Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, in de krant stond het bericht dat de Vlaamse Regering overweegt om een participatie te nemen via de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) in Brussels Airport. Brussels Airport is in handen van de federale overheid, die 25 procent + 1 van de aandelen in handen heeft, en daarnaast van enkele Canadese pensioenfondsen. Het zijn echter de Australiërs die hun participatie wensen te verkopen.
Minister, klopt het wat in de media wordt gezegd? Hebt u plannen in die zin? Wat is de stand van zaken inzake dit dossier?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan heel kort zijn, collega Van Rompuy. PMV verkent het dossier in het kader van haar beheer van het infrastructuurfonds EPICo. De Vlaamse Regering heeft daartoe geen opdracht gegeven. PMV treedt op als dagelijks beheerder van het infrastructuurfonds European Projects Investment Company (EPICo) en EPICo Co-Investment Platform CIP.
EPICo is, zoals u weet, gefinancierd met middelen van institutionele investeerders. EPICo CIP is gefinancierd door PMV en Rebel en co-investeert met EPICo volgens vastgelegde regels. Het is in dat kader, gewoon in haar beheer, dat PMV de mogelijkheden rond die participatie verkent.
Het verkoopproces voor de participatie van Macquarie is nog niet opgestart. Het betreft evenwel een participatie die zeer groot is. Het is een aanzienlijke financiële omvang, en de mogelijkheid om die participatie volledig op te nemen, gaat de mogelijkheden van EPICo ver te boven. In het kader van de aangekondigde operatie zijn er beperkte informele contacten met andere mogelijke Belgische institutionele financiers om te zien of er ook nog bij andere spelers interesse zou zijn. Maar meer dan dat is het op het moment niet.
Samengevat, ik denk dat in een normale manier van werken rond EPICo het logisch is dat PMV zijn werk doet als er dingen schijnen te bewegen. Het is niet in opdracht van, maar het is verkennen dat ze daar doen. Anderzijds kan ik u ook zeggen dat er nog geen verkoopproces is gestart.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik begrijp dus dat er geen actieve beslissing van de Vlaamse Regering is geweest om stappen in die zin te zetten. Maar private groepen hebben ook Vlaamse instellingen zoals PMV aangesproken om te vragen of ze al dan niet interesse hebben om te participeren. Er wordt nu onderzocht of dat zinvol zou zijn. Ik weet dat het over een heel groot bedrag gaat, meer dan een miljard euro in totaal.
Ik heb ook al een conceptnota neergelegd hier in het parlement over hoe we in Vlaanderen kunnen omgaan met verankering. Ik denk dat een dossier als dit, waarvan ik natuurlijk de financiële details niet ken, wel interessant zou zijn voor Vlaanderen om te overwegen om een al dan niet beperkte participatie te nemen in cruciale infrastructuur zoals Brussels Airport. We hebben natuurlijk de middelen niet om een miljard euro op tafel te leggen, dat zou ook niet verstandig zijn. Maar we hebben toch regelmatig een debat over hoe we de luchthaven zien, over alles wat er gebeurt rond de luchthaven met de boetes en met de positie van de Duitse eigenaar van Brussels Airlines. Een participatie hebben in Brussels Airlines kan toch de positie en de leverage van de Vlamingen versterken, bijvoorbeeld als het gaat om het behouden van een hub.
Ik weet niet wat de analyse van PMV zal zijn, maar ik denk dat dit een dossier is dat de moeite waard is om grondig te bestuderen. Enkel als de cijfers kloppen is het misschien de moeite waard voor Vlaanderen om alsnog te proberen daarin te participeren in een brede visie op de verankering in Vlaanderen van de belangrijke infrastructuur voor onze economie.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Ik denk dat het niet verkeerd is dat erover nagedacht wordt om in de luchthaven te participeren. Ik ben iets terughoudender dan collega Van Rompuy. Het gaat immers over een belangrijke overname, en dat gebeurt best in de luwte en met de nodige voorzichtigheid. Ik denk echter wel dat er voldoende triggers zijn om daar deftig over na te denken, en dat is een goede zaak.
Minister Muyters heeft het woord.
We zullen het verder opvolgen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, u hebt recent een fonds opgericht, het Future Techfund. Ik weet dat dit niet daarover gaat, maar wil toch volgend punt maken. Ik heb zelf in die conceptnota voorgesteld om een verankeringsfonds op te richten. Ik denk dat het misschien interessant zou zijn om een breder gesprek te hebben over hoe we onze investeringsmiddelen in Vlaanderen richten. Ik vind persoonlijk dat het nu een beetje te veel ad hoc is. Er is een probleem, we richten een fonds op en we pakken het aan. Ik denk dat we wat meer strategisch moeten kijken naar onze omgang met fondsen in Vlaanderen. We moeten hier eens echt werk van maken. Want ik kan niet meer volgen, ik weet ook niet wat de positie is van dat fonds ten aanzien van wat uw collega Van Overtveldt federaal van plan is te doen. Het zou een heel nuttige oefening zijn om een strategie te ontwikkelen over hoe we in Vlaanderen omgaan met toch belangrijke middelen op het vlak van investeringspolitiek. Dit dossier is een mooi voorbeeld van wat we zouden kunnen doen met onze middelen. Ik weet dat wij maar een klein deel kunnen nemen. Maar mochten we een verankeringsfonds hebben – en ik denk dat dit mogelijk is met onze middelen – zouden we toch iets betekenisvols kunnen doen in dit dossier.
Normaal was dit het afsluitend woord. Aangezien er echter bijkomende vragen gesteld worden aan u, minister, is het niet meer dan normaal dat u hierop kunt antwoorden.
Mijn punt is gewoon het volgende. Ik kan u in detail uitleggen wat we met dat Future Techfund willen doen. Dit heeft niets te maken met de verankering zoals u ze naar voren brengt rond infrastructuur of dergelijke meer. Ik stel voor dat we dat behandelen in een bijkomende vraag die u kunt stellen, zodat we wat dieper kunnen ingaan op dat fonds. Uw filosofie over een infrastructuurfonds is zeker iets dat kan worden meegenomen. We spreken hierover al een tijd intern binnen de Vlaamse Regering.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik ben niet tegen dat fonds, ik begrijp wel waarom het opgericht is. Ik denk dat we een strategie moeten hebben, en dat we de beperkte middelen die we hebben, op een meer doelgerichte manier moeten inzetten. Ik denk dat we over een verankeringsfonds hadden moeten beslissen bij het begin van de legislatuur en niet nu. Mijn oproep is om een algemene strategie over onze investeringsfondsen op poten te zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.