Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, ik heb vernomen dat de raad van bestuur van VDAB heeft ingestemd met een voorstel tot hervorming van het werkplekleren en de cursistenvergoedingen. Dat voorstel omvat vijf onderdelen, namelijk de cursistenvergoedingen voor niet-werkende werkzoekenden, de doelstellingen en het toepassingsgebied van de vormen van werkplekleren, de hervorming van de vergoedingen voor de individuele beroepsopleidingen (IBO’s), de voorwaarden voor het breed inzetten van werkplekleren en de budgettaire impact van de hervorming.
Over dit voorstel zou meer dan een jaar onderhandeld zijn in werkgroepen. Nu de raad van bestuur van VDAB ermee heeft ingestemd, moeten de bijhorende besluiten en procedures uiteraard worden uitgewerkt om het nieuwe afsprakenkader concreet vorm te geven.
Een van de meest in het oog springende hervormingen betreft IBO. Die hervorming is heel belangrijk omdat de minister in het kader van het actieplan tegen krapte op de arbeidsmarkt de ambitie heeft uitgesproken om het aantal IBO’s te verdubbelen.
Opmerkelijk is de hervorming van de vergoedingen. Er wordt geopteerd voor een vereenvoudiging die afstapt van de vergoeding op maat van de werkzoekende, maar opteert voor een forfaitair aandeel. Meer bepaald wordt er gewerkt met vier forfaits, afhankelijk van de inkomenssituatie van de cursist, voor wie deelname aan IBO uiteraard kosteloos moet zijn. Die forfaits zijn samengesteld uit blokjes van 20 procent van het gemiddeld gewaarborgd maandinkomen aan 333 euro. Er wordt gestreefd naar een minimaal inkomen van 80 procent voor elke IBO-cursist.
Het nieuwe vergoedingsstelsel zou er wel toe leiden dat een aantal werkzoekenden er financieel op achteruitgaat tegenover het huidige systeem – weliswaar in beperkte mate, maar dat zult u straks kunnen verduidelijken.
Daartegenover zal het nieuwe systeem voordeliger uitvallen voor de langdurig werklozen in de laagste looncategorieën. Ook voor de facturatie van de werkgevers zou men opteren voor forfaitaire bedragen naargelang de loonschaal van de cursisten, gaande van 650 euro voor inkomens onder de 1700 euro tot 1400 euro voor inkomens boven de 2600 euro.
We vernemen dat bij het personeel van VDAB onduidelijkheid heerst over die nieuwe plannen. Dat zorgt dan voor een aantal speculaties over de toekomstige vergoedingen die werkzoekenden zullen krijgen als ze in een IBO-regeling stappen. Tijdig informeren kan de onnodige onrust vermijden.
Minister, wat is de stand van zaken van de uitvoering van de hervorming van het werkplekleren en de cursistenvergoedingen? Wanneer wordt dit van kracht?
Waarom wordt inzake cursistenvergoedingen voor IBO afgestapt van die vergoedingen op maat van werkzoekenden ten gunste van een forfaitair systeem, terwijl het algemene principe steeds uitging van maatwerk?
De nieuwe regeling zou voor een aantal cursisten betekenen dat ze er in beperkte mate op achteruitgaan. Waarop is dat gebaseerd en wat betekent dit concreet? Hoeveel cursisten zullen er wél financieel op vooruitgaan, en in welke mate?
Wat betekenen de nieuwe forfaitaire facturaties voor de werkgevers?
Hoe wordt de communicatie naar het VDAB-personeel gevoerd? Wanneer worden zij op de hoogte gesteld van die hervorming in het algemeen en de vergoedingen in het bijzonder?
Minister Muyters heeft het woord.
Wat de timing betreft, hoop ik de definitieve goedkeuring net voor of net na het zomerreces te hebben. Stap één is reeds gezet: het voorstel van de besluitwijziging is ingediend bij de Inspectie Financiën op 2 maart.
Er is een verschil tussen het activeringsbeleid op maat van de werkzoekende en de IBO-premie, afgestemd op maat van het inkomen van de werkzoekende. Het activeringsbeleid op maat van de werkzoekende houdt in dat we hem een werkplek geven die past bij het traject op maat voor die werkzoekende. De IBO kan een onderdeel zijn van zo’n traject op maat. De IBO-premie is een incentive voor die werkzoekende in IBO en blijft een vergoeding op maat van het inkomen van de werkzoekende. Je moet een onderscheid maken tussen die twee zaken. Het werk blijft op maat.
