Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over de mogelijke fusie van de gemeenten Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, vorige week dinsdag maakten de gemeenten Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode bekend dat ze willen fusioneren. Het zijn de eerste gemeenten die hopen op de financiële bonus van 500 euro per inwoner. Deze bonus maakt deel uit van het Fusiedecreet, dat nog voor de zomer zou worden ingediend bij het Vlaams Parlement.
Wellicht toevallig, maar net op dezelfde dag, publiceert ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) haar advies bij het ontwerp van het Fusiedecreet. Het algemeen oordeel van de VVSG is vrij positief. Ik hoop dat de geformuleerde opmerkingen worden meegenomen in de verdere behandeling van dit decreet.
Al wil ik bij de specifieke vragen en bemerkingen die de VVSG formuleert over de fusiebonus toch even stilstaan. De VVSG vraagt dat de bovengrens van 20 miljoen euro voor het vastleggen van de fusiebonus zou worden geschrapt uit de teksten, zodat de financiële prikkel bij fusies van grotere gemeenten identiek is aan die voor kleinere gemeenten. Ten tweede is er de opmerking dat de Vlaamse Regering nu al duidelijk maakt dat indien er veel gemeenten willen overgaan tot een vrijwillige fusie, het totale beschikbare bedrag van 200 miljoen kan worden opgetrokken. Ten derde, er is het voorstel dat ook gemeenten die na 1 januari 2019 willen fuseren, van deze fusiebonus zouden kunnen genieten. Minister, bent u bereid in te gaan op deze vragen en voorstellen van de VVSG?
Mijnheer De Loor, u hebt het over het rapport van de VVSG, ikzelf wil het even hebben over het Limburgse voorbeeld dat er hopelijk aankomt. Toch is het niet slecht dat deze vragen om uitleg worden gekoppeld.
Minister, de heer De Loor vraagt u of u de wens van de VVSG wilt volgen om het totaalbudget op te krikken voor er een concreet voorstel is. Dat lijkt me wat voorbarig. Ik wil het nu hebben over de mogelijke fusie van de Limburgse gemeenten Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek.
Toen we dat enkele weken geleden vernamen, was dat goed nieuws. De gemeenten zijn aan het praten en dat is zeer goed. Ze bereiden een mogelijke fusie voor. Ik hoop dat ze daarin zullen slagen. Het zou een goed voorbeeld zijn voor anderen. Wie weet, heeft het een multiplicatoreffect in Vlaanderen. Voor eind 2017 moet men een beslissing nemen, om dan vanaf 2019 te fusioneren, als dat mogelijk is. Minister, we mogen blij zijn dat die twee gemeenten aan het praten zijn. Het zou goed zijn voor de uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord, als ze daarin slagen.
Zult u de gemeenten op het terrein begeleiden en ondersteunen om de appetijt te vergroten, opdat de slaagkansen verhogen en andere gemeenten worden aangezet om hun voorbeeld te volgen? Er is een grote financiële bonus, dat is de wortel die daar hangt. Maar misschien is een begeleidingsduwtje in de rug zeker niet slecht.
Minister Homans heeft het woord.
Ik wil vooraf enkele zaken duiden. In het regeerakkoord is er sprake van een vrijwillige fusie. Het is goed om dat nog eens te herhalen. Het is geen verplichte fusie, het is op vrijwillige basis. Ook de vorige Vlaamse Regering heeft wat moeite in die richting gedaan. Er was ook een financiële bonus, maar dat leidde jammer genoeg niet tot concrete engagementen of resultaten.
Er is een mentaliteitsverandering. Over fusies werd er in de vorige legislatuur totaal niet gesproken, misschien wel ergens in een achterkamertje, maar zeker niet publiek. Dat was taboe. Het lijkt er nu op – maar we moeten voorzichtig blijven – dat er dit keer wel fusies gaan komen, alvast één.
De manier waarop de twee burgemeesters, zijnde Lode Ceyssens van Meeuwen-Gruitrode en de heer Spreeuwers van Opglabbeek, de zaken hebben aangepakt, is een voorbeeld. Alle felicitaties daarvoor. Ze zijn deze week gestart met het organiseren van drie hoorzittingen, volgende week zijn er nog eens vier hoorzittingen. Er is absoluut inspraak en dialoog met de burger, wat heel belangrijk is. Het is een manier die voor andere gemeenten – mijnheer Maertens, ik weet niet of u plannen hebt om te fuseren met een buurgemeente – kan dienen als voorbeeld.
