Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de boycot van grotere schepen door de Scheldeloodsen en het bereikte akkoord van 4 maart 2016
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hebben in de plenaire vergadering al van gedachten gewisseld over de actie van de Scheldeloodsen. U zei toen dat u verder zou onderhandelen. Dat is ook gebeurd en in de nacht van 2 op 3 maart hebt u uiteindelijk een akkoord bereikt, zoals we in de kranten hebben kunnen lezen. Ik vraag me af of er, om die acties te doen stoppen en tot sociale vrede te komen, toch niet dringend nood is aan een nieuwe aanpak. Ik vraag me af of het niet goed zou zijn om sociale bemiddelaars hier bij te betrekken. Zij zijn professioneel gevormd om opheldering te brengen in dit soort conflicten en kunnen zeker en vast een belangrijke rol spelen.
Minister, sommige van mijn vragen zijn weggevallen omdat men tot een akkoord is gekomen. Kunt u nadere toelichting geven bij het akkoord dat u hebt bereikt? Verwacht u dat er in de toekomst verder sociale vrede zal zijn? Hoe zult u de afgesproken optimalisatie verder concretiseren? Hoe zult u de diverse partners daar in de toekomst verder bij betrekken? Hoe gaat u dat verder passen in de bredere audit van de nautische keten? Bent u bereid om na te gaan of er in de toekomst eventueel met een sociaal bemiddelaar kan worden gewerkt bij dergelijke conflicten?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, u hebt uw trip naar New York City niet voor niets afgelast: na een marathonzitting van, als ik me niet vergis, een dikke twintig uur hebt u een akkoord bereikt met de loodsenverenigingen. Zoals we allen weten, blokkeerden zij de toegang voor grote schepen tot de haven van Antwerpen, een boycot die inmiddels is opgeheven. Er zouden vier grote schepen voor anker hebben liggen wachten. Dat zijn dus minstens vier schepen die vertraging hebben opgelopen. Een zevental andere schepen hebben hun koers vertraagd en er zou een scheepsafleiding zijn geweest naar de haven van Hamburg.
Ik herhaal het graag: die acties zijn natuurlijk enorm schadelijk voor onze economie, voor het internationale imago ook van onze havens, en voor de werkgelegenheid die daarmee samenhangt. Er is inderdaad een conflict geweest in het najaar. Toen zou er extra verloning zijn toegezegd, weliswaar gekoppeld aan een optimalisatie van de werking van het loodswezen, aan bijkomende efficiëntiewinsten en – niet onbelangrijk – aan een audit die zou worden opgelegd voor de hele keten. De loodsenverenigingen zouden zijn teruggekomen op de gemaakte afspraken over dat aspect van de efficiëntiewinsten. Er zouden ook bijkomende eisen zijn gesteld.
Het heel hardnekkige verzet tegen het zich meer efficiënt organiseren van beloodsing leidde tot totaal onbegrip, niet enkel in de maritieme sector, maar ook bij de ruimere publieke opinie. Dat hebben we toch wel mogen vaststellen.
Minister, we waren er uiteraard zeer over verheugd dat u erin bent geslaagd om tot een akkoord te komen. Dat heeft zware opofferingen gevraagd van u, maar we zijn daar vanuit Antwerpen tevreden mee. We hebben de contouren al kunnen vernemen via de media, maar misschien kunt u ons toch enige toelichting geven bij het akkoord. Wat zijn de belangrijkste afspraken van het akkoord? Tijdens die boycot hebben we links en rechts pleidooien gehoord voor een privatisering. Dat was het meest verregaande pleidooi. Sommigen pleitten voor een minimale dienstverlening. Het is toch heel wrang te moeten vaststellen dat enkelingen de haven hebben kunnen afsluiten, zij het uiteraard niet voor alle schepen – dat moest er nog aan ontbreken –, maar toch voor schepen groter dan 340 meter. Het is dus niet ondenkbaar dat er wordt gepleit voor een minimale dienstverlening. Dat zou een oplossing kunnen zijn.
