Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb een vraag over de fileproblematiek op de Antwerpse ring, meer bepaald over de opsplitsing van doorgaand en bestemmingsverkeer. Dat is iets waar Ringland nogal op hamert omdat op die manier de weefbewegingen worden geminimaliseerd en het verkeer vlotter kan rijden. Er zijn ook minder ongevallen die, naast het leed voor de betrokkenen, ook vaak files met zich meebrengen.
Minister, u bent daar zelf ook grote voorstander van. Dat blijkt uit uw communicatie naar aanleiding van de herinrichting van de Brusselse ring. Daar is volgens u de scheiding tussen doorgaand en lokaal verkeer nodig omdat er nu te veel weefbewegingen voorkomen op die ring. Door het hoge aantal op- en afritten moeten ook te veel voertuigen op korte tijd van rijstrook veranderen en dat veroorzaakt vaak gevaarlijke verkeerssituaties. U deelt dat uitgangspunt dus als het gaat over de Brusselse ring.
Als het gaat over de Antwerpse ring en als je kijkt naar de plannen die er zijn – door de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) opgemaakt en door de Vlaamse Regering gesteund –, dan vind je dat uitgangspunt niet terug. In het bestek voor de intendant stond dat BAM en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) een vereenvoudig verkeerssysteem moesten uittekenen, waarvan men zou kunnen vermoeden dat er een scheiding tussen doorgaand en lokaal verkeer zou gebeuren.
Dat was in september. Ik heb u toen ondervraagd over deze kwestie, en u citeerde uit het bestek voor de intendant. “Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) tekenen een vereenvoudigd verkeerssysteem uit op de Antwerpse Ring buiten het projectgebied Oosterweel en creëren op deze manier de verkeerstechnische randvoorwaarden voor overkapbaarheid ten aanzien van de intendant.”
Het is niet de intendant die zich daar mag over uitlaten, de man moet onderzoeken waar en hoe er kan worden overkapt, het zijn BAM en het AWV die hierover voorstellen moeten doen. Mijn vragen gaan daarover, minister.
Hebben het AWV en BAM ondertussen hun werk gedaan en een vereenvoudigd systeem uitgetekend? Zo ja, hoe ziet dat eruit? U moet dat nu hier niet tonen, maar kunnen we de gegevens en plannen krijgen?
Mogen we ervan uitgaan, gezien uw stellingname over de Brusselse ring waar u het doorgaand (DRW) en het stedelijk (SRW) verkeer wilt scheiden, dat u dat systeem ook voor Antwerpen belangrijk vindt?
Als de vereenvoudiging van het verkeerssysteem belangrijk is om de files tegen te gaan en voor de verkeersveiligheid, waarom laat u BAM en het AWV dit enkel voor de zuidelijke ring bekijken, voor de halve ring dus, en niet voor het noordelijke deel, inclusief Oosterweel? Dat blijft toch de logica zelf om dat in zijn geheel te bekijken?
Minister Weyts heeft het woord.
Een werkgroep met vertegenwoordigers van het AWV, BAM en het departement MOW bestudeert de verkeerssystemen en de technische voorwaarden voor een overkapping van de Antwerpse ring. Dit proces is gaande en er zijn nog geen resultaten beschikbaar. Het werk dient rekening te houden met de resultaten van de plan-MER A102/R11bis en dient afgestemd te worden met de intendant.
Er zijn nog geen uitgetekende plannen voor een hertekend verkeerssysteem voor de R1 beschikbaar. We willen zowel voor de R0 als voor de R1 een verkeerssysteem uittekenen dat de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid bevordert. Deze doelstellingen kunnen op meerdere manieren worden bereikt. Het scheiden van het verkeer via een doorgaande ringweg en een stedelijke ringweg is een van de mogelijkheden om deze doelstelling te bereiken. Hierbij moeten nog andere aspecten bekeken worden zoals de situering van SRW en DRW ten opzichte van elkaar en de aansluiting op het lagere wegennet.
Het is dus niet zo dat BAM dit uitgangspunt nooit gehanteerd heeft. Wel integendeel, in een eerste ontwerp van de Singel is men vertrokken van een SRW/DRW-systeem. Maar dat concept is door anderen van tafel geveegd, door het toenmalig stadsbestuur in 2004 en 2005 – u herinnert zich de samenstelling nog.
De uitwerking van het concept op Linkeroever met enerzijds de heraanleg van de verbinding E17/E34 en anderzijds de aanleg van parallelwegen is de concrete implementatie van die ratio en van dat SRW/DRW-concept. Als men dat wilt, kunnen we half 2017 starten met dat concept op Linkeroever. BAM past het dus in concreto toe.
