Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het gebruik van spitsstroken om carpoolen te stimuleren
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ons land staat jammer genoeg bekend als de filekampioen, en dat wordt er niet beter op. Bij het minste incident staat Vlaanderen bij wijze van spreken stil. Daarnaast hebben we het probleem van de dagelijkse structurele files.
Tijdens de krokusvakantie legde de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) in een rapport een aantal cijfers voor waaruit bleek dat die files de ondernemingen en bedrijven serieuze kopzorgen bezorgen. Vier op de tien bedrijven in Vlaanderen hebben last van de files. Voor de efficiënte werking van een bedrijf is het noodzakelijk om te kunnen rekenen op stipte leveringen, stipte werknemers enzovoort. Door de toenemende structurele files worden die problemen alleen maar erger.
UNIZO had bijna negenhonderd Vlaamse kmo’s bevraagd, en daaruit bleek dat het ergste fileleed zich voordoet in Vlaams-Brabant, waar bijna een op twee bedrijven er last van heeft, en in Antwerpen, waar zelfs meer dan de helft van de bedrijven last heeft van de files. De kostprijs daarvan wordt op 4 miljard euro per jaar geraamd.
Een van de filebestrijdende maatregelen waar UNIZO voor pleit, is het verder uitbreiden van het systeem van de spitsstroken. Ik wil nog even verwijzen naar de Studiedienst van de Vlaamse Regering, die op 15 februari, dus in diezelfde periode, ook een rapport heeft uitgebracht waarin nagenoeg dezelfde cijfers terug te vinden zijn. Daar werden de verliesuren wel berekend in percentages met een gemiddelde van 6 procent. Wanneer we daar het vertraagd verkeer in de omgeving van Brussel bijtellen, dan gaat het zelfs over 18 procent.
In diezelfde week heeft het Agentschap Wegen en Verkeer zijn wegenwerkencampagne voor 2016 aangekondigd. Voor alle duidelijkheid, mijn vraag gaat niet over de files die uw zomerwerf allicht ook voor een stuk teweeg zal brengen. Om die reden vinden de meeste van die werken ook tijdens de zomervakantie plaats.
U kondigde daarbij aan dat de onderhoudsachterstand op de autosnelwegen nagenoeg is weggewerkt en dat de focus nu zal verschuiven naar de gewestwegen met daar als belangrijke doelstelling het verbeteren van de verkeersveiligheid. De autosnelwegen worden ook niet helemaal uit het oog verloren. Dit jaar zal er toch nog op 28 precieze locaties worden gewerkt op de Vlaamse autosnelwegen. Ik heb die locaties bekeken op het plannetje dat in de pers is verschenen. Behalve de realisatie van een weefstrook op de A12 tussen Ekeren en de ring rond Antwerpen in beide richtingen, wordt er blijkbaar op het eerste gezicht geen gebruik gemaakt van die werken om bijvoorbeeld extra spitstroken aan te leggen op bepaalde snelwegen.
Iedereen weet wat een spitsstrook is. Meestal is dat de pechstrook die op drukke momenten kan worden opengesteld voor het verkeer. Die strook zorgt voor een hogere wegcapaciteit en verbetert daarmee de verkeersdoorstroming op de snelweg. In Vlaanderen zijn drie spitsstroken in gebruik: op de E313 van Antwerpen-Oost tot Ranst, op de E40 van Sterrebeek tot Bertem, en op de E19 van Antwerpen-Noord tot Sint-Job-in-’t-Goor. Ik herinner me uit een vorige legislatuur dat bijvoorbeeld die spitsstrook op de E40 enkele jaren geleden is aangelegd in de zomer naar aanleiding van de onderhoudswerken.
Ondanks de noodkreet van organisaties als UNIZO is er volgens de website van het AWV en het Vlaams Verkeerscentrum voorlopig nog maar één andere spitsstrook gepland, namelijk op de E314 op het stuk van Wilsele tot Holsbeek. Ik heb echter niet de indruk dat die is opgenomen in uw zomerwerf 2016, noch in uw meerjarenplanning. Het is dan ook onduidelijk of bij die geplande werken spitsstroken en/of andere filebestrijdende maatregelen zullen worden uitgevoerd.
Minister, welke spitsstroken worden nu eigenlijk nog gepland in Vlaanderen en wanneer?
