Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
Collega’s, op 29 juni jongstleden heeft de minister in deze commissie naar aanleiding van een vraag over de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) verklaard dat microStart een zo goed als geprivilegieerde partner is van de Vlaamse overheid om microkredieten te verlenen aan kansengroepen en financieel kwetsbare kansengroepen en potentiële starters onder allochtonen of mensen met een migratieachtergrond, nieuwkomers, asielzoekers en vluchtelingen. Daarmee wordt minstens de indruk gewekt dat de Vlaamse overheid microStart propageert als dé go-to-instelling voor kwetsbare starters, zoals ook nog vrouwen, langdurig werkzoekenden, oudere starters, die bij de banken geen kredieten krijgen om een of andere reden.
Minister, de hoge rentetarieven die microStart aanrekent, zouden volgens u “marktconform zijn en gebaseerd zijn op de portefeuille die ze beheren en de doelgroep die ze bedienen.” Nog volgens uw uitleg baseert microStart zich hiervoor “op tarieven van andere internationale microfinanciers in die sector.” Ik heb intussen bekeken over welke sector en welke benchmark het gaat, vandaar dat ik deze opvolgvraag stel. De benchmark is te vinden in de soortgelijke voorwaarden bij gelijkaardige microkredietverstrekkers in andere Europese landen. Dat is geen toeval, aangezien al deze instellingen zich verzamelen in het European Microfinance Network (EMN). Op die manier bezit deze groep een soort monopolie op de Europese microkredietenmarkt en bepaalt hij dan ook zelf de voorwaarden om microkredieten te verlenen.
Minister, kunt u zich nog steeds vinden in uw antwoord dat de rentevoet vanaf 8,95 procent die microStart hanteert, nog steeds gebaseerd is op een benchmarkniveau? Om u een idee te geven, collega’s: iemand die ik ken, heeft zeer recent een zaak overgenomen, en die wou dat financieren met eigen geld. De bank heeft gezegd: je moet dat niet doen, we geven je een lening en dan moet je dat niet op één jaar tijd afbetalen, zoals is afgesproken met de overlater, maar kun je dat financieren op 5 jaar aan 1,95 procent rente en geen dossierkosten. We spreken bij de microfinanciering – dat gaat over de zwakste mensen – over een lening met 8,95 procent rente en dossierkosten gaande van 5 tot 15 procent, met een minimumbedrag van 500 euro. Dat is immens. Vindt u dat die benchmark nog altijd op niveau is, minister?
U hebt zelf ook gezegd dat dat een moeilijke doelgroep is. Die worden ook begeleid. Wij bieden hen die mogelijkheid. Die hogere rente wordt verklaard door de moeilijkheid van die groep. Maar de dienstverleners voor die doelgroepen, zoals microStart, genieten ook van het EaSI-programma (Employment and Social Innovation), waar ze een project hebben ingediend. Dat is een Europese waarborg voor de instellingen die die mensen willen bedienen. Maar wat zien we? Die microkredietverleners krijgen een garantie vanuit een Europees programma, maar ze vragen ook nog eens een persoonlijke waarborg van die kwetsbare ondernemers. Dat is een dubbele waarborg met een zeer hoge rente. EaSI beoogt met die waarborg een lagere rentevoet te kunnen realiseren en toegankelijke kredieten te kunnen verlenen aan kwetsbare groepen. Is dat geen dubbele garantie? Is dat geen zekerheid boven op een zekerheid, én dan nog eens een hogere waarborg én dan nog eens een hogere kostprijs, dossierkost en een hogere rente?
Oordeelt u tot slot niet dat, als microStart een geprivilegieerde partner is van Vlaanderen en zo ook nog heel wat subsidies ontvangt om enerzijds begeleiding en dienstverlening te doen en anderzijds kredieten te verlenen, u als overheid geen betere voorwaarden voor de zwakke kredietnemers mag vragen, zoals een marktconforme rentevoet en minder dossierkosten, omdat die mensen juist heel zwak zijn?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Turan, ik blijf volledig achter mijn antwoord van 29 juni over de gehanteerde rentevoet staan. Ik ben het ook helemaal niet met u eens dat die rentevoet het gevolg is van een monopolie. De markt voor microkredieten is voor iedereen open. Als die 8,95 procent volgens u veel te hoog is: elke bank kan die mensen aan een lagere rentevoet zo binnenhalen. Maar ze doen het niet. De banken doen het niet, en dan heb je microkredieten die via die maatschappij worden gegeven. Wij constateren dat voor vergelijkbare doelgroepen, vergelijkbare risico’s en kredietbedragen men internationaal dezelfde rentevoeten hanteert. U hebt dat zelf ook toegegeven. Ook in het buitenland kunnen de klassieke kredietverleners die kredieten geven, als ze dat willen. Maar ze doen het niet.
