Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
In mei 2015 kondigde het Saoedische bedrijf Energy Recovery Systems (ERS) aan een vergassingsfabriek in de Antwerpse haven te willen neerpoten. Onder de hoerastemming van toen – een investering van 3,7 miljard euro, 900 jobs – bleken al snel veel vragen te schuilen. Naast de morele implicaties wat betreft zaken doen met een land dat dagelijks en massaal zijn voeten veegt aan sommige van de meest fundamentele mensenrechten, is ook de financiering van het project in de haven allesbehalve duidelijk. 20 procent van de investering zou komen van Faysal Ibrahim Al-Issa, de enige aandeelhouder van ERS. De rest moet elders worden gezocht. Daarnaast zou de fabriek 3,3 miljoen ton CO2 uitstoten, vergelijkbaar met de uitstoot van een miljoen auto’s.
Sinds de aankondiging van de plannen lijkt er alleen maar slecht nieuws te komen – gelukkig voor sommigen, waarschijnlijk. Vorig jaar verhuisde het project al van het oorspronkelijk geplande Delwaidedok naar de oude Opel-site. Het Havenbedrijf vond toen al dat ERS te lang talmde en vond andere investeerders voor het dok, waardoor ERS moest uitwijken.
En nu blijkt dat ERS eind januari een tussentijdse deadline heeft gemist. Het bedrijf had een Belgische vennootschap moeten oprichten, maar heeft dat blijkbaar nagelaten. Daardoor kan het Havenbedrijf de hele procedure nu afblazen. ERS heeft nu uitstel gekregen tot 8 mei. Intussen start het Havenbedrijf een nieuw marktonderzoek naar andere potentiële investeerders die interesse hebben in de oude Opel-site.
Al dat uitstel doet het verhaal natuurlijk geen goed. Het doel om de fabriek in 2020 op te starten, is inmiddels onmogelijk, aangezien het drie jaar zou duren om de fabriek te bouwen en er dus nog niet eens een concessie is toegekend, laat staan dat de nodige bouw- en milieuvergunningen werden aangevraagd. Daardoor riskeert de fabriek technologisch al achterhaald te zijn tegen de opening, hoewel ik ervan overtuigd ben dat het nu al achterhaald is wat betreft de vergassing en verwerking van dat afval.
Samengevat: de financiering blijft onduidelijk, ERS haalt deadline na deadline niet en het Havenbedrijf start ondertussen gelukkig zelf al een zoektocht naar alternatieven.
Minister-president, is er inmiddels al duidelijkheid over de externe geldschieters, wie ze zijn en waar ze vandaan komen?
Gelooft de Vlaamse Regering nog in dit project? Acht de Vlaamse Regering het niet opportuner om actief op zoek te gaan naar alternatieven die wel de nodige garanties kunnen bieden op het vlak van milieu, transparantie enzovoort?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Turan, bij ons weten is er op dit ogenblik nog geen sprake van externe geldschieters. Het bedrijf zit nogal altijd in de fase van de engineering, de haalbaarheidsstudie. En daarvoor wordt er geen beroep gedaan op externe geldschieters.
Waarom zit men nog in die fase? Zoals u weet, is het een complex project en eveneens een project van grote omvang. Het Havenbedrijf voert daarover gesprekken met Energy Recovery Systems. Dat gaat over uiteenlopende aspecten: logistiek en supply chain, milieueffecten, financiering, technologie, de betrokken partners, enzovoort. Zoals ik al zei, is men nog altijd in die fase van de gedetailleerde haalbaarheidsstudie. Er is nog niets geconcretiseerd.
Maar ik verwijs naar de aspecten die belangrijk waren voor het Havenbedrijf om in gesprek te gaan, die van meet af aan golden en nog altijd aan de orde zijn. Dat zijn: een significante creatie van jobs, het gebruik van de best beschikbare technologie, een project dat complementair en versterkend is aan het Antwerpse en Vlaamse industriële weefsel, verschillende integratiemogelijkheden met de bestaande Vlaamse bedrijven, significante milieubaten in vergelijking met de klassieke verbranding en de klassieke productie van ureum en ten slotte de circulaire economie. Dat zijn allemaal aspecten die bijdragen aan de versterking van het industriële weefsel in Antwerpen en die sporen met duurzame en circulaire activiteiten die deel uitmaken van onze internationaliseringsstrategie Vlaanderen Versnelt.
