Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de afgelaste missie van Vlaanderen en Catalonië naar Marokko
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, zoals u ziet, is de vraag meer dan een maand geleden ingediend, dus in de periode voor het bezoek had moeten plaatsvinden.
Minister-president, in het verleden heeft Vlaanderen samen met Nederland reeds geslaagde gezamenlijke handelsmissies georganiseerd. De voorbije maand was er ook een gepland naar Marokko. Deze keer zou het gaan om een primeur, namelijk om een gezamenlijke missie met de Spaanse regio Catalonië. U zou daaraan deelnemen, net als uw Catalaanse evenknie, de heer Puigdemont.
Op een bepaald moment vernamen we dat de missie niet zou doorgaan. De afgelasting is er gekomen in gezamenlijk overleg tussen de beide delegatieleiders, nadat de Marokkaanse regering officieel had laten weten heeft dat geen enkele van de Marokkaanse beleidsmakers, en dat op alle niveaus, zich kon vrijmaken tijdens de periode waarin de beide ministers-presidenten in het land zouden zijn.
De media lieten uitschijnen dat de Spaanse regering enige diplomatieke druk heeft uitgeoefend op de Marokkaanse regering om de Catalaanse zending niet te ontvangen. Ook in Belgische diplomatieke kringen in Brussel was te horen dat de Spaanse centrale regering niet was opgezet met dit gezamenlijke initiatief van Vlaanderen en Catalonië. In tegenstelling tot Vlaanderen hebben de deelstaten in Spanje grondwettelijk geen bevoegdheden inzake buitenlandse zaken en buitenlandse handel. In de Spaanse grondwet, die met twee lijsten voor de verdeling van bevoegdheden werkt, staat in sectie 149, ten tiende, dat buitenlandse handel tot de exclusieve bevoegdheid van de unitaire Spaanse staat behoort.
Een ander element dat volgens bepaalde bronnen ongenoegen bij de Marokkaanse overheid zou hebben opgewekt, is het respect dat Vlaanderen en Catalonië met betrekking tot de Westelijke Sahara huldigen voor het internationaal recht, de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren.
Minister-president, is het inderdaad correct dat de missie werd afgelast nadat de Marokkaanse regering reeds twee weken voor 1 mei had laten weten dat geen enkel regeringslid beschikbaar was om in de voorziene periode de delegatie te ontvangen? Zo ja, waren er dan voorafgaand aan het bezoek geen concrete afspraken gemaakt met de Marokkaanse regering om met een of meerdere leden een ontmoeting te hebben? Welke officiële en – ik vraag daar bewust naar – ook niet-officiële redenen voor de Marokkaanse beslissing zijn u bekend?
Hebt u weet van enige diplomatieke druk of bezorgdheid van de Spaanse regering bij de Vlaamse of de Federale Regering? Heeft de Federale Regering u daarover geïnformeerd? Of heeft de Spaanse ambassade u rechtstreeks gecontacteerd?
Hebt u bij de opzet van deze gezamenlijke handelsmissie rekening gehouden met mogelijke diplomatieke druk vanuit Spanje? Was dat deel van het risico om het zo te zeggen? Of is dat verder niet bewust in rekening gebracht?
Wat is het uiteindelijke kostenplaatje van de afgelaste missie? Hoe werd de economische meerwaarde van deze gezamenlijke handelsmissie vooraf ingeschat? Wat had men verwacht van deze missie?
Zal de interne staatsrechtelijke bevoegdheidsverdeling in de toekomst een criterium zijn om met andere Europese deelstaten of Duitse Länder of het Verenigd Koninkrijk gezamenlijke buitenlandse handelsmissies te organiseren?
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Het verhaal is geschetst, ik zal niet alles herhalen. Deze missie ging uiteindelijk niet door omdat ‘geen enkele Marokkaanse beleidsmaker zich kan vrijmaken in de geplande periode’. Dat was in elk geval de mededeling van de Marokkaanse regering voor deze Vlaams-Catalaanse missie.
Minister-president, u liet samen met uw Catalaanse collega Puigdemont weten dat u deze beslissing uiteraard betreurde, in het bijzonder wegens de gevolgen van deze afgelasting voor de meer dan dertig betrokken Vlaamse en Catalaanse bedrijven.
De handelsmissie kaderde in de uitvoering van de bilaterale samenwerkingsovereenkomst tussen Vlaanderen en Catalonië en het werkprogramma dat u met de toenmalige Catalaanse president Artur Mas hebt afgesloten op 1 juli 2015.