Het is goed om even uit te leggen hoe dat tamelijk snel tot stand is gekomen. Van in het begin van deze legislatuur – eind juli 2014 – zijn we tamelijk snel met een conceptnota naar de Vlaamse Regering getrokken om het kader van een vrijwillige fusie te laten goedkeuren. Dat brengt natuurlijk veel werk met zich mee en dit is een belangrijke operatie en hervorming in het Binnenlands Bestuur. We hebben daar snel werk van gemaakt, zodat gemeenten die zich geroepen voelen over te gaan tot een fusie, ook materiaal hebben waarop ze zich kunnen beroepen.
We hebben meteen stimulerende maatregelen publiek gemaakt, zoals een schuldovername van 500 euro per inwoner met een maximum van 20 miljoen euro per gefuseerde gemeente. Een schuldovername van Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek zou ongeveer 11,7 miljoen euro betekenen. Los van de schuldovername plant de Vlaamse Regering een tijdelijke verhoging van het aantal uitvoerende mandatarissen. Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek hebben samen ongeveer 23.000 inwoners en ze krijgen dan een aantal uitvoerende mandatarissen. Om de overgang wat te vergemakkelijken voorzien we in de eerste legislatuur na de fusie in twee bijkomende uitvoerende mandaten en in één extra gedurende de tweede periode.
Net voor de kerstvakantie is er dan een eerste principiële goedkeuring naar de regering gegaan. De stimuli waren daarin vervat, en klare procedures waaraan men moest voldoen indien men een fusie overwoog.
Mijnheer De Loor, met betrekking tot de voorstellen van de VVSG hebben we in de schoot van de Vlaamse Regering ernstig nagedacht over de financiële stimuli en wat de hoogte daarvan zou kunnen zijn, en wat draaglijk zou zijn voor de Vlaamse begroting. We zijn bereid om schulden over te nemen, met een maximum van 20 miljoen euro per fusie. Dat weegt dan ook door op de Vlaamse begroting. Een financiële bonus is wel belangrijk, want de twee gemeenten waarvan sprake, hebben aangegeven dat dat voor hen een belangrijke stimulans was.
We hebben nu duidelijkheid gecreëerd voor alle lokale besturen. Het is goed dat twee gemeenten dat ook daadwerkelijk doen, zodat er nog meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven, zodat misschien andere gemeenten worden gestimuleerd om hetzelfde te doen.
Ik zou het niet goed vinden om de spelregels nu ineens te veranderen op vraag van de VVSG. Ik weet niet of dat ook uw mening is, mijnheer De Loor. Ik weet dat de VVSG vraagt om het plafond van 20 miljoen euro op te heffen. Dat zou niet verstandig zijn. Anderhalf jaar nadat we een kader hebben gecreëerd, nadat we al heel ver zijn gevorderd, ook met de goedkeuringen die onder andere in het parlement nodig zijn, nu het plafond verhogen, lijkt me niet zo goed. Dat gaan we dan ook niet doen.
De financiële prikkel die we geven aan de gemeenten die willen fuseren, zou groot genoeg moeten zijn om de transitiekosten te dekken die met een fusie gepaard gaan. Die zijn er uiteraard. We doen ernstige inspanningen zoals de schuldovername per fusie van 20 miljoen euro. Ik wil niet zoals de VVSG voorstelt naar een open-endregeling gaan, want daar komt het op neer. Ik denk dat de minister van Financiën daar niet blij mee zou zijn. Ikzelf ook niet, ik ben er absoluut geen voorstander van.
We hebben al een hele weg afgelegd met dit decreet. De Inspectie van Financiën heeft ons er van in het begin attent op gemaakt dat het absoluut noodzakelijk was vooraf de budgettaire implicaties voor de Vlaamse overheid vast te leggen. Dat is dan ook gebeurd. Als ik nu tegemoet zou komen aan de vraag van de VVSG, dan zou de Inspectie van Financiën me terugfluiten.
Wil dat zeggen dat we met geen enkele opmerking of advies van de VVSG rekening hebben gehouden? Neen. Volgende vrijdag stap ik naar de Vlaamse Regering met het oog op het advies van de Raad van State, en we hebben wel degelijk opmerkingen van de VVSG ter harte genomen en die we hebben verwerkt in ons nieuwe voorstel. Hebben we de opheffing van het plafond meegenomen? Neen, dat niet. We hebben wel met andere opmerkingen rekening gehouden.