Er zijn al diverse succesvolle projecten aangetrokken in die zin. Maar op dit ogenblik zit ERS nog altijd in de fase die ik u geschetst heb. Meer is daarover op dit ogenblik niet te vertellen.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Collega’s, minister-president, ik heb het gevoel dat dit zo’n verhaalproject of eerder een nachtmerrieproject wordt. Er doen veel verhalen de ronde: het is nog altijd in onderzoek, het is nog altijd in de engineeringfase, de financiering is niet duidelijk. In uw antwoord somt u een aantal punten op die belangrijk zijn voor het Havenbedrijf. Ik zie hier dat u eigenlijk lijdzaam toekijkt op wat er in Antwerpen gebeurt. Nochtans worden de deadlines die aan dat groot project werden gesteld, deadline na deadline, niet gehaald.
Ik wil ook even de aandacht vestigen op het feit dat, nadat de financiering niet rond was – en collega’s, die financiering is vandaag nog altijd niet rond – het Antwerpse havenbestuur heeft beslist om een groep experten op het dossier te zetten om te bekijken of er een financiële haalbaarheid was. En dat is maar een projectje dat 1 miljoen euro kost.
Ik heb de indruk dat we tijd en geld steken in een project dat nooit levensvatbaar zal zijn, laat staan dat het technologisch up-to-date zou zijn en dienst zou doen aan de circulaire economie. Het is een verbrandingsoven die nu al technologisch gezien niet de meest recente is, terwijl er nog geen begin van een bouwvergunning of een concreet project is. Bij het Havenbedrijf hebben ze al door dat ze op zoek moeten naar alternatieven. De volgende deadline is 8 mei.
U maakte ook al deel uit van de vorige Vlaamse Regering. Nu gaat het ook over de Opel-site waar duizenden mensen werken. We hebben nog altijd geen goed alternatief gevonden, we hebben nog altijd geen industriële activiteit kunnen aantrekken op de Opel-site. Leg daar alsjeblieft niet langer een hypotheek op wegens dat ERS-project.
Kris Peeters, de vorige minister-president, heeft er alles aan gedaan, maar is er niet in geslaagd. Minister-president, ik wil u vragen om daar volop op in te zetten. U bent ook minister van Buitenlands Beleid. U bent heel vaak in het buitenland. Het is niet evident. Maar ga alsjeblieft met al uw mogelijkheden onmiddellijk op zoek naar een duurzaam alternatief voor die gronden van de Opel-site, en sluit dat ERS-dossier af. Het is alleen al moreel onverantwoord met Saoedi-Arabië, waarmee we vandaag meer dan ooit problemen hebben voor wat ze hier allemaal financieren. In één commissie spreek je over de aanpak van radicalisering en de aanpak van een bepaalde partner, en anderzijds beschouw je die partner als een hoogwaardige partner als het over economie gaat. Dit is niet meer geloofwaardig. Dit project op zich, los van de investeerder en de morele realiteit daarbij, is dat ook nooit geweest.
Stop hier onmiddellijk mee. Ga op zoek naar een beter alternatief voor de gronden, niet voor ERS. En als er een verbrandingsoven moet komen in Antwerpen, er is er al één, die bijna verjaart. Er zijn al verschillende nieuwe projecten voor. Kijk daar dan alsjeblieft naar.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Turan, u zou met uw interpellatie beter naar de gemeenteraad in Antwerpen gaan. Dat is een project van het Havenbedrijf. U zegt dat FIT lijdzaam toekijkt. (Opmerkingen van Güler Turan)
FIT heeft daarin geen enkele rol te spelen.
Uiteraard is er geen sprake van een bouwvergunning of een omgevingsvergunning. Uiteraard is dat nog niet aan de orde. Dit is een project van het Havenbedrijf, waarbij het Havenbedrijf gedurende een bepaalde periode in onderhandeling gaat met ERS, dat nog in de fase zit van de haalbaarheidsstudie, van de engineering. Het zal aan het Havenbedrijf zijn om te beslissen of het daar al dan niet mee doorgaat. De rol van FIT op dit ogenblik in deze onderhandelingen, milieubesprekingen, milieuvergunning of omgevingsvergunning, met ERS, is nihil. Dat is geen taak van Flanders Investment & Trade.