Ik begrijp dat het misschien niet optimaal is om hier verregaande uitspraken te doen daarover, maar zijn er mogelijkheden ter zake die door uw diensten worden of zijn bekeken in het kader van mogelijke toekomstscenario’s? Er zijn heel duidelijke economische gevolgen geweest. Hebt u daarover overleg gepleegd met de havenbedrijven, maar ook met de privésector? Kunt u een overzicht geven van de geleden schade? Dan heb ik het zowel over de gemiste inkomsten als over de werkgelegenheid en de internationale imagoschade.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat staat er in dat akkoord van december 2015 dat is gesloten met de Beroepsvereniging van Loodsen (BvL)? Het bevat een stappenplan. Zo zou er een optimalisatieplan komen van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK), rekening houdend met de schaalvergroting van de scheepvaart. Dat optimalisatieplan zou de volgende elementen omvatten. Er is het optrekken van de prestatiecoëfficiënten voor de grote schepen, dus de toelagen voor het beloodsen van grote schepen. Meestal wordt de norm van 340 meter gehanteerd, zoals u weet, maar die maximale lengtemaat is variabel naargelang het tracé, naargelang het gaat over een kanaal, de zee, een rivier.
Er is het aanpassen van de technische loopbaan van de rivierloodsen, een aanpassing van de pensioenberekening en het boeken van efficiëntiewinsten.
Er werd in dat akkoord ook melding gemaakt van de oprichting van een Raadgevend Comité voor het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust waarin de commerciële havenactoren en de vertegenwoordigers van alle Vlaamse havens zullen zetelen; de audit van de nautische keten waarbij momenteel samen met de commerciële havenactoren en de vertegenwoordigers van alle Vlaamse havens een grondige audit wordt uitgevoerd met het oog op onder meer een optimalisatie van het loodswezen; een geobjectiveerd onderzoek naar de invoering van een multivalente inzet van de loodsen, dat op vandaag ook binnen de audit van de nautische keten wordt uitgevoerd. Vandaag bestaat het onderscheid tussen zee-, kust-, kanaal- en rivierloodsen. De multivalentie gaat ervan uit dat de loodsopdracht op alle tracés door dezelfde loodsen zou kunnen worden verricht, ongeacht hun achtergrond.
In het ondertekende stappenplan werd ook de te volgen procedure vastgelegd. Alle door de overheid voorgestelde maatregelen zouden syndicaal besproken worden in het sectorcomité XVIII van 11 april 2016 met de vakbonden, en voorafgaand ook met de BVL aangezien zij niet vertegenwoordigd zijn in het sectorcomité.
Er is toch vanaf 29 februari 2016 een actie gevoerd, op initiatief van de BVL. Dit gebeurde met het oog op een loskoppeling tussen enerzijds de toekenning van de prestatiecoëfficiënten en anderzijds de optimalisatieoefening. Dat was in wezen de onderliggende redenering. Dat heeft op zijn beurt geresulteerd in de onderhandelingen met de vakbonden. Ik ben met die onderhandelingen begonnen op 2 maart, en ze hebben geduurd tot 4 maart 2016.
Tussentijds heb ik ook nog eens samengezeten met de vertegenwoordigers van de klanten en de werkgevers in de haven. Ik heb op donderdagochtend nog voorafgaand overleg gehad met het Havenbedrijf, om dan terug te gaan naar de vakbonden, de BVL en de onafhankelijke loodsenvertegenwoordiging.
