Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Vraag om uitleg over de kraakproblematiek in sociale huurwoningen
Vraag om uitleg over de bescherming van tijdelijk leegstaande woningen
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, een tijdje geleden was deze problematiek zeer actueel. In Gent hebben twee Romagezinnen sinds een aantal weken het leegstaande huis ingelijfd van een koppel dat voor het werk in Vietnam woont. De krakende gezinnen werden zelf het slachtoffer van een kraker, die de woning aan hen verhuurde en erna met de noorderzon verdween. Tegelijk bleek dat men de krakers niet zomaar uit het huis kon zetten, wat tot veel publieke en ook maatschappelijke verontwaardiging heeft geleid.
Kraken is vaak een huisvestings- en armoedeprobleem. Het toont de neerwaartse spiralen van gezinnen in precaire situaties. Opiniemakers vragen er een zicht op of dit een symptoom is van een krakend woonbeleid. Kraken lijkt in Gent de methode om stedelijke uitdagingen inzake diversiteit en sociale grondrechten op de agenda te plaatsen. Gekraakte panden zijn veelal leegstaande private en publieke panden. Naast enkele kleinere politieke kraakacties blijken het vooral nieuwkomers in precaire situaties te zijn die kraken. Het betreft alleenstaande nieuwkomers, maar ook gezinnen met kinderen, die kraken om een dak boven het hoofd te hebben. Nachtopvang is namelijk niet aangepast voor gezinnen met kinderen. Tegelijk worden de eigendomsrechten van huiseigenaars geschaad. Opdat ze terug beschikking zouden hebben over hun woning, moeten ze vaak gerechtelijke stappen zetten.
Minister, kunt u als minister bevoegd voor het woonbeleid het kraken voorkomen? Wat is de stand van zaken inzake doortrekkersterreinen, en hoeveel doorgangswoningen zijn er in Vlaanderen? Hoe zult u de mensen in precaire woonomstandigheden opvangen, zodat men zich niet moet wenden tot kraakpanden of de lasten op individuen worden gelegd? Kunt u ook in een machtiging tot uithuiszetting voorzien voor burgemeesters, zoals bijvoorbeeld bij onbewoonbare woningen? Als het daarover gaat, heeft de burgemeester immers het recht om te huisvesten, op kosten van. Welke omvang kent het probleem van het kraken in Vlaanderen volgens u? Kan Vlaanderen de eigendomsrechten van huiseigenaars voldoende beschermen via de Wooncode?
De heer Hendrickx heeft het woord.
Ik ga uiteraard niet herhalen wat de collega al heeft gevraagd of gesteld. Het is duidelijk dat dat al lang geen onschuldige subcultuur meer is, zoals sommigen het nog steeds proberen voor te stellen. Langs de ene kant zijn er criminele groepen die geld verdienen met panden te kraken en er mensen tegen betaling te huisvesten, langs de andere kant staan collectieven die om ideologische redenen alles doen om krakers aan te moedigen en te adviseren. De gevolgen zijn ernaar, met vorig jaar 160 gevallen in Gent alleen.
Minister, in een antwoord op een eerdere vraag mijnerzijds gaf u aan dat het aantal gekraakte leegstaande sociale woningen niet gekend is. Richtlijnen waren er eveneens niet voor sociale huisvesters, maar wel waren er in 2012 in Fundamenten enkele goede praktijken opgelijst. Met de te verwachten wijzigingen aan de relevante wetgeving hieromtrent lijkt het me aangewezen om ook hierover de huisvesters te informeren, teneinde een uniforme aanpak te verkrijgen.
Ik heb voor u dan ook de volgende vragen. Hoe groot schat u de problematiek van gekraakte sociale huurwoningen in? Is het opportuun om een zicht te krijgen op dat aantal gekraakte sociale huurwoningen? Acht u het wenselijk om de sociale huisvesters te informeren over de mogelijkheden om krakers aan te pakken in het licht van de nieuwe wetgeving? Acht u het wenselijk dat dit gebeurt op een uniforme wijze?
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Voorzitter, de twee collega’s hebben echt specifiek ingezoomd op het incident of de situatie van het kraken in Gent. Mijn vraag is daaraan gekoppeld en heeft zeker ook te maken met de krakersproblematiek, maar ik bekijk het wat ruimer, meer wat de leegstand betreft, namelijk de bescherming van tijdelijk leegstaande woningen.
