Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Vorige week stond in de krant dat 12 procent van de ondernemers momenteel met een depressie kampt. Dat blijkt uit onderzoek van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). Een op de vier ondernemers kreeg eerder al een depressie te verduren. Dat zijn toch wel hoge cijfers, hoger zelfs dan het percentage van 10,5 procent Belgen die antidepressiva gebruiken. Zelfstandigen zouden meer dan andere bevolkingsgroepen onderhevig zijn aan die mentale aandoening. Een depressie houdt zelfstandigen echter niet van hun werk: ruim 35 procent van de ondernemers of zelfstandigen blijft na de diagnose voltijds aan het werk en 61 procent blijft de zaken op zijn minst opvolgen.
NSZ wijst op de nog steeds beperkte sociale bescherming in het zelfstandigenstatuut en pleit nogmaals voor een tegemoetkoming bij ziekte bij zelfstandigen vanaf de eerste dag. Voor de volledigheid wilde ik dat toch eventjes vermelden, maar dat is natuurlijk iets voor de Federale Regering.
Minister, de Vlaamse overheid lanceerde in de context van werkbaarheid en welzijn van ondernemers de campagne ‘Failing Forward’. Ik denk dat we het er hier vorige week of twee weken geleden ook nog over gehad hebben. Het taboe rond het foutloos parcours als ondernemer wordt dankzij getuigenissen doorbroken. Dyzo, de begeleider van zelfstandigen in moeilijkheden, staat vooral in voor de gezondheid van de onderneming, waaronder de financiële gezondheid, maar een bedrijf kan maar gezond zijn als ook de ondernemer zelf met een frisse geest naar de zaken kan kijken. Psychologisch welzijn is ook voor ondernemers een essentieel onderdeel van werkbaar werk.
Naar aanleiding van die communicatie en van het onderzoek had ik u graag enkele vragen gesteld, minister. Op welke manier komt mentale gezondheid aan bod in de campagne ‘Failing Forward’? Kan hier nog extra aandacht aan besteed worden of vindt u het nodig om hier extra aandacht aan te besteden?
In hoeverre worden zelfstandigen nauw opgevolgd door die externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, zoals ook werknemers worden opgevolgd?
Is er misschien ruimte om organisaties de taak toe te wijzen om in te zetten op de gezondheid van de bedrijfsleider, net zoals Dyzo dat doet?
In opvolging van de afschaffing van de attesten bedrijfsbeheer zijn zowel Syntra als Unizo met nieuwe projecten bezig. Daar hebben we het hier ook al vaak over gehad. Kennisverwerving zorgt er niet alleen voor dat ondernemers zakelijk sterker in hun schoenen staan, maar verhoogt ook hun weerbaarheid. Geven de ondernemerschapstrajecten en prestartersbegeleiding hier ook gevolg aan?
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) publiceerde tot slot eerder al rapporten over de werkbaarheid van zelfstandigen en ondernemers. Wat is er al concreet ondernomen in navolging van de aanbevelingen in deze rapporten?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik zal beginnen met de campagne ‘Failing Forward’. Zoals u het zelf gezegd hebt, is de bedoeling vooral om falen aanvaardbaar te maken, iets wat in Vlaanderen altijd een echt taboe is geweest. Falen kon niet, te veel succes nota bene ook niet. De basis is dus eigenlijk om de mensen die ondernomen hebben, weer de kans te geven en hen te doen beseffen dat ze uit hun ervaringen kunnen leren. Mentale gezondheid komt daar misschien zijdelings aan bod, maar is zeker geen doelstelling op zich.
Waar dat wel aan bod komt, is in een van de projecten binnen de coachingstrajecten die wij financieren via onze mastercall, het contract ondernemerschap. Dat is meer bepaald bij Zenitor, dat aandacht heeft voor de werk-privébalans van de werknemer. Daar zit die mentale gezondheid zeker in.
Zoals steeds, werk ik graag bottom-up. Zij komen zelf met voorstellen.
Ik kan uw tweede vraag niet beantwoorden. Het arbeidsrecht en de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk zijn een federale bevoegdheid. Ik heb geen zicht op het wat en het hoe. Ik stel dus voor dat u die vraag via een federale collega aan mijn federale collega stelt.
Naar aanleiding van de afschaffing van het attest bedrijfsbeheer, zijn er verschillende initiatieven genomen, door verschillende aanbieders. UNIZO en Syntra hebben samen een nieuw aanbod ontwikkeld, met steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Dat staat ondertussen ook in de markt.