Op 4 maart 2016 werden twee akkoorden bereikt. Enerzijds was er een akkoord over de schaalvergrotingscoëfficiënten, waarbij wij alle loodsenkorpsen gelijk hebben behandeld. Dat gebeurde op mijn uitdrukkelijke vraag. Dezelfde criteria voor de te beloodsen schepen werden gebruikt en dezelfde coëfficiënten en loodstoelagen werden gehanteerd. Anderzijds is er een akkoord over een verhoging van de collectieve prestatienorm met 15 procent, over alle loodsenkorpsen heen, tegen 2020. Dit akkoord omvat ook: een stijging van de beschikbaarheid van de loodsen; het afbouwen van niet strikt noodzakelijke operationele functies van niet-loodsen; een maatregel voor de verlaging van de werkdruk van de loodsen vanaf 60 jaar; de integratie van een deel van de loodstoelage in het salaris van de loodsen en de opname van de STCW-toelage (Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers) – dat is een specifieke toelage en een specifiek gevolgd trainingsprogramma – en toelagen voor technische bekwaamheid in het salaris van de operationele functies van niet-loodsen; het in kaart brengen van de toelagen per korps om niet-objectiveerbare discrepanties te kunnen detecteren; de vrijwillige keuze voor de kanaalloodsen voor 100 procent individuele betoelaging. Vandaag is er een soort potsysteem waarbij, afhankelijk van het soort loodsen – maar meestal is er een 50/50-regeling – waarbij de toelage voor 50 procent toekomt aan de loods die de prestatie heeft verricht, terwijl 50 procent in de pot gaat en wordt verdeeld onder de loodsen op basis van hun beschikbaarheidsdagen. Bijvoorbeeld voor de kustloodsen is dat dan een andere verhouding, ik denk 85-15. Dit maar om de complexiteit van de hele problematiek te duiden.
We kunnen, denk ik, niet meer spreken van sociale onvrede. Er is echter wel nog werk aan de winkel aangezien een aantal aspecten van bovenvermelde akkoorden nog moeten worden geconcretiseerd. Ik heb bij enkele punten al gewezen op de complexiteit van een en ander ten aanzien van de onderscheiden loodsen; het is dikwijls een variabele toepassing.
Een en ander moet nog worden vertaald in de nodige formele stukken, zoals wijzigingen aan een ministerieel besluit en aan het Vlaams Personeelsstatuut. De verdere uitwerking zal gebeuren in de geëigende overlegorganen binnen het MDK. Ik ben van plan om daartoe het management van het MDK en de DAB Loodswezen te versterken.
Volgende tijdslijn wordt hierbij gevolgd. In april 2016 brengt de Vlaamse overheid het totaal aantal toelagen per korps in kaart, ook in verband met eventuele niet-objectiveerbare discrepanties; het akkoord over de schaalvergrotingscoëfficiënt wordt geagendeerd en goedgekeurd op het sectorcomité XVIII. In mei 2016 wordt op het sectorcomité XVIII het optimalisatieplan goedgekeurd met het oog op een stijging van de prestatienorm met 5 procent. In december 2016 volgt het tweede luik: op het sectorcomité XVIII wordt een optimalisatieplan behandeld dat de verhoging van de prestatienorm met bijkomend 10 procent garandeert, met eveneens een concrete uitwerking van alle reeds eerder vermelde onderdelen van het akkoord.
Welke actoren worden allemaal betrokken bij het sociaal overleg? In de geëigende overlegfora van het MDK zijn enerzijds de vakbonden en anderzijds de beroepsverenigingen van loodsen vertegenwoordigd. De vakbonden zijn vertegenwoordigd in het sectorcomité 18. Dat geldt niet voor de beide beroepsverenigingen van de loodsen. Daarom spreken we van de geëigende overlegfora.
In dezen heb ik geen sociaal bemiddelaar aangesteld, omdat die eigenlijk al tevoren, in april van verleden jaar, het nodige werk had verricht. Wij werken nog steeds verder op de toen geformuleerde problematiek en afspraken die samen met de sociaal bemiddelaar werden gemaakt.
De optimalisatie van het loodswezen op langere termijn wordt bekeken binnen de audit van de nautische keten. Die audit is momenteel nog volop in uitvoering. Ik kan niet vooruitlopen op die conclusies.