Ben ik bereid om in te gaan op de vraag van de VVSG dat ook gemeenten die na 1 januari 2019 willen fuseren van deze fusiebonus zouden kunnen genieten? Mijnheer De Loor, ik weet niet of dit een pleidooi is om deze coalitie ook na de volgende verkiezingen voort te zetten. Ik kan natuurlijk niet spreken in naam van de volgende Vlaamse Regering, tenzij u een fan bent van deze coalitie. Dan zal ik in de schoot van de Vlaamse Regering bespreken of we ook al beslissingen kunnen nemen in naam van de volgende Vlaamse Regering, maar dat is niet echt de bedoeling natuurlijk.
Mijnheer De Loor, alle gekheid op een stokje, het is aan de volgende coalitie om uit te maken wat er zou kunnen gebeuren in het kader van fusies in de volgende gemeentelijke legislatuur, maar ook in een volgende Vlaamse legislatuur. Ik noteer alvast dat u deze coalitie nog niet zo slecht vindt.
Mijnheer Maertens, u vroeg naar de gemeenten Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode. We hebben een draaiboek voor fusies. Dat heb ik in mijn beleidsnota aangekondigd en herhaald in mijn beleidsbrief. Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) is gestart met de voorbereiding daarvan, met de medewerking van de VVSG, om aan te tonen dat we wel degelijk rekening houden met de aanbevelingen en de mening van de VVSG. Het is belangrijk dat het draaiboek er komt; het zal een soort handvaten aanreiken aan de betrokken gemeenten om toch een belangrijk veranderingstraject te kunnen begeleiden.
Dit wordt aangevuld met de nodige contactgegevens van sectorexperts, veel gestelde vragen en praktijkvoorbeelden. We kijken daarvoor niet enkel naar de organieke elementen, maar leggen ook contacten met andere beleidsdomeinen, bijvoorbeeld Ruimte Vlaanderen, Leefmilieu, en met de federale overheid. U weet dat de indeling in verschillende politie- en hulpverleningszones meespeelt in het voorbeeld van Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode. Daar moet dus ook nog een en ander veranderen.
Het draaiboek zal geen éénmalig afgewerkt product zijn, maar wel iets dynamisch, dat elke keer opnieuw moet worden aangevuld, dat ook online kan worden ingevuld door de gemeenten die ermee aan de slag gaan. Als ze aanbevelingen hebben, kan dat online worden meegegeven zodat hier de beste praktijkvoorbeelden kunnen worden gedeeld en zodat kennis kan worden overgedragen. Misschien kan dat andere gemeenten overtuigen om tot een fusie over te gaan.
Het is de bedoeling het draaiboek fusies ten laatste voor de volgende zomer online te hebben. Dat is goed. Gemeenten die nu een fusie ernstig overwegen, kunnen terecht bij de administratie. Het zou onverstandig zijn om nu aan de grote klok te hangen over welke gemeenten het gaat. Dat gaan we niet doen.
De gemeente Meeuwen-Gruitrode was in elk geval geselecteerd – los van wat ze vorige week hebben aangekondigd – om te kunnen genieten van de consultancy aangeboden door de Vlaamse Regering inzake de evaluatie van hun bestuurskracht. Ik denk dat dat ook een goede leidraad zou kunnen zijn om mee te geven in het hele proces van de mogelijke fusie tussen Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar niet voor uw verkeerde interpretatie van mijn woorden. Het is niet de eerste keer dat ik vaststel dat u, al dan niet bewust, woorden verdraait. (Opmerkingen)
Ik vind het wel jammer en een gemiste kans dat er niet wordt ingegaan op de vragen van de VVSG rond de fusiebonus, niet omdat we daar zomaar op moeten ingaan, maar gewoon om fusies alle kansen te geven, nu en in de toekomst. Collega Maertens zegt dat ik voorbarig ben met betrekking tot het optrekken van de grens van 200 miljoen euro. Zoals gezegd, wil ik dat alle kansen geven, of dat nu in 2016 of na de volgende verkiezingen is. Ik ben ervan overtuigd dat een fusieoperatie goed is voor de bestuurskracht van onze Vlaamse gemeenten. Daarom sluit ik mij ook aan bij dat derde puntje, na 1 januari 2019.
