Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de schorsing van de erkenning van een netwerkradio door de Raad van State
Vraag om uitleg over de schorsing van de erkenning van een netwerkradio door de Raad van State en de gevolgen daarvan voor het radiobeleid
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, op donderdag 22 februari deed de Raad van State uitspraak over de klacht van TOPradio tegen de door u toegekende zendvergunning aan de netwerkradio hit fm. De Raad van State meent dat de zendvergunning onrechtmatig zou kunnen zijn toegekend, omdat ze steunt op onjuiste feitelijke gegevens in het aanvraagdossier: “In zoverre lijkt de verwerende partij tekort te schieten aan de op haar rustende plicht om de aanvraagdossiers met de vereiste zorgvuldigheid te beoordelen en lijken het zorgvuldigheidsbeginsel en de materiële motiveringsplicht te zijn geschonden.”
Ik wil dat wat meer duiden aan de hand van het verslag van de auditeur, dat eerder bekend raakte. Over het zorgvuldigheidsbeginsel zegt de auditeur dat dat inhoudt “dat het bestuur zijn beslissing op zorgvuldige wijze moet voorbereiden. Dat impliceert dat de beslissing dient te steunen op werkelijk bestaande en concrete feiten, die met de vereiste zorgvuldigheid werden vastgesteld.” De materiële motiveringsplicht houdt in dat “iedere administratieve rechtshandeling moet steunen op motieven waarvan het feitelijk bestaan naar behoren is bewezen en die in rechte ter verantwoording van die handeling in aanmerking kunnen worden genomen. De Raad van State is enkel bevoegd om desgevraagd na te gaan of de administratieve overheid” – dat bent u dus, en de administratie – “is uitgegaan van de juiste feitelijke gegevens, of zij die correct heeft beoordeeld en of zij op grond daarvan binnen de perken van de redelijkheid tot haar besluit is kunnen komen.”
Dat zijn heel algemene principes, waarvan de Raad van State nu zegt dat die op het eerste gezicht lijken te zijn geschonden. Ze hebben dan de zendvergunning van hit fm, of tenminste uw beslissing daarover, geschorst: “De Raad van State beveelt de schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel van 15 september 2017 houdende erkenning van nv C FM als netwerkradio-omroeporganisatie voor frequentiepakket netwerkradio-omroeporganisatie 3 – Ander profiel 1.”
We waren daar toch allemaal wat door verrast, dat dat besluit tot schorsing ook zo snel is gekomen. Echt verrast over de schorsing ben ik niet. Ik heb al op 28 september 2017 in deze commissie duidelijk aangegeven dat er misschien wat zou kunnen schorten aan de ‘reality check’ van een en ander. We hebben toen zelfs eventjes gepleit voor een uitstel van verdere beslissingen. Daar bent u om andere redenen niet op ingegaan, maar we zien nu toch wel dat het niet echt de goede richting uitgaat met de beslissingen die toen zijn genomen, tenminste al over één netwerkradio.
Ik lees zonet nog op radiovisie.eu dat er ook rond de andere netwerkradio die SBS heeft binnengehaald, van alles gebeurt. Dat is nu niet het onderwerp van deze vraag, maar het is te hopen dat het daar dan allemaal wel in orde komt. Maar ook daar kun je weer vragen bij beginnen te stellen, als je dat leest.
Ik ga me nu houden aan het onderwerp van vandaag, de schorsing van hit fm. Ik heb drie vragen voor u. Welke stappen zult u zetten om uitvoering te geven aan het arrest, dat weliswaar nog geen vernietiging is, maar wel een schorsing? Welke gevolgen heeft dat?
Hoe en wanneer zou u dan opnieuw een erkenningsprocedure organiseren? Of moet dat niet?
Welke maatregelen zult u nemen om de beoordelingsprocedure te verbeteren, zodat vastgestelde onzorgvuldigheden worden vermeden? Die onzorgvuldigheden blijken immers toch uit het arrest. Men heeft blijkbaar gelogen – laat het ons maar een leugen noemen – over bepaalde contracten die er zouden zijn met Flair, en die er dan niet zouden zijn. Daar gaat het hier toch om. Hoe kan in de toekomst vermeden worden dat de administratie dergelijke onzorgvuldigheden begaat, waardoor u dan een beslissing neemt die ook onzorgvuldig zou kunnen zijn?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, na het toewijzen van een van de vier erkenningen van netwerkradio’s aan hit fm reageerde onder meer TOPradio zeer ontgoocheld. U had die beslissing genomen en ook de mensen aangeduid om de dossiers te beoordelen. Dat heeft geleid tot een aantal vragen, ook in dit parlement.
