Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Recent hield het Forum voor Amateurkunsten onder de titel ‘Kunst Buiten’ enkele inspiratienamiddagen voor lokale besturen, ambtenaren en andere stakeholders. Als rode draad doorheen de sessies liepen de termen ‘waarde’ en ‘waardering’. Zo benadrukte Poppunt bij de uiteenzetting van het project ‘Lokale Helden’ het belang om de muzikanten als ware artiesten te behandelen. Dat punt kwam trouwens de voorbije jaren regelmatig in andere studies naar boven. Als organisator lijkt het misschien aanlokkelijk om te redeneren dat het bieden van een podium voldoende return is voor een beginnend groepje, en dat ze al blij mogen zijn dat ze even hun ding mogen doen.
Volgens Poppunt is dat een compleet foute redenering. Artiesten verdienen waardering voor hun bijdrage aan ‘Lokale Helden’, hoe onervaren ze ook zijn. Uiteraard hoeft dat geen dikke cheque te zijn. Het kan een bescheiden bedrag zijn of een vergoeding in natura, een maaltijd of drankbonnen. Maar laat ze genieten van hun eerste echte ‘rider’, en behandel hen als de sterren van de avond.
Het zijn principes waar we allemaal achter kunnen staan. Sommige van de groepjes die nu hun eerste schamele stapjes zetten op een podium, kunnen immers uitgroeien tot de sterren van morgen. Wie weet! Even logisch zou het moeten zijn dat artiesten te allen tijde die waardering en gepaste vergoeding kunnen genieten: vergoedingen die stijgen naarmate de kwaliteit en de professionaliteit stijgen.
Het is dan ook vreemd dat de grootste cultuurinstelling van Vlaanderen, de VRT, eenzelfde reflex blijkt te hebben als de gemakzuchtige organisator van een lokaal vrij podium. Ook bij de VRT hanteren ze wel eens het principe ‘ze mogen blij zijn dat ze even hun ding mogen doen en airplay krijgen’.
Zo blijken bijvoorbeeld artiesten die te gast zijn in een programma als ‘De zevende dag’, daar een vergoeding voor te krijgen die net genoeg is om hun onkosten mee te betalen. Als je rekening houdt met het inhuren van begeleidende muzikanten en met de geïnvesteerde tijd van repetities, is een dergelijk tv-optreden uiteraard deficitair. Of neem de uitreiking van de MIA’s, waar de winnaars financieel verliezen aan hun ‘moment de gloire’.
Het gaat niet enkel om populaire muziek. Ook Klara zou beknibbelen op uitkoopsommen van orkesten en gezelschappen die geprogrammeerd worden op hun grote evenementen, bijvoorbeeld Klara in het Concertgebouw in Brugge, omdat de eer van er te mogen spelen op zich al een deel van de verloning is, of tenminste als zodanig wordt beschouwd. Vergelijk het met de ‘eeuwige roem’ die de laureaten van de Hugo’s, de nieuwe boekenprijs zonder prijskaartje, te beurt valt en waarop door bepaalde schrijvers met ongenoegen werd gereageerd.
Daarbovenop wordt aan artiesten die hun ding mogen doen op de openbare omroep, meteen ook vriendelijk gevraagd om afstand te doen van hun auteursrechten. De opnames en alle rechten die eraan verbonden zijn, worden eigendom van de VRT en kunnen door de VRT gecommercialiseerd worden zonder dat er royalty’s naar de artiesten terugvloeien. Een artiest die een professionele opname zelf wil gebruiken, moet deze van de VRT terugkopen.
Minister, ik onderstreep even dat mijn vraag het gevolg is van meerdere contacten het voorbije jaar. Ik ken behoorlijk veel artiesten die in die programma’s hebben opgetreden en die in dat soort van systeem hebben gefunctioneerd. De gedetailleerde informatie, in euro’s uitgedrukt, kan ik u bezorgen mocht u dat wensen. Ik vind niets uit, integendeel. Een aantal van die artiesten hebben een zeker ongenoegen, tot een groot ongenoegen, over het feit dat ze op die manier door de openbare omroep worden bejegend.
Minister, welke regels hanteert de VRT bij het bepalen van de gepaste vergoeding voor artiesten die te gast zijn in programma’s of op evenementen? Erkent u dat dergelijke gastoptredens op zijn minst kostendekkend en daarnaast eerlijk zouden moeten zijn? Ziet u hierin een voorbeeldrol weggelegd voor de openbare omroep? Nog een! Klopt het dat artiesten standaard hun rechten moeten afstaan bij optredens voor de VRT? Hoe staat u hiertegenover? Hoe reageert u op de kritiek van bepaalde schrijvers dat er aan die Hugo’s niets meer dan eer verbonden is?
Minister Gatz heeft het woord.
De vergoeding voor artiesten voor een optreden op een VRT-kanaal varieert en is afhankelijk van de aard van de opdracht. Er zijn vier mogelijkheden.