EaSI is opgezet in 2016 door de Europese Commissie in het kader van het programma 2014- 2020. De voorloper is PROGRESS, wat een succes was. Het instrument EaSI heeft, zoals u weet, als doel de microfinancieringsinstellingen te ondersteunen. Dus niettegenstaande het feit dat volgens u die rentevoet al veel te hoog is, moeten ze nog ondersteund worden in de ontwikkeling van hun activiteiten, door een stuk van het risico af te dekken – zonder dat zou de rentevoet dus nog hoger zijn – inherent aan de financiering van publiek dat geen toegang heeft tot de banken.
Vandaag loopt het vierde contract tussen EaSI en microStart. Het gaat hier niet over werkingssubsidies, maar een gedeeltelijke terugbetaling door het Europese Investeringsfonds voor de niet-terugbetaalde kredieten aan microStart, dus een waarborg. En neen, dat is geen dubbele waarborg. Er kan een waarborg aan het individu gevraagd worden, maar dat is hetzelfde voor heel het bedrag. En er wordt een waarborg gegeven door EaSI. Dat is er dus niet bovenop. U gaf de indruk van: er wordt 100 geleend, die mens moet voor 100 waarborg staan met zijn persoonlijke kredieten, en dan krijgt hij er nog 100 bovenop vanuit Europa. Neen, het kan best zijn dat er 10 waarborg is vanuit Europa op die 100 en dat die persoon ook 10 moet geven. Er is geen dubbele waarborg. Er is waarborg van twee kanten, wat iets anders is dan dubbele waarborg.
De voorwaarde om toegang te krijgen tot EaSI is de Europese code van goed gedrag, wat een referentie-instrument is voor een goed beheer van microfinancieringsinstellingen in Europa. Europa ziet er dus goed op toe. Daarbuiten is het Europese Investeringsfonds aandeelhouder van de cvba microStart. Daarnaast geven ook de recente audit die op verzoek van BNP Paribas door Price Waterhouse Coopers werd uitgevoerd en het maturiteitsassessment dat KPMG nu aan het uitvoeren is op verzoek van ons Agentschap Innoveren en Ondernemen, positieve resultaten.
Dat alles is voor mij toch een sterke garantie voor de kwaliteit van de werking van microStart, en het feit dat hun doelstellingen en handelswijze in de lijn liggen van wat het EaSI-programma wil en wat u ook aanhaalt.
De steun die microStart ontvangt, gaat naar de vzw die verantwoordelijk is voor de begeleiding van de klanten. De bedoeling is om de klanten een nog betere start te geven. Het krediet is belangrijk, maar dan zijn we bijna weer bij de discussie waarbij u het over élke ondernemer had. Deze mensen hebben niet alleen nut van financiële steun. De finaliteit van de subsidie is niet om die klanten een betere financiële voorwaarde te geven, maar wel om hen te versterken door ze specifieke begeleiding te geven. En dat is voor deze doelgroep echt wel superbelangrijk.
Als ze daarvoor de rentevoet omlaag zouden doen, dan waren die mensen er niet mee gediend. Het is de ondersteuning waar zij subsidies voor krijgen. En die bieden ze ook, waardoor de kans op slagen toch weer groter wordt voor deze groep.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben er even over aan het nadenken waar ik moet beginnen. (Opmerkingen. Gelach)
Dat heb ik niet gehoord. Niet beginnen is geen optie.
U zegt dat de markt open is voor iedereen, maar dat ze het niet doen. De markt is uiteraard open, maar als je tot die markt toetreedt, is dat één groep, en dat is waar die benchmark gebeurt. Dat is het signaal dat ik wil geven. Ze zijn Europees allemaal onder één dak. Als ik me niet vergis, zitten ze allemaal verzameld in het European Microfinance Network (EMN). Dus die benchmark, die organiseren ze zelf.
