Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Mijn gedicht is ‘De infinitief’ van Leonard Nolens
Jezelf zijn.
Jezelf zijn om het even wie.
Maar jezelf zijn.
Je rechterhand verkwanselen
Aan vreemden, je geboorterecht vertalen
In een ander, tot huilens toe trainen
In scheelzien naar doelen, je kop
Verliezen in muizenissen van vrienden,
Maar jezelf zijn.
Jezelf zijn om het even wie.
Maar jezelf zijn.
Je eigenliefde kopen
Van straatventers, met je zelfhaat
Honden dresseren, met je hartaandoening
Honderden klokken gelijkzetten daar
In een land overzee, in het holst
Van de nacht elektronisch bankieren
Als snotaap van zeven, verdwaald
In zijn verdwenen ouderhuis.
Maar jezelf zijn.
Hoe prachtig, hoe vermoeiend,
Jezelf zijn om het even wie.
Voorzitter, minister, collega's, vorige week donderdag werd een delegatie van de Belgische overheid uitgenodigd in Genève om het overheidsrapport met betrekking tot de naleving van het Kinderrechtenverdrag toe te lichten op de tachtigste sessie van het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties (VN).
In het alternatieve rapport van de niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) worden een aantal gedeelde bezorgdheden geuit, onder andere met betrekking tot de hoge kinderarmoedecijfers, een te beperkte strijd tegen pesten, de onderfinanciering van het M-decreet en de wisselvallige opvang van minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik. De ngo’s hebben dus heel wat twijfels bij de staat van onze kinderrechten, niet enkel op federaal niveau maar ook op met betrekking tot bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten.
Minister, wie ging er voor Vlaanderen naar Genève? Maakte u deel uit van de delegatie?
Hoe hebben zij zich voorbereid op deze plenaire vergadering?
Wat waren de beschouwingen van het VN-Kinderrechtencomité met betrekking tot de rapporten van de overheid en de ngo’s? Is daar reeds een verslag van beschikbaar?
Hoe plant de regering de slotbeschouwingen van het VN-Kinderrechtencomité te verankeren in het komende beleid, over de verkiezingen heen?
Hoe wil de regering de slotbeschouwingen integreren in het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan?
Het Kinderrechtenverdrag verplicht ons om de ontvangen slotbeschouwingen bekend te maken. Hoe zult u dat doen?
Minister Gatz heeft het woord.
Laat me toe te vermelden dat de Belgische delegatie bestond uit vertegenwoordigers van de verschillende overheden van ons land, namelijk niet alleen van de Vlaamse overheid maar ook van de federale overheid, de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind (NCRK) zelf. De delegatie werd geleid door de heer ambassadeur Geert Muylle, vertegenwoordiger van de FOD Buitenlandse Zaken bij de Verenigde Naties in Genève en Karen Van Laethem, voorzitster van de NCRK.
Voor Vlaanderen maakten vier personen deel uit van de delegatie. De Vlaamse delegatieleden waren Joost Van Haelst, beleidsmedewerker en kinderrechtencoördinator op het Departement Cultuur, Jeugd en Media en Vlaamse ondervoorzitter van de NCRK; Jole Louwagie, beleidsmedewerkster op het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en coördinerend aanspreekpunt jeugd- en kinderrechtenbeleid voor haar beleidsdomein; en Filip Michiels, mijn raadgever en vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering bij de NCRK. Zodoende kwam de Vlaamse delegatie tegemoet aan de afspraak om een evenwicht te hebben tussen technische expertise en politieke vertegenwoordiging. Als vierde persoon in de delegatie was er Kris Dierickx, Algemene Vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering bij de Verenigde Naties. Zelf nam ik geen deel. Er maakte geen enkele minister deel uit van de delegatie.
De voorbereiding voor deze constructieve dialoog met het VN-Comité voor de Rechten van het Kind over de toepassing van het Kinderrechtenverdrag verliep onder de coördinatie van de NCRK. De kinderrechtencoördinator op het Departement Cultuur, Jeugd en Media is ondervoorzitter van de NCRK en ook administratief aanspreekpunt voor de Vlaamse overheid en was van in het begin bij proces en dialoog betrokken.
Midden juli 2018 ontving België een zogenaamde ‘list of issues’, een vragenlijst van 22 knelpunten. Medio november werd het antwoord onder coördinatie van de NCRK ingediend.
Tijdens een multilateraal overleg van alle overheden binnen België (CoorMulti) van 13 december 2018 werden afspraken gemaakt over de voorbereiding en organisatie en de samenstelling van de delegatie, dit met respect voor de bevoegdheden van de verschillende overheden. Op 18 december volgde dan een voorbereidende vergadering met de delegatieleden bij de NCRK waar de nadruk lag op de inhoud.