Minister-president, hoe verloopt de uitvoering van de bilaterale samenwerkingsovereenkomst? Hoe verloopt het werkprogramma en hoe evalueert u deze?
Hebt u ondertussen meer duidelijkheid over deze meer dan ongewone afgelasting? Hebt u aanwijzingen dat Madrid effectief enige vorm van druk op de Marokkaanse regering heeft uitgeoefend om deze delegatie niet te ontvangen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, deze feiten kloppen. Ik heb in een persbericht meegedeeld dat de Marokkaanse overheid in een ‘note verbal’ aan de ambassadeur in Rabat pas op 26 april – dus pas twee weken voor de missie – liet weten dat geen enkele van de Marokkaanse beleidsmakers beschikbaar zou zijn. De note verbal zegt niet dat men de missie niet wil, men zegt uitdrukkelijk dat men voorstelt om de zending en het geplande economisch seminarie uit te stellen. Ook de Catalaanse regering heeft eenzelfde note verbal gekregen met dezelfde inhoud.
De eerste contacten met de Marokkaanse partners werden genomen door Voka Antwerpen en dateren van eind 2016. Na hun eerste constructieve contacten werd de voorbereiding begin januari op overheidsniveau opgestart, met regelmatige intensieve voorbereidende vergaderingen met alle betrokken partners zowel aan Vlaamse als aan Catalaanse zijde.
Zelf heb ik in verband met deze economische zending op 6 februari een gesprek gehad met de ambassadeur van Marokko en toen al de wens geformuleerd om daarbij politieke contacten te hebben. Mijn kabinet heeft vervolgens de federale ambassadeur verzocht om de nodige contacten te leggen met vertegenwoordigers van de Marokkaanse overheid.
Tijdens een overleg met onze ambassadeur op 27 maart, heeft het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken hem zelf voorgesteld dat onze delegatie een onderhoud zou hebben met de parlementsvoorzitter en de Marokkaanse minister van Industrie. Beide voorstellen zijn – met mijn instemming – nadien ook formeel bevestigd. Na de eedaflegging van de nieuwe Marokkaanse premier kreeg de ambassadeur bovendien ook initieel de positieve reactie dat ook een onderhoud met de nieuwe eerste minister tot de mogelijkheden behoorde.
De federale diplomatie heeft samen met de Vlaamse economische vertegenwoordiger ter plaatse in ieder geval al het mogelijke gedaan om van deze zending een succes te maken. In totaal vonden drie voorbereidende gesprekken met het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken plaats. De ambassadeur heeft mijn kabinet bevestigd dat die alle drie ‘zeer positief’ verlopen zijn. Aan Marokkaanse zijde klonk het dat er ‘geen enkel probleem’ was om de voorgestelde ontmoetingen te organiseren.
Behoudens ‘niet beschikbaarheid’ geeft het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken geen reden waarom geen contacten met regeringsleden mogelijk zouden zijn. Ik heb de dag daarna ook een gesprek gehad met de Marokkaanse ambassadeur in Brussel, maar ook hij kon geen andere redenen geven.
Ik heb geen formele aanwijzingen dat, en zo ja op welke manier, er druk zou zijn uitgeoefend door de Spaanse regering, zowel in de richting van de Vlaamse en federale, als van de Marokkaanse overheid, in verband met deze zending. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken ontkende op 4 mei, tijdens een gezamenlijke persconferentie met de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken, in elk geval formeel dat de Spaanse overheid druk heeft uitgeoefend.
Wij waren er ons in ieder geval van bewust dat een handelsmissie georganiseerd door twee Europese deelstaten eerder atypisch is, maar zeker niet nieuw. De betrokkenen in derde landen moeten daarmee leren omgaan. Het was vooraf onmogelijk in te schatten dat de zending bijna zou samenvallen met de start van de nieuwe Marokkaanse regering.
Ik herinner u eraan dat de voorbereidingen van deze missie dateren van eind vorig jaar, wat een gedegen voorbereiding dus toelaat. Bovendien heeft ook collega Puigdemont mij telefonisch verzekerd dat de buitenlanddiensten van de Generalitat alle gebruikelijke diplomatieke procedures correct doorlopen hebben. De federale ambassadeur had bijvoorbeeld samen met zijn Spaanse collega-ambassadeur gezamenlijke voorbereidende vergaderingen met het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Nogmaals, tot twee weken voor de missie hebben mijn diensten, noch Voka, noch de Generalitat enig negatief signaal gekregen van Marokkaanse zijde, integendeel.