Door de fusiebonus van 20 miljoen euro aan te houden, focust u toch veeleer op kleine gemeenten. Grotere gemeenten vallen dan enigszins uit de boot, want u gaat tot maximaal 40.000 inwoners samen. De afzonderlijke gemeenten zijn dus vrij klein, waardoor de fusiebonus niet voluit kan spelen als er twee of meer grotere gemeenten gaan fuseren.
Ik heb nog een bijkomende vraag over de principiële en de definitieve goedkeuring. In het voorontwerp van decreet staat dat de definitieve goedkeuring 31 december 2017 is, maar voor de principiële goedkeuring heb ik de deadline van 31 december 2016 niet teruggevonden in het voorontwerp van decreet. Ik stel vast dat in de toelichtende nota van het Agentschap Binnenlands Bestuur die datum wel opgenomen is. Is dat een bewuste keuze?
Ik wil het tot slot nog even hebben over de concrete fusieplannen van Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode. We moeten ervoor zorgen, minister, dat fusieoperaties uit dat negatieve daglicht gehouden worden. Ik heb gelezen dat er op de eerste gemeenteraad die plaatsgevonden heeft in een van de twee gemeenten, een heel bits debat is gevoerd door de oppositie. U hebt gesproken over een mentaliteitswijziging en zei dat er nu al veel openlijker over fusies wordt gesproken. Die mentaliteitswijziging is er inderdaad, maar gaat nog niet ver genoeg.
Tijdens dat bitse debat werd collega Ceyssens persoonlijke profileringsdrang en machtswellust aangewreven. Op die manier blijft die fusieoperatie, ook ten aanzien van de medewerkers van de gemeente en de inwoners, in een negatief daglicht staan. Ik vind dat zonde, want ik ben van oordeel dat collega Ceyssens alle applaus verdient voor de moed die hij heeft om aan deze delicate oefening te beginnen. Ik vind dat hij, in plaats van verwijten over machtswellust en profileringsdrang, applaus verdient, zowel in de gemeente zelf als hier bij ons, omdat hij in de praktijk wil brengen waar anderen gewoon heel veel over praten.
De heer Maertens heeft het woord.
Collega De Loor, ik ben het er volledig mee eens dat die mogelijke fusieoperatie – uiteraard op vrijwillige basis – nog in een te negatief daglicht staat. Dat is net het taboe dat deze Vlaamse Regering wil doorbreken, door die vrijwillige fusies te ondersteunen. Als je dan ziet dat dat voor die gemeenten met één pennentrek een kleine 12 miljoen euro schuldafbouw zou betekenen, is dat toch een mooie wortel die daar hangt. Maar het zal nooit de enige reden zijn waarom gemeenten fusioneren.
Daarom vind ik het belangrijk, minister, dat we die bestuurskrachtmonitoring koppelen aan dat draaiboek dat in voorbereiding is. Dat moet het eerste uitgangspunt zijn. Ik ben blij dat de voorbereiding van dat draaiboek is gestart. Ik hoor dat het voor de zomer nog online komt. Het is niet te laat om daar een aantal goedepraktijkvoorbeelden – u verwees zelf naar de hoorzittingen enzovoort – mee in op te nemen en uw administratie ook eens te velde te laten werken, eens te luisteren hoe men het daar aanpakt en te bekijken hoe het nog beter kan.
Met het expliciet opnemen in het regeerakkoord van de vrijwillige fusie en zeker ook met het draaiboek met verdere ondersteuning en begeleiding dat eraan komt, hoop ik dat we die discussie uit de taboesfeer halen. We hopen dat het voorbeeld van Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek mag slagen en dat dat voorbeeld ook inspirerend mag werken voor andere gemeenten, elk binnen zijn eigen specifieke context, uiteraard.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, het slechtste dat we nu kunnen doen, is dit mooie voorbeeld van Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek gaan ‘beschoonmoederen’. We moeten dit zijn gang laten gaan. Het zijn twee mooie CD&V-initiatieven. U ziet het: constructief, decentraliserend en vrijwillig, het ligt ons wel. (Opmerkingen)
We mogen niet te veel van bovenaf werken. In die zin is een helpdesk of een aanspreekpunt per provincie misschien nog wel een mogelijkheid in de toekomst. Ik denk ook dat we het vrij breed en lang moeten bekijken. Breed, in de zin dat de fusie geen doel op zich mag zijn. Het moet eigenlijk onze ‘bestuursbiceps’ kunnen vergroten, zonder aan ‘fusiebuilding’ te doen. Ik hoop dus dat, zoals ook de VVSG zegt, ook andere bestuurskrachtverhogende initiatieven stilaan aan de oppervlakte mogen komen en dat die vandaag, op Complimentendag, ook van u een vorm van compliment kunnen krijgen. En met ‘lang’ bedoel ik dat we ons ook niet blind mogen staren op 2019. De prelude-initiatieven zijn ook zeer belangrijk om te komen waar je uiteindelijk wilt eindigen. Ik denk dat we bereid moeten zijn om die grens nog wat verder te verleggen. Moet het wortelseizoen niet een beetje verlengd worden, op de een of andere manier?
