Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, iets meer dan een jaar geleden reed de eerste ecocombi of langere en zwaardere vrachtautocombinatie (LZV) op de Vlaamse wegen. Inmiddels rijden er twee ecocombi’s rond, bij vervoerders NinaTrans uit Heverlee en Gilbert De Clercq uit Temse. De ecocombi van NinaTrans en AB Inbev rijdt tweemaal per dag tussen Heverlee en de haven van Antwerpen, meer bepaald Katoen Natie. De ecocombi van De Clercq pendelt tussen Antwerpen en Kallo.
Uit de eerste resultaten van het proefproject blijkt dat de voordelen van ecocombi’s voornamelijk op ecologisch vlak liggen. De CO2-emissies per vervoerde eenheid dalen met 20 procent. Het aantal vrachtwagenbewegingen daalt met 33 procent.
Het economisch voordeel is ook aanwezig, maar minder prominent. Dat is deels te wijten aan de strenge voorwaarden voor de trajecten in het proefproject, waardoor de goederen eerst moeten worden overgeheveld van gewone vrachtwagens naar de ecocombi, waarna de ecocombi zijn traject kan afleggen. Zonder deze tussenstap zou er wel economisch voordeel zijn.
In de rest van Europa rijden er al tal van ecocombi’s rond. In Finland en Zweden rijden de LZV’s al meer dan 40 jaar op de wegen. Ook in andere Europese landen zien we proefprojecten. In Nederland zijn er 1300 ecocombi’s, en ze rijden ook in Denemarken, Duitsland en sinds kort in Spanje.
Het Agentschap Wegen en Verkeer werkt nu aan de criteria voor een nieuwe projectoproep voor het testen van ecocombi’s in Vlaanderen. Deze oproep staat los van het huidige proefproject.
Ook in Wallonië zal men beginnen met proefprojecten voor ecocombi’s. De Waalse minister van Openbare Werken, Maxime Prévot, legde in februari zijn voorstel van decreet voor waarin de voorwaarden vastgelegd worden. In dit ontwerp van decreet heeft de minister rekening gehouden met de resultaten van de proeven in Nederland.
De vervoerders zullen in Wallonië vrij zijn om hun traject te definiëren. Algemeen zullen de voorwaarden soepeler zijn dan deze in het lopende proefproject in Vlaanderen. Het is uiteraard sterk aangewezen om de koppeling te maken tussen de proefprojecten in Nederland, Vlaanderen en Wallonië en de voorwaarden op elkaar af te stemmen, zodat grensoverschrijdende trajecten mogelijk worden.
Minister, is er al een benchmarkoefening gebeurd met de proefprojecten voor ecocombi’s in de andere Europese landen? Zo ja, wat waren hier de uitkomsten? Zo niet, wordt dit gepland? Waarom wel/niet?
Hoe gaat men bij het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) te werk voor het bepalen van de criteria en voorwaarden voor de nieuwe projectoproep? Wat zijn hier de verschillende stappen en de bijhorende timing? In hoeverre is hiervoor overleg met de Waalse collega’s?
Wordt de link gelegd met de Waalse proefprojecten voor ecocombi’s? Zo ja, op welke manier? Wordt Nederland hier ook bij betrokken? Zo niet, is hier overleg voor gepland? Zal Nederland hier ook bij betrokken worden?
Minister Weyts heeft het woord.
In het kader van de evaluatie van de eerste proef staat er een benchmarkoefening gepland. De universiteit van Hasselt is daar momenteel mee bezig. De resultaten hiervan zullen in juni gekend zijn.
Wat de nieuwe projectoproep betreft, is de Beneluxbeschikking intussen goedgekeurd. Die heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar men is uiteindelijk toch tot een overeenkomst gekomen waardoor we een stap vooruit zetten inzake die grensoverschrijding. Daardoor kunnen we gaan naar een versoepeling van een en ander.
Ik heb mijn administratie intussen de opdracht gegeven om zelf een oefening te doen en te starten met de voorbereiding van een nieuw proefproject met een ruimere toepassing. Het is de bedoeling te wachten wat die evaluatie concreet oplevert maar op dat moment toch niet van nul te moeten beginnen.
De voorbereidingen zijn aan de gang en intussen heeft op 10 maart een Beneluxoverleg plaatsgevonden. Daarbij waren zowel de Nederlandse als de Waalse partijen betrokken.
Om grensoverschrijdend te kunnen rijden is het van groot belang dat voertuigen en chauffeurs door de verschillende overheden wederzijds erkend worden. Er lopen gesprekken over de wederzijdse erkenning van de homologatie van de voertuigen en de opleiding van de chauffeurs. De criteria voor de routes zelf wegen minder door omdat daar altijd de specificiteit is van de respectieve lidstaten. Zij zijn niet zozeer voorwerp van internationaal overleg gelet op de afstemming op de concrete omgeving in de betrokken landen.
Voor juni staat een vervolgvergadering gepland. Ik hoop dat daar snel een akkoord kan worden gevonden over die aangelegenheden. Tegelijk zullen de resultaten van de evaluatie door het steunpunt kunnen worden meegenomen. Die evaluatie zal mee de basis vormen van de aangepaste voorwaarden die in de nieuwe proef worden gehanteerd. We gaan na hoe we op basis van die eerste evaluatie kunnen komen tot een zekere versoepeling van de voorwaarden, die vandaag zeer strikt zijn. We kunnen de legitimiteit van die gestrengheid ook eens toetsen.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat effectief wordt bekeken hoe de voorwaarden kunnen worden versoepeld. Ik ben ervan overtuigd dat verkeersveiligheid heel belangrijk blijft maar wanneer we ons land vergelijken met de omliggende landen, dan stellen we vast dat we met de ecocombi’s een tandje moeten bijsteken. Zeker nu de drempels voor grensoverschrijding zijn weggewerkt, is het belangrijk om een aantal bijkomende projecten toe te laten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.