U weet dat we spreken over de nieuwe mastercall. Als de vernieuwing van het contract ondernemerschap nu wordt besproken, is er uiteraard altijd ruimte voor aanpassingen aan de dienstverlening. Tijdens de eerste call werden er een aantal afspraken gemaakt tussen het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en de dienstverleners over wie wat doet, steeds vanuit het initiatief van de dienstverleners zelf. Maar bij de nieuwe mastercall kunnen er nieuwe onderdelen, nieuwe vormen aan bod komen. Wat mij betreft – wellicht weet u dat, mevrouw Christiaens – moet dat steeds gebeuren vanuit een bottom-upfilosofie.
Het is mijn aanvoelen dat die dienstverleners zelf – ik heb het dan zowel over de werkgeversorganisaties als over de EY's, de Bouwunie enzovoort – het dichtst bij de ondernemers staan. Ik ga ervan uit dat zij het meeste voeling hebben met wat de behoeften zijn van de ondernemers en waarop er moet worden ingezet. Ik ben dan ook niet van plan om top-down een organisatie op te dragen zich te concentreren op de mentale gezondheid van de ondernemers. Dat is wat mij betreft niet hetzelfde als bij Dyzo. Laat die organisaties die dichtbij de ondernemers staan, hun gang maar gaan. Zoals ik al zei, heeft Zenitor dat in het verleden ook gedaan.
Wat het actieplan Werkbaar werk betreft, hebben we effectief het voorstel gekregen van de sociale partners. Verschillende ministers van de Vlaamse Regering zijn daarmee aan de slag gegaan. We zijn in dialoog getreden met de vakbonden en werkgeversorganisaties. We hebben een antwoord bezorgd aan de sociale partners. Een paar weken geleden is er een consensus bereikt tussen de vakbonden, de werkgeversorganisaties en de Vlaamse Regering. Enkel het ABBV heeft die consensus niet onderschreven. We hebben nu een actieplan dat verder zal worden uitgerold door die werkgeversorganisaties en de Vlaamse Regering. We gaan dus met alle punten, zowel op het vlak van Werk, Mobiliteit, Onderwijs en Welzijn, aan de slag. Het actieplan is goedgekeurd en we, de regering en ook de werkgevers- en werknemersorganisaties die het hebben ondertekend, zullen dat realiseren.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. We hebben het hier vaak over de mastercall. Het moet inderdaad bottom-up gebeuren.
Ik was wat geschrokken van de cijfers. 12 procent, dat ligt boven het gemiddelde. Zal er daarop gericht worden gewerkt?
Die work-lifebalans heeft ongetwijfeld een grote impact over hoe men zich voelt, op het stressniveau. Er werd daarrond gewerkt door Zenitor. Uit de SERV-rapporten bleek – en dat lijkt mij ook logisch – dat financiële onzekerheid ook tot stress, burn-out en depressie kan leiden, ook al is er geen sprake van faling. Failing Forward en het project samen met Dyzo gaan over de financiële zekerheid. Maar financiële zekerheid is wat mij betreft onlosmakelijk verbonden met hoe men zich voelt. Depressie heeft, zeker bij zelfstandigen en ondernemers, vaak te maken met financiële onzekerheden en stress. Is dat iets waarrond Dyzo al dan niet kan werken? U zegt: nee, zij werken rond die financiële situatie. Maar die lijkt me toch onlosmakelijk verbonden met het welzijn. Kunt u wat dieper ingaan op uw mening daarover?
U verwees naar het actieplan dat de sociale partners en de Vlaamse Regering samen onderschrijven. Kunnen wij dat actieplan ook ontvangen?
Mevrouw Christiaens, uw vraag is interessant. Maar u moet de zaken niet groter maken dan ze zijn. Zeker wanneer we spreken over werkbaar werk, mogen we niet vergeten dat een ondernemer niet in ondergeschikt verband werkt. Hij bepaalt zelf wat hij zal opstarten en is zijn eigen baas. Er is niemand die zegt dat hij harder moet werken of wat dan ook. Hij beslist daar zelf over. In die zin heeft de overheid niet echt de rol om te zeggen dat je minder moet werken.
Eventueel kan ze wel – minister, dat is misschien opgenomen in de call die u hebt uitgeschreven – meegeven aan de ondernemers dat ze ook aandacht moeten hebben voor zichzelf. De overheid kan zeggen: ‘Ga eens een halve dag sporten.’ Maar het is niet aan de overheid om te zeggen: ‘U mag maar vijf dagen werken’ of ‘U mag maar zeven dagen werken.’ Dat situeert zich volledig in een liberale visie: wie wil ondernemen, moet ook een bepaalde vrijheid hebben. En de overheid kan alleen maar een sensibiliserende of adviserende rol hebben om ook aandacht te hebben voor het persoonlijke welzijn.