Het voordeel van het werken met forfaits is dat het systeem veel eenvoudiger en transparanter wordt. De werkgever kan het zelf inschatten.
De groep van IBO-cursisten die er in beperkte mate op achteruitgaan, zijn de werkzoekenden met een hoog toekomstig loon. Ik zal daar straks een zeer belangrijke nuance bij maken. De berekening van de impact van de hervormingen is een simulatie gemaakt voor de IBO-populatie van 2016 in het bestaande of het nieuwe systeem. Uit die simulatie bleek dat 18,5 procent in het hervormd systeem een lagere IBO-premie zal ontvangen dan in het huidige systeem.
Maar – en dat vind ik de belangrijkste opmerking en dus begin ik er ook mee – niemand gaat erop achteruit. Want het was de heer X die in het oud systeem zat. En nu is het de heer of mevrouw Y die in het nieuwe systeem zit. En die heeft nooit het oude systeem gekend. Dus niemand gaat erop achteruit. Het is gewoon een ander systeem. We mogen dus niet spreken van vooruit of achteruit, noch voor het ene, noch voor het andere. Het individu zelf gaat er niet op vooruit of achteruit. Het is gewoon een ander systeem. Maar mocht de heer X in het nieuw systeem komen en hij heeft het oud systeem al eens meegemaakt – wat bijna niet kan – dan kun je daarin een verschil hebben. Dat is eigenlijk de filosofie.
Na de hervorming zullen alle IBO-cursisten een verplaatsingsvergoeding ontvangen – nu is dat slechts een derde van de cursisten. En na de hervorming zullen de kosten voor kinderopvang worden terugbetaald, wat vandaag niet het geval is. Op die manier zijn er nog een aantal aspecten die het zoeken naar werk en de stap naar werk vereenvoudigen.
Bij ongeveer 14 procent van het totaal aantal IBO-cursisten zal het positief verschil het grootst zijn. Dat zijn de langdurig werkzoekenden die opgeleid worden in een beroep in de laagste looncategorieën. In deze categorieën zien we stijgingen tot 333 euro bruto per maand. Daarbovenop komen vergoedingen zoals die voor kinderopvang en voor vervoer. De kostprijs voor de werkgever blijft, net als in het verleden, gelinkt aan het toekomstige loon. Werken met loonschalen zorgt voor meer transparantie. Zoals ik al zei, zal de werkgever het zelf kunnen inschatten.
Kort na de goedkeuring door de raad van bestuur is het directieteam van VDAB geïnformeerd over de impact van de hervorming. Via het intranet van VDAB worden alle medewerkers op de hoogte gehouden van de hervorming en de timing.
Het communicatieplan richt zich op het eigen personeel, de partners en de stakeholders Het archief met de nota’s voorgelegd aan de raad van bestuur is raadpleegbaar door elke werknemer van VDAB.
Het is altijd wat moeilijk wanneer een systeem wijzigt. Het is nog niet in werking. Dat zal misschien pas in september gebeuren. Als we nu al beginnen met alles tot in detail te informeren, kan dat het moeilijker maken in plaats van gemakkelijker. Laat VDAB de communicatie doen. Ik ga ervan uit dat alle werknemers tijdig van alles op de hoogte zullen zijn.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de verduidelijking. U weet dat wij steeds vereenvoudiging aanmoedigen. Maar als dat impact heeft op de mensen zelf, op hun vergoedingen, dan moeten we voorzichtig zijn.
U hebt als antwoord op mijn vraag inderdaad gezegd dat men er niet op achteruit zou gaan. Dat was een creatief antwoord. Want als de heer Y zich vandaag in dezelfde positie als de heer X bevindt, dan is er wel een verschil. Het hangt ervan af van welke kant je het bekijkt.
We hadden opgevangen dat er wat onzekerheid en ongerustheid was over de communicatie naar de consument. U zegt dat de zaken beschikbaar zijn via intranet. Misschien is dat niet voldoende en zijn er toch nog altijd klachten. Het is natuurlijk ook heel technisch. Een en ander is nog niet van kracht. Maar ik denk dat u daar het best toch even aan de teugels trekt en dat wat intensifieert, zodat er geen speculatie of doemdenken is. Want dat brengt meer kwaad dan goed en het laat achteraf een wrang gevoel na. We kunnen daar dus beter op anticiperen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.