Leegstaande gebouwen hebben immers een negatief effect op de omgeving en zijn onaangenaam voor de omliggende panden, voor de omwonenden en ook voor de passanten. Vaak staan woningen ook tijdelijk leeg, bijvoorbeeld in afwachting van een verkoop of renovatie van een pand of door langdurige afwezigheid van de bewoners, zoals dat eigenlijk het geval was met die eigenaars in Gent. Ze waren voor een tijd in het buitenland. Dat maakt woningen kwetsbaar voor inbraken, voor vandalisme en ook dus voor kraken.
Wie zijn tijdelijk leegstaand pand zou willen beschermen, kan dat nu al doen door te kiezen voor tijdelijke bewoning via leegstandsbeheerders. Dat fenomeen bestaat al een tijdje in Vlaanderen, in de grotere steden, maar zeker ook wel in kleinere gemeenten. Onder andere Camelot, Lancelot, Entrakt en Interim Vastgoedbeheer zijn actief in die sector. Wat doen zij? Ze verhuren – het heeft niet die contractuele benaming, maar het komt er wel op neer – een leegstaand pand tegen een relatief lage prijs als tijdelijke bewoning of zelfs ook als werkplek. De ‘huurders’ zijn dus vooraf op de hoogte van het feit dat de duurtijd van de bewoning beperkt is en ook snel kan eindigen. Voor eigenaars die op zoek zijn naar een tijdelijke oplossing, is dit zeker een alternatief. Het klassieke verhuren is in sommige gevallen niet mogelijk of ook niet wenselijk, omdat de woning nu eenmaal te kort beschikbaar is. Het pand kan ook niet als leegstaand worden geherkwalificeerd, wat de eigenaars dan meer rechtszekerheid zal bieden.
Leegstandsbeheer richt zich op een ander type huurder dan de huurder die op de traditionele huurmarkt actief is. Het tijdelijke karakter van die huurovereenkomst vormt juist een troef voor die specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld bij een tijdelijke huurnood na een relatiebreuk of als tussenoplossing wanneer een huurcontract afloopt of men nog niet kan intrekken in een aangekochte woning.
Op dit moment verloopt leegstandsbeheer via bezetting ter bede, een mogelijkheid in het federale verbintenissenrecht, maar die rechtsfiguur leidt toch wel tot onzekerheid op juridisch vlak, onzekerheid over de opzegtermijn, onzekerheid over alle mogelijke rechten en verplichtingen, maar zeker ook onzekerheid wat de kwaliteitsnormen betreft. Aangezien dit niet wordt beschouwd als een vorm van bewoning of huren, zijn onze kwaliteitsnormen, waarvoor Vlaanderen bevoegd is, daar ook niet op van toepassing. In Frankrijk werd een beperkte regeling uitgewerkt voor dit soort tijdelijke huurcontracten. Kenmerkend is dat er geen minimale huurperiode wordt opgenomen, maar dat er wel wordt voorzien in een opzegperiode van een maand, wat toch meer zekerheid creëert. Het wetgevend kader maakt dat voor die eigenaars net ook een aantrekkelijk alternatief.
Minister, neemt u al maatregelen om eigenaars te informeren over het risico op bijvoorbeeld kraken van tijdelijk leegstaande woningen? Informeert u hen ook over die alternatieven die hiervoor reeds bestaan? Hoe volgt u de trend van het leegstandbeheer op? Acht u het interessant om, zoals in Frankrijk, hiervoor ook in een wettelijk kader te voorzien, zodat er meer rechtszekerheid is en ook de kwaliteitsnormen worden nageleefd?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, gelet op de complexe staatsstructuur van ons land moet ik toch even beginnen met een inleidende situering van de bevoegdheidsverdeling wat kraken betreft. Ik denk immers dat het toch wel belangrijk is om daar duidelijkheid over te verschaffen. De federale overheid is via het strafrecht bevoegd voor de bescherming van het eigendomsrecht, en via gerechtelijk recht voor de gerechtelijke procedure voor de rechter of vrederechter. De gewestelijke overheid is bevoegd voor het huisvestings- en woonbeleid. De lokale overheid is bevoegd voor de openbare veiligheid en de gezondheid, en kan dus optreden wanneer die door krakers in het gedrang worden gebracht, bijvoorbeeld als er sprake is van een onveilige of ongezonde situatie in het kraakpand. De lokale overheden zijn ook bevoegd voor het leegstandsbeleid, per afgeleide van de paritaire commissie decentralisatie. Dat is zo geregeld in deze legislatuur, op uitdrukkelijke vraag van de lokale besturen zelf. Die lokale besturen dienen dus de leegstand van woningen op hun grondgebied autonoom te bestrijden. Ze hebben daar ook alle middelen voor gekregen. Daarmee wil ik maar aangeven dat de gewestelijke overheid slechts onrechtstreeks betrokken is bij de hele problematiek van het kraken.