Ringland gaat in tegenstelling tot alle bekende SRW/DRW-systemen uit van een concept waarbij de stedelijke ringweg in het midden wordt gelegd en de doorgaande ringweg aan de buitenzijde. Dat leidt tot een gemengd systeem in tegenstelling tot de zuiver gescheiden SRW/DRW-systemen van Eindhoven en binnenkort op Antwerpen Linkeroever. Het staat uiteraard inderdaad iedereen vrij om varianten te bedenken op het SRW/DRW-systeem en die zijn ook ingesproken in de plan-MER A102/R11bis. Ringland, maar ook Ring van A en A-Ring werken met zo’n concept en het wordt binnen die procedure ook door onafhankelijke wetenschappers en MER-deskundigen beoordeeld.
Ik zeg u vooral dat ik de doelstellingen onderschrijf die we tien jaar geleden al hanteerden en nu nog steeds hanteren. Bij de eerste ontwerpen van de Oosterweelverbinding waren dat: meer verkeersveiligheid, een betere doorstroming en een grotere leefbaarheid door het onderliggend wegennet te ontlasten van verkeer dat daar niet thuishoort.
Het ontwerp van de Brusselse ring met een zuiver gescheiden SRW/DRW-systeem berust op de eerste ontwerpen van de Groene Singel, wat ook een SRW/DRW-systeem was, maar die dus in de prullenmand zijn gegooid door ‘ge weet wel’. Soms hebben zelfs dezelfde ontwerpers zowel meegewerkt aan de eerste plannen van zowel de Antwerpse als de Brusselse ring.
Ik zei u al eerder dat op Linkeroever een SRW/DRW-systeem wordt ingevoerd dat eigen is aan de ruimtelijke en verkeerskundige situatie aldaar. Op de rest van het projectgebied, met name de Kanaaltunnels, de Oosterweelknoop en de Scheldetunnels is een scheiding tussen doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer minder aan de orde, omdat we daar niet de korte opeenvolging hebben van op- en afritten en aansluitingen op snelwegen. Het is daar niet relevant en er zijn veel minder weefbewegingen. Dat is het grote probleem op Linkeroever aan de Kennedytunnel. In functie van de doorstroming en mobiliteit is het daar aangewezen om dat systeem concreet te realiseren.
In het kader van de project-MER-procedure voor de Oosterweelverbinding werd door de insprekers gevraagd om het Ringlandconcept mee te nemen in het onderzoek, dus in combinatie met de Oosterweelverbinding. Het Ringlandconcept bevat drie onderdelen: een overkapping/intunneling van de R1, een opsplitsing van het verkeer op de R1 in twee tunnelsystemen waarbij de buitenste tunnels voornamelijk maar niet uitsluitend dienen voor doorgaand verkeer en de binnenste tunnels vooral voor bestemmingsverkeer, en het downgraden van de Singel tot een lokale weg en het creëren van een nieuwe weg bovenop de overkapte R1 waarbij de op- en afritten van en naar de onderliggende tunnels via een aantal rotondes/ovondes op de Nieuwe Singel worden afgewikkeld. In het project-MER wordt dit concept toegepast op de R1 tussen de knoop Antwerpen-Oost en de knoop A12/E19 Noord. Mede op basis van dit project-MER zal beslist worden over het project Oosterweelverbinding.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, ik probeer uw antwoord samen te vatten zodat ik zeker weet dat ik het goed heb begrepen. U hebt gezegd dat doorgaand en bestemmingsverkeer zullen worden gescheiden op Linkeroever. In september is de vraag gesteld aan BAM en AWV om dat na te gaan voor de Rechteroever. U geeft toe dat op dat vlak nog niets is gebeurd. Er zijn geen plannen voor. Er is ergens een werkgroep bezig, maar die heeft nog geen resultaat opgeleverd. Men is al van september aan het kijken naar de ring, maar men is nog niet tot een conclusie gekomen over een vereenvoudiging.
Als ik het goed heb begrepen, maakt u een koppeling met de plan-MER R11bis/A102. U zult wachten wat daar uitkomt vooraleer er iets gebeurt met de zuidelijke ring. Over Oosterweel zegt u dat dit daar niet zo van toepassing is. U zegt dat in de plan-MER R11bis/A102 het concept van Ringland mee in de weegschaal wordt gelegd, maar in combinatie met Oosterweel. Het is ingesproken niet in combinatie met Oosterweel, maar het wordt nu wel zo bekeken. Daar zit de moeilijkheid. Hoogstwaarschijnlijk zult u tot de conclusie komen dat dat systeem daar niet past omdat er een aansluiting met de nieuwe autostrade gemaakt moet worden die dan door de stad zal gaan. Het wordt daar dan te ingewikkeld om de verkeersstromen nog te scheiden.