Het puntenverschil in de afweging door de ‘jury’ – laten we het zo noemen – was uitermate klein en volgens TOPradio was die afweging niet correct gebeurd. Zo zegt TOPradio dat het punten verloor omdat het bijvoorbeeld niet over mobiele studio’s beschikt, terwijl het die traditioneel extern inhuurt, en dat hit fm extra punten kreeg omdat er een samenwerking zou zijn met Flair. Dat werd toch in het dossier vermeld, terwijl die samenwerking nu veeleer wens dan waarheid blijkt. Ook het zakelijke en financiële parcours van de initiatiefnemer van hit fm werd door TOPradio op de korrel genomen. Een heel gedoe, zeg maar, dat ook hier in de commissie wat weerklank gekregen heeft.
TOPradio wendde zich uiteindelijk tot de Raad van State, en die sprak vorige week een schorsing uit. Het is nu wellicht wachten op het vernietigingsbesluit, maar intussen rijzen toch al enkele vragen, temeer omdat ook anderen die uit de boot vielen – ik denk aan Radio Maria en ClubFM – uw beslissing aanvechten.
Minister, wat zijn op korte termijn de concrete gevolgen van de schorsing op het terrein? Moet hit fm uit de ether, of mag het er niet in?
Nu de schorsing er is, lijkt het nuttig dat u zich voorbereidt op een vernietiging en dat u met uw diensten nu al zo snel mogelijk nagaat hoe we met die nieuwe situatie moeten omgaan. Er zijn blijkbaar ook schadeclaims. Hoe bent u daar nu al mee bezig met uw diensten, om daar al proactief mee aan de slag te gaan – ik kan me immers voorstellen dat die vernietiging niet morgen komt – zodat we niet nog meer tijd verliezen in dat vermaledijde radiodossier?
Leidt een vernietiging ertoe dat de toewijzing gebeurt aan de kandidaat met het tweede grootste aantal stemmen? Moet de hele procedure worden overgedaan? Ziet u andere mogelijkheden om uit die impasse te komen?
Gezien de stand van het dossier kan ik er wel begrip voor hebben dat u misschien enigszins omfloerst antwoordt op een paar van mijn vragen, maar het is toch goed dat we er hier eens over van gedachten wisselen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, bij arrest van 22 februari 2018 beveelt de Raad van State “de schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel van 15 september 2017 houdende erkenning van nv C FM als netwerkradio-omroeporganisatie voor frequentiepakket netwerkradio-omroeporganisatie 3 – Ander profiel 1”. Dat is het officiële arrest.
Krachtens artikel 17, paragraaf 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een dergelijke schorsing van de tenuitvoerlegging slechts worden bevolen op de dubbele voorwaarde dat de zaak te spoedeisend is voor een behandeling ervan in een beroep tot nietigverklaring en indien minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de nietigverklaring van de akte of het reglement prima facie kan verantwoorden.
In dit concrete geval acht de Raad van State enerzijds dat de spoedeisendheid genoegzaam is aangetoond, met name door de financiële verliezen die nv TOPradio zal lijden door niet langer op FM te kunnen uitzenden. Want, zo zegt de Raad van State: “Het is aannemelijk dat een uitspraak ten gronde in het normale procedureverloop afwachten en het daaropvolgende rechtsherstel voor haar geen onmiddellijk nut meer dreigen te hebben en dat haar activiteiten en zelfs haar voortbestaan in dat geval op een ernstige wijze in gevaar worden gebracht.”