Mevrouw Van Volcem, u vroeg me wat ik kan doen om kraken te voorkomen, wat de stand van zaken is inzake doortrekkersterreinen en hoeveel doorgangswoningen er in Vlaanderen zijn.
Ik wil hier een nuancerende beginopmerking bij maken. Het is niet zo dat iedereen die kraakt, per definitie tevreden zou zijn om op een doortrekkersterrein of op een residentieel woonwagenterrein te wonen. Misschien zou dit ons te ver drijven, maar ik wil dit toch even aanstippen. Deze vragen hebben veel te maken met wat er recent in de media is verschenen over de bewuste kraak in Gent door een Romagezin. Er is ook wel een verschil tussen de zogenaamde Roma die niet rondtrekken en de Roms die wel rondtrekken. Dus de link tussen kraken en doortrekkersterreinen ligt moeilijk.
Mevrouw Van Volcem, op een schriftelijke vraag van 19 januari 2017 van uw fractiegenote Lydia Peeters heb ik een overzicht gegeven van alle subsidies die zijn gegeven in het kader van residentiële terreinen en doortrekkersterreinen. Het gaat over schriftelijke vraag nummer 295. Daar vindt u alle cijfers, die ik hier niet zal herhalen, want dat zou ons te ver leiden.
Het aanbieden van doorgangswoningen of transitwoningen behoort tot de autonomie van de lokale besturen. De Vlaamse overheid heeft daar geen zicht op. De beleidsdomeinen Wonen en Welzijn ondersteunen de lokale besturen hierbij. In speciale omstandigheden hebben ze ook financiële middelen gekregen, bijvoorbeeld in het kader van de vluchtelingencrisis.
Hoe zal ik de mensen in precaire woonomstandigheden opvangen zodat ze zich niet moeten wenden tot kraakpanden of dat de lasten op individuen worden gelegd? Kan ik ook een machtiging tot uithuiszetting geven aan burgemeesters? Er zijn in Vlaanderen verschillende instrumenten en instanties die mensen in precaire woonomstandigheden ondersteunen, zowel op gewestelijk als op gemeentelijk niveau. Ik zet vooral in op een verdere uitbouw van het aanbod betaalbaar/sociaal wonen. Er wordt geïnvesteerd in sociale woningbouw. U kent de cijfers, de debatten zijn hier al vaak gevoerd. Natuurlijk zet ik ook in op de private huurmarkt via de sociale verhuurkantoren. Daarnaast wil ik ook tot een versterking van de private huurmarkt komen.
Bijkomend moet ik ook verwijzen naar alle welzijnsvoorzieningen die instaan voor onder andere de begeleiding van mensen in precaire omstandigheden. Die vallen dan weer onder de bevoegdheid van minister Vandeurzen die er de nodige middelen voor uittrekt ter ondersteuning van de lokale besturen. Dat valt onder de noemer van de zogenaamde woonbegeleiding. Ik heb absoluut niet de bevoegdheid om burgemeesters te machtigen tot uithuiszetting over te gaan. Dat is een federale bevoegdheid en valt onder het strafrecht en het burgerlijk recht.
