Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, Groot-Brittannië verkreeg in het weekend van 20 februari op de Europese top de mogelijkheid om buitenlandse EU-werknemers minder kindergeld toe te kennen. De kinderbijslag die door een lidstaat wordt uitbetaald voor kinderen die in een andere lidstaat wonen, kan worden aangepast aan de lokale levenskost en/of aan het bedrag van de kinderbijslag in dat andere land. Het is een van de maatregelen die de Britten moet overtuigen om bij de Europese Unie te blijven, maar ook andere lidstaten kunnen meestappen in deze maatregel. Een aantal EU-landen is het idee trouwens genegen. Het principe is dat de zogenaamde ‘socialezekerheidsmigratie’ moet worden aangepakt.
Recent kondigde u aan dat er binnen de schoot van de Vlaamse Regering gewerkt wordt aan de hervorming van de kinderbijslag. U komt binnenkort naar het parlement met een nieuw ontwerp van decreet daarover. In deze context wil ik u enkele vragen stellen.
Worden er in het nieuwe ontwerp maatregelen opgenomen om de socialezekerheidsmigratie tegen te gaan? Gaat het over de maatregel zoals die wordt voorgesteld in Groot-Brittannië om buitenlandse EU-werknemers minder kindergeld toe te kennen? Zijn er andere maatregelen die eenzelfde effect kunnen sorteren? Worden er maatregelen genomen om de kinderbijslag aan niet-EU-burgers, bijvoorbeeld vluchtelingen, in te perken? Wat is de timing van de hervorming van de kinderbijslag?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mijnheer Depoortere, na afloop van de Europese Raad van 18 en 19 februari 2016 werd de conclusie vastgelegd dat de Europese Commissie een wijziging zou voorstellen aan verordening nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, nadat het Verenigd Koninkrijk de secretaris-generaal van de raad in kennis zal hebben gesteld dat het lid van de Europese Unie zal blijven.
Deze wijziging zou de mogelijkheid creëren voor de lidstaat waar een werknemer het recht op gezinsbijslagen opent, om de gezinsbijslagen te koppelen aan de omstandigheden in een andere lidstaat waar het kind effectief verblijft. Verblijft het kind in de lidstaat waar ook het recht op gezinsbijslagen wordt geopend, dan verandert er niets en moeten de gezinsbijslagen volledig worden uitgekeerd.
Het nieuwe Vlaamse kinderbijslagsysteem zal rekening moeten houden met verplichtingen die opgelegd worden door het internationale recht. Vlaanderen kan geen maatregelen opleggen die hiermee strijdig zijn. Internationale verdragen, Europese regelgeving en bilaterale akkoorden inzake kinderrechten en/of sociale zekerheid in het algemeen, en kinderbijslag in het bijzonder, moeten hierbij in rekening worden genomen.
De op de Europese Raad genomen beslissing moet dan ook in dat licht worden bekeken. Ten eerste is het niet zeker of dergelijke regeling ooit zou worden opgenomen in de betrokken Europese verordening. Dat is afhankelijk van de positie die het Verenigd Koninkrijk zal innemen betreffende zijn lidmaatschap van de Europese Unie.
Ten tweede is de inhoudelijke uitwerking van de betrokken maatregel door de Europese Commissie nog niet geheel duidelijk. De vraag of de koppeling van de gezinsbijslagen aan de omstandigheden in een andere lidstaat ook inhoudt dat de lidstaat waar het recht op gezinsbijslagen ontstaat de hoogte van deze uitkering ook zal moeten aanpassen aan een hogere gezinsbijslag in de lidstaat waar het kind effectief verblijft, blijft hierbij voorlopig open.
In de beleidsbrief 2015-2016 geef ik aan dat de huidige voorbereidingen in de loop van 2016 zullen uitmonden in een voorontwerp van decreet met betrekking tot de gezinsbijslagen. De Vlaamse Regering zal hierbij de verplichtingen uit internationaal en Europees recht mee in ogenschouw nemen. Uit het voorgaande blijkt dat de omzetting van een eventueel voorstel van de Europese Commissie met zorg zal moeten worden behandeld, gezien de onduidelijkheid die er nog heerst, zowel qua inhoud als qua timing.
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, uw antwoord klinkt nogal vaag. Er is blijkbaar nog geen datum geprikt waarop u zult landen met de hervorming van de kinderbijslag. Dat verbaast me niet echt omdat ik merk in de discussies over dit onderwerp dat de violen niet helemaal gestemd zijn binnen de meerderheid. Onder andere over de maatregel om Groot-Brittannië over de streep te trekken om bij de Europese Unie te blijven, heb ik kunnen optekenen dat een van de coalitiepartners in de Vlaamse Regering dit idee niet ongenegen is. Er moet dus nog een en ander worden uitgeklaard. Ik wacht af met welk voorontwerp u naar het parlement zult komen om het dan te kunnen bespreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.