Op het moment dat het Havenbedrijf zegt: ‘Wij gaan door met ERS’ of dat ERS zegt: ‘Wij hebben een haalbaarheidsstudie’, zal het zaak zijn om daar alle procedures voor te doorlopen, ook die van de milieuvoorwaarden. Op het moment dat het Havenbedrijf of ERS zou zeggen: ‘Dit project gaat niet van start, we gaan daar niet mee door’, zal het Havenbedrijf natuurlijk moeten zoeken naar een verdere invulling. FIT zal daarbij, zoals altijd wanneer het Havenbedrijf dat vraagt, beschikbaar zijn om te zoeken, net zoals we heel recent voor het Havenbedrijf erin geslaagd zijn om nieuwe, duurzame investeringen aan te trekken. Ik denk aan Avantium, een investering in de bioplastic, en Kebony, het Noorse bedrijf voor duurzaam verbeterde houtproducten. Dat doet FIT altijd.
We treden hier op op vraag van het Havenbedrijf en niet omgekeerd. Het is niet onze grond en niet ons initiatief.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Ik ben het hier absoluut niet mee eens. De vorige keer toen ik hier de vraag had gesteld over de ERS-studie, waren alle rangen gesloten tussen de Havenbedrijf en de Vlaamse Regering. Wat hoor ik nu? ‘Het is niet ons project. Het is de haven van Antwerpen. U moet uw interpellatie daar indienen.’ Dit is een dossier dat de haven niet alleen beheert. Gelukkig maar. En ik vind het ook terecht dat je daar als Vlaamse Regering bij betrokken bent.
En u bent daar ook bij betrokken geweest. FIT was daar aanvankelijk ook bij betrokken. U bent hier minister-president. U bent ook verantwoordelijk voor de internationale handel. De Antwerpse haven is al op zoek naar een alternatief. Dat hebben ze al gezegd. Waarom hebt u dat overleg niet gehad? Op 8 mei is er een laatste deadline voor dit spookproject, dat er hopelijk nooit zal komen. Vlaanderen verliest daar tijd, energie en geld mee. We moeten die investeren in de toekomst, in duurzame projecten die wel degelijk circulair zijn, minister-president, en niet alleen in naam. En wat de technologie betreft: je kunt de hele studie opnieuw beginnen, want die is al verjaard.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik weet niet of er deadlines zijn. (Opmerkingen van Güler Turan)
Welja, ik weet niet of er deadlines zijn. Als die deadlines er zijn en het Havenbedrijf laat weten daar niet mee door te gaan en aan FIT zegt: ‘Ga voor ons op zoek naar dit of dat soort bedrijven’, dan zal FIT dat ook doen. Het is totaal onjuist dat FIT zijn taak niet zou vervullen. (Opmerkingen van Güler Turan)
FIT doet dat altijd en doet dat ook zeer goed, tot eenieders tevredenheid, zowel van de exportbedrijven als van de overheden die investeringen wensen aan te trekken.
Het is niet aan FIT, noch aan de minister-president om in de plaats van het Havenbedrijf te onderhandelen. Dit is niet hun grond of de site van de Vlaamse overheid. Het is van het Havenbedrijf. Het is het Havenbedrijf dat over voldoende knowhow, expertise, kennis van zaken, ervaring beschikt om die onderhandelingen te voeren.
Het is dus aan het Havenbedrijf om te zeggen: ‘We gaan daarmee door’ of ‘We gaan daar niet mee door. Er was een deadline en die is niet gehaald.’ Dat laten wij over aan het Havenbedrijf. We kunnen daarin niet interveniëren.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister-president, ik zeg niet dat FIT zijn werk niet doet of niet goed doet, ik zeg dat u als leider van de Vlaamse Regering hier geen leidende rol inneemt, punt. Daar blijf ik bij. Dit is een dossier waarin ik nogmaals zeg: we verliezen tijd, kostbare tijd, in deze moeilijke economische omstandigheden. De Opelsite is een verantwoordelijkheid, of niet direct een verantwoordelijkheid, het is een gevolg van het niet kunnen organiseren van het beleid door de vorige regering, maar meer nog deze regering. U bent daar verantwoordelijk voor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.