Het volledige kostenplaatje is mij niet bekend. Ik weet niet wat de operationele kosten zijn van Voka Antwerpen. De Vlaamse economische vertegenwoordiger in Rabat en de areamanager in Brussel hebben Voka daarbij goed ondersteund. Hun kosten zijn beperkt tot ongeveer 265 euro. Onze annulatiekosten voor vluchten, hotels en dergelijke bedragen 12.451,08 euro.
Ik heb vroeger al gewezen op de grote economische meerwaarde van een handelsmissie naar Marokko. Voor Vlaanderen is Marokko een markt met een groot potentieel. Catalonië heeft daar zeer goede economische relaties en banden mee. Wij zien Marokko als een strategische partner, het vormt de toegang tot Afrika. Marokko profileert zich ook steeds meer als de hub naar Afrika en investeert zeer veel in allerlei veelbelovende industrieën zoals hernieuwbare energie, maar ook transport, logistiek, voeding, afvalverwerking en automotiv. Marokko heeft bovendien grote ambities voor de toekomst. Marokko is opnieuw lid geworden van de Afrikaanse Unie. Dit wijst erop dat Marokko een belangrijke zo niet leidende rol wenst op te nemen op het Afrikaanse continent.
De interne staatsrechtelijke bevoegdheidsverdeling hoeft geen criterium te zijn. Alles hangt af van interesse van andere deelstaten en bedrijven, en van de opportuniteiten die zich voordoen.
Vlaanderen heeft al succesvolle zendingen georganiseerd met onder andere Nederland als staat en uiteraard ook met de andere deelstaten in ons land.
In Europese context verwijs ik vooral naar de verschillende geslaagde economische zendingen van de ‘Vier Europese Motoren’ waarvan Catalonië deel uitmaakt. Het gaat om Catalonië, Rhône-Alpes, Baden-Württemberg en Lombardije. Zij organiseerden al zendingen met officiële contacten naar China, Verenigde Staten, Rusland, Brazilië, Argentinië, Servië, Québec en Chili. Ik heb destijds ter vervanging van toenmalig minister Moerman een missie geleid naar India. Vlaanderen was bij die vier motoren uitgenodigd samen met Wales. Ik herinner me dat we toen met de Catalanen en de anderen officiële contacten gehad hebben, ook op ministerieel niveau in India.
In 2006 hebben diezelfde vier Europese motoren, met inbegrip van Catalonië, een gezamenlijke missie naar Marokko georganiseerd. Het is dan ook bijzonder jammer voor de Vlaamse en de Catalaanse bedrijven dat deze missie niet is doorgegaan. Het gaat in de eerste plaats natuurlijk om een economische missie.
Mijnheer Van Esbroeck, er is op zeer veel terreinen samenwerking met Catalonië. Ik verwijs naar diverse vragen om uitleg die hier, onder meer door uzelf, zijn gesteld. Ik denk dan aan de vragen om uitleg die zijn gesteld op 20 oktober 2015, op 13 maart 2016 en op 17 mei 2016.
Beide regeringen hebben diverse contacten. Er zijn ook thematische ontmoetingen tussen ambtenaren van diverse entiteiten. Er is geregeld een uitwisseling van informatie. Het bezoek van president Puigdemont aan Antwerpen en Gent vorig jaar was een zeer belangrijk moment. We hebben toen onder meer afgesproken een gezamenlijke handelsmissie op het getouw te zetten. In november 2016 heeft een vierkoppige delegatie van de Generalitat de Catalunya een werkbezoek gebracht aan de Vlaamse Belastingdienst en aan het Departement Financiën en Begroting. Op 9 december 2016 heeft minister Crevits de Catalaanse minister van Onderwijs ontmoet. Toen is heel wat informatie op allerlei vlakken uitgewisseld. Er is tevens samenwerking op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking. Dit omvat niet enkel het WONG!-project in Mozambique, maar ook de samenwerking met betrekking tot Europese dossiers, zoals het Europees semester. Meer nog, er is een intense samenwerking met Catalonië op het vlak van het jeugdwerk. Van 5 tot en 8 juni zal een zending plaatsvinden met als thema’s inclusie, diversiteit en gelijke kansen in het jeugdwerk. Vorige maand heeft het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) een succesvolle handelsmissie met Vlaamse bedrijven naar Catalonië georganiseerd.