Tot slot vroegen jullie naar de economische gevolgen. U hebt zelf de kost geschetst voor de drie schepen die een tijdje voor anker zijn blijven liggen en anderzijds de afleiding van één schip van MSC naar Hamburg. De private bedrijven zelf kunnen beoordelen wat hun dat heeft gekost. Wat veel belangrijker is, is de imagoschade, die moeilijk te becijferen valt. Wat de Antwerpse haven betreft, denk ik dat de grootste schade vooral op dat vlak ligt, de reputatieschade in de buitenlandse kantoren. Uiteindelijk zijn we wat Antwerpen betreft, zeker de drie grote spelers, afhankelijk van de oordelen in buitenlandse kantoren. Op dat vlak moeten we een serieuze schade betreuren.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting, maar ook voor het bereiken van het akkoord met de loodsen. U hebt toegelicht welke stappen er nog moeten worden genomen in de toekomst.
We zullen in deze commissie in de toekomst nog wel meerdere keren van gedachten wisselen over dit dossier van de loodsen.
We hebben recent een toelichting gekregen in verband met het samenwerkingsakkoord dat werd afgesloten met de Nederlandse loodsen. Ik hoop dat een van de zaken die verder kunnen worden onderzocht in de studie waartoe u opdracht hebt gegeven, is of we niet een stap verder moeten gaan dan de samenwerking die er is. Moeten we niet onderzoeken of de integratie van het Vlaamse loodswezen en het Nederlandse loodswezen, inzake de beschikbaarheid van het personeel van de loodsen, maar ook van het materiaal, de beste garantie zou geven naar de toekomst toe? Ik blijf verbaasd over de kostprijs die nog moet worden bijgepast door de Vlaamse overheid. Ik begrijp ook dat er niet gemakkelijk wordt gekozen voor een eenvoudige aanpassing van de loodstarieven. Het zou namelijk slecht zijn voor de concurrentiepositie van de Vlaamse havens.
Niet alleen onze Vlaamse havens hebben imagoschade geleden, maar ook de loodsen zelf. Heel wat loodsen werken keihard. Zij moeten een zwaar traject doorlopen: eerst de Hogere Zeevaartschool, nadien de interne opleidingen. Het is dan toch betreurenswaardig dat enkele personen telkens zulke grote problemen veroorzaken.
Moet er niet krachtdadiger worden opgetreden bij de aansturing van de loodsen, bij de operationele leiding? Ik heb alleszins die indruk.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en ook nogmaals voor het tot een goed einde brengen van die enorm belangrijke onderhandelingen. Iedereen merkt aan de reacties in het veld, maar ook daarbuiten, dat die sense of urgency gevoeld werd en dat het ook belangrijk was om het tot een goed einde te brengen.
Uiteraard heeft ook onze fractie respect voor het werk. Ik heb verschillende mails ontvangen van loodsen. Ik heb dat ook telkens gezegd. We hebben respect voor het werk dat die loodsen verrichten. We verwachten wel een modernisering en een efficiëntieverhoging. Gezien de voorwaarden is dat het minste dat er kan worden gevraagd. Het blijft een bittere pil dat enkelingen door acties zulke grote blokkeringen kunnen veroorzaken.
Ik begrijp dat u als minister geen uitspraken wilt doen over een minimale dienstverlening of privatisering. Ik vind het wel een goede zaak dat die pistes in optimalisatie mee worden bekeken op langere termijn en ook binnen die audit van de nautische keten aan bod zullen kunnen komen. Dat vind ik belangrijk.
Ik heb een bijkomende vraag. Misschien is het mij ontgaan, maar wanneer zal die audit afgerond zijn? We kijken daar met veel aandacht naar uit. Het is heel belangrijk om de volledige ketenbenadering te kunnen bekijken. Dat zit daar zeker in.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb inderdaad geen antwoord gegeven over de timing. Ik kan mij natuurlijk enkel uitspreken over de timing van de audit die de Vlaamse overheid zelf uitvoert. Daarnaast zijn er natuurlijk ook andere audits waarbij we zelf niet aan het stuur zitten. Ik denk dat het in het najaar zal worden afgerond, maar ik kan er geen exacte timing op plakken. Audit Vlaanderen is een onafhankelijke en autonome organisatie. Men heeft ons wel verzekerd dat de timing voor het najaar zal zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.