagd om opnieuw grondmechanisch onderzoek te laten uitvoeren. Het huidige gebouw bevindt zich echter op de restanten van de voormalige sluis die vroeger vanuit de Schelde toegang gaf tot de Zuiderdokken, de huidige Gedempte Zuiderdokken. Door de aanwezigheid van de bodemplaat van die sluis was het technisch niet mogelijk om dieper te sonderen dan 9 meter, zijnde de diepte van die bodemplaat. Om die reden adviseert het studiebureau om na de afbraak van het bestaande gebouw bijkomend grondmechanisch onderzoek te laten uitvoeren tot op een diepte van 15 meter.
Daarnaast werd door het Agentschap Facilitair Bedrijf de opdracht gegeven aan hetzelfde studiebureau om een verkennend bodemonderzoek uit te voeren. Tijdens dit onderzoek stelde het bureau verontreiniging van de bodem vast. Op basis van de analyseresultaten gaat het studiebureau ervan uit dat ongeveer 1500 kubieke meter grond voor vrij hergebruik kan worden afgevoerd. De rest van de grond krijgt op basis van de eerste resultaten een zogenaamde worstcasecode 999. Dat betekent dat die grond dient te worden afgevoerd voor verwerking.
Zijn er nog andere problemen in zicht? Er is het gegeven dat het Hof van Beroep op 28 november 2013 werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed op de inventaris van het onroerend erfgoed. Dit wil zeggen dat het gebouw weliswaar niet is beschermd als monument, maar dat het om een waardevol erfgoedobject gaat. Daarmee rekening houdend, was het van cruciaal belang om samen te zitten met de betrokken erfgoeddiensten. De opname van het pand op de inventaris maakt dat de dienst Monumentenzorg van de stad Antwerpen het aanspreekpunt is in dit dossier. Om de betreffende dienst een volwaardig oordeel te laten vellen over de erfgoedwaarden van het gebouw in het algemeen en het voorstel tot sloop in het bijzonder, werd een bouwhistorische studie opgemaakt. Op basis van de resultaten van die studie vond er in december 2018 overleg plaats tussen de dienst Monumentenzorg van Antwerpen, de stadsbouwmeester, de Vlaams Bouwmeester, ons departement en het Agentschap Facilitair Bedrijf.
Uit dat overleg is gebleken dat er vanuit een maatschappelijke context een breed draagvlak is ten voordele van de herlokalisatie van het museum naar de site van het Hof van Beroep. De dienst Monumentenzorg van Antwerpen zal bij de beoordeling van de wedstrijdontwerpen dan ook opnieuw de balans opmaken. In deze context zal de dienst als adviserend lid worden betrokken bij de voorstelling van de wedstrijdontwerpen tijdens de gunningsfase van de Open Oproep.
Tot slot het budget. In het haalbaarheids- en locatieonderzoek uit 2017, dat werd opgemaakt door de tijdelijke handelsvennootschap Import.Export Architecture-Antea Group-Rebel Group, werd uitgegaan van een totale bouwkostprijs van 65,6 miljoen euro. In die raming is echter nog geen rekening gehouden met de locatiegebonden kosten met betrekking tot ondergrond en vervuiling en met de verfijning van het plan van eisen die nu nog volop loopt ter voorbereiding van de eerste briefing voor de Open Oproep. Het definitieve projectbudget wordt geacht in de loop van april bekend te zijn.
Ziedaar waar wij vandaag staan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Wat een ongelooflijk complex dossier dreigt dit inderdaad te worden. 2027, dat is nog acht jaar, maar als ik u alle horden hoor opsommen die nog moeten worden genomen, dan lijken er toch nog een paar potentieel aanzienlijke struikelblokken te zijn: de ondergrond, de vervuiling... Misschien heb ik u niet helemaal goed begrepen, maar zou het alsnog kunnen dat, als de wedstrijd is afgesloten, zou worden beslist om het Hof van Beroep uiteindelijk niet te slopen als de ontwerpen voor de nieuwbouw niet voldoende zouden zijn?