Ten eerste is er de hypothese van een promo-optreden. Daaronder wordt verstaan: een radiosessie of een gastoptreden in een televisieprogramma naar aanleiding van een release die in het programma wordt gepromoot. De ongeschreven regel in binnen- en buitenland is dat platenfirma’s deze kosten betalen. Dit zit dan ook doorgaans in de artiesten- of licentiedeal vervat die een platenfirma met de artiest sluit. De VRT biedt via haar kanalen een promotieplatform aan de artiest of groep in kwestie. Die kan zijn of hun nieuw werk dan tonen aan het grote publiek.
In de praktijk wordt in volgende vergoeding voorzien. Voor een optreden op VRT-televisie wordt in een bijkomende onkostenvergoeding per artiest of band voorzien omdat een televisieoptreden meer tijd in beslag neemt dan een radio-optreden. Die vergoeding is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de bezetting, de entourage en het aantal repetitiedagen. Voor een optreden op VRT-radio wordt niet in een vergoeding voorzien.
Een tweede hypothese is de muzikantenopdracht. Dit is wanneer muzikanten worden geëngageerd voor het vervullen van een specifieke opdracht, zoals wanneer een artiest als bandlid deelneemt aan een optreden van een liveband, bijvoorbeeld in Steracteur, Sterartiest, Zomerhit, de Ketnetband of een studiosessie in de VRT-radiostudio’s Toots of Marconi. Voor muzikantenopdrachten worden marktconforme tarieven gehanteerd per deelnemende muzikant.
Een derde mogelijkheid is de muziekproductie-opdracht. De VRT spreekt van een muziekproductie-opdracht als muzikanten of producers in haar opdracht een muziekproductie voor een radio- of televisieprogramma maken. In de praktijk heeft een muziekproductie-opdracht betrekking op het componeren van jingles, generiekcores voor fictiereeksen, muzieknummers en dergelijke meer. Voor muziekproductie-opdrachten worden marktconforme tarieven gehanteerd. De vergoedingen die daarvoor worden gegeven zijn per soort marktconform: het kan gaan over een begingeneriek, een muzieknummer of een score van een premiumfictiereeks.
De vierde en laatste mogelijkheid is een muziekoptreden tijdens een VRT-evenement. Dit gaat over artiesten die een publieksevenement van de VRT opluisteren, zonder dat ze een release te promoten hebben. Voor dit soort optredens wordt in overleg met het management van een artiest ofwel een redelijke vergoeding afgesproken, voor de geleverde prestaties, ofwel geeft de VRT een campagne in ruil.
De VRT voert een eigen beleid op basis van de het meersporenkader dat ik zonet heb geschetst. Ze geeft aan wel degelijk een eerlijk vergoedingsbeleid te voeren. Niettemin is conform de beheersovereenkomst overleg met het Muziekoverleg zeker mogelijk en wenselijk. De VRT is bereid om hierover een open gesprek te voeren met het Muziekoverleg. Tot dusver is er nog nooit een formele klacht binnengekomen van een artiest of een muziekmanager over deze problematiek. Ook het Muziekoverleg heeft hierover nog geen klacht geformuleerd ten aanzien van de VRT. Kortom, mijnheer Caron, ik twijfel niet aan uw bronnen, maar ik antwoord met de informatie die er nu is en met de opening om daarover verdere gesprekken te voeren.
Wat betreft uw vraag over het afstaan van rechten, klopt het volgens de VRT niet dat artiesten standaard hun rechten moeten afstaan bij optredens voor de VRT. Artiesten behouden hun auteursvergoeding via SABAM en kunnen hun rechten als uitvoerende kunstenaar claimen via Playright.
Met de Hugo’s wil de VRT aan leesbevordering doen. De prijzen zijn voor de VRT onder meer een manier om het leestraject op gang te trekken. Hoe de VRT dit concept en de bijhorende prijzen invult, laat ik aan haar over. De Hugo’s vervangen geen enkele bestaande literaire prijs. Ook bij de Mia’s krijgen de winnaars geen geldprijs, dat is in vergelijkbare prijsevenementen in het buitenland ook zo. Voor winnaars van zowel de Hugo’s als de Mia’s wordt ervan uitgegaan dat het een invloed heeft op de verkoop van cd’s, boeken, downloads of streaming van de betrokken artiest.
Moraal van het verhaal: zo doet de VRT het nu, maar het is goed om het overleg te activeren over wat mogelijk borrelt onder de oppervlakte en de VRT staat ervoor open om bij te sturen waar nodig. Ik ben het zeker met u eens dat, wat de vergoedingen betreft, marktconformiteit de regel moet zijn.
De heer Caron heeft het woord.
Ik zal uw antwoord doorsturen aan het Muziekoverleg. Het beste dat daar kan gebeuren is dat die gesprekken daar effectief gevoerd worden.
Er zijn misschien geen formele klachten, maar u weet wellicht hoe dat gaat: artiesten die op één van die evenementen mogen spelen zullen achteraf geen boze brief sturen naar de VRT, want ze hopen natuurlijk om in de toekomst nog aan de bak te kunnen komen.
