Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister president, met deze vraag reageer ik op de toch verontrustende berichten in de media, die worden gedeeld door tal van institutionele actoren.
Een paar dagen geleden werd in een aantal media gemeld dat China een sterke invloed heeft op het Belgische telecomnetwerk. Dat stond in De Standaard van 26 februari. Zo draaien alle Belgische telecomnetwerken, Orange, Proximus en Base, op Chinese hardware. Volgens kenners zijn wij het enige land in West-Europa waar dat het geval is.
Volgens de experten zou China via deze weg toegang willen krijgen tot zoveel mogelijk data. Want data zullen vandaag, maar ook in de toekomst, een van de meest gewilde handelswaren zijn. Zo waarschuwden de FBI en de CIA deze maand al voor het gevaar van het gebruik van Chinese smartphones.
Om dit mogelijk te maken, zet het land sterk in op het verwerven van een machtspositie in de telecomsector via Chinese bedrijven, zoals Huawei, die volop bezig zijn met de ontwikkeling van het 5G-netwerk waar in de toekomst bedrijven hun producten met het internet mee zullen laten verbinden. Op deze wijze zullen deze Chinese bedrijven ook toegang krijgen tot de data van bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s of onderdelen van nutsvoorzieningen.
Door deze dreiging is men in de VS en de ons omringende landen bezig te onderzoeken hoe de buitenlandse toegang tot essentiële infrastructuur kan worden tegenhouden. In de Verenigde Staten is het na alarmerende rapporten van de Amerikaanse veiligheidsdiensten al sinds 2012 de facto verboden om samen te werken met Huawei en ZTE. In Frankrijk is de wet die de operatoren van vitaal belang onder streng toezicht van het leger plaatst, verstrengd. Ook in Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland zoekt men naar middelen om eigen data beter te beschermen.
Minister-president, wat is uw reactie op deze verontrustende berichtgeving? Het is een materie die zowel aan de federale als de regionale bevoegdheden raakt.
Welke maatregelen werden tot op heden genomen in de bescherming van data van de Vlaamse overheidsdepartementen?
In welke mate is er enig overleg met de federale minister van Telecom en Digitale Agenda en met de bevoegde ministers van de andere deelstaten?
In welke mate neemt de EU maatregelen om haar lidstaten te beschermen tegenover de zogenaamde digitale machtsgreep van China?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de Bethune, onlangs kwam in het nieuws wat mij en een aantal mensen al langer bekend was, namelijk dat er in België heel wat mobielenetwerkapparatuur is met een Chinees monopolie. Er zijn wereldwijd maar vijf spelers bij wie er twee grote Chinese spelers zijn, Huawei en ZTE. Daarnaast zijn er Ericsson, Samsung en het Finse Nokia. Zowel bij Telenet, Proximus als bij Orange is heel die mobielenetwerkapparatuur van Chinese makelij. Dat is niet nieuw voor mij, maar het kwam recent wel in het nieuws.
We moeten inderdaad waakzaam zijn voor buitenlandse investeringen in gevoelige sectoren, waar telecom toe behoort. Ik ben hier niet voor bevoegd, maar als ik de pers zie, dan zeg ik dat onze telecomspelers daar in de media op antwoorden dat zij ervoor zorgen dat er voldoende garanties zijn. Zij werken met parameters in hun aanbestedingen, veiligheid is daar een belangrijk aspect van. Beveiligingsaspecten kunnen ook worden afgedwongen. Zij beperken verder het risico door hardware en software door andere leveranciers te laten leveren. Dat is wat zij daarop antwoorden.
Ik kan dat niet controleren, ik heb daartoe noch de middelen, noch de bevoegdheid. Dit is een federale bevoegdheid, waar de federale overheid op aangesproken kan worden. Ik laat in het midden of er al dan niet voldoende beveiliging is, maar het is duidelijk dat die mobiele netwerken, masten en apparatuur in Chinese handen zijn. Onze drie grote operatoren werken daar ook mee. Andere landen waaronder de VS schermen hun markt af voor de Chinezen. Die worden daar niet toegelaten om die mobiele netwerken uit te bouwen.
Deze zaak moet op federaal niveau worden onderzocht. Het lijkt me ook de moeite om dat te doen. Wanneer het ergens gaat over kritieke, gevoelige sectoren, dan denk ik dat dit er wel een is.
Het netwerk van de Vlaamse overheid is beveiligd en geëncrypteerd en kan hierdoor aanvallen van individuele of beperkte groepen van hackers weerstaan. Ik heb daar ooit cijfers over gezien toen ik die bevoegdheid had en het is hallucinant hoeveel aanvallen moeten worden afgeslagen. Dat kost ook ontzettend veel.
Ik verwijs naar minister Homans, bevoegd voor de bestuurszaken, voor uw tweede en derde vraag. Zij kan u de cijfers daarover bezorgen.
Wat de cyberbeveiliging van EU-netwerken en -informatie betreft, werkt de EU aan een eigen certificatie van beveiligingsproducten.
