Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is een beetje een opvolgvraag. U weet dat VDAB in 2017 tussen 5 oktober en 9 november in elke Vlaamse provincie een 55+-netwerkevent heeft georganiseerd. De bedoeling was 55-plussers die werkzoekend zijn, de kans te geven hun netwerk uit te breiden, om ook de kans te verhogen om een job te vinden. Waarom doet men dat? Omdat vacatures heel vaak via informele weg worden ingevuld. Met een uitgebreid netwerk vergroot men de kansen om aan de juiste persoon te worden voorgesteld op het moment dat er een job vrijkomt. Ze ontmoeten daar ook heel wat andere werkzoekenden, maar ook werkgevers, en kunnen ervaringen delen, workshops volgen en luisteren naar interessante sprekers. Minister, ook u en de gedelegeerd bestuurder van VDAB waren heel enthousiast over de samenwerking. Ik heb daarom ook een vraag om uitleg gesteld op 19 april over de evaluatie van die netwerkevents. U zei toen dat het enige dat was gedaan, niet verder ging dan een bevraging. U kondigde een grotere evaluatie aan tegen half juni 2018. Ondertussen is die termijn verstreken.
Het was de bedoeling om op basis van zo’n grondige evaluatie in kaart te brengen welke vervolgacties er kunnen komen en wanneer die er moeten komen, met welke partners, met de vakbonden of niet, of we de werkgeversorganisaties wel of niet sterker moeten betrekken, hoe we dat moeten aanpakken, hoe de behoefte naar een meer regionale aanpak precies moet worden vertaald, welke registraties moeten worden gedaan om daarna beter een evaluatie te kunnen doen als we het opnieuw doen, wat we vinden dat we nu te kort hebben aan gegevens, en als we dat vinden, wat we dan moeten doen voor die impactmeting van de geplande acties.
Minister, vandaar mijn vragen, ter opvolging van mijn vorige vraag. Heeft VDAB die evaluatie inmiddels gefinaliseerd en aan u bezorgd? Wat zijn de concrete bevindingen van de evaluatie? Zullen de 55+-netwerkevents op basis van de evaluatie een vervolg krijgen? Zo ja, welke lessen werden eruit getrokken en in welke vorm zullen die volgende netwerkevents plaatsvinden?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Talpe, we hebben de evaluatie ondertussen afgerond, en ik heb de conclusies gekregen. Ik som ze op. Het netwerkevent mag geen vooroordelen versterken, bijvoorbeeld over 55-plussers, maar ook over de werkgevers. De werkzoekenden moeten duidelijk worden ondersteund om de doelgroep positief in de markt te zetten. De organisatie moet op voorhand de vacatures opvragen van de aanwezige werkgevers, zodat er zeker matchbare werkzoekenden aanwezig zijn. Het heeft weinig zin aan een werkgever te zeggen dat hij naar dat event moet komen als er bij de mensen die er zijn, niemand is die voor zijn vacatures in aanmerking zou kunnen komen. VDAB moet in de toekomst in een registratie voorzien, zodat we de effectiviteit van de events kunnen meten, zodat we kunnen zien of de deelname leidt naar vacatures, tewerkstelling enzovoort. Er moet steekproefsgewijs worden gepeild naar de tevredenheid, om zo het effect van de actie in kaart te kunnen brengen, om te kunnen zien of er uitstroom naar werk is, of er versterking van competenties is en dergelijke meer. Het begeleiden van de groep werkzoekenden vraagt specifieke competenties van de bemiddelaar. De bemiddelaar moet daar dan ook in worden geschoold en ondersteund. Het merendeel van de aanwezige werkgevers bleek weinig of geen ervaring te hebben met de aanwezigheid van 55-plussers in het eigen bedrijf.