De samenwerking met Catalonië blijft zich verder ontwikkelen in de breedte en in de diepte. Ik ga ervan uit dat dit ook in de toekomst het geval zal blijven.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik stel vast dat de missie heel grondig is voorbereid en dat vooraf duidelijke afspraken zijn gemaakt over hoge politieke contacten. Het is dan ook jammer dat die engagementen op een zo korte tijd voor de missie weer zijn ingetrokken. Dat is bizar.
Ik heb genoteerd dat u geen andere uitleg hebt gekregen dan de onbeschikbaarheid. Er is naar agendaproblemen verwezen. In diplomatieke termen is dit soms de waarheid en soms worden hiermee andere zaken verhuld. We weten dat niet. Ik neem aan dat u geen informatie hierover hebt gekregen.
Ik heb vastgesteld dat de plotse beslissing her en der tot speculaties heeft geleid. Dat geldt voor Marokko en Spanje, maar wat minder voor hier bij ons. Hier heeft dat niet veel golven veroorzaakt, maar ik heb ook andere zaken gelezen. Die zaken zijn dan wellicht veeleer speculatie dan op harde feiten gebaseerd.
Ik vind het belangrijk dat het volgens u wellicht enkel om een uitstel gaat. Marokko is een belangrijk land. Het klopt dat Spanje en Catalonië dichterbij Marokko liggen en daar ongetwijfeld nauwere contacten mee hebben. Wij hebben die contacten ook. Er zijn heel wat opportuniteiten voor onze bedrijven. Aangezien u ze hebt opgesomd, zal ik ze niet herhalen.
Als een hub voor Afrika is Marokko zeker een bestemming voor een handelsmissie die op uw agenda mag blijven staan. Indien zich nieuwe gelegenheden voordoen, zou u hierop moeten ingaan en de kans te baat nemen.
Wat de kosten betreft, lijkt het allemaal erg mee te vallen. Het gaat toch om een handelsmissie met enige envergure. Al bij al is de schade op dat vlak zeer beperkt gebleven.
Minister-president, ik moedig u zeker aan om Marokko niet te schrappen van de lijst met toekomstige handelsmissies.
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik hink eigenlijk een beetje op twee benen. We weten dat Marokko openstaat voor handelsmissies van deelstaten, deelgebieden en landen. Er zijn er in het verleden al geweest. Daar bevindt zich duidelijk niet het probleem.
De missie is slechts twee weken op voorhand afgelast. Alle betrokken ambassades en diplomaten wisten er ook het fijne niet van en zijn plots op de hoogte gesteld. De Spaanse, Marokkaanse, Catalaanse, Vlaamse en Belgische diplomaten waren allemaal verrast. Dit laat vermoeden dat wat in de media is verschenen, ook klopt en dat van hogerhand druk is uitgeoefend. We weten uiteraard niet of die druk van de regering van premier Rajoy of van het Spaanse koningshuis kwam. Ik begrijp dat u dergelijke zaken formeel niet weet en niet kunt bewijzen.
Het blijft natuurlijk jammer dat dit sfeertje momenteel heerst. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de vraag een referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid te houden, merken we dat de relatie tussen Madrid en Barcelona, om het even zo te omschrijven, echt wel diep onder het vriespunt zit. We zullen hier oog voor moeten hebben.
Wat me enorm verheugt aan uw antwoord, is dat de Vlaams-Catalaanse samenwerking een dagelijkse realiteit is die zal blijven bestaan. We kunnen de samenwerking in de breedte en in de diepte verder ontwikkelen. We blijven hierop inzetten. Op dat vlak kan ik u natuurlijk enkel aanmoedigen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Kennes, ik wil me aansluiten bij de uitspraak dat het een uitstel en geen afstel betreft. De ‘note verbale’ zegt uitdrukkelijk het volgende: “Ce département propose le report de cette visite, y compris le séminaire économique programmé à cette occasion, à une date ultérieure”. De Catalanen hebben me bevestigd dat hun ambassadeur een boodschap met exact dezelfde bewoordingen heeft gekregen.
Het is uiteraard niet de bedoeling de economische relaties met Marokko en de daar bestaande opportuniteiten niet verder aan te boren. In 2018 zal een prinselijke missie plaatsvinden. Een aantal bedrijven zullen hieraan deelnemen. We hebben erop gewezen dat het interessant is bedrijven met die missie te laten meegaan. Op die manier kunnen toch de nodige economische contacten worden gelegd. Ik heb summier geschetst welke opportuniteiten er ginder zijn. We moeten hier zeker gebruik van maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.