Er is ook de bescherming van gegevens van Europese burgers via de General Data Protection Regulation (GDPR), de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Het gaat dan over de bescherming van persoonlijke data, maatregelen tegen hackers en datalekken. Die verordening is in werking getreden op 25 mei 2018. Het is een procedure voor dataverzameling en -opslag van persoonlijke gegevens. Er moet toestemming worden gevraagd om gegevens te verzamelen en gebruiken. U kent die problemen, ze zijn ook aan bod gekomen op federaal vlak en minister De Croo heeft daar regelmatig tekst bij uitleg bij gegeven.
Uiteraard is het ook zo dat dergelijke zaken ook in de handels- en investeringsakkoorden aan bod komen. Ik moet daar nu niet verder op ingaan. Dat is vooral gericht op databescherming, privacybescherming enzovoort. Welke meldingen moeten gebeuren door de grote spelers enzovoort?
Ik heb dit hier al uitvoerig behandeld in antwoord op vorige vragen, onder meer van de heren Van Rompuy en Diependaele, twee weken geleden. Ik heb de heer Diependaele toen een zeer omstandig antwoord gegeven waarbij ik ben ingegaan op de verordening die de EU klaar heeft maar die zich nog niet in de definitieve fase bevindt. Die verordening laat toe dat voor buitenlandse investeringen een screening zou gebeuren op twee gronden, namelijk openbare orde en veiligheid. Dat is momenteel voorwerp van discussie. Een aantal factoren spelen een rol. Ik denk dan aan de impact op kritische technologie, zoals artificiële intelligentie, robotica, semiconductoren, technologie met potentiële dual use-toepassingen, cybersecurity, ruimtevaart- en nucleaire technologie. Verder denk ik ook aan de mate van controle op buitenlandse investeerders.
Dit is een voorstel van verordening dat we nauwgezet mee opvolgen. Op Vlaams niveau heb ik een initiatief genomen met het decreet Bestuursrecht dat aan dit parlement zal worden voorgelegd. Ik heb daar ook al vragen over gekregen. Dat gaat puur over lokale overheden, niet over het economische leven in Vlaanderen waar wij ook geen bevoegdheid voor hebben. Het is de federale overheid dit op dat vlak bevoegd is, net zoals ook cybersecurity een federale bevoegdheid is. Als er Europese maatregelen komen, ligt het initiatief inderdaad bij de Europese Commissie.
Eigenlijk horen die vragen – ik weet niet of zij ook zijn gesteld in de Kamer – te worden gesteld op federaal vlak. Ik zie dat ook universiteitsprofessoren zeggen dat dit een situatie is die zeer gevoelig is en waartegen moet worden opgetreden. Ik ben absoluut niet goed geplaatst om te weten of dat momenteel effectief een bedreiging is. Ik ben het wel eens met diegenen die zeggen dat dit zeer gevoelige materie is. Wij zijn niet diegenen die dat kunnen controleren of daarvoor bevoegd zijn, dat moet dan ook op de bevoegde niveaus worden aangekaart. Ik stel vast dat die drie operatoren, Belgacom, Telenet en Orange zeggen dat er geen probleem is en dat zij zorgen voor afdoende bescherming en veiligheid, maar ik kan dat natuurlijk niet beoordelen.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, u onderstreept terecht het belang van deze problematiek. U verwijst naar Europese wetgeving in wording. U wijst mij erop dat het grotendeels over een federale bevoegdheid gaat. Ik zal dit afspreken en checken met de federale collega’s uit mijn fractie.
Ik zal de tweede en derde vraag voorleggen aan minister Homans, want ik denk dat de Vlaamse overheid toch wel verantwoordelijkheid draagt wanneer het gaat over haar eigen databestanden, zelfs wanneer dit aansluit bij een ruimer beleid.
Heel de verankeringspolitiek of het debat rond gevoelige sectoren is toch wel van het grootste belang. De Europese wetgeving is echt wel dringend. We hebben de discussie gehad rond het energietransport een jaar geleden, rond de investeringen …
Als ik even mag, we hebben dat ontwerp van decreet klaar. Daar is een veiligheidsaspect mee gemoeid. We moeten weten van – in dit geval de federale – veiligheidsinstanties of er al dan niet problemen zijn.
Absoluut, dat is zeer pertinent.
Dat is eigenlijk een wake-upcall geweest in Vlaanderen. We hebben duidelijk beseft dat er een risico aan verbonden was, dat er een probleem was.
Het is belangrijk dat de Vlaamse overheid de eigen bevoegdheden goed in het oog houdt. Ik vernam bijvoorbeeld dat de Franse regering een wet wil maken om de investeringen van internationale groepen in de aankoop van landbouwgronden te toetsen en eventueel af te blokken. Vandaag zou 10 à 15 procent van het landbouwareaal in Frankrijk in handen zijn van internationale groepen, voor een groot deel Chinese. De Franse wetgever zou nu maatregelen nemen om deze evolutie tegen te gaan. Ik heb geen enkele informatie dat dit bij ons het geval zou zijn. We beschikken ook niet over zo'n uitgebreid landbouwareaal als Frankrijk.
Ik vind het niet evident om in dergelijke dossiers af te lijnen waar de federale bevoegdheden zitten en waar de regionale. De materies leunen heel dicht bij elkaar aan.
Mijn fractie zal dit thema ook federaal aankaarten. Ik zal niet nalaten minister Homans daarover te ondervragen. Ik zal de vraag van de collega's over het Vlaamse decreet ter zake natrekken en dan eventueel bij u terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.