Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag om uitleg sluit eigenlijk mooi aan bij iets waarover we ons morgen in de Senaat ook zullen buigen. Daar staat, als ik dat als verslaggever zelf mag zeggen, een onwaarschijnlijk boeiend informatierapport over de strijd tegen kunstroof op de agenda.
Hoogstwaarschijnlijk zal het Europees Parlement op 10 juli 2018 stemmen over een verordening betreffende de invoer van cultuurgoederen. Dat moest eigenlijk vorige week al gebeuren, maar de stemming is uitgesteld. Het voorstel is al in 2017 opgesteld.
Minister, u hebt waarschijnlijk al kunnen lezen dat er in de Vlaamse bibliotheeksector ongerustheid is over die stemming. De verordening heeft absoluut een nobel doel, maar er zouden onbedoelde gevolgen kunnen zijn voor de bibliotheken met erfgoedcollecties en voor de internationale handel in oude handschriften en gedrukte boeken. Onze Vlaamse boekindustrie in Antwerpen en Brussel was een zeer belangrijke industrie.
De richtlijn houdt in dat wie cultuurvoorwerpen ouder dan 250 jaar in de EU wil importeren, zal moeten bewijzen dat die goederen wettelijk uit het land van herkomst zijn geëxporteerd. Ook boeken ouder dan 250 jaar vallen onder die regeling. Als de Vlaamse Erfgoedbibliotheek dan, bijvoorbeeld, een Antwerpse druk uit 1650 van een Amerikaanse antiquair zou willen kopen, zou ze met officiële documenten moeten bewijzen dat het boek wettelijk uit de Spaanse Nederlanden is geëxporteerd. Dat is onmogelijk, want dat exemplaar kan net zo goed al in 1652 vanuit Sevilla naar Zuid-Amerika zijn verscheept. Volgens de verordening kan het boek dan ook niet wettelijk de EU worden binnengebracht.
Ook de uitvoer wordt problematisch. Indien iemand in de EU met goederen naar beurzen buiten de EU wil trekken, bestaat de kans dat zijn eigen goederen bij terugkeer de EU niet meer binnen mogen.
Het Europees initiatief om de illegale handel in cultuurgoederen aan banden te leggen, is een zinvol initiatief. De goedkeuring van de verordening zou de internationale handel in cultuurgoederen echter onbedoeld zo goed als lam kunnen leggen. Dit druist ook in tegen de essentie van cultuurgoederen als boeken. Boeken werden en worden precies gedrukt om te circuleren, zodat ideeën ook zouden kunnen circuleren.
Minister, plant u iets te ondernemen om de zware importprocedure te verlichten die zou gelden voor de invoer van alle cultuurgoederen, zelfs voor een boekje van 150 euro? Wat zult u ondernemen ten aanzien van de bibliotheken met erfgoedcollecties indien de voorliggende verordening betreffende de invoer van cultuurgoederen zou worden goedgekeurd? Hoe zult u in dat geval voorkomen dat de legale circulatie van cultuurgoederen wordt verhinderd? Mijn laatste vraag is ook niet onbelangrijk. Vanaf 2021 valt ook het Verenigd Koninkrijk buiten de EU. Het is hoogst onzeker hoe de regeling er zal uitzien. Moeten we hier dan niet op anticiperen?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, dit is geen eenvoudige kwestie. De Europese Unie bereidt momenteel een verordening voor die de invoer van cultuurgoederen in de Europese Unie wil regelen. Met die regeling wil de EU de illegale handel in cultuurhandel en in het bijzonder de financiering van terrorisme door middel van die illegale handel bestrijden. Dat zijn lovenswaardige doelen. Het vooropgestelde uitgebreide materiële toepassingsgebied van de ontwerpverordening zal echter eveneens gevolgen hebben voor de legale handel.
Het voorstel van verordening is nog niet definitief. Er wordt nog steeds over onderhandeld op het niveau van de Europese Raad, de Europese Commissie en de lidstaten. Ook tussen de lidstaten is er nog een debat over het toepassingsgebied. Op dat vlak zal nog verder een evenwicht moeten worden gevonden, maar het lijkt er inderdaad op dat het redelijk ruim lijkt te worden.
Aangezien het om een douanebevoegdheid gaat, worden de onderhandelingen voor ons land gevoerd door de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen. Mijn administratie wordt over de ontwerpen geraadpleegd, maar het standpunt wordt bepaald en de onderhandelingen worden gevoerd door de permanente vertegenwoordiging van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen. Mijn administratie heeft bij de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen al verschillende keren haar bezorgdheid geuit over het bijzonder uitgebreide toepassingsgebied van deze verordening en over de te vrezen omvangrijke bijkomende werklast die dit de ambtelijke diensten en de legale kunsthandel kan en zal opleveren. De bijsturingen aan het ontwerp zijn tot nu toe echter zeer beperkt gebleven.