Worden er eventueel andere filebestrijdende maatregelen gepland in 2016? Het kan dan bijvoorbeeld gaan over de belijning die op een of andere manier wordt verbeterd.
Welke andere werken op de autosnelwegen en de gewestwegen worden in de komende jaren nog gepland om de files terug te dringen?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, toen het in deze commissie ging over de gigantische fileproblemen op de ring rond Antwerpen heb ik meermaals voorstellen geformuleerd om daar op korte termijn werk van te maken. Ook de discussie over de quick wins is al aan de orde geweest.
In die context heeft ook Taxistop een suggestie geformuleerd. Zo zou men als quick win moeten overwegen of de geplande spitsstroken waarin op korte termijn zou worden voorzien op de E313 en op langere termijn op de E17, dienst kunnen doen als carpoolstroken. Op zo’n carpoolstrook zou men enkel mogen rijden wanneer er minstens twee personen in de wagen zitten. Vandaag bedraagt de gemiddelde bezettingsgraad voor het woon-werkverkeer 1,1 personen per wagen. Dat betekent dat er nog 2,9 zitplaatsen vrij zijn. Er valt dus nog heel wat extra ruimte te benutten. Dat is een waardevolle suggestie in de filosofie van het beter benutten van de bestaande ruimtes.
Volgens Angelo Meuleman, de projectverantwoordelijke van Taxistop zou op die manier niet enkel de verkeersdoorstroming verbeteren op de spitsstroken, maar ook verderop in de richting van de stad. De huidige verkeerswetgeving zou bovendien al toelaten dergelijke carpoolstroken in te richten.
Minister, bent u bereid om op de suggestie van Taxistop in te gaan om die geplande spitsstroken in te richten als carpoolstroken?
Minister Weyts heeft het woord.
Het Vlaams Verkeercentrum is momenteel bezig met een doorlichting van het hele Vlaamse hoofdwegennet op zoek naar quick wins in functie van de doorstroming. Daarbij wordt bekeken op welke delen van het hoofdwegennet we tegen de capaciteitsgrens zitten of waar we erover zitten, waar er structureel congestie is en waar met relatief eenvoudige maatregelen de doorstroming kan worden bevorderd.
Op basis van die eerste analyse heeft het verkeerscentrum 39 locaties aangeduid waarbij men vanuit bouwkundig perspectief zo objectief mogelijk tracht in kaart te brengen of een aanpassing überhaupt mogelijk is. Dat gebeurt door een werkgroep binnen het AWV. Op basis van die lijst worden verdere diepteanalyses per locatie opgestart om te komen tot de aanduiding van prioritaire locaties en maatregelen. Dat kunnen spitsstroken zijn maar ook andere, eenvoudigere maatregelen. Dat zal afhangen van locatie tot locatie.
We zullen die locaties trachten te rangschikken en prioriteren in functie van de diepteanalyses zodat eerst die locaties worden bestudeerd waar men het snelst tot uitvoering kan overgaan. Niet alleen de acuutheid maar ook de snelheid van uitvoering is afhankelijk van de prioritering van de locatie en van de werken.
Bij de geplande werken van 2016 zullen ook andere filebestrijdende maatregelen worden opgenomen. Voor mij betekent ‘Werken aan de weg!’ en de campagne die we daarover hebben gestart, ook werken aan de file.
Mevrouw Kherbache, u vraagt mij of ik bereid ben om op de suggestie van Taxistop in te gaan om bepaalde geplande nieuwe spitsstroken als carpoolstroken dienst te laten doen. Ik krijg veel zulke vragen. Taxistop vraagt een aparte strook voor carpoolers, de federaties van motorrijders vragen een afzonderlijke rijstrook voor motors, de taxisector vraagt een aparte rijstrook voor taxi’s. Ik begrijp dat vanuit hun standpunt, maar we hebben niet genoeg rijstroken om op al die vragen in te gaan. Het principe van een spitsstrook is een extra rijstrook, meestal op de voormalige pechstrook, die tijdelijk opengesteld wordt voor het verkeer om de doorstroming op alle rijstroken van dat wegvak te bevorderen. Door het openstellen van een spitsstrook wordt vermeden dat er congestie optreedt in dat wegvak, waardoor er een vlottere doorstroming is voor iedereen.