Als we dan naar die benchmark kijken: de grootste aandeelhouder van bijvoorbeeld microStart hier is een bank, BNP Paribas. Collega’s, in Vlaanderen beginnen die kredieten vanaf 8,95 procent. In Frankrijk is dat onder het EaSI-project met dezelfde partners met een lichtjes andere naam 6 procent. Dat is bijna 3 procent verschil qua intresten. Die benchmark is dus zelfs niet eerlijk. In Vlaanderen worden die meest kwetsbare mensen nog eens benadeeld, dubbel benadeeld.
U zegt ook dat dit een moeilijke groep is. Die krijgen dat niet van banken. Als die mensen het niet doen, dan gaat niemand het doen. U zegt hen dus erg dankbaar te zijn. Minister, dat is waarom u tussenbeide komt, dat is waarom u die ondersteuning geeft, dat is waarom u van microStart een geprivilegieerde partner maakt: om die doelgroepen óók een kans te geven. Wel, ik vind dat u daarin een meer leidende rol kunt opnemen. MicroStart is een voorbeeld. Ik heb me niet op één groep gericht. Dat bestaat enerzijds uit een vzw die geld krijgt om aan dienstverlening te doen, om die mensen te begeleiden. Wat die begeleiding zelf betreft, zijn er veel opmerkingen gemaakt door vrijwilligers, die niet worden betaald. Er wordt vooral ook verwezen naar SYNTRA, naar UNIZO, naar Stebo, naar andere partners, die ook door Vlaanderen worden gefinancierd. Anderzijds is dat een krediet. U zegt me dat dat geen dubbele waarborg is. Europa waarborgt iets anders. Die 50 procent garantie die persoonlijk van die mensen wordt gevraagd, waarborgt iets anders. Waar is die transparantie? Ik heb het niet gevonden. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Neen, dat is totaal niet transparant. Het zijn de meest kwetsbare ondernemers die vandaag worden overgeleverd aan zeer hoge kostprijzen, waardoor de 'shed' achteraf veel groter is. U bent de minister: stel de voorwaarden, stel de vereiste van de dossierkosten, stel de vereiste van de intresten, conform de markt, en kijk ook naar die begeleiding en kwaliteit.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben heel blij met het einde: stel de voorwaarden, conform de markt. Dat is wat er gebeurt. Als het beter was, dan moest KBC dat maar tegen 6 procent aanbieden. Als ze er winst mee konden maken, dan zouden ze dat doen. Dat gaat dus niet. Dat is dus duidelijk. Trouwens, wat uw vergelijking betreft: geef er mij zo 25 met 3 verschillende waarden en 3 verschillende termijnen. Europees bekeken zitten wij op het gemiddelde, mevrouw Turan. U hebt er nu 1 uitgepikt. Wat de transparantie van waarborgen betreft, dat is individueel en in functie van het voorstel dat komt en van de persoon in kwestie. Als u vindt dat de privacywetgeving, die uw collega Katia Segers hier vanmorgen met glans is komen verdedigen, hier niet meer geldt voor deze mensen, dan denk ik dat u verkeerd bezig bent.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, ik zal de wet op de privacy zeker respecteren. Wie ben ik om de wet niet na te leven? Ik ga u echter wel één ding zeggen. Ik heb ondertussen ook geprobeerd de Europese instellingen wakker te schudden. Dat is mijn taak als controleur, als Vlaams parlementslid. Wat EaSI en EMN betreft: ook enkele Europarlementsleden zullen hierover een initiatief nemen. U zegt dat de benchmarkvergelijking heel oké is. Ik heb net gezegd dat iemand die ik ken, vandaag een zeer hoge lening tegen 8,9 procent krijgt. Het verschil tussen Frankrijk en Vlaanderen vandaag is 3 procent. Ik vind dat persoonlijk onaanvaardbaar, zeker voor de meest kwetsbaren. U hebt daar echter geen problemen mee, maar ik ben benieuwd wat men daar Europees van gaat zeggen. EaSI is aangeschreven, EMN is aangeschreven, zowel door mij als door enkele Europarlementsleden die dit ook zeer belangrijk vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.