Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de recente stakingen van de vakbonden en de gegarandeerde dienstverlening bij De Lijn
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, in de transitiebeheersovereenkomst 2017-2020 van De Lijn is de volgende passage opgenomen: “In geval van overmacht, door staking of andere oorzaken, organiseert De Lijn zich zo dat, via de gerichte inzet van beschikbaar personeel, prioritaire lijnen maximaal kunnen bediend blijven.” Dat staat in de Operationele Doelstelling 9, onder de rubriek stiptheid en betrouwbaarheid van de dienstverlening.
Tijdens de gedachtewisseling over de toekomst van De Lijn op 22 juni 2017 in deze commissie stelde de heer Kesteloot dat de prioritaire lijnen per entiteit vastgelegd werden. In Oost-Vlaanderen had men deze oefening reeds afgerond.
Ondertussen zijn we meer dan een half jaar verder en heeft De Lijn enkele stakingsdagen gekend, onder meer op 10 oktober 2017 en op 16 februari 2018. Van enige uitgewerkte vorm van een gegarandeerde dienstverlening, conform de transitiebeheersovereenkomst, valt op dergelijke momenten echter weinig te merken.
Minister, op 19 oktober 2017 stelde mevrouw De Ridder u hierover nog een vraag en u antwoordde: “Op basis van de lopende evaluatie heeft De Lijn nu aangegeven verder met de vakbonden aan tafel te willen zitten om het systeem van de gegarandeerde dienstverlening ten volle ingeburgerd te krijgen. Ik heb gezegd dat het oké is, maar dan wel op voorwaarde dat de vooropgestelde timing, namelijk volledige implementatie in het voorjaar van 2018, daarmee niet in het gedrang komt. Aldus geschiede hopelijk.”
Het voorjaar van 2018 lonkt, en bijgevolg ben ik dan ook razend benieuwd of een implementatie van een systeem van gegarandeerde dienstverlening realiteit zal worden.
Minister, gelet op de afronding van de bepaling van de prioritaire lijnen en het continu overleg met de vakbonden, zal De Lijn de vooropgestelde timing behalen en zal de reiziger bij een volgende staking kunnen genieten van een gegarandeerde dienstverlening die op punt staat?
Zijn er bepaalde wetgevende initiatieven nodig om de gegarandeerde dienstverlening in de praktijk te brengen? Zo ja, wanneer zal hieromtrent actie ondernomen worden?
Hoe verliep tijdens de staking van 16 februari 2018 de concentratie van werkwillig personeel om de prioritaire lijnen te laten rijden? Gaat u hier nog initiatieven rond nemen om personeel te sensibiliseren om in momenten van staking een andere dienst te rijden op een prioritaire lijn?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik heb een gelijkaardige vraag ingediend na de verschillende golven van stakingen die we zagen bij de Lijn. Op vrijdag 16 februari legden de vakbonden het werk neer bij De Lijn uit protest tegen de geplande reorganisatie. Op dinsdag 27 februari was het vooral de overheidsvakbond ACOD die opriep tot een algemene staking.
Voor ons is staking op zich geen fetisj, of iets waar we ons aan storen. Niet het stakingsrecht moet afgeschaft worden, maar wat ons vooral stoort zijn de gevolgen voor de reizigers. Als we willen komen tot een beter en kwalitatief hoogstaand openbaar vervoer, betekent dat ook een betrouwbaar openbaar vervoer dat niet te pas en te onpas wordt platgelegd, met alle mogelijke hinder tot gevolg voor de reizigers.
Minister, we waren tevreden dat u in het transitiebeheersovereenkomst duidelijk in de doelstelling van De Lijn hebt laten opnemen dat ze zich zo moet organiseren dat de prioritaire lijnen maximaal bediend kunnen blijven, zoals de heer Keulen al aangaf. Ik ga dat niet herhalen. In het najaar legde u de bal terug in het kamp van De Lijn en het sociaal overleg met de vraag dat ze er onderling zouden uit geraken over wat de prioritaire lijnen zijn die we moeten kunnen vrijwaren. Daarbij is ook vermeld dat de verantwoordelijkheid van de vakbonden in deze groot is en dat als ze niet tot een akkoord zouden komen, u verder zou ingrijpen.