Tijdens de vergaderingen van de Europese Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport komt dit onderwerp soms zijdelings aan bod. De ministers van Cultuur zijn immers niet gevat door deze materie. Juridisch gaat het niet om een cultuurbevoegdheid, maar om een materie waarvoor de federale minister van Financiën en Begroting bevoegd is.
Enkele weken geleden was ik zelf aanwezig op een vergadering van de Europese Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport en het punt is toen aan bod gekomen. Ik wil me er niet achter verstoppen, maar de Duitse vertegenwoordiging was nogal onwrikbaar. Sta me toe te zeggen dat de stemmen van een aantal grote landen altijd zwaar doorwegen.
Verordeningen zijn rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing. België heeft dan ook geen enkele vrijheid om de door deze verordening opgelegde procedures te verlichten. Als het voortgaat zoals de verordening nu vorm krijgt, kan ik als minister van Cultuur enkel, in overleg met de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen, de bibliotheken met erfgoedcollecties informeren over de nieuwe verordening en over de consequenties. Dat zal trouwens voor de hele erfgoedsector gelden.
Het materiële toepassingsgebied van de voorgestelde verordening is zo ruim dat zowat alle erfgoedactoren de effecten zullen voelen. Het is duidelijk dat de invoering en de toepassing van de verordening tot hinder voor de legale handel zal leiden. Ik hoop dat de Europese Commissie bij het schrijven van de uitvoeringsverordeningen de bijkomende hinder voor de handel zal beperken. Ik zal het belang hiervan voor de erfgoedsector door middel van een officieel schrijven nogmaals bij de minister van Financiën en Begroting aankaarten. Ik wens hier echter aan toe te voegen dat de dynamiek van de onderhandelingen in de EU niet enkel en zelfs in beperkte mate door België zal worden bepaald. Ik volg de verdere ontwikkelingen en de onderhandelingen uiteraard nauwlettend op.
Mevrouw Segers, indien de brexit onverminderd plaatsvindt, zal voor de uitvoer van cultuurgoederen van België naar het Verenigd Koninkrijk een Europese uitvoervergunning verplicht zijn. Zonder invoervergunning of invoerverklaring zal het onmogelijk worden cultuurgoederen vanuit Groot-Brittannië in België in te voeren. De nieuwe verordening zal, met andere woorden, afhangen van het uiteindelijk akkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. U weet dat de Vlaamse Regering om economische redenen algemeen en principieel pleit voor een zachte brexit, met minimale gevolgen voor de handel.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Wat de verordening betreft, is de bezorgdheid van de EU bijzonder terecht. De illegale kunsthandel is onwaarschijnlijk groot. We hebben dat in het informatierapport kunnen vaststellen. Het is de belangrijkste financieringsbron voor terrorisme. We moeten daartegen strijden. Helaas heeft België momenteel, sinds de opdoeking van de cel Kunst en Antiek van de federale gerechtelijke politie, de reputatie van de zwakste schakel, maar dat debat zullen we morgen voeren.
Minister, de bezorgdheid is terecht, maar het verheugt me te vernemen dat u zich bewust bent van de problematiek, hoewel ik daar niet aan twijfelde, en dat u zich actief zult inzetten om na te gaan hoe we hieraan tegemoet kunnen komen en hoe we de goedbedoelde, maar aberrante effecten maximaal kunnen opvangen.
Minister, ik begrijp de positie van Duitsland niet goed. Dit draait niet om de macht van grote landen. Ik denk dat de problematiek op dezelfde wijze evengoed in Duitsland bestaat. Het is goed te horen dat u met de brexit bezig bent. Ik denk altijd dat we moeten vooruitkijken. We rekenen op u om ervoor te zorgen dat de effecten van de verordening werkbaar zullen zijn.
Minister, ik wil me kort namens mijn fractie aansluiten. Ik wil alle leden van deze commissie oproepen om, naast het werk dat u en uw diensten leveren, hun eigen partijgenoten in het Europees Parlement te informeren en te alarmeren. Dat geldt zeker voor die Europese volksvertegenwoordigers die in de commissie Financiën en Douane zitten. De intentie is juist, maar aangezien dit wordt behandeld door specialisten die niet zo veel van kunst en cultuur kennen, nemen ze een veel te ruim toepassingsgebied. Er zijn geen gelaagdheden en er worden geen afwegingen gemaakt. Dat is het kernpunt. Ik heb dat in elk geval zelf al gedaan. Ik roep iedereen op om de eigen mensen in het Europees Parlement aan te spreken, zodat er een juiste, correcte en gebalanceerde Europese verordening komt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.