Welke omvang kent het probleem van kraken in Vlaanderen? Kan Vlaanderen huiseigenaars hun eigendomsrechten voldoende beschermen via de Wooncode ? Zoals blijkt uit mijn inleiding is het Vlaamse Gewest niet bevoegd voor de bescherming van het eigendomsrecht. Dat is een federale bevoegdheid. Naar ik verneem, werkt de federale minister van Justitie momenteel aan een wetgevend initiatief om eigenaars van gekraakte panden beter te beschermen. Ik heb er goede hoop op dat dat ver genoeg gaat en dat er bijvoorbeeld ook bepalingen uit het strafrecht zullen worden opgenomen in die wet.
Aan Vlaamse kant hebben we dezelfde meerderheid in de Federale Regering. Het is goed om bij jullie federale collega’s aan te dringen. Ik heb begrepen dat het gaat over onder andere het versoepelen van de procedure om tot een uitspraak te komen van een vrederechter, en over wie dan moet opdraaien voor de kosten. Het is mijn, en naar ik hoop, ook jullie overtuiging, dat het goed zou zijn dat er in het wetgevend initiatief bepalingen zouden worden opgenomen in het kader van het strafrecht. Als jullie mij daar willen bij helpen en jullie federale collega’s daarop wijzen… Ik weet niet of het er per definitie van uitgesloten is, maar dat is de informatie waar ik nu over beschik. Ik zal dat zeker doen bij mijn eigen fractie. Als jullie me hierbij willen helpen, zal ik jullie lange tijd dankbaar zijn.
De vragen van collega Hendrickx gaan over kraken en de sociale huurmarkt. Tot op heden heb ik geen enkel signaal ontvangen hieromtrent. Meer nog, gisteren hadden we een overleg met de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH's). De directeur zei dat het probleem zich niet stelt. Wil dat zeggen dat er misschien ergens in Vlaanderen geen woning wordt gekraakt die een sociale woning is? Neen, dat kunnen we niet uitsluiten. Het is in ieder geval geen problematiek waarover de VVH of wij ons zorgen moeten maken.
Acht ik het wenselijk de sociale huisvesters te informeren? Momenteel hebben wij nog geen vragen voor eventuele ondersteuning gekregen vanuit de sector. Indien er vanuit de sector vragen voor ondersteuning komen – ik heb u net verteld dat de VVH geen noemenswaardige problemen ziet –, zullen we ervoor zorgen, zoals we altijd doen, dat er in principe uniforme informatie kan worden verstrekt door de VMSW in samenwerking met het Agentschap Wonen Vlaanderen. Maar dat is vooruitlopen op een problematiek die zich vandaag niet dermate stelt.
Mevrouw Christiaens, veel van uw vragen zijn al aan bod gekomen in vragen om uitleg die u in deze commissie hebt gesteld. Voor het antwoord op de vragen over leegstandsbeheer wil ik verwijzen naar mijn antwoord op uw vraag om uitleg nummer 2668 in deze commissie in september 2016. Ik ben toen heel uitgebreid ingegaan op het fenomeen leegstandsbeheer. Zoals ik toen heb uiteengezet, ben ik niet tegen dergelijke initiatieven. U hebt er zelf een aantal bij naam genoemd. Ik heb toen gezegd en ik herhaal nu dat ik absoluut niet tegen dergelijke initiatieven ben, maar dat er wel een aantal randvoorwaarden vervuld moeten zijn. Dat heb ik in september gezegd en dat blijf ik herhalen omdat ik van oordeel ben dat leegstandsbeheer niet op gelijk welke manier kan worden ingevuld en gebeuren.
U vroeg toen of ik in een wettelijk kader zou voorzien. Ik heb geantwoord dat leegstandsbeheerders omwille van de flexibiliteit vooral kiezen voor overeenkomsten van bezetting ter bede. Het Vlaamse Gewest is niet bevoegd om deze huurovereenkomsten te reguleren aangezien ze onder de federale wetgeving vallen. Onder bepaalde voorwaarden kan een overeenkomst tussen de leegstandsbeheerder en de bewoner worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst. In dat geval zal het woninghuurrecht van toepassing zijn.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, wij vinden ook dat het strafbaar moet zijn, maar als daarover nog discussie is – de vraag is niet van gisteren – en er is geen akkoord, dan vind ik dat er toch een oplossing moet zijn voor dat probleem. Ik probeer dan altijd een beetje creatief te zijn. Als je een woning hebt die onbewoonbaar is verklaard, dan heeft de burgemeester de machtiging om die te sluiten en de mensen te herhuisvesten. Wanneer men wordt geconfronteerd met zulke problemen met krakers, die meestal in slechte panden zitten, zou men vanuit de Wooncode, die van openbare orde is, de bevoegdheid kunnen verlenen aan de burgemeester. Is het realistisch dat in precaire woonsituaties huisvestingsmaatschappijen daarvoor open staan? Dat behoort nu tot de lokale bevoegdheid. Als sociale woningen in de toekomst een patrimonium moeten hebben van meer dan 1000 sociale woningen, kunnen we dan niet plannen dat 5 procent ter beschikking wordt gesteld als doorgangswoning?
