Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, het Vlaams Parlement heeft op 3 juli 2015 het decreet goedgekeurd dat de kilometerheffing voor vrachtwagens regelt. Ondertussen is ook de Vlaamse Codex Fiscaliteit aangepast. Bij inbreuken op deze reglementering zal de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) overeenkomstig die decreetgeving boetes uitschrijven.
Conform artikel 2.4.2.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit is de belastingplichtige voor deze boetes diegene die houder is van het voertuig. In afwijking van paragraaf 1 van datzelfde artikel kan de houder, als hij zijn voertuig ter beschikking heeft gesteld aan een derde door verhuur, leasing of andere overeenkomst, die derde na hun gezamenlijk akkoord aanwijzen als de houder van het voertuig.
Er stellen zich echter problemen bij de afhandeling van de boetes. Klachten leren ons dat de initiële houder van het voertuig onvoldoende en vaak laattijdig in kennis wordt gesteld van het bestaan van de uitgeschreven boetes en het uitblijven van betaling van de boetes door diegene die huurt of leaset. De boetes stapelen zich op. Het wordt pas echt problematisch wanneer de huurder of leasingnemer zijn of haar faillissement aanvraagt. VLABEL zal zich dan conform de decreetgeving beroepen op de solidaire aansprakelijkheid van de initiële houder voor de openstaande schulden. De praktijk leert dat VLABEL niet overgaat tot het indienen van een aangifte van schuldvordering bij de curator, maar rechtstreeks naar de houder van het voertuig gaat.
Minister, erkent u het aangekaarte probleem en wat is uw standpunt? Welke maatregelen kunt en zult u nemen om de gebrekige inkennisstelling van de verhuurders en leasingmaatschappijen te verbeteren? Kunt u uitleg geven waarom VLABEL voor de vereffening van de openstaande schulden zich niet wendt tot de curator, maar dadelijk een beroep doet op de solidaire aansprakelijkheid van de verhuurder of leasinggever? Welke maatregelen kunt en zult daartegen nemen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Allereerst, de kwestie die u aankaart, stelt zich niet enkel in Vlaanderen maar over alle grenzen van de gewesten heen. Het artikel in de codex waarnaar u verwijst, is immers de implementatie van artikel 4, §3, van het samenwerkingsakkoord Kilometerheffing uit 2014. Een wijziging van de hoofdelijke gehoudenheid van de leasinggever zou dus het akkoord vereisen van alle gewestregeringen in zijn diverse samenstellingen.
Zoals u schetst, is conform de wetgeving de houder van het voertuig de belastingplichtige voor de boetes. Daarop is in één uitzondering voorzien: bij verhuring of leasing van het voertuig kan men via een schriftelijke, door beide partijen ondertekende, verklaring aan de dienstverlener, de huurder of leasingnemer aanduiden als houder van het voertuig.
Het systeem van de kilometerheffing is echter op dit ogenblik zo opgebouwd dat de boete voor een voertuig met Belgische nummerplaat automatisch eerst naar de nummerplaathouder van het voertuig wordt gestuurd volgens de gegevens van de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV), zijnde de leasingmaatschappij in het geval van operationele leasing.
Om de boetes automatisch eerst te versturen naar de huurder of leasingnemer van het voertuig, is een aanpassing aan de software nodig. Satellic, die als voornaamste dienstverlener instaat voor de bouw en het onderhoud van de handhavingssystemen, is echter van oordeel dat leasingmaatschappijen en hun leasingnemers hierover onderling afspraken moeten maken.
Voorlopig kan VLABEL dus niet anders dan de boetes eerst te versturen naar de leasingmaatschappij.
VLABEL heeft uit klantvriendelijkheid, zoals u weet staat dat bij mij centraal, hier wel een oplossing voor uitgedokterd. Wanneer de leasingmaatschappij na ontvangst van de boete aan VLABEL laat weten wie de leasingnemer is – met een kopie van het contract – zal VLABEL de leasingnemer als belastingschuldige aanduiden voor het verdere inningsproces. Alleen indien er na het doorlopen van het volledige invorderingsproces – met andere woorden na een herinnering en een laatste herinnering, het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder en het onderzoeken van alternatieve invorderingspistes – geen betaling kan worden bekomen bij de leasingnemer, kan VLABEL zich opnieuw richten tot de leasingmaatschappij. Ik moet u wel zeggen dat dit tot op heden nog nooit is voorgekomen.
Dit proces herhaalt zich bij elke nieuwe boete omdat het leasingcontract mogelijk stilzwijgend verlengd of opgezegd werd en VLABEL op dat vlak geen controlemogelijkheden heeft om de juiste leasingnemer te gaan bepalen op het tijdstip van de overtreding.
De leasingmaatschappij is als nummerplaathouder dus telkens als eerste op de hoogte van het bestaan van een boete. De leasingnemer wordt in tweede instantie op de hoogte gebracht. De tijd om de boete bij de leasingnemer te krijgen, wordt bepaald door de reactietijd van de leasingmaatschappij. In de praktijk sturen de meeste leasingmaatschappijen de boetes evenwel ook direct via mail naar hun klanten door, waardoor zij in de meeste gevallen reeds op de hoogte zijn van de boete voordat VLABEL de boete opnieuw heeft opgestuurd.
Dat boetes zich ‘uit onwetendheid’ blijven opstapelen, kan ik dan ook moeilijk geloven. De leasingmaatschappij kan zich, in haar hoedanigheid van uiteindelijke belastingplichtige, informeren over de betaling van een boete bij de leasingnemer of kan contractueel bepalen dat boetes per domiciliëring worden betaald door de leasingnemer.