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik wil de woorden van de heer Doomst nog wat vervolledigen. Ten eerste kunnen we – en ik wil het politiek wat minder omzwachteld zeggen dan collega Doomst – niet om de constatatie heen dat het om twee CD&V-gemeenten gaat. Sommigen rond deze tafel willen onze fractie en mijn partij al eens in de hoek van het status quo neerpoten, alsof wij alles zouden tegenhouden of tegen alles zijn. Dit bewijst dat de kracht van verandering … (Opmerkingen)
Zoals wij, collega’s-Vlaams-nationalisten, de ene staatshervorming na de andere maken, zo maken wij ook … (Opmerkingen)
Het wekt blijkbaar wel wat discussie op. Maar het doet goed aan het hart om duidelijk te zeggen dat het twee CD&V-gemeenten zijn en dat daarmee bewezen is dat onze partij voor duidelijke versterking van het lokale bestuur is en dat wij absoluut geen taboes, laat staan veto’s, hebben rond fusies.
Ten tweede is het juist, collega’s, dat deze twee gemeenten een schouderklopje of een complimentje verdienen en alle hulp kunnen gebruiken. Maar we moeten dat vooral niet op het Vlaamse niveau tillen. Laat die twee gemeentebesturen dat op de Limburgse wijze rustig doen.
Ten derde gaat het over de voorwaarden. Wij hebben dat al eens gezegd vanuit de partij. De andere samenwerkingsvormen heeft collega Doomst al toegelicht, maar daarnaast is er de verlenging. Daar wordt altijd wat meewarig over gedaan. Wij hebben dat punt vanuit onze fractie al een paar keer gemaakt. Ik zie echt geen reden waarom we dat niet zouden doen. Gelukkig nemen we veel initiatieven die verder gaan dan de horizon van de volgende verkiezingen. Laat ons allemaal een beetje op lange termijn denken.
Ik ben ervan overtuigd dat er dankzij de initiatieven een zekere mentaliteitswijziging is gekomen. Dat merken we overal. Maar laten we die verder kansen geven en verder laten groeien en er zo geen harde grens op zetten.
Trouwens, we gaan ook naar verkiezingen in 2018. Daar worden coalitieakkoorden en akkoorden voor de volgende legislatuur op lokaal niveau gemaakt. Het zou misschien goed zijn dat men op dat moment ook zou weten in welk kader we de volgende jaren zouden zitten. Het is dus niet onlogisch om aan die nieuwe raden en coalities een kader te geven van wat het zou kunnen zijn. Dan is het aan de wijsheid van de nieuwe Vlaamse Regering, na 2019, om dat kader te wijzigen. Die heeft natuurlijk dat recht. Maar als er niets wordt gewijzigd, is er een kader waarin de nieuwe gemeentebesturen in al hun wijsheid en met hun nieuwe legitimiteit een aantal initiatieven kunnen nemen, want ik ben er, net zoals de minister, van overtuigd dat er inderdaad een mentaliteitswijziging is in Vlaanderen. We hebben het al een paar keer als idee gelanceerd, niet om de fusieoperatie onderuit te halen, maar net om ze te versterken en te verduurzamen op de lange termijn.
Met die bovengrens van 20 miljoen euro hebben wij wat minder problemen, want ik denk echt dat het nu in eerste instantie is om kleinere gemeenten te fusioneren. Voor ons is het nu geen prioritair punt om die 20 miljoen euro te verhogen. Wij denken dat de verhoging van de bestuurskracht vooral ligt bij die gemeenten die nu niet direct de ambitie hebben om meer dan 40.000 inwoners te tellen.