Zo heb je altijd een aantal woningen die als crisiswoning kunnen dienen. Dat is zeer precair. Als mensen op straat belanden, hun inkomen verliezen, slaag krijgen van hun man, dan kun je op korte termijn meestal niets doen. Het enige wat de overheid kan doen, is een crisiswoning gedurende drie maanden ter beschikking stellen. Kunnen we geen deel van het overheidspatrimonium reserveren voor die kritieke situaties?
Minister, ik ben heel tevreden met uw antwoord. De problematiek stelt zich volgens de VVH blijkbaar niet in de sociale huisvestingsector. Uiteraard is het wel nodig dat we alert blijven.
Minister, inzake de kraakproblematiek is het nodig en nuttig dat een individueel geval misschien overdreven wordt gemediatiseerd zodat er na tientallen jaren tot een oplossing kan worden gekomen. Zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijk zal federaal minister Geens voor een oplossing en een initiatief zorgen, waarvan we denken dat het tegemoetkomt aan de problematiek die nu bestaat.
Minister, ik heb u inderdaad in september een vraag om uitleg gesteld over het leegstandsbeheer. U hebt nu niets meer gezegd dan wat u toen hebt gezegd. Soms rekenen we op het voortschrijdend inzicht, want deze situatie van de krakers in Gent duidt aan dat eigenaars niet of weinig op de hoogte zijn van de mogelijkheden van leegstandsbeheer. U zegt dat u daarachter staat of dat u er alleszins niet tegen bent, maar dat er wel voorwaarden aan gekoppeld moeten zijn. Dat is nu net het probleem. Nu zijn er geen voorwaarden aan gekoppeld. U verwijst zelf naar de kwaliteit, waar we in Vlaanderen bevoegd voor zijn. Aangezien het niet wordt erkend als een woonvorm, zijn ook onze Vlaamse kwaliteitsnormen niet van toepassing op die tijdelijke woning of bezetting.
Dat u en wij niets kunnen wijzigen aan de federale contractuele vorm van de bezetting ter bede, is uiteraard evident. De bezetting ter bede bestaat in de contractvorm en zal in vele gevallen nuttig zijn. De vraag is of Vlaanderen hiervoor in een regelgeving kan voorzien. Dat kunt u in het kader van de private huurmarkt. U kunt in iets specifieks voorzien zoals in Frankrijk, als het gaat over een tijdelijke woning. Net dan kunnen op die tijdelijke bewoningen ook onze kwaliteitsnormen van toepassing zijn.
Indien er iets wordt gepland in onze Vlaamse regelgeving voor de tijdelijke bezetting, kan dit dan worden opgenomen in het kader van de private huurmarkt? Daar is een vraag voor, er is een bepaalde doelgroep en de eigenaars worden er extra door beschermd.
Parallel daarmee stellen we vast dat, hoewel er een doelgroep van ‘huurders’ voor bestaat, eigenaars er vrij weinig van op de hoogte zijn, terwijl het in heel veel gevallen toch een oplossing zou kunnen bieden voor eigenaars die hun woning willen vrijwaren van kraken, vandalisme of leegstand. Ik roep u op om de sensibilisering en promotie van dit soort van bewoning op te nemen.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, u hebt vroeger al de commissie attent gemaakt op het sociaal beheersrecht. Als gemeenten dat willen uitoefenen, is dat dikwijls als er geen leegstandsheffing wordt betaald. Is het in het kader van preventie niet goed dat er bijkomend tijdelijke huurovereenkomsten kunnen worden gefaciliteerd?