Minister, hoe werden de stakingen opgevolgd respectievelijk bij De Lijn en bij de pachters?
Op welke manier werd er invulling gegeven aan het principe van de gegarandeerde dienstverlening? Heeft het overleg tussen de sociale partners al enig resultaat opgeleverd?
Minister Weyts heeft het woord.
U weet dat ik bij het afsluiten van de huidige beheersovereenkomst met De Lijn een absoluut aandachtspunt heb gemaakt van die gegarandeerde dienstverlening. Het is immers cruciaal dat aan de reizigers een betrouwbaar openbaar vervoer wordt aangeboden. Het afgelopen jaar waren bijna zeven op de tien niet-gereden ritten te wijten aan stakingen. Het zijn die niet-gereden ritten, maar evenzeer de soms moeizame communicatie errond, die een impact hebben op de tevredenheid en de perceptie bij de gebruikers van het openbaar vervoer ten aanzien van De Lijn en het openbaar vervoer in globo.
Ik zal niet citeren wat daarover letterlijk in de huidige beheersovereenkomst staat. Mijn uitgangspunt is duidelijk dat we er heel bewust voor geopteerd hebben om de term ‘minimale dienstverlening’ niet te gebruiken, omdat ik weet dat dit voor sommige vakbonden als een rode lap op een stier werkt. We willen een zo zacht mogelijke weg bewandelen, in functie van het behalen van de uiteindelijke doelstelling. Mijn bekommernis blijft voornamelijk om de werkwilligen op dagen van bijvoorbeeld een staking gerichter en meer georganiseerd in te zetten. Dit moet het niet alleen mogelijk maken om alsnog een maximaal aantal ritten uit te voeren, maar ook vooral om de reiziger te informeren, waar er niet en waar er wel gereden wordt.
Ik geef hiertoe ook alle kansen aan het sociaal overleg, daar ik uiteraard inzie dat een goed sociaal overlegd model de grootste garantie aan de reiziger op het terrein biedt. Je moet niet alleen op papier een goed plan hebben uitgewerkt, het moet die bewuste dagen zelf ook echt werken. Het is daarom ook dat ik nog niet in detail wil communiceren over de concrete werkwijze, net om escalerende reacties te vermijden. Natuurlijk, en dat wil ik wel beklemtonen, betekent mijn aanpak en het vertrouwen in het sociaal overleg en de medewerking van de vakbonden niet dat de betreffende passage uit de beheersovereenkomst zomaar vrijblijvend is, integendeel. Ik heb het daarnet gehad over de perceptie bij de gebruikers van het openbaar vervoer ten aanzien van De Lijn.
U moet zich er ook rekenschap van geven dat dit belangrijk is in functie van 2020, wanneer de door Europa verplichte benchmark moet worden gehaald, en de betrouwbaarheid van de dienstverlening bij eventuele stakingen kan ook een niet onbelangrijk element zijn om De Lijn wel of niet als interne operator te blijven aanduiden. Om maar te zeggen dat het belang hiervan veel ruimer gaat dan enkel de gebruikers van het openbaar vervoer. Het gaat ook over De Lijn zelf en al diegenen die het goed voorhebben met De Lijn. Ik denk dat De Lijn als organisatie dat echt goed beseft, dat men daar ook al sinds de start van de nieuwe beheersovereenkomst heel wat voorbereidend werk heeft gedaan, zodat we kunnen overgaan tot een dergelijke garantie op prioritaire lijnen. Via de jaarlijkse ondernemingsplannen hebben we een concreet plan van aanpak opgesteld met uitdrukkelijke deadlines om tegemoet te komen aan de doelstellingen uit de beheersovereenkomst. Ik heb ook in het ondernemingsplan van 2017 een passage opgenomen met betrekking tot die invoering. Op mijn vraag hebben we ook die timing in het ondernemingsplan van 2018 nog geconcretiseerd. We hebben dat dus echt wel fasegewijs uitgewerkt.
