Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik wil eventjes zeggen dat ik volledig onschuldig pleit bij de vorige kwestie, maar goed.
Minister, dit is een vraag van een heel andere orde. Het is misschien ook een vreemde vraag, over de toekomst, die uiteindelijk niemand kan voorspellen. Het gaat over het ‘Time Machine Project’, een ambitieus project waarmee een consortium van 70 Europese instellingen samenwerken om 2000 jaar Europese geschiedenis om te zetten in een gebruiksvriendelijk platform. Ze willen een soort virtuele voorstelling van historische steden creëren, een soort Google Street View, maar dan door de geschiedenis heen, door de eeuwen heen. Universiteiten, onderzoeksinstellingen, bibliotheken en musea uit 20 landen werken intensief samen om archieven en collecties te scannen, te analyseren, te ontsluiten en beschikbaar te stellen.
Voor Vlaanderen is de Universiteit van Antwerpen op dit moment de enige partner, maar de initiatiefnemers zijn vragende partij voor meer interesse uit onze regio. In latere instantie zullen ook burgers actief kunnen bijdragen aan het project.
Het ‘Time Machine Project’ is gebaseerd op een ‘open source policy’ – zoiets als Wikipedia – met als motivatie dat het om gedeeld cultureel erfgoed gaat. De bedoeling is om over de grenzen heen een gezamenlijke geschiedenis van Europa te schrijven. De toeristische, culturele en innovatiesectoren zouden daar volgens de initiatiefnemers voordeel bij hebben.
Het project heeft een dossier ingediend om een subsidie binnen te halen als een FET Flagships-project (Future and Emerging Technologies), onderdeel van het HORIZON 2020-programma – dat is research en innovatie – van de Europese Commissie.
Minister, hoe staat u tegenover het ‘Time Machine Project’? Hebt u daarover overleg met uw collega’s van respectievelijk Onroerend Erfgoed, Toerisme en Onderwijs? Hoe kijkt u aan tegen de visie van het ‘Time Machine Project’? Zijn dat realistische verwachtingen volgens u? Hoe ziet u de relatie tussen het ‘Time Machine Project’ en bestaande Vlaamse instellingen die zich bezighouden met het scannen, analyseren, ontsluiten en beschikbaar stellen van ons cultureel erfgoed, met name op het vlak van de door het project gehanteerde ‘open source policy’?
Minister Gatz heeft het woord.
Bedankt voor de vraag. Ik vind dit in elk geval een interessant project, omdat het een nieuwe dimensie geeft aan het concept ‘hergebruik van digitale culturele informatie’, een nieuwe dimensie waarvan we vandaag inderdaad nog niet helemaal kunnen inschatten waartoe het zal kunnen leiden. In elk geval wil ik dit concept mee verder aan bod laten komen en uitwerken in mijn visienota ‘Een cultuurbeleid in het digitale tijdperk’.
Het ‘Time Machine Project’ past het concept ‘big data’ toe – wellicht voor het eerst – op historische data en informatie en komt via geavanceerde analyses tot nieuwe resultaten. In die zin is het een mooie toepassing van wetenschappelijke methodieken die met culturele data aan de slag gaan. Uiteraard zie ik ook inhoudelijk zeker de meerwaarde van het bundelen van tweeduizend jaar Europese geschiedenis door onderzoeksteams van over heel het continent samen te brengen.
Dan had u een vraag over welke contacten er zijn met de ministers van Onroerend Erfgoed, Toerisme en Onderwijs. Ik heb hierover tot dusver geen contact gehad met mijn collega’s, omdat ik zelf geen financiële inbreng in dit project gedaan heb. Horizon 2020 is immers een Europees programma, waarvan het contactpunt in Vlaanderen door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek opgenomen wordt. Het gegeven dat digitale erfgoeddata als grondstof voor innovatieve en wetenschappelijke doeleinden aangewend worden, is daarbij zeker een boeiende evolutie.
Zoals u weet, wordt er in de Vlaamse cultureelerfgoedsector langzaam gewerkt aan het wegwerken van de achterstand op het vlak van het digitaliseren van documenten en objecten. Ik leg op dit ogenblik daar de prioriteit, wat niet wegneemt dat ik opensta voor een gesprek over mogelijke synergiën met mijn collega bevoegd voor de innovatie en de wetenschap en/of de andere ministers die u in uw vraag suggereert.