Aansluitend bij het cijfermateriaal dat ik u al heb gegeven naar aanleiding van uw schriftelijke vraag van 23 februari, kan ik u zeggen er in Vlaams-Brabant 48 werkgevers aanwezig waren, in Antwerpen 65, in Limburg 6, in Oost-Vlaanderen 17 en in West-Vlaanderen 15. Alle aanwezige werkgevers hebben aangegeven dat ze in de toekomst verder willen werken aan projecten en evenementen georganiseerd door VDAB. 95 procent van de deelnemende werkgevers vond het concept goed. 59 procent van de werkgevers overweegt het aanbieden van een stage voor 55-plussers. 41 procent van de deelnemende werkgevers heeft voldoende interessante profielen ontmoet, 41 procent niet, en 18 procent weet het niet. 80 procent van de werkgevers overweegt om een afspraak in te plannen met een werkzoekende 55-plusser die ze hebben ontmoet op het event. Dat is dus goed en niet goed. Er zijn wel wat elementen die daar aan bod komen.
VDAB wil de 55-plusser op verschillende manieren benaderen. Na de evaluatie van het netwerkevent wordt die groep benaderd met en binnen de reguliere dienstverlening van VDAB waar mogelijk. VDAB zal ook, waar de kenmerken van de individuele werkzoekende dat vereisen, een gespecialiseerde benadering doen, maar dat is altijd zo.
VDAB zal in het najaar nieuwe netwerkevents voor ouderen met een afstand tot de arbeidsmarkt plannen. Uiteraard zullen we daarbij onze evaluatie van deze keer meenemen. Ze worden gepland in periodes waarin werkgevers daar maximaal tijd voor kunnen maken, maar ook VDAB én de werkzoekenden ter zake kwalitatief werk kunnen bieden. U hebt bij de evaluatie gehoord dat regelmatig werd gezegd dat de bemiddelaar speciaal moet zijn, dat de werkgevers op voorhand vacatures moeten geven enzovoort. Ik denk dus dat de voorbereiding in de toekomst anders zal zijn dan in het verleden.
Die netwerkevents die we plannen voor het najaar, worden provinciaal vormgegeven, op regionaal vlak, rekening houdend met de nood en realiteit van elke regio. Dat wordt nog sterker en verder uitgewerkt. De peer-to-peeraanpak van de netwerkevents als methodiek wordt dus behouden en zal in de toekomst nog verder worden ingezet, onder meer in intensieve dienstverlening, voor alle profielen die daar baat bij hebben.
Alles bij elkaar zijn daar dus lessen uit te trekken, en die werden ook getrokken. We doen op een verbeterde manier verder in de toekomst.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben uiteraard heel blij met het antwoord. Het is goed te horen dat er heel wat zaken zullen gebeuren en ook verbeteren. Er zijn de registraties, de metingen van input en output. Dat lijkt me heel belangrijk. Als we acties op poten zetten, dan moeten we dat maximaliseren. Anders is dat eigenlijk potentieel maar een slag in het water, en een mogelijke verspilling van energie en centen. Ik ben blij dat er nieuwe events worden georganiseerd. Ik denk dat iedereen hier weet dat dat een goede zaak is, met de huidige krapte op de arbeidsmarkt en het feit dat we de werkzaamheidsgraad van 55-plussers willen verhogen. We kijken dus uit naar de volgende ronde.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik was gevraagd op het event van Limburg, maar heel laat, en blijkbaar was dat een van de redenen waarom er zo weinig respons was van werkgeverszijde in Limburg.
Daar liep heel veel volk rond, maar blijkbaar was het moment heel laat geprikt. Daar moeten we tijdens de evaluatie zeker rekening mee houden.
Een tweede element dat ik zeer positief vind, is dat de 55-plussers zelf bij de organisatie zijn betrokken. Die methode, het evenement mee door de groep laten dragen, is natuurlijk heel boeiend. Ik denk dat de juiste lessen worden getrokken en dat er wat leerwerk is, maar op zich is de methode niet fout.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Claes, ik ben het helemaal met u eens. Ik denk dat we die lessen moeten trekken. Er waren slechts zes Limburgse werkgevers aanwezig. Ik denk dat de organisatie soms te veel aan de werkzoekenden is overgelaten. Dat kan positief zijn voor hun zelfbeeld en dergelijke, maar we zien nu dat daar heel wat nadelen aan zijn verbonden. Om die reden zullen we dit in de toekomst verbeteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.