De technische voorbereidingen in functie van een optimale dienstverlening bij staking zijn dan ook afgerond. Ik geef alle kansen aan het sociaal overleg. Ook gelet op het voornoemde weet ik dat wetgevende initiatieven niet nodig zijn om het systeem zoals dat momenteel is voorbereid, in gebruik te kunnen nemen. Dat zal niet nodig zijn als we kunnen landen op het niveau van het sociaal overleg. Kunnen we niet landen, wat niet mijn voorkeur wegdraagt, dan wil ik ook wel dat De Lijn er dan zelf voor zorgt dat er een uitrol wordt gerealiseerd, in het belang van het bedrijf en van zijn werknemers. Indien vervolgens dat uitgewerkt operationeel systeem de betrouwbaarheid van de dienstverlening alsnog niet zou garanderen, pas dan moeten we in laatste instantie kijken naar wetgevende initiatieven. Maar opnieuw: in alle openheid en duidelijkheid en in het belang van alle betrokken partijen denk ik dat dat landen op het niveau van het sociaal overleg het meest wenselijke is.
Wat het onderscheid tussen de niet-gereden ritten bij de lijnen in eigen regie van De Lijn en die van exploitanten betreft, zien we dat bij de exploitanten de impact van de staking zeer beperkt was. Uiteindelijk werden zowel tijdens de stakingsdag van 16 februari als tijdens die van 27 februari maar een 25-tal diensten niet gereden door de private exploitanten. Binnen de diensten van De Lijn zelf is op 16 februari ongeveer 15 procent van de voorziene diensten uitgevoerd en op 27 februari gemiddeld 70 procent.
Ik heb ook nog het overzicht per provincie, maar die tabel kan ik als bijlage laten toevoegen aan het verslag.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik stel die vraag na elke staking – dat weet u – over wat het verschil is qua staken tussen chauffeurs die rijden bij de pachters en bij de exploitanten en chauffeurs die rijden bij De Lijn. Dat zijn inderdaad mensen die hetzelfde werk doen. Het is te zeggen, die van De Lijn zitten meer in stedelijke omgevingen, ietsje beter, denk ik, dan die bij de pachters, die meer in landelijk Vlaanderen zitten, langs meanderende landelijke wegen.
Dat is inderdaad het verschil: er is 98 of 99 procent werkwilligheid bij de pachters en bij De Lijn is dat eigenlijk net het omgekeerde. Dat is eigenlijk toch ook een beetje de draak van een sociaal model. Mensen worden gelijk betaald voor hetzelfde werk en dezelfde omkadering is daar aanwezig. Alleen zijn de mensen die voor De Lijn zelf werken, nog iets zekerder van hun job dan diegenen die werken bij de pachters, denk ik, waar, laten we maar zeggen, het statuut geldt van de private markt, niet van de overheid.
Dergelijke cijfers zijn schrijnend. Nu zijn we in Vlaanderen ook zoveel gewoon dat daar ook verder niet heel veel bij wordt stilgestaan, maar eigenlijk is dat schrijnend. In kaders waarin mensen het absoluut nodig vinden om te staken, gaan diegenen die vaak in een iets minder beschermde omgeving hetzelfde werk doen, niet staken, terwijl diegenen die heel goed beschermd zijn of bijna absoluut beschermd zijn, wel massaal staken. Als we gewoon zeggen dat dat dan maar zo is, dan denk ik dat we eigenlijk eerlijk gezegd ook tekortschieten als vertegenwoordigers van die ‘société civile’.
Minister, wat het verhaal van de gewaarborgde dienstverlening betreft, of hoe u dat verder ook wilt omschrijven, het ervoor zorgen dat er ook tijdens stakingen verbindingen zijn, de sleutelopdracht van De Lijn is dienstverlener zijn, de reiziger centraal stellen. Dat u daar het sociaal overleg de ruimte voor wilt geven, vind ik begrijpelijk, mocht ik op uw stoel zitten. Ik denk dat men ter zake ook voor een stuk de traditie moet respecteren, maar ik denk ook wel dat men op een zeker ogenblik ook moet durven een timing te hanteren. Dat moet inderdaad niet een kwestie zijn van een dag of een week, maar het mag ook geen verhaal worden van de Griekse kalenden, want dan zijn we elkaar natuurlijk ook weer iets aan het wijsmaken. De Vlaamse samenleving, die de belastingen betaalt waarmee De Lijn wordt gefinancierd, heeft daar ook steeds minder begrip voor.