In het voorstel waar u naar verwijst, staat vermeld dat "de verkeersdoorstroming zal verbeteren op de spitsstroken". Vandaag de dag merken we geen gehinderde doorstroming op de spitsstroken. Het gebruik van deze spitsstrook door carpoolers zal dus evenmin de doorstroming op de spitsstrook verbeteren. Integendeel, het ontzeggen van toegang tot spitsstroken voor niet-carpoolers zou de doorstroming op de overige rijstroken verslechteren. Dat zou leiden tot een algemeen slechtere verkeersdoorstroming.
Spitsstroken hebben tot doel om voor alle weggebruikers een verbeterde doorstroming te betekenen. Exclusief voorzien in nieuwe spitsstroken voor carpoolers terwijl het voor alle weggebruikers een verbetering zou zijn, is dan ook een verkeerd signaal.
Daarnaast blijft ook handhaving een moeilijke kwestie. Vraag is immers hoe men dat zal controleren. Ik wil de zaken niet bagatelliseren zoals sommigen doen en waarschuwen voor de poppen die zullen worden meegenomen in de wagens.
Naast handhaving zijn er ook problemen van veiligheid wanneer stilstaande voertuigen – de niet-carpoolers – langs rechts voorbijgestoken worden door snelle carpoolers. En dan zijn er ook nog onze talloze op- en afritten. Om de snelheidsverschillen binnen de perken te houden, zouden dan snelheidsbeperkingen moeten worden opgelegd aan de carpoolers, wat de reistijd voor de carpoolers opnieuw zou verhogen.
Buitenlandse praktijkvoorbeelden zijn beperkt en kennen een wisselend succes. Nederland toonde zich pionier, deed een test in 1993 maar voerde het concept vrij snel af. In de steden Bergen in Noorwegen en in Madrid blijken de stroken wel succesvol. Maar ook in de literatuur is men niet eenduidig positief over de oplossing. Ik zie spitsstroken dus als een oplossing voor alle weggebruikers eerder dan voor een specifieke categorie daarvan.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, als ik het goed begrijp, zullen er ooit nog wel spitsstroken bijkomen in Vlaanderen na de diepteanalyse van de 39 locaties maar ik blijf toch een beetje op mijn honger zitten. Er is al een analyse gebeurd voor het stuk op de E314 tussen Wilsele en Holsbeek. Het Vlaams netwerk van ondernemingen, Voka, en andere organisaties in onze regio vragen trouwens om dat meteen door te trekken tot Aarschot, maar het zou ook al goed zijn als het tot Holsbeek kon. In elk geval wordt dat nog altijd voorgesteld op de website van het AWV als de tweede fase van wat er nu al aan weefstroken ligt op de E314. Dat moet misschien toch wat sneller kunnen gaan. Kunt u daar nog iets meer over zeggen?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Er bestaat kennelijk een misverstand over de finaliteit van carpoolen. Het belangrijkste gevolg is dat men daarmee ook automobilisten stimuleert om de auto te delen zodat er minder auto’s op de autosnelweg rijden, wat ten goede komt van iedereen die op de autosnelweg rijdt.
U noemt twee argumenten die de implementatie zouden bemoeilijken waaronder veiligheid. Carpoolen op spitsstroken mag niet leiden tot onveilige situaties. Volgens mij kan daaraan tegemoet worden gekomen door middel van de dynamische signalisatie. Op die manier kan duidelijk worden gemaakt dat het om een carpoolstrook gaat.
Wat de handhaving betreft, verwijst u naar die zogenaamde poppen. Ik denk dat het ook in een andere context gaat over een marginaal gebruik. Vooral in de Verenigde Staten is gebleken dat die heel zelden worden gebruikt.
Het project in Bergen heeft aangetoond dat men via gerichte controles misbruiken kan vermijden. Dat probleem kan dus zeker worden opgelost.
