Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, Overheid 4.0 is de titel van een nota van Vlaamse leidende ambtenaren na een werkbezoek – een ‘Vlaamse innovatietoer’, zoals het werd genoemd – aan Silicon Valley van eind vorig jaar. In de nota wordt er terecht onder meer voor gepleit de overheidsdiensten te ‘herdenken’, uiteraard in de juiste betekenis van het woord.
Het lag in de bedoeling innovatieve, creatieve voorstellen inzake digitalisering die de werking van de overheid of de dienstverlening kunnen verbeteren, te zoeken bij wie het misschien het best weten, namelijk bij de ambtenaren, bij de medewerkers. Het gaat om een soort wedstrijd, waarbij medewerkers hun ideeën tot einde maart via een projectvoorstel konden indienen. Later worden die in een bootcamp, een term die veel gebruikt wordt bij populaire televisieprogramma’s maar ook bij de Vlaamse overheid, verder uitgewerkt. De beste ideeën stromen door naar het zogenaamde innovatielab, waar er een prototype van wordt gerealiseerd.
Dit is een goed concept, dat ook in andere landen bestaat. Singapore bijvoorbeeld zet daar al enkele jaren, weliswaar op een andere schaal, op in, waarbij ook privébedrijven via een wedstrijdformule kunnen vragen ideeën aan te reiken. Daar haalt men goede, vooruitstrevende, innovatieve en creatieve voorstellen uit.
Ik vind het dus een goed initiatief van de leidende ambtenaren en van de Vlaamse overheid. Desalniettemin zou ik enkele vragen willen stellen.
Ten eerste, kunt u een toelichting geven bij het budget dat voor dit project is vrijgemaakt? Is het bestemd voor de organisatie en/of voor de uitvoering van concrete projecten?
Ten tweede, hoe werden de medewerkers gesensibiliseerd om aan die wedstrijd deel te nemen? Welke beoordelingscriteria werden gehanteerd? Hoe gaat de jury te werk?
Ten derde, is er al een voorlopig resultaat? Wat is de stand van zaken?
Zelf heb ik al naar Singapore verwezen, maar ongetwijfeld zijn er andere overheden in het buitenland en misschien zelfs hier die hetzelfde instrument proberen te hanteren om zichzelf heruit te vinden. Is met hen contact opgenomen? Heeft men naar die voorbeelden gekeken? Is dat in de toekomst mogelijk?
In het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal maakt u een sterke binding tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen. U wilt interbestuurlijk samenwerken om de digitalisering van de overheden en de overheidsdiensten in Vlaanderen te verbeteren. Hoe passen de lokale overheden in dit experiment? Als dat nog niet zo is, welke plannen zijn er voor de toekomst?
Minister Homans heeft het woord.
Ik dank de heer Maertens dat ik het eerste deel van mijn antwoord kan overslaan. Hij gaf immers de beweegredenen aan, namelijk het bezoek van enkele topambtenaren aan Silicon Valley, en sprak over de bootcamps en de labs.
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het project Overheid 4.0 en de zogenaamde grote hefboomprojecten die werden ingediend in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal. Die laatste worden projectmatig aangepakt, en daar zijn relatief grote budgetten voor vrijgemaakt: drie opeenvolgende jaren telkens 10 miljoen euro. Het initiatief waarover de heer Maertens spreekt gaat eerder over kleine, innovatieve en meer experimentele projecten en kleine budgetten.
Mijnheer Maertens, u sprak over Singapore. Dat is uiteraard een goede referentie, maar we moeten het niet altijd zo ver van huis zoeken, zoals u trouwens zelf hebt aangegeven. Zulke aanpak wordt ook gehanteerd in de stad Antwerpen. Dat gebeurt daar autonoom, terwijl het initiatief waarover u het hebt, uitgaat van Vlaamse ambtenaren. Ik acht het echter wel goed dat lokale besturen en de Vlaamse overheid goede praktijken kunnen uitwisselen, en dat in beide richtingen.
Welk budget wordt voor dit project ingeschreven? Geen. Het voorzitterscollege beslist op basis van de geselecteerde ideeën over een financieringsvoorstel. De financiering zal hoe dan ook beperkt zijn. Met ‘beperkt’ bedoel ik dat er wel een groot verschil is met de 10 miljoen euro die wordt uitgetrokken voor Vlaanderen Radicaal Digitaal. Het hangt ook allemaal af van de geïnteresseerde deelnemende entiteiten, die het project moeten betalen met hun reguliere kredieten.
Via welke kanalen werden de medewerkers van de Vlaamse overheid op de hoogte gebracht van dit project? Het dossier werd in november en januari op de bijeenkomst van het voorzitterscollege toegelicht. Voorts werd een mail met informatie verstuurd naar alle leidende ambtenaren van de Vlaamse overheid, want niet alle leidende ambtenaren zijn mee naar Silicon Valley geweest. Ten slotte verscheen een bericht op de koepelsite, op de website van ‘13’, op de website van de Vlaamse innovatietour en op sommige koepelwebites van beleidsdomeinen, bijvoorbeeld van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW).