Inzake de timing zou ik dus toch willen aandringen om dat toch ook niet te vrijblijvend op te vatten. Dat is uiteraard een zaak van De Lijn, van de directie van De Lijn, met de werknemers van De Lijn. We moeten hier toch nog in deze legislatuur tot oplossingen kunnen komen inzake die gegarandeerde dienstverlening. Met alle respect, anders denk ik – het is anno 2018 – dat de rest van de samenleving dit ook niet meer begrijpt. Ik heb net al het verschil in werkwilligheid en stakingsbereidheid aangegeven tussen aan de ene kant de werknemers van de overheidsdienst De Lijn en omgekeerd degenen die datzelfde werk, identiek hetzelfde werk doen bij een private pachter. Als men dan ook nog die gegarandeerde dienstverlening inderdaad een beetje loslaat wat de timing betreft, dan komt daar dus niks van. Minister, ik denk dat dat uw en onze geloofwaardigheid – want we zitten dan in hetzelfde schuitje – niet ten goede komt.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We hebben zonet een aantal zeer interessante cijfers gekregen. Er is ten eerste het verhaal van het betrouwbaarheid, met het feit dat zeven op tien van de niet-gereden ritten te maken heeft met de staking. Dat is zeer veel. Dat wijst er ook op dat dat echt wel een issue is in het verhaal van de dienstverlening en de stiptheid voor de reizigers, en dat is een jammere zaak. Ik onthoud vooral dat er heel wat voorbereidend werk is gebeurd, dat nu is afgerond en dat de komende maanden normaal gezien zal worden uitgerold, wat een goede zaak is. Landen binnen het sociaal overleg geniet uiteraard de voorkeur. Ik noteer dat er dan geen wetgevend werk nodig is, wat een goede zaak is.
Daarnaast heb ik ook onthouden dat u zegt dat De Lijn dat maar zelf moet doen als het niet lukt, los van het sociaal overleg. Collega Keulen, dat wijst erop dat de minister er echt ook wel van uitgaat dat er wordt geland en dat dat in 2018 kan zijn. Als De Lijn dat echter niet zelf doet, dan zullen we in laatste instantie zelf ingrijpen, maar dat zal wel via wetgevend werk moeten zijn, wat dan de boel weer dreigt te vertragen. Laten we dus met zijn allen hopen op een snelle doorbraak.
De cijfers zijn hallucinant. Dat is een enorm verschil. Ik hoor dat er bij De Lijn 15 procent werd uitgevoerd. Wat de pachters betreft, heb ik nu niet de exacte percentages, maar dat is toch in de 90 procent. (Opmerkingen van Marino Keulen)
Ik kom dan tot de conclusie dat er een enorme verantwoordelijkheid lijkt te liggen bij de vakbonden, niet enkel in dit dossier, maar ook in andere dossiers, als we kijken naar 2020. Het is niet deze Vlaamse Regering, het zijn de Europese instanties die hebben beslist dat De Lijn als overheidsbedrijf die toets met de privésector zal moeten doorstaan. Wij doen er alles aan om De Lijn klaar te maken richting 2020. We zien dat daar ook bij de directie van De Lijn enorm op wordt ingezet, maar als ik dan hoor dat er zulke gigantische verschillen zijn tijdens stakingen, die dan ook vaak nog niet eens worden aangekondigd, en dat men dan wel verwacht in 2020 de toets te doorstaan... Beste collega’s, dit zijn wel dingen die zullen meetellen in die evaluatie.
Er is nog een ander dossier, het dossier van het boetesysteem, van de boetes van chauffeurs. Op dezelfde manier zegt de regering of de minister duidelijk dat het tijd is dat er een eenvormig systeem wordt opgesteld inzake welke boetes worden terugbetaald en welke niet, en dat men komaf maakt met die dubbele terugbetaling door vakbonden. De regering is heel duidelijk daarover. De minister is heel duidelijk. Het parlement is heel duidelijk, neemt dat ook op in de beheersovereenkomst. De directie van De Lijn is heel duidelijk, maar de sociale partners, in dezen dan de vakbonden, blokkeren gewoon.
