Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, het Kaaitheater is een van de onderschatte Brusselse parels. Het kunstencentrum bestaat al bijna 40 jaar, oorspronkelijk als tweejaarlijks internationaal festival. Sinds 1987 heeft het theater – toen nog Lunatheater en vandaag Kaaitheater – een permanente seizoenswerking. Het Kaaitheater heeft over de jaren heen een zeer sterk en gevarieerd programma ontwikkeld. Het is nu slachtoffer van zijn eigen succes, waardoor een renovatie zich opdringt en er op zoek wordt gegaan naar een tweede zaal. In samenwerking met Brusselse bouwmeester Kristiaan Borret – die tussen haakjes een Nederlandstalige is – wordt een oproep gelanceerd om een toekomstvisie voor het theater uit te werken.
Opvallend daarbij is dat de aankoop van een deel van het Citroëngebouw onderzocht wordt. Het gebouw domineert al jaren de politieke agenda. Denken we maar aan Citrowel, Citroniet. Het gebouw zou perspectief kunnen bieden om het Kaaitheater nog wat meer op de kaart te zetten. Het Citroëngebouw werd ondertussen door het Brusselse Gewest gekocht voor een bedrag van 20,5 miljoen euro. Van de 45.000 vierkante meter zal normaliter 15.000 tot 18.000 vierkante meter gereserveerd worden voor een nieuw museum voor moderne en hedendaagse kunst. Daar hebben we al een aantal boompjes over opgezet.
Gezien de locatie van het Kaaitheater vlakbij het kanaal, kan het kunstencentrum mee een rol spelen bij de opwaardering van de hele Kanaalzone. Het is belangrijk dat het gebouw, dat in 1990 voor het laatst gerenoveerd werd, nog jaren zijn belangrijke culturele functie kan vervullen in Brussel.
Minister, in welke staat bevindt het gebouw van het Kaaitheater aan Sainctelette zich? Bevestigt u dat een renovatie van het Kaaitheater noodzakelijk is? Hoe staat u tegenover een mogelijke uitbreiding van het Kaaitheater? Hoe zou die uitbreiding vorm kunnen krijgen?
In de bespreking van de begrotingsaanpassing hebt u gezegd dat “er heronderhandelingen van de erfpachtovereenkomst met het oog op uitbreiding voor een toekomstig lange termijn lopende zijn”. Ik interpreteer dit zoals u het hebt bedoeld, namelijk dat het gaat over de uitbreiding van de erfpachtduur en niet over de uitbreiding van de oppervlakte. Is de notariële akte al verleden? Werd er in dat kader gesproken over een mogelijke uitbreiding?
Minister Gatz heeft het woord.
Het Kaaitheater kent inderdaad een lange traditie met een gerenommeerde werking. De laatste grootschalige renovatie dateert van 1990, wat niet betekent dat er geen tussentijdse renovaties zijn gebeurd. Ook wordt het gebouw nauw opgevolgd naar eigenaarsonderhoud. Zo werden de zetels van de publiekstribune inmiddels vervangen, alsook de buitendeuren. Er werden een aantal veiligheidsmaatregelen genomen aan het podium, een aanpassing van de HVAC-installatie (heating, ventilation, airconditioning) en nog een aantal andere kleinere ingrepen zoals het plaatsen van geluidspanelen. Het gebouw kan dan ook zonder problemen en conform de regelgeving functioneren.
Het kan altijd beter en naar aanleiding van de opportuniteiten die zich aanbieden in de Kanaalzone en het Citroënproject, wordt er in overleg met het Kaaitheater een studie uitgevoerd. De studie bestaat uit een luik puur infrastructureel ten behoeve van het inplanten van mogelijks een tweede zaal voor dans en een luik over de positionering van het Kaaitheater. Het is daarom belangrijk dat zowel het team van de Vlaamse bouwmeester als de Brusselse bouwmeester betrokken zijn bij het dossier.
Er stellen zich een aantal opportuniteiten en een analyse van het exploitatiepotentieel voor het Kaaitheater is aan de orde. Vandaar dat er een studie is gestart.