De leasingnemer is officieel niet op de hoogte zolang VLABEL of de leasingmaatschappij hem hiervan niet in kennis heeft gesteld, maar negeert wel dat de on-boardunit (OBU) niet werkt. De OBU signaleert dit zowel met een rode led als met een geluidssignaal. Op dat moment wordt er van de bestuurder verwacht dat hij actie onderneemt om het probleem op te lossen. Concreet dient hij zich hiervoor onmiddellijk in verbinding te stellen met de dienstverlener die hem dan de nodige instructies zal geven. Indien de bestuurder deze instructies opvolgt, zal er geen boete worden uitgeschreven.
Indien de klant zich om de een of andere reden toch niet bewust zou zijn van het feit dat hij in overtreding is omdat de boetes nog niet werden ontvangen, dan kan dit bovendien in een bezwaar worden aangehaald. Sinds 1 januari voorziet de regelgeving namelijk dat de bevoegde ambtenaar het aantal boetes voor hetzelfde type van overtreding begaan binnen een beperkte tijdspanne kan verminderen als de belastingplichtige/ belastingschuldige te goeder trouw heeft gehandeld.
Voor uw derde vraag heb ik nog eens navraag gedaan bij mijn administratie. Wanneer VLABEL een faillissement binnenkrijgt van een leasingnemer, worden wel degelijk alle openstaande boetes inzake de kilometerheffing van die leasingnemer opgenomen in een aangifte van schuldvordering, zelfs indien de boete werd ingekohierd op naam van de leasingmaatschappij als nummerplaathouder. VLABEL heeft tot op heden nog nooit een beroep gedaan op de solidaire aansprakelijkheid van de leasingmaatschappij nadat het inningsproces werd opgestart bij de leasingnemer, ook niet bij het faillissement van de leasingnemer. Ik moet u eerlijk toegeven dat de informatie waarop u zich beroept, dus niet blijkt te kloppen.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik heb hier een individueel dossier – ik kan natuurlijk de namen niet vernoemen – waarbij er enerzijds de vraag is wat er is gebeurd. Er is een firma die verschillende vrachtwagens en trekkers heeft geleased die compleet niet in orde waren. Men krijgt dan per dag een boete op die kilometerheffing. Uiteindelijk is de leasingmaatschappij relatief laattijdig op de hoogte gesteld van het feit, want ja, boetes zijn per dag, en elke dag die verloren gaat, komt er een extra boete bij. Waar we hier mee te maken hebben gehad, is het feit dat die firma naderhand failliet is gegaan waarbij dan door VLABEL aan de leasingmaatschappij werd gevraagd of zij het wilden betalen. Wij hebben gevraagd: ‘Richt u tot de curator.’ En men heeft daarbij gezegd: ‘Neen. U betaalt, want u bent solidair aansprakelijk.’
Wat ik hier in mijn handen heb, is iets anders dan uit uw antwoord blijkt. Ik denk dat we best even contact met elkaar opnemen om dit uit te klaren. Het dossier dat ik heb, spreekt uw antwoord tegen.
Minister, ik zou daarom willen oproepen om de leasingmaatschappijen sneller in kennis te stellen van de boetes. U zegt dat er in het kader van klantvriendelijkheid, wanneer de leasingnemer een boete krijgt, pas na een eerste en tweede herinnering wordt opgetreden. Ondertussen zijn er heel wat dagen voorbij. Ik zou willen vragen dat er ook een kopie gaat naar de leasingmaatschappij zodat die op de hoogte is van het feit dat de boetes aan het oplopen zijn. Nogmaals, deze firma was bewust niet in regel en heeft boetes laten oplopen. Ze hebben misschien wel brieven gekregen van VLABEL, maar de leasingmaatschappij werd niet in kennis gesteld van die boetes. (Opmerkingen van minister Bart Tommelein)
U zegt dat dat niet kan, maar ik vraag toch naar een oplossing hiervoor.
In het dossier, waarvan ik de naam niet vertel, werd er rechtstreeks bij de firma aangeklopt en is men niet via de curator gegaan. In het kader van een constructieve samenwerking zal ik dit met uw kabinet bespreken.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik wil een algemene opmerking maken. Ik neem aan dat de minister op zoek gaat, zoals VLABEL doet, naar een klantvriendelijke oplossing voor iedereen. Als ik het individuele geval van de heer Lantmeeters goed heb begrepen, was het een firma die bewust fraude heeft gepleegd. Ik neem het woord ‘fraude’ in de mond omdat die firma bewust niet in regel was. Dat is voor mij fraude. Minister, daarmee moet u voor mij niet te veel compassie hebben. (Gelach)
Voor alle duidelijkheid, ik ben degene die daar slachtoffer van is.
Mijnheer Lantmeeters, de leasingmaatschappij wordt altijd als eerste op de hoogte gebracht. U vraagt mij om de leasingfirma dezelfde informatie te geven als de leasingnemer. De leasingfirma wordt altijd als eerste op de hoogte gebracht, zelfs al is er een afspraak dat de boete naar de leasingnemer gaat. Uw vraag om een kopie te bezorgen aan de leasingfirma is zonder voorwerp, want die krijgt altijd als eerste de boete.
Het gaat mij over het verloop van de tijd totdat die eerste verwittiging komt. Dan komt de tweede verwittiging enzovoort. Ik zou willen vragen dat die tijd zo kort mogelijk wordt gehouden, want dat is het probleem.
De vraag om uitleg is afgehandeld.