Dus ik hoop dat dit dossier niet dezelfde weg opgaat. Ik hoop dat we bij de vakbonden een soort van voortschrijdende verantwoordelijkheidszin kunnen ontwaren, waardoor zij wel hun verantwoordelijkheid zullen opnemen en ervoor zorgen dat zulke dossiers tot een doorbraak kunnen komen. We doen dat uiteraard om de betrouwbaarheid van de dienstverlening te garanderen en te verbeteren. Het zijn de reizigers die door de stakingen worden gegijzeld.
Bij de pachters zijn er wel veel chauffeurs werkwillig. Zij zien wel in dat het belangrijk is om de dienstverlening te blijven garanderen. Mijn dank nogmaals aan de chauffeurs die wel uitrijden en voor hun firma op de baan komen om de reizigers te kunnen bedienen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik heb niet echt nog een vraag. Ik wil u ondersteunen, minister, omdat u op het sociaal overleg heel duidelijk hebt gezegd… U wilt de minimale dienstverlening niet meer zo noemen, u wilt garantie bieden op de prioritaire lijnen. U wilt daartoe het sociaal overleg alle kansen geven. Dat vond ik een mooie boodschap.
Ik vind het eerlijk gezegd wat spijtig dat er toch meteen dreigementen aangekoppeld worden. U hebt gezegd dat betrouwbaarheid van de dienstverlening een element is tegen 2020, naast veel andere elementen, waarop wellicht zeer goed zal worden gescoord. Nu wordt met de bazooka gedreigd, en we vernemen uitspraken van ‘let maar op, want als jullie dit niet steunen of als jullie nog veel gaan staken, dan zal De Lijn niet meer bestaan binnen zoveel jaar’. Dat is wat hier onderhuids wordt gezegd, daar gaan wij niet in mee. Ik denk niet dat we met dreigementen dit probleem dat voor de reiziger zeer ambetant is, want wie heeft er last van stakingen, de reiziger natuurlijk, zo gaan oplossen.
Minister, ik denk dat u het goed verwoord hebt en wij steunen u in uw visie op het sociaal overleg.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb daar weinig aan toe te voegen. Wat de timing betreft, ga ik ervan uit dat we met het sociaal overleg in het voorjaar kunnen landen. Pakweg eind april moet dat lukken.
De heer Keulen heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, ik denk dat wij een heel nuchtere opstelling hebben. Geef inderdaad het sociaal overleg alle kansen, laat dat niet doodbloeden. Wat de cijfers betreft, is de stakingsbereidheid tussen de werknemers van De Lijn en die bij de pachters zeer verschillend. Dat is schrijnend, hemeltergend. U noemt het een oorlogsverklaring, maar de mensen pikken het niet als we dit blijven onder de mat vegen en afdoen als ‘je weet hoe ze zijn; bij de overheid moet nu eenmaal worden gestaakt want daar bestaat de vakbond, die bestaat minder bij kmo's’.
Wij zijn geen vakbond, het is goed dat ze bestaan. Maar ik denk dat ze voor hun eigen representativiteit de maatschappelijke context niet aan zich moeten laten voorbijgaan.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, het gaat niet om een dreiging. Dat is gewoon de realiteit.
Ik heb het daarnet gezegd: het is niet de Vlaamse Regering die de toets met de privésector in 2020 heeft vooropgesteld, het is Europa dat dat vraagt. Dit mag men gerust opvatten als een bekommernis om De Lijn en het openbaar vervoer die ik heb.
Ook de vakbonden, hoop ik, delen die bekommernis. Als zij op een dergelijke manier dossiers blokkeren, gaat dat niet in de goede richting. Dus ik hoop op hun verantwoordelijkheidszin. De minister rekent terecht op het sociaal overleg, maar op een bepaald moment houdt het op en dan zal er moeten worden getrancheerd. Als dat niet gebeurt, zal dat in het nadeel zijn van de toets die De Lijn in 2020 zal moeten doorstaan met de privésector. Dat is de realiteit. Dat is wat Europa ons oplegt.
Laat ons hopen dat De Lijn met opgeheven hoofd richting 2020 kan gaan. Dat zal onder meer zijn door ook mee te stappen in het verhaal van gegarandeerde lijnen in het belang van de reiziger die men veilig stelt, ook wanneer men het werk neerlegt. Dat het kan, bewijzen dag in dag uit de pachters, nu nog De Lijn zelf, zou ik durven zeggen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.