Ik heb het niet over kleine artiesten, maar over mensen die op die evenementen veel aanwezig zijn geweest. Men vergeet bij de VRT ook wel eens dat als je bijvoorbeeld voor de Mia’s geselecteerd bent, wat fijn is en een vorm van promotie voor je werk, je daar toch met muzikanten en technici aanwezig moet zijn, dat er repetitietijd moet zijn en dat daar heel veel uren in gaan. Soms staat daar dan maar een kostenvergoeding tegenover van 300 à 500 euro voor een band inclusief technici voor twee volle dagen werk. Twee orkesten hebben mij dat persoonlijk gemeld. Daarom denk ik dat er nood is aan overleg met de VRT. Ik kan begrip opbrengen voor die indeling in categorieën, en ik begrijp ook het verhaal van de promo. Aan de andere kant is het zo dat als je speelt op een groot muziekfestival en dat op radio en televisie wordt aangekondigd dat niet betekent dat Herman Schueremans je dan opbelt om te vragen of je het wil doen voor 500 euro. Dat klinkt misschien cynisch, maar dat is toch uit balans.
Wat zeker niet klopt, minister, is dat platenfirma's bij promo-optredens de artiesten betalen. Dat dateert uit de tijd dat muziek alleen nog op vinyl werd uitgegeven, in het beste geval dan. U begrijpt wat ik bedoel. Dat is absoluut niet meer het geval. U weet ook dat de contracten tussen artiesten en platenfirma's vandaag onder zeer veel druk staan door de dalende cd- en muziekverkoop.
Dit gezegd zijnde, ik zal het antwoord doorgeven. Ik hoop dat er een constructief overleg kan komen en dat dit soort problemen van de baan zijn. Ik waardeer uw stellingname ter zake.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik dank u voor uw genuanceerd antwoord, minister. Ik zou graag de heer Caron bijtreden. Klara is inderdaad het enige podium voor klassieke muziek. Ik denk dat je inderdaad je toekomstige werkgever of opdrachtgever nooit het vuur aan de schenen gaat leggen, dat je het nooit moeilijk zult maken. In dat opzicht kan de informatie van de heer Caron zeer nuttig zijn.
Het debat over de correcte vergoeding woedt tegenwoordig in vele cultuurhuizen. Ik denk dan ook dat het past dat een van de voorbeeldinstituten binnen de cultuur- en mediasector het juiste voorbeeld geeft.
Minister Gatz heeft het woord.
We zullen natuurlijk het vervolg afwachten van het MuziekOverleg. Maar ik permitteer me toch de volgende beschouwingen.
Dit is een heel Vlaams – misschien moet ik zeggen: Belgisch – debat, maar ik wil daar geen principiële zaak van maken. Het bewijst enerzijds dat de democratie werkt. Het bewijst dat parlementsleden laagdrempelig aanspreekbaar zijn en dat u deze vraag hier aan mij kunt stellen. Maar de omweg die men maakt, van klacht naar parlementslid naar minister naar VRT naar MuziekOverleg, is wel zeer groot. Ik leen me daar graag toe en u ook, en ik begrijp ook wel dat mensen schrik hebben om een volgende opdracht te missen, dat is zeer menselijk.
Maar als we er een punt van maken om de artiestenvergoeding correct uit te betalen, zowel in de cultuursector als in de huizen zelf, en inzake de voorbeeldfunctie van de VRT ben ik het helemaal met u eens, dan moet er toch een grotere assertiviteit vanuit de basis rechtstreeks kunnen komen. Ik vind dat dat moet kunnen. Als het niet kan ten aanzien van de VRT, dan begrijp ik dat, maar dan toch ten minste ten aanzien van het MuziekOverleg? Of moet ik hieruit afleiden dat het MuziekOverleg geen overleg is?
Maar laten we de discussie niet verplaatsen. Ik permitteer me deze beschouwingen op het einde van de vraag. Uw vraag was veel pertinenter en vormt de kern van de zaak: artiesten moeten correct worden vergoed, punt aan de lijn.
Als we zien wat een omweg moet worden genomen om dit debat op gang te brengen, dan hoop ik dat men vanuit het MuziekOverleg iets meer op tafel kan slaan om de zaak duidelijk te maken. Als dat al zo lang broedt, en niet goed is, dan is er daar iets aan de hand. Ik moedig het MuziekOverleg aan om zeer helder en duidelijk zijn eisen, niet zijn vragen, aan de VRT voor te leggen. Ik moedig de VRT aan om binnen het kader van de beheersovereenkomst daar zo goed mogelijk naar te luisteren. Het is daar dat het moet gebeuren. Dank u voor de maatschappelijke signalisatierol die u terecht vervult.
Het is fijn om je nog eens volksvertegenwoordiger te voelen en dat het volk tot bij jou komt.
Het feit dat artiesten aan mij vragen om anoniem te blijven, om alleszins geen namen te noemen, en om ook geen exacte bedragen noemen, want dan zou men weten over wie het gaat, duidt op een ongezonde verhouding. U hebt gelijk, het MuziekOverleg moet hier zijn verantwoordelijkheid nemen. Het is natuurlijk ook een wereld waar concurrentie speelt en waar men niet graag … Weet u wel? (Opmerkingen. Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.