Vooral het tweede punt vind ik belangrijk om nog eens te onderstrepen. Dat is niet om de fusiegedachte te torpederen, maar om ze integendeel te verduurzamen en ze op termijn bespreekbaar te houden, ook bij het begin van de nieuwe legislatuur. En dan is het aan de wijsheid van de nieuwe Vlaamse Regering om dat af te bouwen of te versterken of op een andere leest te schoeien.
Minister, ik heb de conceptnota van 17 juli gelezen. Het verraste mij dat de Vlaamse Regering daar heel wat middelen aan verbond, tot 500 euro per inwoner, tot 40.000 inwoners, met een maximum van 200 miljoen euro. Ik denk dat de huidige Vlaamse Regering, en vooral uzelf, echt heeft willen inzetten op die fusies. Maar het heeft mij ten zeerste verrast, mijnheer Van den Heuvel, dat het twee CD&V-gemeenten waren die als eerste de fusie concreet zouden willen laten plaatsvinden. Het kwam een beetje uit een verrassende hoek.
Niettegenstaande de vele middelen en de goesting die u en de Vlaamse Regering daarvoor hebben, vind ik dat het resultaat toch een beetje uitblijft, minister. We hebben één concreet voorbeeld, dankzij CD&V, maar voor de rest is het de vraag of ook nog andere gemeenten zullen volgen in die vrijwillige fusie, niettegenstaande het grote budget dat ervoor wordt uitgetrokken. 500 euro per inwoner, dat betekent dat kleine gemeenten schuldenvrij zouden kunnen worden. Dat is toch heel belangrijk, ook voor de inwoners.
Op langere termijn zou de Vlaamse Regering de ambitie moeten kunnen hebben om een traject voor een langere termijn uit te schrijven, niet op zes jaar, maar bijvoorbeeld op achttien jaar. En als je bijvoorbeeld op achttien jaar tijd tot een bepaalde schaal moet komen, lijkt het mij politiek veel haalbaarder om effectief meer concrete fusies te realiseren. Die schaalvergroting zou goed zijn voor de bevolking en voor de financiën van heel wat kleine gemeenten.
Minister Homans heeft het woord.
Er zijn heel wat bijkomende suggesties gedaan en opmerkingen gegeven. Het regeerakkoord is in dezen zeer duidelijk.
Mijnheer Van den Heuvel, ik neem de opmerking die u hebt gegeven aan het adres van mensen die smalend zouden hebben gedaan over Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek niet persoonlijk. Ik heb zeer veel complimenten gegeven aan de twee burgemeesters in kwestie, ook daarnet nog. Ik heb ze ook bij naam genoemd en gezegd dat het twee CD&V’ers zijn. Het was dus niet de bedoeling om de pluim op eigen hoed te steken.
Vind ik het goed dat het twee CD&V’ers zijn? Ja, mijnheer Van den Heuvel, u vindt dat blijkbaar ook goed. Misschien zou Puurs met Bornem kunnen fuseren? Dan geeft u zelf ook het goede voorbeeld. (Opmerkingen van Koen Van den Heuvel)
Met Londerzeel? Maar dat ligt in twee verschillende provincies. (Opmerkingen. Gelach)
Dat gaat, ja. Maar laten we het simpel houden.
Het probleem is dat uw provincie wordt uitgebreid met de provincie Londerzeel. (Opmerkingen van Nadia Sminate)
En dan zou de stad Antwerpen kunnen fuseren met Blankenberge. (Opmerkingen)
Alle gekheid op een stokje.
Moeten we kansen geven? Ja. U zegt dat er duidelijkheid moet worden gegeven in deze legislatuur. Dat is belangrijk. Er moet duidelijkheid komen in functie van de gemeenteraadsverkiezingen die er aankomen in oktober 2018. Het is niet zo dat dat dan stopt. Ik ga ervan uit dat het kader, het Fusiedecreet, blijft bestaan. Het kader is er. We gaan nu terug naar de regering. Ik pik even in op een bijkomende vraag van de heer De Loor. Hij vroeg hoe het komt dat er in het initiële ontwerp dat werd goedgekeurd niets stond over de principiële toestemming die er voor eind 2016 moet worden gegeven. Mijnheer De Loor, het klopt dat er daarover niets in stond. In de teksten die we vandaag hebben klaargemaakt om vrijdag op de ministerraad te bespreken, staat wel degelijk dat de principiële goedkeuring of toestemming moet worden gegeven vóór eind 2016. Dat de definitieve toestemming moet worden gegeven tegen eind 2017, stond er wel al in.
