Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, minister, het Steunpunt Vakantieparticipatie biedt een breed en divers aanbod aan daguitstappen, vakantieverblijven, groepsverblijven en georganiseerde vakanties voor Vlamingen en Brusselaars die zich om financiële redenen geen vakantie kunnen veroorloven. Daarnaast biedt het ook kortingen op het reguliere aanbod voor mensen in kansarmoede. Volgens recente cijfers zou een op vijf Vlamingen onvoldoende middelen hebben om op vakantie te gaan. In Brussel-Hoofdstad zal dat cijfer ongetwijfeld nog hoger liggen, gezien het aantal Brusselaars dat onder de armoederisicogrens leeft.
Ik heb u al twee schriftelijke vragen gesteld over dit thema. Zo vroeg ik onder meer naar een overzicht van het aantal Brusselaars dat gebruikmaakt van de kortingen van het steunpunt. Een ICT-probleem van 2014 maakte het vorig jaar onmogelijk om de meest actuele cijfers te bemachtigen. Een jaar later blijkt dit probleem nog niet verholpen.
Wat zijn de precieze technische problemen die het exporteren van de resultaten voor Brussel onmogelijk maken? Kunt u alsnog een overzicht geven van het aantal Brusselaars dat gebruikgemaakt heeft van de kortingen van het steunpunt? Hoe komt het dat dit probleem een jaar later nog niet verholpen is? Hebt u zicht op de resultaten van 2014 en 2015? Is er sprake van een positieve of negatieve evolutie of is er een stabilisering? Hoe komt het dat dit informaticaprobleem een jaar later nog niet is opgelost?
Minister Weyts heeft het woord.
Deze vraag is eerder technisch van aard. Ik heb geen IT-opleiding genoten en zal dan ook proberen in eenvoudige bewoordingen te duiden wat het probleem is.
De bestaande boekingsmodule dateert ondertussen al van enige tijd geleden: die is meer dan tien jaar geleden ontworpen, op basis van de kennis die toen voorhanden was en ook op basis van het succes dat men toen kende. Toen was er sprake van enkele duizenden boekingen. Dat Steunpunt Vakantieparticipatie heeft – gelukkig – ondertussen dermate veel succes gekend dat men wel moest uitkijken naar een nieuwe boekingsformule en -module. Vroeger werd er amper informatie over de participant geregistreerd. Men heeft de ambitie opgevat om daar verandering in te brengen, want ondertussen gaat het natuurlijk niet meer over enkele duizenden per jaar, maar over exact 148.500 op jaarbasis. Dat is een immens succes. Dat maakt ook dat er ongelooflijk veel informatie kan worden verwerkt.
Om dat groeiende succes wat meester te kunnen blijven, heeft men dan in 2014 de beslissing genomen om over te gaan naar een nieuwe boekingsmodule. Een element waarin men daarbij heeft voorzien, is de koppeling met andere databanken van Toerisme Vlaanderen, dus met gegevens over logies, over attracties, over evenementen, over sociaaltoeristische organisaties. Dat zou immers ook ons wat stof kunnen bieden voor verdere beleidsuitvoering.
Dat is dus een goede zaak, maar blijkbaar is die koppeling tussen de nieuwe boekingstool en de verscheidene databanken heel wat complexer dan ik hier kan duiden en alleszins ook dan oorspronkelijk vooropgesteld. Dat zorgt voor een vertraging in de implementatie van dat nieuwe boekingssysteem, maar de opsplitsing volgens doelgroepen is natuurlijk eerlijk gezegd niet onze grootste prioriteit in dezen. Dat we weten hoeveel Brusselaars gebruikmaken van het Steunpunt Vakantieparticipatie is natuurlijk aardig meegenomen. We hebben die cijfers trouwens ook voor heel de periode vóór 2014. Het belangrijkste is echter natuurlijk dat Toerisme Vlaanderen eerst die andere problemen met betrekking tot het nieuwe boekingssysteem zou kunnen oplossen. Dat heb ik hun ook gevraagd. Dat lijkt me prioritair. Men heeft me ook verzekerd dat in de loop van volgend jaar dat nieuwe boekingssysteem, dus inclusief de koppeling met de andere databanken én de mogelijkheid om meer cijfers, onder andere over de herkomst van de betrokken deelnemers, te registreren, dan ook volledige operationeel zal zijn.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dus dat er nog altijd geen zicht is op de cijfers over de Brusselaars voor 2014 en 2015. Ik vind dat meer dan een leuk weetje. Voor mij is meten weten. Op basis van cijfers kunnen we een degelijk no-nonsensebeleid voeren en ervoor zorgen dat diegenen die recht hebben op goedkopere vakantieparticipatie, daar ook voldoende toegang toe hebben. In die zin is het absoluut belangrijk te weten hoeveel mensen per gemeente of stad of stadsgewest gebruikmaken van dat steunpunt. Ik vind het dus bijzonder jammer. Ik begrijp dat er op dit moment aan een oplossing wordt gewerkt. Ik zal een aantal opvolgingsvragen stellen om te zien hoe het vooruitgaat. Hopelijk blijft het slechts bij één vraag. Dan kunnen we verder bekijken hoe we moeten ingrijpen, of er moet worden ingegrepen, of er meer informatie moet worden verspreid over deze formule in de steden en gemeenten waar er weinig gebruik van wordt gemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.