Anderzijds concludeert de Raad van State dat de verweerder, de Vlaamse Gemeenschap, “lijkt tekort te schieten aan de op haar rustende plicht om de aanvraagdossiers met de vereiste zorgvuldigheid te beoordelen” en dat het “zorgvuldigheidsbeginsel en de materiële motiveringsplicht lijken te zijn geschonden”. De bestreden beslissing blijkt immers op bepaalde punten te steunen op onjuiste feitelijke gegevens. Men verwijst hier naar het feit dat de toegekende score aan de nv CFM mede steunt op – mevrouw Brouwers verwees er al naar – een partnerschap met een bestaand lifestylemagazine, Flair dus, dat in de erkenningsaanvraag als een verworvenheid wordt voorgesteld, maar waarvan in realiteit nog geen sprake was. Die berichten hadden ons voordien al bereikt. We hebben ze zelfs hier al in de commissie ter sprake gebracht, in het gesprek met de mensen. We hebben toen zelfs verwezen naar Flair, omdat we toen al vanuit Flair hadden gehoord dat er helemaal geen contacten waren geweest.
De conclusie van de Raad van State staat in schril contrast met eerdere garanties van minister Gatz in deze commissie dat de beoordeling van de aanvraagdossiers niet ter discussie kan staan.
Minister, welke gevolgen heeft deze beslissing van de Raad van State voor de uitvoering van het radiobeleid, met name de erkenning van de netwerkradio’s? Bent u van plan om de Raad van State te verzoeken om de procedure voort te zetten?
Ik neem aan dat er, althans tot de uitspraak ten gronde komt, geen uitzendingen zullen gebeuren op de frequenties uit frequentiepakket 3? Op welke manier zal dit door de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) worden gemonitord? Heeft de schorsing nog andere concrete implicaties op het radioterrein?
U weet dat ik reeds sinds september vragende partij ben om de manier van beoordeling van de radiodossiers te evalueren en waar nodig bij te stellen. Bent u, in het licht van dit arrest, uiteindelijk van plan om daar werk van te maken, gehoor te geven aan mijn voorstel? Zo ja, op welke manier zal deze evaluatie dan kunnen gebeuren?
Minister Gatz heeft het woord.
De heer Vandaele heeft het juist gezegd, als ervaringsdeskundige in deze commissie. Mijn antwoord zal deze keer beduidend korter zijn dan gewoonlijk, omdat we nog in een lopende juridische procedure zitten en alles wat ik zeg, bepaalde juridische gevolgen kan hebben.
Er worden veel vragen gesteld over de gevolgen van het arrest. De Raad van State is inderdaad via een arrest van 22 februari 2018 ingegaan op de vordering van nv TOPradio tot de schorsing van de erkenning van nv CFM als netwerkradio-omroeporganisatie op 15 september 2017.
Wat de uitspraak zelf betreft, is het arrest op 5 maart jongstleden ter kennis gebracht. Zoals u weet, beschikt de overheid over dertig dagen om zich te beraden over de te ondernemen stappen. Ik kan hier vandaag geen uitspraak doen over de grond van het arrest, alvorens ik weet welk standpunt we precies zullen innemen inzake de procedure die momenteel voorligt. Maar u zult natuurlijk ook wel weten dat ik daar momenteel met mijn administratie en kabinet zeer intensief mee bezig ben.
Wat zijn de gevolgen van het arrest ‘in the field’? Na de ontvangst op 6 maart 2018 van het betrokken schorsingsarrest van de Raad van State, heeft de VRM de betrokken rechtspersoon formeel gevorderd om de reeds gestarte uitzendingen te staken. De nv CFM was sinds de start van de huidige erkenningsperiode gestart met uitzendingen op een beperkt aantal frequenties. De VRM is op de hoogte van deze uitzendingen en zal op het terrein nagaan of er gevolg zal worden gegeven aan het schorsingsarrest of aan de mogelijke eigen vraag tot staking van reeds gestarte uitzendingen. Indien er door de nv CFM geen gevolg zou worden gegeven aan de uitvoering van het schorsingsarrest, kan de VRM zelf dwingende maatregelen opleggen.
Wat zijn de gevolgen voor de toekomst? Ik zal hier geen overhaaste beslissingen nemen. Het vermelde schorsingsarrest is er nu een waarin de Raad van State geoordeeld heeft dat er een element is op basis waarvan hij meent tot een schorsing te moeten overgaan.