Wat betreft de renovatie van het gebouw zijn er een aantal herstellingen gedetecteerd, ook aan de Kaaistudio’s in de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat. De geplande herstellingen worden in 2016 uitgevoerd. Een aantal herstellingen aan het Kaaitheater wordt uitgesteld tot de resultaten van het luik infrastructuur – met name de mogelijke inplanting tweede zaal voor dans – gekend zijn, ook om de werking van het centrum en de programmatie niet opeenvolgend te belasten.
Ik sta uiteraard positief tegenover de vragen die het Kaaitheater met mij aan het overlopen en uitwerken is. Ik heb dat in deze commissie al meerdere malen mogen aangeven. De studie zal uitwijzen welke richting het precies uitgaat. Ze is pas gestart en zal tegen eind 2016 uitmonden in voorstellen voor de toekomst. Daarna zal het mogelijk zijn om een beslissing te nemen over de opwaardering van het Kaaitheater.
Ik kan helaas nog geen uitspraken doen over hoe de uitbreiding mogelijks vorm kan krijgen. Dat is immers het onderwerp van de studie. We komen daar de volgende maanden zeker uitgebreid op terug.
Het is inderdaad de bedoeling om de duur van de erfpachtovereenkomst te verlengen en niet de oppervlakte te vergroten. We kunnen met de eigenaar alleen maar onderhandelen over de huidige oppervlakte en niet over andere elementen. Dat verloopt voorspoedig. Als ik me niet vergis, was er gemikt op 15 juni om dat voor elkaar te krijgen. Wegens administratieve procedures, zoals het intern vragen van het advies van de Inspectie van Financiën, vermoed ik dat het iets later zal zijn. Normaal gezien zal voor het zomerreces het heuglijke nieuws er zijn dat de erfpacht voor lange tijd wordt verlengd. Dat verloopt alvast zeer goed.
Ik denk dat we positief zullen kunnen antwoorden op de andere elementen, de andere vragen die het Kaaitheater stelt voor de middellange termijn. Nogmaals, geef ons nog enkele maanden om de zaken grondig te bekijken. Dan kunnen we daarin verdere beslissingen nemen.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positief antwoord. Ik ben blij dat er op dit punt een constructieve samenwerking bestaat tussen de bouwmeesters, zowel de Brusselse bouwmeester als het team van de Vlaamse bouwmeester, hoewel die post momenteel nog niet is ingevuld.
Ik heb verder begrepen dat er dit jaar ook in de Vaartstraat geplande herstellingen komen. Dat is een goede zaak. Daar was ook nog wat werk aan de winkel.
Ik vermoed dat u vooral naar het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) zult kijken. Is er sprake van samenwerking met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest? Kunt u daar iets meer over zeggen? Qua uitbreiding zijn er niet veel mogelijkheden. Ofwel gaan ze naar links, richting KBC, en komen ze bij de Unie van Vrijzinnige Verenigingen. Ofwel gaan ze naar achter of naar rechts, en dan zitten ze in de Citroëngarage. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is hierin wel een belangrijke partner.
Het is ook positief dat er voor de zomer een stukje zekerheid kan worden gegeven, alvast over de erfpacht van het huidige gebouw.
Kunt u wat meer uitleg geven over de betrokkenheid en de contacten met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest? Is de studie al gelanceerd? Wie doet die?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb u in februari daarover bevraagd. Ik heb toen gepeild naar uw welwillendheid. Die welwillendheid was toen heel groot. Dat hoor ik vandaag ook.
Ik krijg altijd verbaasde reacties, daarnet nog van mevrouw Segers: ‘Oei, het museum zal er toch nog komen, als het Kaaitheater aan uitbreiding denkt?’ Uiteraard zal het museum er komen. De site is groot genoeg om zowel een museum als de noodzakelijke uitbreiding voor het Kaaitheater te realiseren.
In uw vorig antwoord zei u dat u de mensen van het Kaaitheater had gezien, maar dat u nog geen plan had gekregen. Heeft het Kaaitheater daar nu al een plan voor op tafel gelegd? Kunt u daarover iets meer zeggen?
Ik ben ook blij dat er vooruitgang is in de erfpachtovereenkomst. Het is nog niet afgerond, maar ik hoor dat dat vrij snel zal gebeuren.