Ik ben het daar helemaal mee eens. Dat is ook iets dat we met ‘sporten op het werk’ hebben meegenomen. Je ziet ook dat er meer en meer werkgevers activiteiten organiseren en ook de mogelijkheid om meer teamspirit binnen te brengen, gebruiken, maar er zich zelf ook goed bij voelen.
Collega Christiaens, dat is ook mijn gevoel. Eerlijk gezegd, mocht er een specifieke cursus zijn over de mentale weerbaarheid van de bedrijfsleider, is het mijn gevoel dat er weinig naartoe zou worden gegaan. Maar als er in je netwerking, in je coaching, in de begeleiding daarvoor ook zijdelingse aandacht voor is, zal dat veel meer het geval zijn. Ik denk dat iemand die daar nood aan heeft, gemakkelijker eens op een netwerkevent met zijn collega gaat babbelen, en op die manier daar eigenlijk mee bezig is. Voor mij is dat echt iets waar we op die manier ook toe bijdragen. Ik heb zo al vriendschappen zien ontstaan tussen bedrijfsleiders omdat ze op netwerking problemen hebben gedeeld, dingen waar ze wakker van lagen, moeilijkheden.
Dat is heel de filosofie die we daarnet bij de vraag over het Business Angels Network aangehaald hebben. Ik heb daar ook gezegd dat de financiering één element is, maar dat die Business Angels heel vaak onrechtstreeks ook op andere manieren effectief bijdragen tot die mentale weerbaarheid van de bedrijfsleiders. De Business Angels vind ik daar een mooi voorbeeld van. Ik wil er een ander vermelden. De peterschapsprojecten die bijna in elke organisatie bestaan, zijn daar volgens mij ook heel goed in. En stel je voor dat je als bedrijf in je raad van bestuur bijvoorbeeld een onafhankelijke voorzitter hebt, kan die ook voor een deel coachend optreden. Ik denk dat dat allemaal elementen zijn die de facto bijdragen tot dat welzijn en die welvaart.
Ik ben het ook eens met u, voorzitter, dat die bedrijfsleiders veel verantwoordelijkheid dragen, meestal ook zeer bekommerd zijn om het welzijn van hun medewerkers en om de toekomst. Dat brengt natuurlijk heel wat stress met zich mee.
Ik zou wel oppassen met de cijfers: de 12 procent en de 10,5 procent kun je moeilijk met elkaar vergelijken. De 12 procent is volgens het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) het aantal depressies die er zijn bij bedrijfsmensen, en de 10,5 procent is het gebruik van antidepressiva. Dus ik denk dat het een niet hetzelfde is als het ander. Die vergelijking kunnen we niet maken. Maar het zou me niet verbazen, mocht er bij bedrijfsleiders wat meer stress en kans op depressie zijn. Ik weet niet of dat met de cijfers aangetoond kan worden.
Tot slot, de vraag naar het actieplan. Volgens mij staat het al op de websites, dus ik denk dat u het gemakkelijk terugvindt. We hebben er weinig aandacht voor gehad. Maar u herinnert zich dat er een vrijdag is geweest waarop het ABVV of het ACOD staakte. Aangezien zij toch niet mee ondertekenden, hebben wij op die dag de ondertekening van het actieplan gedaan. Zowel bij de verschillende organisaties als via mijn website gaat u dat volgens mij terug kunnen vinden.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik zal eens op uw website kijken. Dat zal wel lukken.
Voor alle duidelijkheid, collega Vanwesenbeeck, het was hier geen pleidooi om te zeggen dat een ondernemer maar vijf dagen mag werken, of wanneer die moet werken. Ik ben ervan overtuigd dat de bedrijfsleiders er niet gelukkiger op zouden worden als we het aantal uren dat ze zouden mogen werken, zouden inperken, of laat staan bepalen. Het was daar uiteraard zeker geen pleidooi voor.
Minister, ik denk dat u het een beetje als een boutade zei, als we een cursus voor bedrijfsleiders moeten organiseren over beter welzijn op het werk, denk ik ook niet dat ze de tijd zouden hebben om er naartoe te komen. Dus ik denk inderdaad dat dat niet de juiste aanpak is. Maar ik vond toch dat de cijfers voldoende aanleiding gaven om dat hier ter sprake te brengen en daar voldoende aandacht aan te kunnen geven binnen die mastercall bottom-up. Dat zal inderdaad het meeste resultaat hebben op termijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.