Er zijn dus nog heel wat horden te nemen. U zegt dat u hebt teruggekoppeld met het departement, maar nog niet binnen de regering. We spreken over 65 miljoen euro, maar allicht zal dat nog toenemen want de kosten van het wegnemen van vervuilde grond en de problematiek van de ondergrond zijn daarin nog niet inbegrepen. Je ziet zo al aankomen dat die kostprijs nog zal stijgen. Het departement maakt zich echter sterk dat het zulke complexe projecten allemaal aankan. Ik weet het niet. Het departement neemt momenteel heel veel hooi op de vork, denk ik. Het is belangrijk dat het op alle vlakken goed kan blijven presteren.
Ik denk dus dat het toch wel wenselijk zou zijn dat men zich op een gegeven moment binnen de regering – dat zal veeleer voor de volgende zijn, denk ik – eens ernstig buigt over het vraagstuk hoe men het best dergelijke complexe projecten aanpakt. Je hebt daar absoluut een regisseur voor nodig, een specialist, en die moet dat doorheen het hele proces kunnen doen. Er is ook absoluut een rol voor de Vlaams Bouwmeester, maar die kan natuurlijk ook niet alle projecten in concreto begeleiden. Ik denk dat we dus zeker moeten nadenken over een piste, nu al, maar zeker ook met de volgende regering.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dit zijn inderdaad zowel concreet als generiek zeer belangrijke vragen. Het dossier van het M HKA is heel belangrijk, maar de fundamentele vraag is natuurlijk hoe we omgaan met dit soort complexe oefeningen, waar niet alleen Vlaamse instellingen, maar ook lokale en federale instanties mee gemoeid zijn. Minister, zoals u aangaf, zijn hier diverse partijen bij betrokken, maar er is ook duidelijk een communautaire horde te nemen. Hoe we dat soort conflicten tussen de diverse overheden in de toekomst zullen moeten aanpakken, daar heeft mijn partij een aantal ideetjes over, maar voorlopig staan we daarin alleen, denk ik. We dringen in elk geval aan op een snelle oplossing, waarbij de diverse partijen toch hun verantwoordelijkheid nemen.
Minister Gatz heeft het woord.
Er is op dit ogenblik geen enkele factor die aangeeft dat het project niet zou kunnen doorgaan op die plaats. Met andere woorden, de rol die de Monumentenzorg Antwerpen in het geheel zal spelen, zal er een zijn van het verfijnen van het wedstrijdontwerp an sich, maar de wedstrijd, en alles wat ermee gepaard gaat, zal wel degelijk plaatsvinden. Verder ben ik me bewust van het feit dat we nog zaken kunnen tegenkomen. Op het eerste gezicht zei men dat dit gemakkelijk zou zijn: men kan gewoon een gebouw afbreken en dan op een nieuwe plek een nieuw gebouw zetten. Dan bleek dat dat niet zo gemakkelijk is als werd voorgesteld. Goed, de andere optie van het bouwen op de huidige site zou ook niet gemakkelijk zijn geweest. Op een gegeven moment moet men nu eenmaal met een project beginnen. We hebben dat ook gedaan. We doen dat volgens de regels van de kunst. We zijn in elk geval bezig met het zo goed mogelijk voorbereiden van al die zaken, met het nog gedetailleerder maken van de inschatting van het hele project. De volgende regering zal dan moeten beslissen hoe hiermee wordt verdergegaan. Ik heb echter geen enkele reden om te veronderstellen dat wat het voorbije jaar ter zake is opgestart, zou stilvallen. Er bestaan geen gemakkelijke projecten in dit land. Laten we daar gewoon maar mee leren leven. Zodra we de te nemen hordes zo goed mogelijk kunnen identificeren, kunnen we ook proberen ze daadwerkelijk te nemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
In dit land bestaan er inderdaad geen gemakkelijke projecten. Er is eigenlijk een traditie van het uitlopen van projecten, zowel qua timing als qua kostprijs. Daarom denk ik dat een volgende regering toch eens goed zal moeten nadenken hierover. Er zijn een aantal hindernissen die men eigenlijk elke keer tegenkomt. Welke structuur kan men bedenken om dit optimaal te begeleiden? Ik heb momenteel ook geen idee ter zake, maar ik denk dat het uitdenken van een structuur daarvoor zeker aandacht verdient.
De vraag om uitleg is afgehandeld.