Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, crowdfunding kennen we allemaal. Sinds de financiële crisis is crowdfunding naast de klassieke banken ontstaan, vooral omdat die laatste een voorzichtiger houding begonnen aan te nemen. Dat laatste is op zich niet slecht, maar kan natuurlijk ook remmend werken op innovatieve projecten. Een cijfer: bijna 600 projecten brachten 13,3 miljoen euro op in het eerste semester van 2016, wat verre van onaardig is. Sinds kort is er een federaal kader operationeel. De vraag rijst dan wat u, minister, zult ondernemen om crowdfunding te promoten.
Een ander concept dat in de Angelsaksische wereld al een tijdje bestaat, zijn de coöperatieve kredietunies. Nederland experimenteert er ook al mee. Het betreft coöperaties die naast het bestaande bankkrediet zorgen voor de financiering van projecten. Het is allicht niet de belangrijkste bron voor investeringsprojecten, maar toch een interessant aanvullend model voor de financiering van innovatieve projecten van kmo’s die elkaar in sectoraal of geografisch verband zo kunnen ondersteunen.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. In 2015 nam KPMG een eerder behoudend standpunt in. Vandaag, twee jaar later, buigt de Vlaamse overheid zich opnieuw over het fenomeen. Hoe staat u tegenover het idee van kredietunies? Wilt u hen in Vlaanderen aanmoedigen? Werden er reeds overlegmomenten georganiseerd met belanghebbenden? Kwam een dergelijk idee reeds ter sprake in het highlevel bankenoverleg?
Kortom, een algemene vraag: hoe staat u tegenover de formule van kredietunies? Vindt u dat een valabele formule om in Vlaanderen aan te moedigen? Hoe gaat u dat eventueel doen?
Minister Muyters heeft het woord.
Inzake crowdfunding nemen we zoals reeds aangehaald zeker initiatief. We voeren een actief relatiebeheer met de crowdfundingplatformen, onder andere doordat ze opgenomen zijn binnen het financieringspanel van Finmix – u kent Finmix, het instrument waarmee we bedrijven op interactieve manier helpen hun financiering te optimaliseren. Ook worden de gekende crowdfundingplatformen opgenomen in de brochure rond risicokapitaalverstrekkers met hun kenmerken en specialiteit.
De federale regeling tot ondersteuning van investeerders via erkende crowdfundingplatformen is opgenomen in onze subsidiedatabank. In die zin zijn onze accountmanagers financiering ook specialist in deze financieringswijze en wordt de informatie actief overgebracht naar bedrijven.
Via het dienstverleningspakket ondernemerschap dat we in de markt zetten, voorziet Voka in een kortlopend traject dat ondernemers kunnen volgen om zich voor te bereiden op een crowdfundingcampagne. Voka werkt hiervoor samen met Douw & Koren. En ook UNIZO plant binnen het nog op te starten traject Go4Finance uitleg te geven aan ondernemers over crowdfunding. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld aspecten van de dienstverlening van EY en Netwerk Ondernemen. Wat betreft crowdfunding nemen wij wat onze bevoegdheden betreft zeer veel initiatieven en op een goede manier. We zien een enorme stijging van crowdfunding, men moet dat natuurlijk altijd goed kaderen.
Zoals u zelf zegt, heeft mijn voorganger Kris Peeters als minister van Economie het concept destijds laten onderzoeken door het toenmalige Agentschap Ondernemen. Een brede stuurgroep van werkgeversorganisaties, Febelfin, PMV, et cetera volgde de studie op. De conclusie was dat er in Vlaanderen weinig voedingsbodem is voor kredietunies, omdat het verdienmodel van deze unies vooral gebaseerd is op de rentevoeten, en die zouden dan redelijk hoog moeten zijn om daar voldoende financiering uit te halen. In Vlaanderen hadden we toen globaal lage rentevoeten waardoor het systeem van de kredietunie niet haalbaar was. Ook waren er destijds geen werkgevers- of sectororganisaties die zich aanmeldden om een kredietunie op te starten.
Die situatie is op dit moment niet substantieel gewijzigd, integendeel, de renteniveaus zijn enkel gedaald. De banken, publieke en private fondsen beschikken over enorme liquiditeiten. Ik heb gisteren bankenoverleg gehad en dit element ter sprake gebracht. Dat leek me het goede moment. Ze hebben daar bevestigd, dat bleek ook uit alle cijfers, dat er vandaag geen liquiditeitsprobleem is. Er is geen kredietschaarste. In het bankenoverleg zitten ook de werkgeversorganisaties, uit alles bleek dat er geen problemen zijn van krediet.
De conclusies van de studie, zo heeft men mij gisteren bevestigd, blijven helemaal overeind. Gelet op het historisch dieptepunt in de langetermijnrente is er voor bedrijfskredieten geen nood aan dergelijke structuur. Ook werd aangehaald dat dergelijke kredietunies bijvoorbeeld in Nederland vaak ook een coachingaspect omvatten – niet alleen kredietverstrekking – dat bij ons via andere programma’s opgevangen wordt los van kredietverstrekking. In de master call die we hebben gedaan, zitten de coachingaspecten over de hele levensloop van een bedrijf zeker in.
Ik heb geen nieuwe overlegmomenten georganiseerd. Ik heb geen weet van vragende partijen door de kredietmogelijkheden en liquiditeiten die er zijn en door de lage rentevoet.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister.
De crowdfunding is duidelijk.
De kredietunie is een formule voor een bepaalde niche, we moeten daar geen algemene financieringsbron van maken. Het is een beetje tijds- en conjunctuurgebonden. U hebt terecht verwezen naar macro-economische variabelen zoals de rentevoet, een bepalend element voor de noodzaak, het succes of de behoefte.
Ik kan uw redenering wel volgen. Inderdaad, in de Angelsaksische wereld is er naast de financieringsbron ook de coaching. Ik leid uit uw antwoord af dat dit geen prioriteit is, dat begrijp ik. Maar we lezen – en dat is een beetje de trigger geweest om deze vraag te stellen – op de website van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO): “Het Agentschap Ondernemen start een vervolgonderzoek om na te gaan wat de kansen zijn op korte termijn voor het opstarten van dergelijke kredietunie in Vlaanderen.”
Mijn nieuwsgierigheid naar dit vervolgonderzoek leidde tot deze vraag om uitleg. Ik merk nu aan uw antwoord dat dit een beetje te voluntaristisch geschreven is, ik weet niet hoe u dat nu aanvoelt.
Minister Muyters heeft het woord.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen was gisteren aanwezig. We hebben ook de reactie van de bankensector en van de werkgeversorganisaties gehoord. Ik was niet op de hoogte van het feit dat dat op hun website stond. Ik zal zeker vragen dat zij dat eraf halen. Als er geen vraag is, en er vanuit de bankensector wordt gezegd dat er vandaag geen kredietschaarste is en de coaching op een andere manier gebeurt, dan zie ik niet direct een aanleiding. Maar de toestand kan in de toekomst opnieuw veranderen. Uiteraard ben ik dan bereid om te zien wat en hoe.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, dat was de aanleiding van de vraag. Het was gewoon uit interesse, en niet om meteen te doen ingrijpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.