U verwijst naar literatuur waar men verschillende meningen heeft over de impact van zo’n carpoolstrook. Wetende dat het fileprobleem in Antwerpen gigantisch groot is, zou elk experiment aangewend moeten worden om na te gaan wat het duurzame effect is in plaats van a priori problemen op te werpen. We kunnen dat pas weten door een experiment op te zetten. Die spitsstrook komt er toch, het lijkt me dan ook het uitgelezen moment om te zien welk effect zo’n carpoolstrook kan hebben. Ik denk dat we ons niet kunnen permitteren om best practices uit het buitenland niet te proberen toepassen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, wanneer er onderhoudswerken zijn aan onze wegen, dan is het de bedoeling dat in de mate van het mogelijke wordt gestreefd naar een optimalisatie van de verkeersveiligheid en doorstroming. Dat is eigenlijk een soort van automatisme.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u antwoordde nogal negatief op het voorstel van Taxistop en de uiteenzetting van mevrouw Kherbache. Ikzelf heb op een bepaald moment zo’n carpoolstrook gebruikt in het buitenland, in de Verenigde Staten. Daar werkt dat eigenlijk zeer goed. Ik besef dat de autosnelwegen daar langer zijn en ik volg dan ook uw punt over die weefbewegingen aan op- en afritten aan de rechterkant. Daar doet men het aan de linkerkant en heeft men in de verkeersreglementering borden opgenomen waarop staat dat men met minimaal drie personen moet zijn. Men doet daar ook wel gerichte controles. Ik heb daar een aantal weken rondgereden en ik heb daar heel weinig misbruik vastgesteld. Het werkt wel degelijk. Men was vrij gedisciplineerd in het gebruik van die stroken, en op wegen met drie stroken had men dus wel degelijk een voordeel op die strook. Misschien moeten we toch eens nagaan of dat idee op bepaalde plaatsen op onze autostrades niet kan worden uitgetest.
Ik volg wel de analyse van Taxistop en van mevrouw Kherbache. We moeten de mensen aanzetten om toch met minstens twee de wagen te gebruiken. Als je ziet hoeveel kilometers we afmalen met hoeveel auto’s, dan is er nog winst te halen. Het lijkt me dus aangewezen om dit te testen op een plaats waar het kan.
Op de E314 is er in 2017 een spitsstrook gepland. We gaan ook na wat mogelijk is, ook budgettair, voor de E17.
Bij wegenwerken en onderhoud proberen we ook een betere weg achter te laten, vooral voor de verkeersveiligheid, maar ook voor de doorstroming.
We moeten absoluut mensen stimuleren om niet individueel gebruik te maken van de wagen, maar het is wel iets anders dan spitsstroken exclusief voor te behouden voor carpoolers. Duidelijkheid creëren is het probleem niet, ook handhaving is niet het meest problematische, maar verkeersveiligheid is wel een groot probleem. Nergens ter wereld zijn er zoveel op- en afritten als bij ons. Je kunt zo’n strook links of rechts leggen, maar er wordt ook verondersteld dat die carpoolers eenzelfde snelheid aanhouden, want anders gebeuren er ook inhaalmanoeuvres langs links of rechts.
We moeten niet al te veel verbeelding aan de dag leggen om het voorbeeld op onze wegen te zien. Het grote probleem is de verkeersveiligheid, de verschillende snelheidsregimes, de op- en afritten. Het zou ook enkel de doorstroming van de carpoolers verbeteren terwijl spitsstroken bij uitstek de bedoeling hebben om op alle rijstroken een betere doorstroming te hebben. Er dreigt zelfs een tegenovergesteld effect, namelijk dat het verhogen van doorstroming op één rijstrook, negatief dreigt uit te vallen voor de doorstroming op de andere rijstroken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid, sprak u over de E314 of over de E19 die in 2017 aan bod komt?
Ik heb gezegd dat we zullen nagaan hoe we in 2017 een oplossing vinden voor de E314, en daarnaast ook voor de E17.
Ik heb nog een korte slotbedenking.
Minister, ik denk dat we er alles aan moeten doen om een gedragsverandering te bewerkstelligen om de files aan te pakken. Wil je meer files, dan moet je meer ruimte creëren voor files. Dat is het gevaar van de huidige aanpak. We moeten vooral een gedragsverandering bij de automobilist aanmoedigen en belonen. Vandaar dat we carpoolen ingang moeten doen vinden in de mobiliteit. Ik vind het jammer dat u vooral redenen zoekt om het niet toe te passen in plaats van welwillend te zijn en minstens te onderzoeken of het een nuttig experiment zou kunnen zijn.
Ik waarschuw u gewoon voor de gevolgen, op het vlak van verkeersveiligheid, van een goedbedoeld idee.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.