Laat me deze zaak in perspectief plaatsen ten opzichte van de andere rechtszaken die lopende zijn of die al tot een uitspraak hebben geleid. Er werden tot op heden negentien verzoekschriften ingediend bij de Raad van State: vijf tegen de netwerkerkenningen, negen tegen de lokale erkenningen, vier tegen de beslissing om geen erkenning uit te reiken en één tegen de erkenning van BRUZZ. Het gaat om acht beroepen tot schorsing en nietigverklaring, negen beroepen tot nietigverklaring en twee vorderingen in uiterst dringende noodzakelijkheid.
Over zeven van die negentien verzoekschriften heeft de Raad van State zich uitgesproken. Het verzoekschrift van TOPradio werd aanvaard en de erkenning van CFM geschorst. Vier verzoekschriften van netwerkradio’s tot schorsing werden verworpen omdat niet voldaan werd aan de vereisten tot hoogdringendheid. En de twee vorderingen in uiterst dringende noodzakelijkheid tegen erkenningen van lokale radio’s werden eveneens verworpen. Er is dus van de zeven uitspraken, momenteel en tot op heden, één verzoekschrift waarin de Raad van State de verzoekende partij gevolgd is. In de andere zes zaken is dat bijgevolg niet het geval.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, uw antwoord is inderdaad zeer kort. En zo weten we vandaag toch nog niet wat de heel concrete gevolgen zijn, behalve dat hit fm op de frequenties die ze al in gang hadden gestoken – ik neem aan dat dat degene waren waar ze al op zaten – hun uitzendingen zullen moeten staken. Op een bepaald moment is het hier ook al gezegd: het is te hopen dat het niet te stil wordt in het radiolandschap. Deze valt nu weg. Voor de mensen is het natuurlijk belangrijk dat er een goed, divers radioaanbod is. Ik hoop, eerlijk gezegd, dat we vrij snel bepaalde conclusies van u en uw administratie mogen verwachten. Ik neem aan dat u het allemaal nog grondig moet bekijken. Maar wij hopen toch dat er vrij snel bepaalde beslissingen kunnen volgen. We hebben ook geen idee wanneer de Raad van State verder zou gaan oordelen over een vernietiging. Maar ik vind dat de beschuldigingen die nu geuit zijn, toch al vrij zwaar wegen.
Maar goed, ze moeten hun uitzendingen staken, maar daar is de luisteraar natuurlijk niet mee gebaat. Dat is één radiozender minder in de ether. Laten we hopen dat er dan snel een oplossing kan komen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, voor één keer neem ik inderdaad genoegen met uw summier antwoord. Zoals mevrouw Brouwers het al formuleerde, hopen we allemaal dat we dit – nogmaals – vermaledijde radiodossier snel achter ons kunnen laten. En we kijken daarvoor natuurlijk in uw richting.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Er werden negentien verzoekschriften ingediend. De Raad van State is op één ervan ingegaan. Begrijp ik dan goed of verkeerd dat die vier verzoekschriften die werden verworpen wegens hoogdringendheid nog verder behandeld blijven worden? (Instemming van minister Sven Gatz)
Maar het duidelijke arrest toont toch aan dat de manier waarop de beoordelaars zijn te werk gegaan, namelijk zich louter baseren op wat er op papier stond , zonder realitycheck, de foute manier was? Ik hoop dat dat in de toekomst geen verdere implicaties zal geven voor de andere plannen en erkenningen die zijn gebeurd. Want anders zal het, zoals mevrouw Brouwers het zo mooi zegt, wel heel stil zijn.
Ik hoor dat SBS nu ook wil starten met NRJ Vlaanderen. We zullen zien wat dat zal geven.
Maar minister, u hebt niet geantwoord op mijn derde vraag. U weet dat ik vragende partij ben om de manier van beoordelen grondig te evalueren en desnoods ook decretaal anders te laten gebeuren. Ik had daar toch nog graag een antwoord op gekregen.
Ik wil daar graag zelf nog een paar elementen aan toevoegen. Ik hoop dat de Raad van State snel zijn eindbeslissing neemt en dat die, in functie van een goed radiolandschap, nog niet nog eens zes of acht maanden achterblijft. Maar ze zijn natuurlijk autonoom om dat te doen op de wijze waarop en wanneer ze dat willen. Ik hoop dat er dan een goede beslissing komt over hoe het verder moet.