De vorige keer was er sprake van de noodzakelijke werken die er zouden moeten gebeuren. Ik heb er toen een aantal aangehaald en u hebt ze toen ook aangevuld: de hijsinstallatie, de akoestiek enzovoort. Hoe zit het met die heel punctuele noodzakelijke renovaties? Wat is de stand van zaken daarin? Los van het grote verhaal van de uitbreiding, zou er een heel specifieke, kleine wijziging komen in verband met toegang. Daardoor zouden ze voor een stuk op het terrein van de Citroënsite komen. Ik begreep dat er daarvoor toen ook al een onderhandeling op gang was gezet. Als ik mij niet vergis, was het technisch nogal moeilijk om die toegang te regelen, omdat er daar een ketel stond. Kunt u daarover iets meer vertellen?
Ik ben alvast zeer blij dat u uw welwillendheid voortzet.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil enkele contextuele elementen toelichten. De studie is begonnen en zal eind 2016 beëindigd zijn. Ik zal u laten weten wie de studie doet, dat kan ik hieruit niet onmiddellijk afleiden. In de studie wordt het geheel meegenomen. Er zijn zowel de punctuele investeringen die zouden moeten gebeuren rond de akoestiek en de hijsinstallatie als de mogelijke uitbreiding op het – heel bescheiden, maar daarom niet minder nodig – stuk van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest binnen de Citroëngarage. Daarvoor onderhouden we de nodige contacten met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. We zijn met alles tegelijk bezig.
Verder wordt ook het bredere stuk meegenomen. Quid de mogelijkheid van een tweede zaal voor dans, die op dit ogenblik eerder gepland wordt op de plek waar zich aan de kaai zelf de kantoren van het Kaaitheater bevinden? Quid de verhouding van die mogelijke toekomstige uitbreiding – die absoluut niet onrealistisch is, maar ik spreek nog even in voorwaardelijke vorm – ten opzichte van de bestaande Kaaitheaterstudio’s?
Op een gegeven moment vroeg het Kaaitheater zich af, als ze een tweede speelplek hebben centraal aan het Kanaal, of ze de Kaaistudio’s behouden. Dat is allemaal nog in gesprek. Er wordt bekeken hoe ze dat ten opzichte van elkaar doen. Als ik zei dat de studio uit twee delen bestaat, enerzijds de infrastructurele harde noden en anderzijds de brede positionering van het Kaaitheater en zijn groeimogelijkheden, dan bedoel ik dat daarmee.
Ik heb er goede hoop op dat dat allemaal ordentelijk en goed kan worden afgerond tegen het einde van het jaar, temeer omdat het plan waar vorige keer nog geen sprake van was of nog niet was neergelegd, er nu wel is. We kunnen nu de nodige stappen zetten om als overheid antwoorden te geven op concrete vragen van het Kaaitheater.
Voor de middelen die hiervoor kunnen worden uitgetrokken, denk ik aan het Vlaams Brusselfonds. Daarover wil ik duidelijk zijn. Dat is de stand van zaken nu. Ik kijk dit dossier met een positief perspectief tegemoet. Meer kan ik daar nu niet over zeggen. Alles verloopt volstrekt normaal, zelfs al zouden we willen dat het sneller gaat, in een goede verstandhouding en een goed onderzoek van wat er kan gebeuren.
– Bart Caron treedt als voorzitter op.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, u zegt dat u voor de financiering vooral denkt aan middelen van het Vlaams Brusselfonds. Daar ben ik wel en niet blij om. Ik ben blij dat u er zelf voor een groot deel over beslist. Ik ben bezorgd omdat er ook al andere toezeggingen waren, bijvoorbeeld inzake capaciteit voor kinderopvang. Als we dat volledig kunnen volstorten en de omvang kunnen bereiken die oorspronkelijk was bedoeld, dan kunnen we een en-enverhaal creëren. Dat zullen we samen bekijken. Ik hoop dat het verhaal van het Kaaitheater wordt ingebed in het ruimere plaatje van de Kanaalzone, waar we een dynamiek zien met een aantal musea die daar ontstaan. We hebben het Millennium Iconoclast Museum of Art (MIMA) gehad aan de overkant van het Kanaal in het beruchte Sint-Jans-Molenbeek. Dat is een schot in de roos. Ik hoop dat het op een totaalniveau wordt bekeken, en daar kunnen de bouwmeesters bij helpen.
Minister, kunt u die namen geven?
Ja, ik heb die nu niet bij me, maar ik zal ze bezorgen.
Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.