Ik vind dat u weerom de kar voor het paard spant. We zijn voor vereenvoudigde verkeersystemen en waar mogelijk scheiding van doorgaand en bestemmingsverkeer. Het zou veel logischer zijn om op basis daarvan te kijken hoe de ring rond kan worden gemaakt en de fileproblemen opgelost. U doet het andersom, zoals steeds in dit dossier. U legt een Oosterweelverbinding aan en daarna zult u zien wat er nog mogelijk is op vlak van verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming. Uit uw antwoord blijkt nu dat het enkel nog mogelijk zal zijn op Linkeroever. In de samenhang en de timing van deze projecten slaat u weerom de bal mis.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik vind het wel een positieve zaak dat de werkgroep de verkeerssystemen bestudeert om tot een betere doorstroming en meer verkeersveiligheid te komen. Op Linkeroever wordt er al concreet werk van gemaakt in de plannen. De stedelijke ringweg en het concept van doorgaand en lokaal verkeer is niet nieuw. Dat werd net in het verleden door de linkerzijde begraven. (Opmerkingen van Wouter Vanbesien)
Het werd begraven omdat het meer verkeer naar de stad zou aantrekken. Het verdwijnt uit de plannen, er is een ander concept en dan komt weer die stedelijke ringweg en de splitsing van doorgaand en lokaal verkeer op de proppen. U verwijst naar Ringland, maar het concept is daarin niet perfect. We hebben hier ook hoorzittingen gehad met de betrokkenen waaruit bleek dat de opsplitsing van die twee stromen zeker niet vervat zit in het Ringlanddossier. U moet dit niet voorstellen als de alleenzaligmakende oplossing, want zelfs in het Ringlandconcept zitten zeer veel weefbewegingen.
Minister, kunt u iets meer uitleg geven bij het impactmanagement en de flankerende maatregelen? We gaan met deze meerderheid voor het Oosterweeltraject. We zullen hopelijk de spade in de grond krijgen in 2017. Er zal heel wat flankerend beleid nodig zijn. We hebben daar al veel over gehoord. Antwerpen pakt uit met ‘Slim naar Antwerpen’. Zijn er nieuwe elementen die u met ons kunt delen of is dat voorbarig?
Minister Weyts heeft het woord.
In het kader van Minder Hinder zijn we nu al bezig met een serieuze oefening in het kader van de Leien. Gisteren hebben we in het kader van de minderhindermaatregelen ook een beslissing genomen in verband met het parkeerbeleid, waarbij we alvast in vier parkings voorzien die voor een extra capaciteit zorgen van 2500 extra parkeerplaatsen, met een aansluiting op het openbaar vervoer, de tram. Er zal ook worden gezorgd voor afdoende fietsstallingen.
Wat de rest betreft, moeten we rekening te houden met de resultaten van de plan-MER A102/R11bis. Indien we dat niet zouden doen, zou u me het tegenovergestelde verwijten. U zegt dat ik hoogstwaarschijnlijk tot de conclusie zal komen… Ik zal niet tot een conclusie komen: het zijn onafhankelijke deskundigen die in dat kader aan de slag zijn. Zij zullen tot bevindingen komen.
Ik heb het concept van Ringland geschetst. Het is niet zo dat het scheiden van het doorgaand en het stedelijk verkeer of bestemmingsverkeer in een doorgaande ringweg en een stedelijke ringweg – het SRW/DRW-systeem – het concept is van Ringland: dergelijke systemen bestaan op verschillende plaatsen in de wereld. Ringland is daar een variant op. Ik heb u gewezen op het vroegere Singelontwerp, de Groene Singel. In het begin werd het concrete systeem, dat echter verschilde van dat van Ringland, het meest logische SRW/DRW-systeem, negatief beoordeeld door het toenmalig stadsbestuur. Principieel nemen we waar nuttig en nodig, bijvoorbeeld op Linkeroever, dat systeem mee.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Over A102/R11bis zegt u dat onafhankelijke experts dat zullen beoordelen, maar u hebt natuurlijk de opdracht geformuleerd, u hebt geformuleerd wat ze moeten beoordelen. Ze moeten beoordelen in hoeverre Ringland kan werken in combinatie met Oosterweel, want dat is een randvoorwaarde die niet door de experts is geformuleerd, maar door u. Ik had het niet verwacht in dit dossier, maar u wijst met de vinger naar de socialisten. U zegt dat het de schuld is van de socialisten dat we geen scheiding zullen doorvoeren op de ring van Antwerpen. Het is duidelijk dat dit project uw verantwoordelijkheid is en uw verantwoordelijkheid om in het stuk van Oosterweel, in de zuidelijke ring van Antwerpen, te zoeken naar de meest verkeersveilige oplossing, naar de meest ‘fileoplossende’ oplossing. Voor Brussel zegt u heel duidelijk dat het verkeer zal worden gescheiden. In Antwerpen doet u dat niet, behalve dan op Linkeroever. Dat is inconsequent. De enige reden is dat heel het complex, heel de aansluiting met Oosterweel zodanig ingewikkeld is dat u er niet aan wilt beginnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.