Het is geenszins mijn bedoeling – en ik hoop ook niet die van anderen hier aanwezig – om het project van de fusies op de lange baan te schuiven. Moeten de gemeenten er goed over nadenken? Ja. Ik herhaal wat ik daarnet heb gezegd. Het Fusiedecreet zal een feit zijn. Ik ga ervan uit dat het zal blijven bestaan.
Mijnheer Van den Heuvel, u weet dat het aan de volgende regering is om te beslissen over de financiële bonus. Ofwel zetten ze de huidige regeling voort, ofwel werken ze een andere regeling uit, ofwel rijden ze de huidige regeling uit. Ze kunnen daar vrij in kiezen. Ik kan nu toch moeilijk beslissingen nemen in naam van de volgende Vlaamse Regering. Ik ben al heel blij dat ik een decreet heb dat hopelijk nog lang zal blijven bestaan en op basis waarvan gemeenten zich geprikkeld kunnen voelen om te fuseren.
Ons kader zal in ieder geval lopen totdat een nieuwe Vlaamse Regering – of eventueel de huidige Vlaamse Regering, mijnheer Van den Heuvel, waarvan u kunt beamen dat die heel goed werkt – het beleid voortzet of eventueel aanpassingen doet. Dat zullen we wel zien in 2019.
Mijnheer Doomst, ik ben het met u eens dat we ons niet te veel van bovenaf mogen moeien. U noemde het ‘schoonmoederen’. U hebt daarin absoluut gelijk. Ik denk ook niet dat we dat doen. Daarom ben ik vorige week ook zeer op de vlakte gebleven. Ik vond dat die twee burgemeesters dat goed doen. Ons draaiboek komt er binnenkort aan. De mensen van de administratie staan ons met raad en daad bij. Het zou niet goed zijn indien we vanuit de Vlaamse Regering, vanuit de kabinetten zouden zeggen hoe het moet. Als wij of de administratie om goede raad worden gevraagd, zullen we die natuurlijk wel geven. Ik denk dat het op een goede manier verloopt.
Mijnheer De Loor, u zegt dat ik de mogelijkheid voor gemeenten om te fuseren beperk tot de gemeenten van maximaal 40.000 inwoners. U noemt dat kleine gemeenten. Ik ben het daarover met u eens. Maar 50 procent van de 308 Vlaamse gemeenten heeft minder dan 15.000 inwoners. En dan zegt u dat een gemeente van 40.000 inwoners een kleine gemeente is.
Ik heb het snel even opgezocht: Zottegem heeft ongeveer 25.700 inwoners. Laat ons dat aantal, in een positieve noot, afronden naar 26.000 inwoners. Dat wil zeggen dat u dus ook in een zeer kleine gemeente woont.
De basis waarop we nu hebben gewerkt, lijkt mij goed. We willen in eerste instantie uitgaan van de bestuurskracht. Je moet de dienstverlening naar de burger kunnen verbeteren. De bestuurskracht van de gemeenten moet erop kunnen vooruitgaan. Dat gaat natuurlijk het best met gemeenten die net iets kleiner zijn. Ik vind het wat kort door de bocht dat u zegt dat ik me beperk tot kleine gemeenten, zijnde met een inwonersaantal van 40.000. De helft van de 308 gemeenten heeft namelijk maar 15.000 inwoners.
Mijnheer De Loor, misschien lees ik andere kranten dan u, maar ik vond de berichtgeving in de media redelijk positief. Misschien begreep men niet dat het niet de bedoeling was om het op die manier in de krant te laten verschijnen en dat het anders was gepland. Maar bon, we weten hoe dat gaat.
Op de man of vrouw af vragen wat men van een fusie denkt, is hetzelfde als een referendum. Diegenen die tegen zijn, zeggen openlijk dat ze tegen zijn en de anderen weten het niet zo goed.
Mijnheer Van den Heuvel, er was blijkbaar een zeer sympathieke vrouwelijke fan van een van de twee burgemeesters die zich absoluut heeft uitgesproken voor de fusie. Haar reden daartoe hebt u vast ook gezien. Dat was natuurlijk een compliment voor de man in kwestie.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik had het niet over de berichtgeving in de media, maar over de berichtgeving in de gemeenteraad. Tijdens de eerstvolgende gemeenteraad in een van de twee gemeenten ging de oppositie bitsig in debat over de fusie met Opglabbeek. Er werd daarin ook gesproken over profileringsdrang en machtswellust, die te betreuren is. Ik richt mij dan specifiek tot de politieke partijen.