Afgesproken werd dat de inleidende verklaring zou worden geopend door de ambassadeur en dat de voorzitster van de NCRK dan zou vervolgen met een inhoudelijke inleiding. Hierbij lag de nadruk op de laatste ontwikkelingen. De NCRK-voorzitster nam verder ook de leiding en dispatching van de mondelinge vragen van het Comité op zich. Het ontwerp van beide teksten werd via de CoorMulti ter goedkeuring voorgelegd aan de delegatieleden vóór vertrek. Voordat de dialoog plaatsvond, maakte de FOD Buitenlandse Zaken de toespraken formeel over aan de Belgische Permanente Vertegenwoordiging in Genève.
Inhoudelijk en voor materies waarvoor de gemeenschappen en gewesten bevoegd zijn, hebben de Vlaamse delegatieleden zich op basis van onder andere de list of issues proactief en in overleg met de aanspreekpunten jeugd- en kinderrechtenbeleid in de verschillende beleidsdomeinen voorbereid op de zitting. In de schoot van de NCRK werden de verschillende items toegewezen en werden de vragen voorbereid die betrekking hebben op heel België.
De delegatieleden spraken af een lijst van contactpersonen samen te stellen. Van deze contactpersonen werd verwacht dat ze voorafgaandelijk informatie aanleverden, de ‘live webcast’ volgden op 24 en 25 januari, en proactief antwoorden aanleverden via een algemeen mailadres van de NCRK op de vragen die de leden van het Comité stelden. Ze moesten ook bereikbaar zijn op donderdagnamiddag en -avond 24 januari, en vrijdagvoormiddag 25 januari ter ondersteuning van de dialoog, op 26-29 januari met het oog op het aanleveren van aanvullende informatie, en op 1 en 4 februari voor de verbetering van feitelijke fouten in de ‘advanced copy’ van de slotbeschouwingen die België in Genève zal ontvangen.
Daarnaast bezorgde de NCRK een lijst van mogelijke vragen die opgesteld waren op basis van de ‘list of issues’ en de alternatieve rapporten.
Op basis hiervan hebben de delegatieleden heel wat voorbereidende fiches opgemaakt die vervolgens door de NCRK werden geïntegreerd. Opzet was zoveel mogelijk informatie bij de hand te hebben om ter plaatse met kennis van zaken te kunnen antwoorden.
Ten derde, wat waren de beschouwingen van het VN-Kinderrechtencomité en is er al een verslag beschikbaar? De slotbeschouwingen van het Comité voor België worden ten vroegste op 7 februari verwacht. Op 1 of 4 februari zal ons land dan een ‘advanced copy’ van de slotbeschouwingen ontvangen. Dan hebben we 24 uur tijd om louter feitelijke fouten te verbeteren, als dat nodig zou zijn. Een verslag van deze dialoog is niet beschikbaar. Maar ik wil u zeker wel op de hoogte houden van de finale elementen waar u naar vraagt.
We zullen dus al snel over de slotbeschouwingen beschikken. Ik ben er vrij zeker van dat de leden van de delegatie heel goed geluisterd zullen hebben naar de vragen van het Comité en met de NCRK verder werk zullen maken van een accurate opvolging van de slotbeschouwingen. Gelet op de timing durf ik ervan uit te gaan dat ze een plaats zullen krijgen in de regeerbijdragen die momenteel door de Vlaamse administratie worden voorbereid. Binnen de Vlaamse administratie is het de taak van het Departement Cultuur, Jeugd en Media om dit alles goed te coördineren en ervoor te zorgen dat alle slotbeschouwingen waar Vlaanderen een rol heeft te spelen opgenomen worden.
Wat het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan (JKP) betreft, is het decreet van 2012 op het vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid zeer duidelijk. Het JKP moet beschrijven hoe met de slotbeschouwingen van het Comité zal rekening gehouden worden. De aanspreekpunten en de reflectiegroep jeugd- en kinderrechtenbeleid krijgen hierin dan ook een grote verantwoordelijkheid om ze over de verkiezingen heen mee te nemen.
De voorbereiding van het nieuwe jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan is lopende. Op de reflectiegroep XL van 5 februari worden de prioritaire thema’s afgebakend. Dan zal er het ‘Groteprioriteitendebat’ van 26 april zijn, waar een breed publiek wordt uitgenodigd om mee invulling te komen geven aan de prioritaire doelstellingen voor de volgende regeerperiode met betrekking tot het jeugd- en kinderrechtenbeleid van de Vlaamse overheid. De slotbeschouwingen en het Kinderrechtenverdrag zijn daarbij natuurlijk een absolute leidraad.