Eerlijk gezegd vind ik wel, minister, dat liegen in een dossier onaanvaardbaar is. Ik heb geen uitgesproken voorkeur voor deze of gene, maar we moeten zeker voor de lange termijn een oplossing vinden om in een erkenningsronde dit soort problemen te vermijden. Hoe je het dan organiseert, is nog een andere kwestie, maar ik denk dat de term ‘reality check’ inderdaad de kern van het probleem is. In de cultuursector zijn er in het verleden al veel organisaties afgestraft met negatieve adviezen omdat ze in hun dossiers aan namedropping deden met namen van kunstenaars of partners waarmee nooit harde afspraken werden gemaakt. Je verkoopt geen gebakken lucht om een erkenning te krijgen.
Ik heb een bijkomende vraag, waarop u allicht niet meteen zult kunnen antwoorden. Er is merkwaardig genoeg ook een klacht geweest bij de VRM van de secretaris-generaal van het departement tegen TOPradio. Hij deed dat op basis van haatdragende boodschappen tijdens een uitzending op TOPradio, waar ik overigens niet geheel toevallig ook zelf in fungeerde – tot daar aan toe. De VRM heeft die klacht verworpen. Heeft dat geen juridische consequenties voor de behandeling van nieuwe erkenningsaanvragen? Dat vraag ik me hardop af als het over die betrokken spelers gaat. Ik neem aan dat u daar vandaag niet wilt of kunt op antwoorden, maar ik zou toch niet graag hebben dat dergelijke zaken het dossier bezwaren. Ik hoop dat ik daarover toch een vraag mag stellen? Kan een administratie dit initiatief op eigen houtje nemen? Heeft die administratie dat gedaan? Bent u daar al dan niet bij betrokken?
Minister Gatz heeft het woord.
Het enige wat het grote aantal verzoekschriften tot schorsing of nietigverklaring inhouden, is dat velen ontevreden zijn omdat er, zoals u weet, niet genoeg frequenties zijn om iedereen genoegdoening te geven. De interpretatie over het causale verband met ontevredenheid over de gevolgde procedure laat ik voor uw rekening.
We gaan nu alle energie inzetten op het geschikte juridische en beleidsmatige antwoord op het gevolg van het arrest van de Raad van State. Dat is niet zo eenvoudig als u wel zou denken. Dat heeft nu absolute voorrang. De evaluatie waarnaar gevraagd is met betrekking tot de procedures, kunnen we zeker doen. Dat gebeurt altijd na een bepaalde ronde, maar dit is nu niet acuut. ‘First things first.’
Mijnheer Caron, de klacht van de secretaris-generaal staat absoluut totaal los van welke beoordeling ook van dossiers van in dit geval netwerkradio’s. Er is geen enkel verband, dat wil ik toch duidelijk vermelden. Ik denk wel dat ik de klacht die op dat ogenblik werd ingediend, zelf wel kan steunen omdat ik niet vind dat ambtenaren – daar ging het over – publiekelijk aan de schandpaal moeten worden genageld voor beoordelingen van dossiers. Men mag mij zoveel aan de schandpaal nagelen als men wil, dat hoort bij de functie, daar heb ik geen enkel probleem mee. Maar ik vind niet dat dit bij ambtenaren moet gebeuren die hun werk doen op basis van de regels die de politiek hun oplegt. In die zin heeft de secretaris-generaal volgens mij correct gehandeld. Maar oké, die klacht is afgewezen en daar moeten we dan voor de rest mee kunnen leven. Dat is het punt niet. Dat is het enige wat ik wou zeggen. Het is belangrijk dat de hoogste ambtenaar zijn team door dik en dun steunt. Dat signaal heeft hij hier willen geven. De beoordelende instantie is hem en ons daarin niet gevolgd. Dat is ook niet erg. Er is geen enkel verband tussen deze uitspraak en de intrinsieke waarde van de dossiers die er waren en zijn voor de erkenningen van de netwerkradio’s.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, we volgen het verder op. Ik vrees dat het vermaledijde radiodossier nog altijd verder smeult gezien de nog lopende dossiers en wat we vandaag weer eens te lezen krijgen. We volgen het verder op. Het zal hier zeker nog opnieuw aan bod komen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, u hebt nog altijd niet geantwoord op mijn vraag.
Toch wel, ik heb gezegd dat dit niet acuut is. Ik heb nu andere dingen aan mijn hoofd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.