We moeten er met een open geest naar kijken. Daarom pleit ik ervoor om die mogelijkheid tot fusies uit het negatieve daglicht te halen, want op deze manier bewijzen we de politiek op zich geen enkele dienst.
Minister, als ik het heb over kleinere gemeenten tot 40.000 inwoners, bedoelde ik net dat. De verschillende huidige gemeenten afzonderlijk hebben natuurlijk minder inwoners dan 40.000. Een gemeente van 40.000 inwoners is uiteraard geen kleine gemeente meer. Een gemeente van 15.000 of 20.000 inwoners is wel een kleinere gemeente. De verschillende entiteiten zijn klein.
Met het plafond van 20 miljoen euro wordt er een rem gezet op de fusiebereidheid.
Minister, ik wil u nog de suggestie doen om het fusiepakket dat werd uitgewerkt door de Vlaamse Regering, met de fusiebonus, zeker nog verder in de kijker te zetten, zodat ook andere gemeenten de appetijt krijgen om het fusieverhaal aan te gaan. De enige kans op slagen is namelijk door ervoor zorgen dat het een gedragen verhaal wordt en dat er geen politieke spelletjes worden gespeeld. Daarom pleit ik ervoor om in te gaan op de vragen en eisen van de VVSG om die fusieoperatie alle kansen te geven, ook in de toekomst.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik heb nog drie opmerkingen.
Voorzitter, ik ben niet zo pessimistisch als u. De minister zegt dat verschillende gemeenten gesprekken voeren achter de schermen. Dat is goed. Dat er nu één concreet voorbeeld is, is heel goed, zeker omdat het zich situeert in een moeilijke sfeer van taboe en zelfs bangmakerij. Ik vind het positief dat er een voorbeeld is. Hopelijk werkt het inspirerend.
Voorzitter, u deed de suggestie om de fusieoperatie te spreiden over achttien jaar. Daar heb ik toch vragen bij. Inwoners van de gemeenten moeten duidelijkheid krijgen. Ook de politici moeten duidelijkheid krijgen, over het bestuurlijke aspect en minder over met welke partij en collega’s ze mogelijk fuseren en dat dat een voorwaarde is voor de fusie. In dat laatste wil ik niet meegaan.
We zijn natuurlijk voor verandering – het zou gek zijn indien we het hier anders zouden zeggen –, maar spreiden over achttien jaar lijkt mij toch zeer lang.
Collega’s van CD&V, uw partij verdient terecht een bloemetje. Ik heb het ook gezegd aan onze collega in het parlement zelf. Ik hoop dat er navolging komt en dat het niet alleen in gemeenten gebeurt waar er een absolute meerderheid is van twee CD&V-burgemeesters – wat de situatie misschien iets makkelijker maakt –, maar dat we ook in een context kunnen spreken met burgemeesters van eender welke andere partij.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
U mag nog een complimentje geven, aangezien het complimentendag is.
Voorzitter, u bent een fantastische, stralende voorzitter. Aangezien ik het kort moet houden, moet het complimentje voor de minister er maar bij inschieten. (Gelach)
Minister, u ziet er even stralend uit als de voorzitter van deze commissie.
Ik denk dat we het in dezen over de grote lijnen eens zijn. Alleen over de uitvoering bestaat er nog wat discussie. Ik ga alleen niet akkoord met dat detail. U weet dat de financiële incentives natuurlijk belangrijk zijn om de gesprekken tot een succes te maken. Het is dan ook goed dat die gemeentebesturen weten waar ze in 2018-2019, bij de start van de nieuwe legislatuur, aan toe zullen zijn. Als men dat niet weet, zullen er amper gemeentebesturen zijn die die oefening effectief durven te maken.
Alle Vlaamse subsidies, van kmo-portefeuille tot allerlei andere subsidies, stoppen niet op het einde van de legislatuur. Alle incentivekaders op financieel vlak gaan door totdat een volgende regering die eventueel wijzigt. Ik zie niet in waarom we dit ook niet zouden kunnen verlengen. We zien dan wel wat de nieuwe Vlaamse Regering daaraan wil wijzigen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.