Ik plan om de slotbeschouwingen als mededeling aan de Vlaamse Regering over te maken. Zo is het altijd interessant om de collega’s op de hoogte te brengen en ook te wijzen op het belang ervan. Uiteraard ben ik bereid om ze ook aan het parlement over te maken. Voor de vertaling ervan naar het Nederlands en de concrete opvolging vind ik het wenselijk om in het kader van de NCRK de nodige afspraken te maken, wat niet wil zeggen dat ik het u al niet in het Engels kan geven – dat is een kwestie van appreciatie. Ik zal het Departement Cultuur, Jeugd en Media alvast vragen om ze in de kijker te zetten onder het jeugd- en kinderrechtenbeleid op zijn website.
Mevrouw Soens, met dit antwoord hoop ik toch te kunnen zeggen dat een en ander grondig is gebeurd en verder ook grondig zal worden opgevolgd.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitvoerige antwoord en om ons op de hoogte te willen houden van de slotbeschouwingen, wanneer ze dan normaal gezien volgende week vrijdag bekend zouden moeten worden, en ze dan ook aan het parlement te bezorgen.
De slotbeschouwingen moeten natuurlijk in het JKP worden opgenomen. Dat was in het vorige JKP ook al zo, maar we merken toch wel dat daar uiteindelijk weinig van in huis komt. Ze staan er dan wel officieel in, maar er is geen duidelijke link tussen de slotbeschouwingen van het VN-Kinderrechtencomité en de uiteindelijke acties die dan in het JKP terechtkomen. Dus ik hoop dat er met het vernieuwde JKP een duidelijkere link kan ontstaan en dat er ook wel wat extra aandacht voor is om die slotbeschouwingen zeer ter harte te nemen, en ook het JKP daar verder op te baseren.
Ik heb nog twee bijkomende vragen. In het alternatieve rapport van het Kinderrechtencommissariaat zaten er nog twee wat meer institutionele opmerkingen.
Ten eerste: we hebben wel een JKP, maar een nationaal actieplan voor kinderrechten is er vandaag niet. Is het de bedoeling om daar toch nog initiatieven te nemen, hetzij deze legislatuur, hetzij misschien volgende legislatuur, om tot zo’n nationaal actieplan voor kinderrechten te komen?
Ten tweede: men dringt er bij de overheid ook op aan om transparantie te geven over de toewijzing van middelen voor kinderen en jongeren. We hebben natuurlijk de budgetten voor Jeugd. Maar uiteraard gaan de middelen voor kinderen en jongeren niet enkel naar Jeugd. Het is voor velen niet altijd duidelijk hoeveel budget er nu eigenlijk wordt besteed aan kinderrechten in het algemeen en aan kinderen en jongeren. Zijn er ook plannen om daar extra op in te zetten?
Minister Gatz heeft het woord.
We moeten inderdaad de uitdrukkelijkere link tussen de slotbeschouwingen en het JKP, wanneer de prioriteiten vorm beginnen te krijgen, ook zeker mee in ogenschouw nemen. We zullen bekijken dat we dat maximaal kunnen doen, of beter kunnen doen dan het misschien tot vandaag gebeurt.
Uw vraag over een nationaal actieplan wil ik bekijken met de NCRK: wat daar kan, wat daar wenselijk is. Dus ik wil het zeker wel bekijken, maar verder kan mijn engagement op dit ogenblik niet reiken.
Ik begrijp uw vraag over de transparantie van de middelen en de toewijzing voor kinderen en jongeren, niet alleen de rechtstreekse jeugdbudgetten van de verschillende ministeries, maar ook het bredere. Ik denk wel dat het interessant is om daar beter werk van te maken. Het zal waarschijnlijk ook een uitdaging zijn voor de volgende Vlaamse Regering an sich om die zogenaamde scharnierbudgetten tussen departementen zichtbaarder te maken, en eigenlijk ook meer te máken. We hebben daar een beetje ervaring mee: wanneer we avontuurlijke en groene speelplaatsen maken, leggen we een budget samen met drie ministers, die van Jeugd, Onderwijs en Sport. Wanneer we het openbaar vervoer flexibeler maken om op kamp te gaan, is dat ook zo. Op het eerste gezicht is dat voor politici altijd een ongemakkelijk budget omdat men heeft wat men heeft en men dan een aantal dingen samen moet zetten. Maar ik denk dat als we werkelijk een stap willen zetten met een horizontale aangelegenheid zoals het nieuwe JKP, die scharnierbudgetten toch op een of andere manier door de volgende regering – wie het ook weze – een beetje meer institutioneel gemaakt moeten worden, en derhalve ook zichtbaar. Ik volg u dus wel in uw pleidooi. Met de ervaring die ik nu heb rond de concrete voorbeelden die ik hier gaf, denk ik dat we daar wellicht het echte verschil zullen kunnen maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.