Kunnen lokale besturen, als ze in dat kader een overeenkomst afsluiten met een eigenaar die een pand ter beschikking stelt, die panden dan gebruiken als doorgangswoningen?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Van Volcem, wij zijn zeer expliciet bevoegd voor de woningkwaliteit. De bijzondere wet op de hervorming van de instellingen wijst die bevoegdheid toe aan Vlaanderen. Het klopt dat op basis van die bepaling een burgemeester altijd een woningkwaliteitsonderzoek kan laten uitvoeren. Maar de rechtsgevolgen van dat onderzoek zijn voor de eigenaars, niet voor de krakers. Er kan bijvoorbeeld worden overgegaan tot het heffen van een leegstandsheffing. Daar worden eigenaars mee gestraft, maar dat heeft totaal geen effect op de krakers. Dat biedt geen oplossing voor het feit dat de krakers in dat pand zitten. Dus weet ik niet of dat een goede oplossing zou zijn.
Mevrouw Christiaens, ik ben uiteraard bereid om eigenaars goed te informeren. Dat kunnen we via allerlei kanalen doen. Ik zal mij niet wegsteken achter het feit dat dat een federale bevoegdheid is. We kunnen voor de 308 Vlaamse gemeenten onze verantwoordelijkheid opnemen. Ik zal dat natuurlijk niet doen voor de andere gemeenten. Maar we hebben in Vlaanderen weinig hefbomen in handen, zoals ik al in het begin van mijn antwoord zei. We zullen in elk geval attent bekijken wat de mogelijkheden en de potentiële gevolgen zijn.
Een tijdelijke bezetting verschilt van een bezetting ter bede. Mevrouw Christiaens, als u mij zegt dat ik dat kan doen binnen de Vlaamse regelgeving, dan hebt u daar voor een deel gelijk in. Maar ik heb daar wel een aantal vragen bij. De souplesse die er nu is in de omgang met een contract van een bezetting ter bede valt totaal weg als wij het zelf opnemen in onze eigen wetgeving omdat ze dan volledig onder de Vlaamse Woninghuurwet vallen. Het is dus de vraag of het opportuun is om dat te doen – naar mijn aanvoelen niet.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, u moet zich niet aangevallen voelen, ik wil gewoon een oplossing. In het kader van de huur heeft de burgemeester, wanneer de woning onbewoonbaar is verklaard, het recht om het gezin te nemen en zelfs, conform artikel 31, op hotel te steken. Ik vond het gewoon creatief om het probleem op te lossen wanneer er geen huur is en er is een bezetting. Nu zitten de eigenaars met de handen in het haar. Ze krijgen de krakers er niet uit. Dan zou je de burgemeester toch de bevoegdheid moeten kunnen geven om met de politie op basis van dit artikel de mensen uit het huis te zetten. Dat is dan al één probleem opgelost, meer is het niet. Ik vroeg u gewoon of u creatief kunt meedenken. Als natuurlijk de federale overheid het op korte termijn oplost, des te beter. Maar omdat het akkoord er nog niet is, dacht ik, aangezien u toch graag altijd uw eigen bevoegdheden uitput, dat daar misschien een mogelijke oplossing te vinden was.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk een dubbeltje op zijn kant. Langs de ene kant is er de souplesse, langs de andere kant zijn er de onduidelijkheid en de onzekerheid, en is er geen enkele controle op het vlak van kwaliteit. Kunt u daar, misschien samen met het Steunpunt Wonen of met het departement, rekening mee houden om eens te onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat die het beste van de twee kanten heeft? Dan is er én de souplesse én er worden minimale criteria gehanteerd in het kader van die vormen van bewoning.
U kunt misschien eens overleggen met de genoemde initiatieven die daarmee bezig zijn om te bekijken in welke mate zij vragende partij zijn en in welke mate zij aangeven dat zij dat graag geregeld zouden zien, zoals de wetgeving in Frankrijk dat doet, zodat er rechtszekerheid en duidelijkheid kan zijn. Ik vraag u dus gewoon om het verder te onderzoeken. Misschien komt er een heel goed idee uit.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.