Wat betreft de beoordelingscriteria die zullen worden gehanteerd bij de verschillende uit te werken projecten, kan ik het volgende zeggen. Dit innovatieprogramma is afgestemd op de principes van Vlaanderen Radicaal Digitaal. Ik heb die principes al uitgebreid toegelicht tijdens de bespreking van het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal. Ik som de belangrijkste twee op, de lijst is niet limitatief: digitale interacties moeten aangepast zijn aan de burger en ondernemer, en de overheid moet het digitale welzijn creëren, waarbij aandacht wordt opgebracht voor mensen die niet zo gemakkelijk contacten met de overheid via digitale weg maken. Men mikt op projecten die innovatief zijn, die radicaal digitaal zijn, die behapbaar, krachtig en entiteitsoverschrijdend zijn.
Vindt of vond er overleg plaats met andere overheden in binnen- of buitenland die een soortgelijk experiment kennen? Het project is gebaseerd op de innovatietour in Silicon Valley. Naast bezoeken aan private ondernemingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen bracht de delegatie ook een bezoek aan Palo Alto, het historische tehuis van innovatieve ideeën. Een bootcamp is een methode die de VDAB reeds heeft getest en concrete resultaten heeft opgeleverd.
Acht ik het opportuun om dit project ook uit te rollen naar de lokale overheden? Dit concrete initiatief komt van een aantal topambtenaren van de Vlaamse overheid, en is in eerste instantie gericht op de Vlaamse overheid. Dit sluit evenwel niet uit dat de lokale besturen bij een of ander project betrokken worden. Daarnaast hebben we met het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal ook al expliciet aandacht opgebracht voor de lokale besturen, in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en de Vlaamse ICT Organisatie V-ICT-OR.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik maak van de gelegenheid gebruik om de leidend ambtenaren te feliciteren voor hun initiatief. Ik vind het erg goed dat zij actief meedenken en voorstellen ontwikkelen om de overheid vooruit te helpen. Ik heb twee bijkomende vragen. Een: in welke mate wordt de private sector betrokken bij de uitvoering van het project? Ik kan me indenken dat Vlaanderen een breed gamma van bedrijven heeft die inzake e-government en digitalisering belangrijke bijdrages kunnen leveren. Is het de bedoeling om hen daarbij te betrekken, of vindt u dat de schaalgrootte van de projecten te klein is om dat te doen, en de projecten het best door de eigen diensten worden uitgevoerd? Twee: u zegt dat de projecten met de bestaande middelen van de betrokken entiteiten moeten worden gerealiseerd, maar ook dat de projecten entiteitsoverschrijdend moeten zijn. Hoe verzoent u dat met elkaar? Ik hoop natuurlijk dat de meeste projecten entiteitsoverschrijdend zijn, zodat de hele overheid erbij gebaat is.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het is te vroeg om nu al te zeggen of de privésector erbij kan worden betrokken. Bepaalde projecten zitten in de zogenaamde bootcamps; we weten nog niet wat dat zal opleveren. We sluiten het in elk geval niet uit. Het initiatief komt van onderuit, van de topambtenaren. Ik sluit niet uit dat ze met voorstellen in die zin komen, maar nu is het nog te vroeg om daarop vooruit te lopen. We kijken naar programma’s en lezen over bootcamps. We weten dus dat het om een voorbereidende fase gaat waarvan nog niet alle resultaten gekend zijn.
De budgetten komen inderdaad van de entiteiten zelf. Het is goed dat er entiteitsoverschrijdend wordt gewerkt. Dat wil niet zeggen dat het per definitie zo moet zijn. Het is goed dat meerdere entiteiten de koppen bij elkaar steken om kostenefficiënt samen te werken. Als er entiteitsoverschrijdend projecten worden ontwikkeld, impliceert dat natuurlijk dat de verschillende entiteiten en departementen zelf ook kredieten zullen moeten leveren. Ik neem aan dat de topambtenaren daarover een goede oefening zullen maken en dat ze er in de schoot van het voorzitterscollege wel uit zullen geraken hoe ze dat concreet zullen aanpakken.
De heer Maertens heeft het woord.
Het gaat om een zeer goed initiatief. We hopen dat er iets concreets uit zal voortkomen en dat het navolging zal krijgen, zowel de komende jaren binnen de Vlaamse overheid als bij lokale besturen, die zelf het initiatief zouden kunnen nemen, zoals de stad Antwerpen. Ik heb alvast goesting gekregen om er in eigen stad eens mee te experimenteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.