Europa heeft met de jaarlijkse oproepen binnen het Horizon 2020-programma welbepaalde doelstellingen voor ogen. Die doelstellingen staan in relatie tot het verder stimuleren van innovatie en onderzoek. Ik meen dat het om realistische doelstellingen gaat en beroep me hiervoor onder meer op de opmars die technieken zoals tekst- en datamining momenteel in de cultuursector en andere sectoren maken. Zoals ik daarnet zei: het is moeilijk in te schatten waar ons dat zal leiden. Ik denk dat er eerder meer dingen zullen uitkomen dan minder. Waarschijnlijk zal het ons op nieuwe paden brengen.
Alle positieve impulsen op het vlak van digitalisering zijn vanzelfsprekend zeer welkom. Ik hoop dan ook dat dit project een meerwaarde kan bieden voor de organisaties die momenteel met digitalisering van culturele content in de brede zin bezig zijn. Zoals eerder gezegd, is de techniek van big data binnen de cultuursector nieuw, wat betekent dat een relatie tussen het ‘Time Machine Project’ en de cultuursector nog opgebouwd moet worden. Ik wil me zeker engageren om dit te faciliteren door de door mij gesubsidieerde cultureelerfgoedorganisaties in te lichten en aan te sporen om contact op te nemen met het Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen. Zij hebben immers een oproep gepubliceerd voor geïnteresseerde cultureelerfgoedorganisaties die aan dit project willen deelnemen met hun datasets.
Samenvattend denk ik dat alle erfgoedorganisaties nog fel bezig zijn met het digitaal inventariseren van hun erfgoed en dat we daar om evidente redenen de voorrang aan geven. Er zullen er een aantal zijn die daarin al verder staan en die al wat energie vrij hebben om de volgende stap te zetten en op een of andere manier aansluiting te zoeken bij het ‘Time Machine Project’ via de Universiteit Antwerpen. Ik zal de sector zeker zachtjes aanmoedigen om in die richting mee te kijken en mee te doen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Ik noteer dat u het alleen maar een positief gegeven vindt. Er bestaat al zoiets: het ‘Venice Time Machine Project’, dat wel veel beperkter is in omvang. Ik stel me wel vragen bij de complexiteit van het project: het scannen en digitaliseren van 52 miljoen documenten en miljarden prenten en foto’s. Ik stel me ook vragen bij de betrouwbaarheid van de informatie. In de artikelen die ik heb gelezen, staat dat we zullen moeten leren omgaan met een nieuw soort onbetrouwbaarheid omdat ook burgers informatie kunnen toevoegen die misschien historisch gezien niet altijd correct is. Dat is een beetje tweeslachtig. Ik kijk ernaar uit, maar ik zal het niet meer meemaken dat ik door mijn eigen stad kan lopen in de 16de eeuw, want het begint pas in 2021. Ik noteer dat u het een zeer positieve evolutie vindt.
Minister Gatz heeft het woord.
We hebben natuurlijk al met een bepaald soort onbetrouwbaarheid moeten leren omgaan door bijvoorbeeld Wikipedia. Ik betrap mezelf er ook op dat we alles wat daar staat, zonder meer voor waar aannemen, terwijl we bij dingen die we goed kennen, toch merken dat ze soms onevenwichtig zijn opgebouwd. Anderzijds is de input van heel veel mensen positief. Ik kan dat alleen maar toejuichen.
Ik vrees dat we niet anders zullen kunnen dan ook hier met een bepaalde mate van onbetrouwbaarheid te leren omgaan. We zullen trouwens almaar meer op de proef worden gesteld in verband met alles wat überhaupt verschijnt. Zelfs een oud beeld op social media zetten, kan een bepaalde nieuwswaarde hebben en behoort tot de hele thematiek van nepnieuws. We hebben deze week de nieuwe tendensen kunnen zien van wat er allemaal mogelijk is om dingen te creëren op social media of op media tout court, om zelfs live-interviews bij te spijkeren. Enerzijds slaat de schrik je dan om het hart, maar anderzijds zullen we wel manieren vinden om daar in belangrijke mate mee te leren omgaan. Ik ga ervan uit dat dit een vooruitgang is die niet kan worden gestopt en die voornamelijk positieve effecten zal hebben.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dat zijn wijze afsluitende woorden van de minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.